NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Portret
pc familie garesfoot.
10e Jaargang.
Donderdag 10 November 1892.
No. 2869.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
J. r
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEBEBOOE
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DATJBE Co., JOHN F. JONESSucc., Parijs 31 &is Faubourg Montmartre.
YAN
Ondergeteekende vestigt dt aandacht
van de Geabonneerde» op de omstan
digheid, dat de voorraad va» dit zeer
iraaie Portret geriüg was en door de
ieeds nu zoo talrijke aanvragen, bijna
is uitgeput.
Ieder, die derhalve voor 20 Cents
nog eea Ex. van het Portret wenscht
te bezitten, gelieve zich ten spoedigste
aan te melden aan het Buraau Kleine
Houtstraat 9 of bij de Agenten, de
heeren H. N. MUL, Kruiestraat; D.
van der Wiik, Groote Houtstraat
'105 en C. van DUIJN, Anegamg.
De Directeur- Uiig ever,
Haarlem, 9 Nov. 1892
Bij kon. besluit is benoemd bij de
d.d. schutterij alhier, tot kapitein de
heer A. C. Laane, thaus le luitenant,
en tot 2de luitenant, k la suite, de heer
P, H. Craandijk.
Naar wij vernemen ziet de Commissie
voor den Hout en de Plantsoenen zich
genoopt een voorstel aan den R*ad te
doen, dat velen met ons ten zeerste
zal teleurstellen, en wel om de geheele
middelste rij boomen op de Dreef weg
tc nemen.
Het spreekt vanzelf, dat tot dit voor
stel door de Commissie niet dan na
lijp beraad is besloten. De strenge vorst
van den winter in het jaar 1890/91, die
aan zoovele boomen en planten het
leven kostte, heeft ook d«ze boomenrij
aangegrepen met zulk een hevigheid,
dat de meesten dood zijn en velen ziek.
Door de Gemeente van Zevendedags-
Baptisten alhier is het volgende adres
aan den Raad gezonden
Am den Raad dér gemeente
Haarlem
EdelAchtlare Heeren,
Geeft met verechuldigden eerbiedte
kenDen.
De Gemeente van Zevendedags-Bap-
tiaten alhier (erkend volgens de wet van
22 April 1855, Staatsblad No. 82) inge
volge È!oninkl\jk Besluit van 28 Augs.
1881, No. 21.
Dat zy met hartelijks instemming be-
lamt wat door den Eerw. Kerkeraad der
NederdHitsch Hervormde Gemeente in
zijn verzoekschrift van 30 Sept. 11. aan
Uwe Vergadering is voorgelegd.
Dat zy daarom zich tot UEdelAcht-
baren wendt met het dringendoverzoek,
aan de bede in genoemd verzoekschrift in
het belang van onze burgerij gehoor te
geven en te besluiten tot de afschaffing
van de jaarlyksche kermis te dezer stede.
God biddende dat Hij u geve in het
welbegrepen belang van onze stad voor
goed een einde te maken aan wat te
recht een bron van zedelijk kwaad en
schade voor het welzijn der burgerij mag
worden genoemd
De Gemeente voornoemd,
G. VELTHUIJSEN Sr., Vz.
J. M. SPAAN Secr.
De anti-revolutioaaire kiesvereeniging
„Nederland en Oranje" alhier, heeft
besloten, zich bij de aanstaande her
stemming ter vervulling van de vacature
ia den Raad, te onthouden.
De heer W. van Zuylen van Rotter
dam trad Dinsdagavond in onzen schouw
burg op voor de leden van „het Nut/'
met hunne dames.
Van den vloer tot de zoldering was
het huis vol van heD, die gretig luister
den naar de leuke voordracht van //De
drie Studentjes", naar de typische van
z/de doordrijver" en //ik ben vader en
naar den lachwekkenden onzin van //lang
geleden".
Na de pauze kregen wij //Teunis
Ruwhart" van mr. Bogaera, //Wat is
Liefde en „Boerengezelschap" van Bre
deroo te hooren. In het eerste gaf de
heer van Zuijlen opnieuw het bewijs,
dat ook in een ander dan het komische
genre zijn meesterschap onbetwistbaar is,
maar „Wat is Liefde" kon slechts matig
voldoen en van het laatste stukje zal
door de oud-hollandsche termen, die er
in grooten getale in voorkomen, voor
velen nogal iets verloren zijn gegaan.
Dit neemt evenwel niet weg, dat de
heer Van Zuylen opnieuw een gunsti-
gen indruk vau zijn talent heeft achter
gelaten.
Dinsdag voormiddag te 11
uren is ia de afdeelingen van de
Tweede Kamer het onderzoek aange
vangen van de voorstellen betreffende
de bedrijf«belasting en het kiesrecht.
Men verwacht, dat die overweging
ia deze week en een gedeelte van de
volgende week zal worden voortgezet.
Inmiddels zal de Kamer eene open
bare vergadering houden tot ontvangst
van itgekomen stukken.
Eene moeder, door de buren
werd verdacht hare stiefkinderen te mis
handelen, was de oorzaak, dat zich Maan
dagavond te Rotterdam een groote volks»
oploop voor en nabij hare woning ver
zamelde in de zoogenaamde Spokengang
op de Rechter Rottekade. Het tumult,
dat allengs in omvang toenam, werd van
dien aard, dat de vrouw de vlucht moest
nemen om eene haar toegedachte mishan
deling te ontgaan.
Eene tante van de beide stiefkinderen,
twee meisjes van 3 en 6 jaar oud, by
een van welke men aan den hals dnide-
lijk de sporen van mishandeling vermeen
de waar te nemen, heeft zich hun lot
aangetrokken. Er werd verhaald dat de
ontaarde moeder de kinderen nu en dan
met het hoofd in een emmer met water
hield, en meer dergelijke onmenschelijke
handelingen pleegde. Ook Dinsdag voor
middag was het in de buurt harer wo
ning niet rustig, en was voortdurend de
hulp der politie noodig om de orde te
handhaven.
Dinsdag werd te Katwijk
aan den Rijn uit het ziekenhuis ontslagen
de arbeider K. B., die als verdacht van
te lijden aan cholera, Donderdagnacht
aldaar werd opgenomen. Het bacterio
logisch onderzoek is nog niet afgeloopen,
doch de ziekte vertoonde alle kenmerken
van cholera nostras.
Te Breda zyn sedert Maandagnamid
dag weder 3 gevallen van cholera bij
gekomen, by twee kinderen van Van
Meel aan het Zwaantje, en by een kind
van Noeyen in dezelfde straat. Ook heeft
zich een tweede geval van pokken voor
gedaan bij Van der Jagt in de Eeuve-
naarstraat.
In het ziekenhuis is sedert de cholera-
lyder Akée overleden.
Te Overmeer, gemeente Nederhorst
den Berg, is Maandag weder een der
eholeralijders bezweken, namelijk een
40jarige gehuwde vrouw, die oen weduw
naar met 7, alle nog jeugdige, kinderen
achterlaat.
Zij was de laatst aangetaste.
De toestand der weduwe,, van wie,
zooals gemeld is geworden, twee kinderen
aan de ziekte zyn gestorven, blyft in
de hoogste mate zorgwekkend.
Dinsdag is te Vlaardi ngen
officieel geconstateerd dat er een geval
van cholera asiatica is voorgekomen. De
lyderes is echter vry wel.
Maandag in den vroegen
ochtend is op den overweg naby station
Goor het lyk gevonden van zekeren
Hendrikus Broekkamp, die vermoedelijk
den vorigen avond door een der laatste
treinen is overreden.
Maandagavond reed te Rij-
sen de koetsier van het logement „De
Kroon" naar het station, toen het paard
schichtig werd tengevolge van het breken
van een riem van het tuig. De knecht,
het paard daardoor niet meer in de macht
knnnende houden, sprong van den bok,
met het noodlottig gevolg dat hij den
nek brak en binnen zeer korten tyd
overleed.
Dinsdagochtend te 9 uur is
te Zegwaart een moordaanslag gepleegd
door zekeren Quirinus Westhoek, een
84 jarig boerenknecht, die verkeering
had met eene 23-jarige dienstbode, Anna
Maria van Daalen.
De aanslag heeft plaats gehad op het
erf van den landbouwer J. A. vanStraalen,
aan den Zegwaartschen weg naby het
gehucht den Hoorn, waar genoemde A.
M. van Daalen dienstbaar was.
Te vergeefs had hy beproefd zyn
meisje in eene schuur te lokken waarna
hij haar op het erf verraderlijk met een
mes is aangevallen, en haar,, na eene
hevige worsteling, vier sneden in den
hals heeft toegebracht, en verscheidene
verwondingen aan de handen.
Blykbaar heeft hij beproefd haar den
strot af te snyden wat hem echter door
dien zy voorover was gevallen, niet ge
lukte.
Op hare angstkreten kwamen ver
scheiden personen toesnellen. Een der
eerst aangekomenen gaf Westhoek met
een mik een klap op het hoofd en op
den arm waardoor hy het mes liet vallen.
Na het weder opgeraapt te hebben
verwijderde by zich door het land, en
werd later gevonden, staande tegen een
balie in het gehucht den Hoorn, kalm
een sigaar rookende.
Inmiddels ward politie en geneeskun
dige hulp ingeroepen, die spoedig tor'
plaatse aanwezig waren.
De verwonde was intusschen naar
binnen gedragen en te bed gelegd waar
na het eerste verband werd gelegd.
Westhoek werd spoedig gearresteerd
en aan een voorloopig verhoor onder
worpen. Hy bleef uiterst kalm, en hield
vol dat het hem enkel te doen was ge
weest om de meid van kant te maken,
en hy van het gebeurde volstrekt geen
spijt had.
's Avonds is hy na verhoor voor de
rechterlijke autoriteiten naar de gevan
genis te 's Hage overgebracht. De voor
naamste beweegreden voor deze gruwelij
ke daad moet zyn jaloezie. Reeds 5
jaren had hy met haar verkeerïng gehad
doch het was reeds meermalen af ge
weest en zeer dikwyls hadden zy on-
eenigheid en ruzie.
Nog dienzelfden avond is de gekwetste
per vigelante naar de ouderlijke woning
overgebracht,
Te Enschede is Maandag
een arbeider in de stoom katoenweverij
en ververij der firma Ter Kuile en
Morsman tusschen de stangen geraakt
en zoo zwaar gekwetst, dat de dood
onmiddellijk volgde. Hij laat eene weduwe
met een kind na.
Maandagavond had in het
„Schuttershof" te Middelburg eene soci
alistische vergadering plaats. Na afloop
daarvan, ruim 9 uur, trok een troep,
meest opgeschoten jongens, van ongeveer
een paar honderd deelnemers door een
deel der stad, op hunnen weg, luide
socialistische liederen zingende. Vele
ruiten werden ingeworpen, o.a. twee by
den burgemeester en by een aantal
andere ingezetenen. De politie, die op
een en ander gerekend had, was op het
bureau sterk vertegenwoordigd, en ook
was daar eene patrouille infanterie van
20 man, die evenwel geen dienst heeft
behoeven te doen. Het wonderbaarlijkste
was evenwel, dat op den geheelen tocht
door de stad geen enkele agent gezien
werd, zoodat dan ook tegen de miten-
inwerpers geen proces-verbaal is opge
maakt.
Lettsrea en Ssnsti
Eenige jaren geleden zag io de Ver-
eenigde Staten een boek het licht,
getiteld: „Black Beauty", geschreven
door Anna Sewell. Dit boek, de ge
schiedenis behelzende van een paard,
werd zóo gunatig door het publiek
ontvangen, dat er een half millioen
exemplaren van werden verkocht. In
het Nederlandsch werd het overgezet
door* „Bernardus". Onder den titel
„Edelzwart, de geschiedenis van een
paard", verscheen het bij H. L. Smits
te 's Hage. Ook hier te lande genoot
het eene zeer goede ontvangst.
Het hoofdbestuur der Nederlandsche
Vereeniging tot bescherming der dieren
wil nu trachten een werkje in het licht
te geven in den geest van „Edelzwart",
doch waarin niet het paard, maar de
hond het hoofdonderwerp zal uitmaken
en diens deugden en trouw ten aanzien
van menschen in onderhoudenden vorm
worden geschetst.
Het stelt mitsdien de mededinging
open naar twee prijzen, één van twee
honderd en één van vijftig gulden,
voor een werkje als het bovenbedoelde,
onder de navolgende voorwaarden.
Het boekje moet 7 8 vel groot,
geschreven zyn in de Nederlandsche
taal.
De beoordeeling der handschriften
zal worden opgedragen aan eene jury,
bestaande uit vier leden van het hoofd
bestuur benevens drie personen, die
als deskundigen op literarisch gebied
beschouwd kuunen worden.
De handschriften moeten worden
ingezonden bij aangeteekend 'pakket,
vdor 15 September 1893, aan den se
cretaris van het hoofdbestuur, den heer
A. L. C. baron Du Tour, te 's Hage.
De ingezonden stukken, geschreven
met eene andere hand dan die van den
auteur, moeten gekenmerkt zijn van
1
581
HOOFQSTUK XVI.
De avond viel. Het weer was drukkend, warm en loom. Den
ftiQBchen dag had een verzengende zomerzon geschenen over het
lardrijk en mensch en dier doen smachten naar verkoelende
chadaw.
Tegen negen uur klopte Pigott zachtjes aan de deur van Angela's
amer. Het meisje opende onmiddellijk en de oude dienstbode zag,
jdat zy geheel gereed was. Zy had een donkeren mantel omge-
wagen en de kap over het hoofd getrokken, zoodat niemand iets
Van haar gelaat kon zien. Hare wangen waren bleek, de oogen
iiood van het schreien en hare trekken duidden vermoeidheid aan,
iioodat Pigott haar bezorgd aankeek.
//Ge zyt vermoeid, liefje," zei ze. „Laat my maar alleen gaan
fin blijf rustig thuis. Ik zal u wel spoedig tyding brengen."
„Goede Pigott," zeide Angela vriendelijk, „wees niet bang. Wat
w vandaag gebeurd is, heeft my wel geschokt, maar wees gerust,
óe tocht zal my meer goed dan kwaad doen. En dan, ik ben zoo
Dgeauldig en onrustig over hem, Pigott. Het is, ot hem een ge-
dreigt. Ik zou niet kunnen thuisblijven al wilde ik. Kom,
laten we spoedig gaan.*
Op de teenen liepen zij door den duisteren gaDg, zacht om den
heer des huizes geen argwaan te geven. Op het oogenblik evenwel
dat zy de deur bereikten en Angela reeds de hand op den deur
knop had gelegd, raakte Pigott met den voet in den ganglooper
verward, struikelde en viel tegen de deur van de huiskamer. Het
volgende oogenblik werd de deur van Philip kamer die achter in
den gang was, geopend en in een stroom van lioht vorscheen hy;
zelf op den drempel en riep: „Wie is daar? wie gaat zoo laat
nog uit?"
Angela, angstig en bevend, drong zich achter den grooten por-
temanteau, die haar geheel voor zijn oog verborg en Pigott zeide met
veel tegenwoordigheid van geest„ik ben het, mynheer, Pigott»
ik wou mijn zieke zuster te Enderton nog even bezoeken."
Philip bromde iets en keerde zich om ten einde in zyn kamer
terug te keereD, toen hij zich opeens bedacht en vroeg „Waar
is juffrouw Angela?"
„Juffrouw Angela is naar bed gegaaD, zy had hevige hoofdpijn,"
antwoordde Pigott en daarop ging Philip in zyn kamer terug en
de twee vrouwen verlieten het huis, met een zucht van verlichting.
Zy liepen eenige minuten stilzwijgend door, toen zeide het meisje
met tranen in de stem „Pigott, ik ben wel een slechte dochter,
dat ik myn vader zoo help bedriegen
„Stil kindje," zei de goedhartige meid, „Komaan, we gaan toch
geen kwaad doen 1"
„Neen," zei het meisje zacht, „dat niet." En na een korte pauze
voegde ze er by, half tot zichzelve sprekend: „En toch zou ik
gaarne willen, dat myn vader en ik meer voor elkander waren."
Pigott gaf hierop geen antwoord. Wat had zy hierover kunnen
zeggen Haar eenig antwoord zou een besehuldiging hebben be
helsd tegen den vader, die zich nooit met zyn doohter bemoeide, dan
wanneer hy haar zyn zelfzuchtige wil kenbaar maken wilde. Maar
zy wist wel, dat Angela daar nooit over sprak en zweeg daarom.
Zoo snel mogelijk liepen de vrouwen door, Pigott niet, zonder
vrees voor den tocht, die haar nog spookachtiger toescheen door
het bewustzijn, dat haar meester zou kunnen ontdekken, dat zy
hem had voorgelogen. Angela was in diep gepeins verzonken en
stapte telkens sneller door. Op den eenzamen landweg ontmoetten
zij niemand.
Aan den horizon lichtte het nu en dan alsof een onweer in
aantocht was en Pigott bedacht, niet zonder zorg, dat zy op do
terugreis wel eens daardoor zouden kunnen worden overvallen,
maar zweeg om Angela niet beangst te maken.
De hoeve van Thorpe was niet ver af. Toen zy een halfuur
geloopen hadden, wees Pigott op een licht in hare nabijheid en
zeide tot hare gezellin„Dat is de lantaarn van het hek. Pas
goed op en volg my maar voorzichtig. Wy moeten eerst langs
een sloot en dan over een smal bruggetje."
Zwjjgend gehoorzaamde Angela en liet hare oude vriendin voor
gaan. De lantaarn wierp voldoende licht op het bruggetje, om den
overgang gemakkelijk te maken. Weldra stonden zy op het erf en
richtten zich naar de hofstede, welker zwarte massa zich duidelijk
tegen de lucht afteekende. Pigott schrikte van een bliksemstraal,
die door de lucht schoot en weldra gevolgd werd door een zacht
verwyderd gerommel.
Wordt vervolgd.)