POLITIEK 0VEEZICHT.
GEMENGD NIEUWS
12
het rijk aanzienlijke schade lijdt.
Uit Lemmer wordt va
November gemeld:
Hedenmiddag werd hier door vier
Bunachoter visschera binnengesleept het
tjalkschip Trientje de Winter, schipper
J. C. Boer, gedomicilieerd te Groningen.
Gisteren had dit vaartuig, geladen met
aardappelmeel en komende van Leeu
warden, onze haven verlaten met be
stemming naar Antwerpen. In de na
bijheid van Urk was het, tijdens dikken
mist, door een visschera vaartuig aan den
voorsteven aangevaren, waardoor de
stevenplaat gebroken werd, zoodat de
stag vrijkwam, terwijl, door den ster
ken schok, de beugel rond de kokers
wangen losging. Dit had tengevolge dat
de zware mast, met tuig en al, achter
over sloeg. Des schippers vrouw, die
zich achter op het dek bevond, werd,
zeer waarschijnlijk door het neervallende
tuig, dermate aan schouders en hootd
gewond, dat haar toestand hoogst be
denkelijk is. Het vaartuig is dicht ge
bleven.
Men meldtaan de Amst.
Ingevolge de Maandag gemaakte af
spraak kwamen Vrijdag de werkeioozen
weder te Beetsterzwaag aan het gemeen
tehuis om te vernemen of er van de
landeigenaren antwoord was ingekomen,
en er werk zou verschaft worden. Er
waren nu ruim 100 bijeen, want behalve
uit Terwispel en Langezwaag, waren
thans ook nit Lippenhuizen, Wynjeterp
en Ureterp een aantal opgekomen. Da
politie was in en voor het gemeentehuis
sterk vertegenwoordigd. Twee mannen
werden binnengelaten en werden ontvan
gen door den wethouder, den heer W.
Vrijburg, als waarnemend bnrgemeester
en den secretaris, den heer C. C. Alberti.
Het bleek, dat wel aan de landheeren
was geschreven, doch dat er nog geen
afdoende antwoorden waren ingekomen.
De burgemeester, de heer A. G. Smyter,
was wegens ambtsbezigheden naar Leeu
warden en zou daar enkele der land
heeren, zooals mr. B. Ph. baron van
Harioxma thoe Slooten (commissaris der
Koningin), mr. G. T. J. de Jongh en
anderen trachten te spreken. Aan de
verzoekers kon thans dus nog niets be
paalds worden toegezegd zij moesten
Dinsdag maar eens terugkomen.
De arbeiders vroegen daarop, dat, als
zy Dinsdag geen werk kregen, het arm
bestuur dan zou beginnen met uitdoeling
te honden, want dat de nood met eiken
dag steeg en zy het onmogelyk nog lang
zoo zonden kannen uithouden. Ook vroe
gen zij om de armvoogden te mogen
spreken, die op hetzelfde oogenblik in
een ander lokaal van het gemeentehnis
vergaderden. Dit laatste kon echter (na
ingewonnen bericht van de armvoogden)
niet worden toegestaan en den werke
ioozen werd gezegd, dat zy om onder
stand zich afzonderlyk, elk by den arm
voogd van zyn dorp, moesten vervoegen.
Daarop sloten de beide woordvoerders
rich weer by hnn honderdtal makkers
aan, die buiten kalm hadden staan wach
ten, en na mededeeling van het geBpro
kene, verspreidden allen zich weer, om,
zonder daar veel troost te kunnen bren
gen, zich naar hunne huisgezinnen te
be even.
Ons wordt uit Beetsterszwaag ge
meld
In ëene week twee optochten van
werkeioozen naar het gemeentehuis.
De 40 tan 11. Maandag waren nu tot
circa 100 aangegroeidhet grootste ge
deelte behoorde niet tot de bedeelden.
Bijna in alle dorpen dezer gemeente
heerscht eene groote werkeloosheid.
Geen wonder das, dat het dagelyksch
bestuur met grooten aandrang zich richt
te tot de groote grondbezitters met ver
zoek in dezen de behulpzame hand te
bieden.
Naar wij vernemen, heeft reeds éen
hunner daartoe toezegging gedaan.
RECHTSZAKEN-
De bekende brochure van mevr. Sta
ten, oper mishandeling in het Haagache
gesticht heeft tot een gereehtelyk onder
zoek geleid en tot vervolging van drie
opzichters. Maandag werden die zaken
voor de Haagache rechtbank behandeld.
Allereerst waa beklaagd een voormalig
hoofdopzichter in het gesticht, van in de
tweede helft van 1889 een krankzinnigen
patient moedwillig in de zijde te hebben
geschopt en in 1891 een anderen patient,
Ploeg, met een sleutelbos op het hoofd
te hobben geslagen, waardoor eon bloe
dende wonde aan het hoold is ontstaan.
Eerste getuige was een knecht werk
zaam in oen boddenmakery, grenzende aan
het gesticht. Do knechts konden op een
plat over de heining in den tuin van
het gesticht zien. By eon tumnlt in den
tmn in 1891 hadden hy en twee andore
knechts gezien, dat bekl. den patient
Ploeg met een sleutelbos op het hoofd
sloeg zoodat hij bloedde. Op hnn geroep
werd de patient onder de waranda met
water afgewasschen.
Get. verklaart, dat in de 9 jaren dat
hij in de beddenmakery werkt, hy meer
malen ruwe behandeling der patiënten
heeft opgemerkt, vooral van bekl., die
vaak ruwe uitdrukkingen bezigde. Tot
zachtheid hoorde hy bekl. de oppassers
nooit aanmanen. Ook heeft hy eens
waargenomen dat twee patiënten die aan
het vechten waren zoo met een bezem
stok werden geslagen dat die in stukken
brak. Was de dokter aanwezig dan ging
'8 too. Don directsur heeft hü
nooit by mishandelingen tegenwoordig
gezien. Get. en de andere knechts durf
den niet kennis geven van de mishande
lingen aan den dirtcteur of den doctor.
De bekl. verklaar 'e hiertegenover dat
het gebeurde in 1890 is voorgevallen
omdat patient Ploeg op hem was afge
komen waarby een worsteling ontstond.
Ploeg was toon gevallen en had een
bloedende neus gehaald. Hij ontkent per
tinent met sleutels te hebben geslagen
De patient verweerde zich tegen hem
bekl. heeft hem toen van zich aige-
honden.
Get. hondt echter vol, dat bekl. don
patient met den sleutelbos heeft geslagen.
De tweede get., ook knecht in de bed
denmakerij, bevestigde hoofdzakelijk de
verklaringen van den eersten getuige o.
hoeft hij in 1889 een jongmenéch
Pompe, die door twee oppassers werd
vastgehouden door bekl. in de zyde zien
schoppen. Het slaan met den sleutelbos
zag hij ook. Den directeur zag hij bijna
nooit.
Bekl. ontkent het schoppen.
De derde get., mede knecht in de
beddenmakery, bevestigt het schoppen
van den patient Pompe en het slaan van
den patient Pioeg met den sleutelbos.
Hy zag meermalen andere patiënten mis-
handelen bniten tegenwoordigheid van
bekl. en zag of hoorde nooit dat deze c'e
patiënten sarde.
Een vierde getuige, gewezen oppasser,
die een halfjaar in het gesticht arbeidde,
verklaarde dat bekl. wel eens driftig
maar met altyd rnw was. Nimmer zag
hy hem patiënten slaan. Jr. T. is wel
BOM gestagen, maar alleen ter afwering
als hij lastig en kwaadaardig was.
Deze verklaringen blyken nog al af
te wyken van die in do instructie. De'
directeur en dokter zag men weinig, zij
bekommerden zich weinig om de patiën
ten. Alles werd overgelaten aan de op
passers. Soms werd wel eens zonder
machtiging van den directeur een patient
in cel of dwangbuis gesloten.
Bekl. ontkent dit.
Bekl. beweert, dat get. onder den in-
druk der brochure van mevr. Stuten te-
gen hem getuigd heelt, welke dame aan
de vrouw van getuige een zaakje had
beloofd. Alleen in plotselinge gevallen
moest zonder dralen tot cei of dwang
buis worden overgegaan maar steeds ge
schiedde daarvan mededeeling aan don
directeur en kwam deze zich'overtuigen
Get. ontkent dit.
Een andere getuige, die 4 jaar in het
gesticht was, noemt in het algemeen de
behandeling der patiënten zacht, al moest
soms krachtig worden opgetreden. Bekl.
was ook wel eens driftig en plaagde soms
patiënten, die aan godsdienstwaanzin le
den. Een andere knecht getuigt dat bij
zyn komst bekl. hem tot zachtheid had
vermaand.
Doctor De Rotte achtte bekl. wel ge
schikt voor zijne betrekking. Met den
omgang tusschen de patiënten en de op
passers bemoeit zich de dokter weinig. Van
een wonde of litteeken bij Ploeg heeft
hy niets gezien.
Dr. Reeling Brouwer, de gewezen
dokter als get. gehoord, verklaart dat in
een register de toegepaste dwangmaatre
gelen moesten worden aangeteekeud en
dan aan den geneesheer vertoond. Hij
kreeg niet altyd opgaaf van personen
cellen of dwangbuis. Veel gebruik
werd van de cellen niet gemaakt. Wan
neer de opneming in de cel hem later werd
gemeld, heeft hy vaak zyce ontevreden
heid uitgesproken over die late melding,
Van beklaagde getuigt hy dat deze zyn
plicht deed. Er kwamen wel eens klach
ten, maar daarmede kan men niet altoos
in een gesticht als dit rekening houden.
Het was hem wel eens opgevallen dat
de patiënten soms wat zachter konden
behandeld worden. Patient Ploeg was een
gevaarlijk man en moest wel eens inde
cel, den directeur zag get. bij zyn bezoek
aan het gesticht byna nooit en als hy
hem wel eens over klachten sprak dan
gaf de directeur een geheel andere voor
stelling van de zaak.
Deze verzuimde hem te melden dat
jhr. T. door een beroerte was getroffen
van bekl. getuigde de dokter nog dat
deze misschien de eenige althans een
van de weinige personen was die niet
loog.
Substituut-officier, mr. Pleyte, betoog
de dat van de aanvankelyke beschnldi
gingen niet veel is overgebleven. Toch
is duidelyk gebleken het gebrek
toezicht in het gesticht, wat te meer te
betreuren was omdat het gehalte van het
personeel dubbel toezicht eischte. Geble
ken is in de instructie o. a. dat de op
passers beschonken 's avonds binnenkwa
men, dat er jenever werd binnen gesmok
keld en dat de oppasseressen 's avonds
soms dronken in den gang zyn neerge
vallen. Zonder te veel waarde te hechten
aan de verklaringen der oppassers en
zonder der hoofdopzichter tot zondebok
te willen maken, vorderde hij tegen hem
wegens gebleken mishandelingen 7 maan
den gevangenisstraf.
De verdediger, mr. D. Simons van
Amsterdam, betoogde dat de eigenlyk
voor onregelmatigheden in het Haagscbe
gesticht aansprakelijke personen hier niet
te recht stonden. Beklaagde's vroegere
betrekking by het leger maakte hem
uitteraard wat ruw. Het openbaar minis
terie mocht niet op omstandigheden oor-
deelen, die niet ter terechtzitting waren
gebleken. De getuigenissen zyn grooten-
deels ten gunste der verdediging. Van
opzettelyke mishandeling is niet gebleken.
De eerste getuigen hebben blijkbaar de
waarheid niet verklaard. Hunne aan
klacht was kennelijk geïnspireerd. Pleiter
concludeerde dus tot vryspraak, subsidiair
lichte straf.
By de behandeling der zaak tegen
den gewezen ziekenoppasser in het krank
zinnigengesticht trokken de getuigen de
meest bezwarende verklaringen, by in
structie afgelegd, terug, zoodat het open
baar ministerie vrijspraak moest vragen
van de aanklacht wegens mishandeling
van den overleden patiënt jhr. T.
De derde zaak betrof de aanklacht
tegen een anderen ziekenoppasser van
het gesticht, wegens herhaalde mishan
deling. Ook nu herriep de eerste getuige
zyn vroegere verklaring, maar beklaagde
bekende dat hy patiënten, die zich be
emmers water had begoten, daartoe aan
gezet door den oppasser B. Voor deze
ruwe en beestachtige behandeling eischte
het O. M. 2 maanden.
Het adres van antwoord op de troon
rede 18 Maandag door den belgischen
Senaat goedgekeurd. In den loop der
beraadslaging over dit adres werd doo-
den minister-president Beernaert ver
klaard dat de vestingwerken van Ant
werpen verbetering behoeven In het
de belvisrh Dup°at S°«d. door
de belgische regeermg de herziening
was voorgesteld. Hij hoopte dat over®
eeostemmmg tusschen de partyen aan
de kwestie een einde zou maken
r"d, Van de «'^deration progres-
heeftm voorzitterschap van Janson,
Maandagmiddag besloten de
groote betoogtng van burgers te Brussel,
die onlangs voorgesteld is, uit te stellen.
Ie Gen. werden des avonds sodalis
tische volksbyeenkomsten gehouden.
Maanri. f"nsche behandelde
Maandag het wetsontwerp voor de be
lasting op de sterke dranken. Cuneo
dOra.no bestrijdt het voorstel Turel
om de consumtiebelastingen te ver-
«nSeh'tJU^eó T?rdedigt de opheffing
e?u« n, P"V,1CgIe der de
oru De rapporteur is het daarmede
eens en gelooft dat deze opheffing zo
raillioen zal opbrengen, waarbij te voe
gen zijn 64 mitlioen van de surtaxeop
alcohol en 12 millioeu voor de verhoo
ging v.B het tarief. Rahier wil, in plaats
van de vrijlating der „bouilleurs de cm"
te ,treltk^°'ceDe belasting op de beurs-
operatieo, hetgeen met groote meerder-
tnt „Ier,Trpe" wordt' Het worstel
Sra.ni j "a het privilegie der
„bouilleurs de cru" wordt daarna aan
genomen met 318 tegen 211 stemmen.
De parysche geme.nteraad heelt met
4-3 tegen 4 stemmen besloten, de reeee
ting te verzoeken in geenerlei opzicht
de vrijheid der pers en het recht van
vereemgiag en vergadering te verkorten.
Uit Parys wordt gemeld, dat de ve
neesheeren van oordeel zyn, dat de euro-
che troepen met langer dan 10 tot
12 weken in Dahomey kunnen blijven
om dan in een gezonder klimaat te wor
den overgeplaatst. De regeering zal dan
ook ter vervaDgmg van de zich daar be.
vindende troepen andere zendon.
Het gerucht houdt aao, dat de beraad
slaging in de fransche Kamer over do
kwestie ter zake der Panama-maatschap-
py en over het ontwerp tot wijzigimr
der wet op de drukpers, den val van
hebben" tengcvoleo ral kunnen
Nader wordt nog gemeld, dat de fran
sche pakketboot Thibet door den staat
ia gebuurd om Vrydag naar Toolon to
vertrekken, en verder naar Philippe villa
en Oran, om in die havens een duizend
soldaten in te schepen, welke de man
schappen van het expeditie korps in Da-
homey zullen vervangen.
De officialise dagbladen in Italië mei-
«en da' de ministerpresident de hoofd-
trekken van do troonrede aan de goed
keuring van koning Humbert zal onder
werpen. De troonrede zal vooral over
buitenlandsche politiek handelen, een ge
wichtige verklaring behelzen betreffende
het drievoudig verbond en ten aanzien
der betrekkingen mot Frankrjjk zich tot
eene toespeling bepalen.
„,J°' tU8Tre Maan<iag-is de uit
slag bekend van de 5 herstemmi.gen
die gehouden zyn voor de Kamer van'
afgevaardigden in Italië. Gekozen zün
vier mimsteneelgezinde candidaten en
een opposant.
Nog wordt uit Rome gemeld, dat ad.
miraal Saint-Bon benoemd is tot groot
kruis van het legioen van eer. Na aan
neming der marinebegrooting zal hij
waarschynlyk zyn ontslag nemen om
by-nacht Morin.
Omtrent het voorval te Genève met
den heer Bernoud inspecteur by de fran
sehen spoorweg wordt gemeld dat de
fransche gezant te Bern Maandag over
het geval-Bernoud een onderhoud had
met den heer Droz, die verklaarde dat
het volstrekt niet de bedoeling van Zwit
serland is, aan doze zaak een overdreven
gewicht te hechten, en dat na de gewis
selde inlichtingen het geval als afgedaan
beschouwd kan worden.
Volgens een gerucht zou er sprake
zyn van een bondgenootschap tusschen
Spanje en Portugal. Doch in ministerieele
kringen wordt het gerucht tegengespro
kon.
De Economiste schat het tokort op de
begrooting van Portugal van 1891/1892
op 15000 conto reis.
Volgens een gerucht zal het ministerie
eerstdaags gewijzigd worden.
De onderhandelingen der spaansche
regeering met Portugal over een han-
delatractaat zyn byna geëindigd.
De heer Czakv heeft geweigerd, de
portefeuille van binnenlandsche zaken
in Hongarye te aanvaarden. De samen
stelling van het Kabinet is hierdoor
vertraagd.
Naar de Times uit Fez verneemt,
krijgen de Fransehen in Marokko ver
gunning tot aanleg van waterwerken,
rioleering en straatwegen te Tanger en
omstreken. De sultan wyst een handels
verdrag af, maar staat toe den uitvoer
van bast en kurk, terwijl op fransche
goederen de rechten eenigszins verlaagd
worden. De Sultan weigerde de ge
vraagde Marokkaanschs- Algerynsch grens
herziening, ook eene spoorwegconcessie,
voorts de concessie voor eene olie- en
zeepfabriek naby Fez.
vuilden, naakt in de open lucht metdan te worden opgevolgd door den schout-
gedronken, dat zy zeker niemand meer zullen herkennen."
„'t Is toch wat gevaarlijk/' zei lady Bellamy, zich verwonderend
over de plotseling opgekomen stoutmoedigheid van haren bond
genoot. Zy zou minder verwonderd zyn geweest, wanneer zy ge
weten had, dat George om zich wat moed te geven, dien morgen
reeds een paar groote glazen cognac naar binnen geslagen had.
„Goed, dan zal ik een pet opzetten en een doek om mijn hals
knoopen, dat ik er uitzie als een boerenjongen."
„Dat is beter," zeide lady Bellamy. „Laat eens zien hebben
we nu niets vergeten. O ja, 'tis waar ook, wanneer komt uw
personeel thuis? Ze biyven toch zeker den ganschen nacht
niet uit!"
George grinnikte, terwyl hij zeide/,Ik heb hun gezegd, dat zy
tot middernacht mochten uitblyven en den tuinman den Bleutel
gegeven. Ze komen dus stellig niet vroeger dan een uur thuis en
zullen, als ze mij niet vinden, natuurlijk donken, dat ik naar bed
ben gegaan."
Hy kreeg een roode kleur, hetzy van de angst die de sterke
drank niet uit hem had kunnen verdryven, dan wei van de cog
nac zelve.
„Wat is het hier warm!" zei hy en naar het venster gaande,
schoof hij dat open. John Bellamy, die er onder stond en nog.
altijd te vergeefs trachtte, iets van het gesprek te hooren, drukte
zich tegen den muur opdat Caresfoot hem niet zou zien en luis
terde met verdubbelde opmerkzaamheid.
„Wanneer het hier niet zulk een eenzame streek was, zou ik
het huis niet zoo onbewaakt durven laten," hoorde hy George
zeggen.
Zondag begon het feest te
Gent veor den 75en verjaardag vaa
de stichting der koogesehool. De
minister van binnenlandsche zaken, ver
gezeld van een groot aantal officieels
personen, begaf zich naar het paleis van
den goeverneur der provincie. De minis
ter werd door de bevolking goed ont
vangen. De hoogeschool was in den om
trek door politie afgezet. Te half vier
kwamen de autoriteiten en het studen
tencorps het gebouw binnen. De minister
werd toegejuicht.
De koepel der hoogeschool is op zeer
bizondere wys versierd. Ter zijde van
het borstbeeld van den koning der Bel
gen, staat dat van Willem I van Ne
derland.
Yele redevoeringen werden gehouden.
Prof. C. P. Tiele, rector der universiteit
van Leiden, sprak in het nederlandsch
de gelukwenschen uit van het corps der
hoogleeraren voor do hoogeschool te
Gent. Toen men het gebouw verliet,
werd eenige malen gefloteD, een betooging
aan het adres van den minister, die
weldra door toejuichingen overstemd
werd.
Jules Fresart, een bankier
en groot-industrieel te Luik is het
slachtoffer geworden van een moordaan
slag door een anarchist. De heer
Fresart heeft met een hamer een slag
ontvangen en is daardoor vrij ernstig
verwond.
De dader heeft zijn schuld reeds be
kend. Hij zegt dat hij alleen Fresart
wilde dooden om hem te bestelen en
volstrekt geen politiek oogmerk had.
De groote betooging te
Londen van omstreeks 50,000 personen
ter herinnering aan het oproer van 13
November 1887 had Zondagmiddag plaats
op het Trafalgarplein. Er was een
dichte menigte, voornamelijk werklieden,
weinige heeren. Een groot aantal roods,
vlaggen werd ontplooid, de Phrygische
mutB op de speerpunt. Muziekcorpsen
speelden de „Marseillaise." De duiteche
socialisten waren vertegenwoordigd door
„Och kom," antwoordde de stem van lady Bellamy, „wie zou
hier inbreken Niemand weet immers dat dezen avond niemand
in huis is
„Niemand in huis," herhaalde de luisteraar, terwyl zijne oogen van
vreugde schitterden. „Aha!"
„Hoe laat komt gy das hier?" vroeg George.
„Na het diner, ongeveer half negen. Ik bedenk daar, dat het
noodig zal zijn dat myn man niet bemerkt dat ik uitga, want
gisteren is hy zoo boos geweest als ik hem nog nooit heb gezien
en nu zou hij het my wel eens kunnen lastig maken wanneer ik
weer nitga. Niet dat ik bang voor hem ben, maar we moeten
voor alles rumoer vermyden
„Slang!" mompelde Johr Bellamy tusschen de tanden.
„Is hy niet gewoon om een dutje te doen na tafel?" vroeg
George.
„Niet altijd en het toeval zou juist kannen willen, dat hy het
vandaag niet deed."
„Ja, dat kon lastig worden. Kunt ge hem geen koppigen wijn
laten drinken, zoodat hij vanzelf in slaap raakt?"
„Dat gaat ook moeilijk, want hy is altyd matig en zou lont
kunnen ruiken, als ik hem aanspoorde tot drinken. Maar wacht
eens, ik heb nog morphinepoeders die ik een poosje geleden heb
gebruikt als ik die zware zenuwhoofdpijn had. Daarvan zal ik er
een in zijn glas leegschudden en dan slaapt hy zeker na tafel in
en ronkt minstens een paar uur."
De luisteraar buiten het venster verbleekte en balde kramp
*chtig de vuisten. „Duivelin," mompelde hy," wacht maar tot het
myn beurt is."
Hij luisterde verder met tot het hoogste punt gespannen aan
dacht, maar vernam geen geluid dan het wegschuiven van stoelen
en het openen van een deur, zoodat hy begreep dat zyn vrouw
heenging. Nu was het zaak, dat men hem daar niet vond. Voor
zichtig sloop hy den muur laDgs, gebukt om niet uit een der
vensters te worden gezien en verborg zich in een boechje, van
waar hy op den weg kon zien. Weldra zag hy zyn vrouw voor
bijrijden. Op haar gelaat lag een triomfantelyke trek. „Lach maar
my lady," bromde haar echtgenoot en dreigde het wegrollende
rytuig met de vuist. „Wy zullen zien wie van ons beiden het
laatst zal lachen."
Daarop verliet hy voorzichtig het boschje en bereikte, steeds
in het geboomte blijvende, weldra den straatweg. „Welke nachten
lyke .tocht kunnen zy in den zin hebben dacht hy, „zeker weer
een schelmenstreek. Maar dat kan my ook weinig schelen, het is
my genoeg dat het huis vanavond leeg is en dat ik nooit zoo
uitstekende gelegenheid zal weervinden, om de brieven uit zyn
brandkast te halen. De sleutel dien ik indertyd naar den afdruk
in het deeg heb laten maken, is klaar en in een ommezientje klauter
ik door het -keukenvenster naar binnen en kaap de brieven, die
voor mijn lieve vrouw zoo compromitteerend schynen te wezen.
Wordt vervolgd.)