NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. familie glaicresfoof. löe Jaargang. Donderdag 17 November 1892. No. 2875. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. BAGH-GOWCERT BINNENLAND. Letts; en en lunst» FEUILLET ON. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37^. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9. Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEBEBOOI. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère ff. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSwcc., Parijs 316is Faubourg Montmartre. Haarlem, 16 Nov. 1892 Bij'de"gisteren gehouden herstemming voor een lid van den gemeenteraad al hier [zyn uitgebracht 683 stemmen op den heer J. Leupen en 478 op den heer André de la Porte, zoodat eerstgenoemde is ^gekozenvan onwaarde waren 26 biljetten. By de eerste stemming op 1 November werden op beide candidaten uitgebracht, respectievelijk 596 en 286 stemmen. i Ter terechtzitting der Arr.-Rechtbank alhier van 15 November 1892 is de heer mr. A. E. A. S. van Stralen, advo caat en procureur alhier, beeedigd als beëedigd klerk ter griffie, ter vervanging van den griffier bij de instructie in strafzaken. 5 De oficier van gezondheid der le klasse dr. H. F. A. Sasse alhieris aangewezen om de zitting der militie raden, voor het geneeskundig onderzoek van lotelingen voor de lichting van het jaar 1893 bij te staan. Door de kiesvereeniging //Vooruitgang" zijn als voorloopige candidaten voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken ge steld de aftredende leden de heeren A. de^Clercq, Th. Figee, H. T. Pelten- burg en E. J. Westerveld. De turf-collecte voor het R. K. pa rochiaal Armbestuur alhier heeft opge bracht f 827.16. Het tweede Bach-coDcert was in handen gegeven van een drietal kunste naars, van naam mej. Adèle Asmann uit Berlijn (zang), en de heeren Isidor Seiss uit Keulen (piano), en Bernhard Dessau, violist te Rotterdam. Het pro gramma vormde een vrij lange reeks van solo-voordrachten, wanneer men althans dit woord in ruimeren zin wil opvatten. Want streng genomen kunnen de meeste liederen der jongere compo nisten, zoomin als de sonate voor piano en viool van Beethoven waarmede de avond werd geopend, als solostukken worden aangeduid. In aanmerking ge nomen dat in deze toonwerken aan de verschillende uitvoerende krachten een even gewichtige rol is toebedeeld, zou men dus beter kunnen spieken van ensemble-werken. Zooals ik zei, werd het concert geopend met een sonate van Beethoven en wel die in Es dur, op. 12. Dit werk gaf al aanstonds ge legenheid in prof. Seiss een uitmuntend en klassiek gevormd pianist te leeren kennen. Bij zijn tweede optreden (no. 4 van 't programma) werd deze gunstige indruk nog versterkt door zijn geestige en geacheveerde voordracht van Weber's „Moraento capriccioso", door de warme tint die hij wist te verspreiden over Mendelssohn's „Lied ohne Worte" (op. 85 no. 1) door het relief dat zij» op vatting bijzette aan de Polonaise (As-dur) van Chopin. Heel zijn spel kenmerkt zich door frischheid, duidelijkheid en kracht ea getuigt bovendien van een helderen geest en een warm muzikaal gevoel. De waarneming dezer eigenschappen bij de vertolking va» vreemde werken had mijne verwachting omtrent de betee- kenis van dezen kunstenaar als compo nist wel wat al te hoog gespannen, zooals bleek in het tweede deel van het concert, waarin hij optrad met drie werkjes van eigen compositiej: Etude capriceAndante en Humoreske Alleen de Humoreske scheen mij toe aanspraak op belangstelling te kunnen maken. De beide andere stukken onderscheiden zich noch door stijl noch door vinding van de middelmatige klaviercomposities uit een kunstperiode die wij achter den rug meende» te hebben. Het speet; mij dat prof. Seiss de plaats die deze, zijne geesteskinderen op het programma in namen, niet voor iets van meer betee- kenïs had opengehouden. Dit neemt echter niet weg dat, voor mij althans, de pianist de held van den avond was. Maar naast den held stond een heldin, die ja hoogstwaarschijnlijk wel eens glansrijker overwinningen heeft behaald dan op dezen avond en die, hopen we, in de teekomst nog menig maal met meer geluk zal 4optreden, maar die toch in eenige harer voor drachten een toon wist te doen trillen die diep in de ziel doordrong, en die het mij duidelijk maakte, hoewel hare stem mij eer tegen- dan meeviel, dat haar ia de rij der concertzangeressen een eereplaats is aangewezen. „Schone Wiege meiner Leiden", „Der Wegwei- ser" „Die böse Farbe* ea zooveel nog, maar yooral „Immer leiser wird mein Schlummer", 't was geen jagen naar uiterlijk effect't was voelen en op de soberste wijze aan het gevoel uiting geven. Nogmaals*, 't is zeer waarschijnlijk dat mej. Asmann meer kan geven dan zij hier deedhet wegvallen van Tau- bert's „Gebet" moet voorzeker aan de ongunstige dispositie der zangeres wor den toegeschreven (ik begin zelfs te vermoeden dat dit het onderwerp was van 's heeren Schlegel's mededeelingen aan de eerste rij van het publiek) maar zij heeft gegeven, waarvoor vooral men aan een kunstenaar of kunstenares dank verschuldigd is diep, warm gevoel en de gekuischte uitdrukking daarvan, dat isechte kunst. De derde solist, de heer Dessau nam bij dit concert een eenigszins afzonder lijke plaats in. Niet dat zyn spel niet veel schoons te genieten gat, maar ik kan mij niet losmaken van den indruk alsof de aard zijner voordracht ea het karakter der gekozen stukken niet zoo geheel en al pastte in het cader dezer uitvoering. Reeds in de sonate van Beethoven meende ik op te merken dat deze soort van muziek eigenlyk zijn genre niet is. Althans in de overige nummers welke hij voordroeg deed hij mij een veel gunstiger raeening opvatten, betreffende zijne inderdaad zeer be duidende gaven. Zijn veerkrachtige, losse streek zal hem door vele violisten worden benijd ea de toon, dien hij uit zya schoon instrument te voorschijn roept, trekt door kracht zoowei ais door smeltende weekheid ten zeerste de aan dacht. Het meest voldeed mij zijn ,voordracht der „Zigeunerweisen" van Sarasate. Hier was hy blijkbaar geheel in zijn element. Toch moet worden erkend dat ook het „Air" van Bacb, op den 9-snaar gespeeld, veel genot gaf, hoewel hier de voordracht niet vrij was van overdrijving. Over 't geheel bewees de heer Dessau een geboren violist te zijn d. w. z. iemand die de hoogste hoogte bereikt in die stukken die speciaal voor zijn instrument zijn geschre ven, liefst door een componist die het karakter der viool in al zijn nuancen heeft bestudeerd en begrepen. Aan den heer Schlegel een woord van hulde voor zijn artistieke begelei ding der zang- en vioolnummers. PHILIP LOOTS. By kon. besl. van 5 Nov. 11. is bij het bestuur der afdeeling van landbouw te Aalsmeer, van den minister van binnen- landscbe zaken bericht ontvangen, dat voor den door de afdeeling op te richten winter-cursus in land en tuinbouw over 1892 eene rijkssubsidie is Terleend van 150. Dinsdagavond had te Am sterdam eens weder een relletje plaats. Na afloop van de vergadering in ,/Fras- catie," Nes, trok eene nit een paar hon derd personen bestaande bende zingende door de stad. Op het oogenblik dat (ie troep het politiebureau aan de Pieterahal op den Voorburgwal voorbijkwam, trad een uit alle sectiën geconcentreerde macht van vyftig man naar buiten en trachtte de menigte uiteen te dryven. Dit ^mislukte, waarop de politie zich aan het hoofd van den troep ver zamelde. Op den hoek van de Damstraat en de Nes, het plekje waar by zulke gelegenheden steeds de slagen vallen, werden de grootste schreeuwers opge pakt en een drietal ingerekend. De agenten dreven toen met stok en sabel de menigte uiteen. De helft van den troep trok naar den Dam, een ander deel vluchtte in naburige straten. De politie volgde de verspreide groepeD, zonder opnieuw op treden. De meerder heid der socialisten trok naar Con stantia". Velen gingen het gebouw bin nen, terwyl hun door de anderen, die buiten bleven, werd toegeroepen, de steenen mede te nemen, die zy in de Laurierstraat hadden opgenomen. De politie, in sterken getale ter plaatse, bleef voortdurend de menigte versprei den, zoodat ten laatste een ruime open kring voor het gebouw was verkregen met eenige agenten in het midden. Ter wyl zy dus een gunstig mikpunt vorm den, werden uit het gebouw twee of drie steenen naar hen geworpen, die echter geen doel troffen. Geruimen tijd duurde het, eer de politie er in slaagde de me nigte te bewegen naar huis te gaan. De in //Constantia" verzamelden deed zy bij twee tegelyk uittrekken, om nieuwe sa menscholingen te verhinderen. Tegen half twaalf ongeveer was de rust hersteld. Het bleek later, dat in de Damstraat en op den Oude Zyds-Voorburgwal twee mannen en eene vrouw door de sabels der agenten gewond werden. Reeds voor eenige weken was door den afdeelingschef aan het be stuur van flConstantia# medegedeeld, dat de politie de voortdurende wanorde, veroorzaakt door naar dat gebouw trek kende, schreeuwende troepen met kracht zou tegengaan. In verband daarmede was in de laatste weken na elke verga dering een sterke politiemacht op de been. Nog Maandag waren 40)man voor //Con - stantia" byeen, om na afloop eener rede van Domela Nienwenhuis betoogingen tegen te gaan. Dinsdagochtend te half negen was nog niemand te voorschijn gekomen op het met bieten voor de sui kerfabrieken te Rozendaal liggende schip van C. H. en J. B wonende te Wouw. By onderzoek vond men den eerstge noemde gestikt in de kajuit en by den ander de sporen van leven zdo zwak, dat geneeskundige hulp niets baatte. H. laat eene weduwe met zeven kinderen achter. Te Zevenbergen zjjn Maan dag weder twee gevallen van cholera voorgekomen. De lijders werden onmid dellijk naar de cholerabarak overge bracht. Ook te Rietveld by Woerden is een werkman op eene der steenfabrieken aan cholera asiatica overleden. Handige zakkenrolders heb ben te Hoornaar op de St. Maartens- paardenmarkt Dinsdag hunnen slag ge slagen. Onder anderen heeft men eenen boer van Groot-Ammers eene portefeuille met ƒ400, en twee anderen vreemden heeren respectievelijk ƒ160 en ƒ275 ontfutseld. W. Kolk te Nienwerschoot," in wiens woning tydens zijne afwezig heid was ingebroken en uit een kast ƒ60 ontvreemd, heeft dit geld in het turfhok teruggevonden. Waarschynlykis de dief verrast, heeft zich in het turf hok verscholen en daar het geld neerge legd om het later weg te halen. Nadat Vr ij dagavond de vermoedelijk dolle hond te Grave was afgemaakt, zond de burgemeester Zater dag het lyk naar den districts-veearts te Breda. Maandag werd het echter terug ontvangen, en Dinsdag verscheen de districts-veearts tot het doen van onder zoek; hij constateerde een twijfelachtig geval van razcrny. De terugzending ge schiedde op grond van onwettige ver zending. Thans is het lyk opgezonden naar Utrecht, en verwacht men weldra langs telegrafischen weg bericht omtrent den uitslag van het onderzoek. Vermoedelijk binnen een paar dagen vertrekken de aangevallen personen een twintigtal naar Parys om zich onder behande ling van prof. Pasteur te stellen. Maandagmiddag is nog een hondje af gemaakt, dat ook door het dolle dier gebeten was. Uit het gemeentehuis te Waddingsveen is de armenbus, welke by het huwen dienst deed, geheel geledigd. De zaak is in handen der justitie. De dader is nog niet bekend. Inhoud van „De Hollandsche Lelie" van 16 dezer Hoofdartikel r Iets over welgemanierdheid en goede vormen door G. E. Brieven uit Italië, door C. de Vries— Robbé. Bet Japansche meisje, door Erica. (Slot.) Een her innering, door Riapan. Handwerken. Kitty'8 echtgenoot, XHI. Bericht- wedstryd. Vragenbus. Correspon dentie. Weekkalender. Advertentiën. KOLONIËN- BATAVIA, 14 October. Aan eenen brief uit Atjeh in de Java~ bode van 13 October is het volgende ontleend In een mijner vorige brieven deelde ik u reeds mede hoe onze troepen on der bevel van den kapitein der infanterie Graafland bij het ageert, n in het terrein om Lambaroe op eene sterke benting van den vijand te Kaloet gestuit waren en na eene vergeefsche poging hem van 631 HOOFDSTUK XVIII. Wacht maar, lady Bellamy, de beurt komt nu aan mij. Op uwe 'knieën zult ge liggen voor het kleine mannetje, dat gy altyd hebt uitgelachen. Ook voor my komt dan toch eindelijk het nur der wraak En met dergelijke gedachten vervuld, liep hy langzaam voort in de richting van zyn woning. Lady Bellamy vond haren man dien middag in een uitstekend humeur. Het was alsof zyn woede van den vorigen dag geheel was uitgeraasd. Hy praatte met haar over allerlei dingen en zy, begeerig hem in dio stemming te houdeD, opdat zy des avonds geen moeite zou hebben met haar vertrek, schertste vroolijk en lachte om alles wat hy zeide, zoodat iemand, die plotseling was binnengetreden, gemeend zou hebben, dat hij een tooneeltje zag van onvergelijkelijk huiselijk geluk. Tegen etenstijd evenwel betrok het gezicht van lord John een -weinig en toen zijn vrouw naar de reden daarvan informeerde, vertelde hij dat hy hoofdpijn kreeg, die gewoonlijk by hem eenige oren achtereen aanhield. z/Ga wat op de sofa liggen," zei lady Anne belangstellend. //Och neen, dat baat my niet. Op de sofa kaa ik toch niet slapen en als ik voortdurend wakker lig, wordt het steeds erger. Ik doe beter met maar een paar uur naar bed te gaan," //Zooals ge wilt," zeide lady Bellamy, teleurstelling veinzende, maar inwendig zeer verheugd over de ongedachte, gelukkige wen ding die de zaken namen. Met ongewone zorg hielp zy hem naar bed en toen zy de gordijnen had dichtgetrokken en zich zachtjes verwijderde, zei hij met een klagende sterft „Anne,* breng my nog even een glas lichten wijn, ik ben zoo dorstig." Lady Bellamy's stem beefde een weinig van vreugde, in weer wil van hare zelfbeheersching, toen zy bevestigend antwoordde. Het lot, dacht zy, werkte hare plannen bizonder in de hand. Had zy gezien, hoe een oogenblik na haar vertrek haar man het hoofd door de gordijnen stak en met een spottenden glimlach haar nazag, dan zou zy zeker wel eens hebben overdacht, of zy niet al te dankbaar was aan het lot. Zy bracht hem het glas wijn een oogenblik later. Hare hand beefde een weinig, terwyl zij het op het tafeltje neerzette en van tuBschen zyne half gesloten oogleden keek hy naar haar met in wendige voldoening. wDarik je wel," zei hy daarop met kwijnende stem, wik zal het dadelijk leegdrinken!" Nauwelijks had zy de kamer verlaten, of hy greep het glas en wierp het aan de andere zijde van het ledikant leeg, waar de donkere wollige tapytstof het vocht geheel opzoog. Een kwartier later kwam zij weer eens kijken en zag dat he t glas leeg was. Zy trilde van vreugde. //Slaapt ge al vroeg zy zachtjes. z/Nog niet," antwoordde hy met nagemaakt slaperige stem, z/maar ik ben erg doezelig. Wil je vooral niet weer hier komen, want als ik wakker word, slaap ik zoo spoedig niet weer in." //Goed," zei ze en ging weer heen. Lord John wachtte nog een oogenblik en sprong daarop uit zyn bed, waarna hij zich weer aankleedde. //Dat is vanmiddag geen eten," zeide by in zichzelven, terwijl hij voorzichtig bij de tafel ging zitten. Ik had moeten zorgen, dat hier een stuk brood was en een flesch wyn. Enfin, vanavond zal ik mijn schade wel weer inhalen, als myn plannetje gelnkt is en ik in het bezit ben van de brieven. Ah, lady Bellamy, dan zullen wy eens zoo'n gesprek hebben ais gisteren, maar op mijn woord, dan zal ik het laatste woord hebben Hy schoof voorzichtig zyn venster open en luisterde. Uit de keuken, die juist beneden zijn kamer was, steeg een heerlyke geur van gebraden vleesch omhoog en aan het rammelen van borden begreep Bellamy, dat zyn vrouw aan tafel zou gaan. Het was nu halfzeven. Te halfnegen zou zyn vrouw bij Caresfoot zyn en dus denkelyk even voor acht uur van huis gaan, daar zy zeker den moed niet zou hebbeD, er zïeh door haar eigen rytuig te laten heenbrengen en derhalve nog eerst een hnnrrytuig zou moeten zoeken. Thans branht lord John eenige vervelende oogenblikken door. Hy durfde geen licht aansteken, uit vrees van de aandacht te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1