NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. PÖHïfOTOim 10e Jaargang. Donderdag 8 December 1892. No. 2893. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: SdÏAjDSNIEUW S. ten Hoopre Burgerschool op het Wilsonsplein. Lettn es en Bonst FEUILLETON HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 i. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. P E E R E B O O M. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publioité Etrangêre G. L. DATJBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. Haarlem, 7 Dec. 1892 'Op de voordracht voor secretaris van deze gemeente kernen voorMr. C. M. Rasch commies-redacteur ter ge meente-secretarie alhier en mr. C. B. Menaida, ambtenaar ter provinciale griffie te Leeuwarden. Stukken van den Raad. Ê'B. en W. stellen voor, te bevorderen tot onderwyzers 20 klasse aan school G. J. van der Heijden, onderwijzer 30] [kl. aan die school en J. de Nobel, idem aan school E. Voordracht voor ien onderwijzer aan school AJ. de Weeger, B. J, Visscher en J. B. van Dorp, allen thans 2e kl. - Voordracht vacature curator gym nasium (aftredend lid jhr. mr. F. W. van Styrum) A. G. H. van Genderen Stort en dr. L. C. Proot. Aan den Raad der gemeente hebben Burgemeester en Wethouders voorge steld om over te gaan tot stichting vaa een nieuw gebouw voor Hoogere Bur gerschool voor 5jaxigen cursus. De sterke toeneming van het aantal leer lingen maakt dit noodzakelijk. In het vorige jaar konden met al de gesplit- klassen, zij het dan ook gebrekkig, in den cursus 1891/92 al de leer lingen nog in het tegenwoordige ge bouw worden geborgen, maar thans is dit onmogelijk en zijn reeds drie af- deelingen buiten het gebouw gehuisvest. Aanvankelijk koesterden B. en W. het denkbeeld, om de directeurs-woning te sloopen om door een bijgebouw op de aldus verkregen ruimte de school te vergrooten, öcch men heeft hiervan af gezien, omdat daardoor met groote kos ten toch slechts eene tijdelijke verbete ring zou worden verkregen. Vandaar, dat B. en W. eene geheel nieuwe school wenschen gebouwd te zien. De gewone moeilijkheid bij school- bouw deed zich ook thans voor: waar zal zij gebouwd kunnen worden? Na lang zoeken viel de keus op het Wilsonsplein tusschen de Wilhelmina- straat en de Leidschevaart. De opper vlakte is daar groot genoeg, licht en lucht in overvloed voorhanden en de directeur der H. B. S. met 5-j. c. acht de plek gunstig. Vóórdat het plan wereldkundig werd, lekte er al iets van uit. Het behoeft geen betoog, dat het den bewoners van het Wilsonsplein en van de aangren zende straten weinig toelachte. Wie in den omtrek van eene school woont, kent de onaangenaamheden welke daar aan verbonden zijn en de bewoners van de Wilhelminastraat hebben te dien opzichte eenige ervaring opgedaan. Toen mes dan ook vernam, waar B. en W. de school wilden bouwen, kwamen de belanghebbenden bij elkan der om de zaak te bespreken en het resultaat dier gedschtenwisseling is een tweetal adressen aan den Raad, het eene onderteekend door Mr. F. A. de Graaff en 22 anderen en het andere, uit gaande van den heer C. J. M. de Wilde en 6 anderen. De bezwaren van de adressanten be staan in hoofdzaak hieruit, dat het voorstel van B. en W. ia strijd is met het bouwplan indertijd vastgesteld bij Raadsbesluit van 3 Augustus 1881, waarin het Wilsonsplein is aangegeven als open terrein. Degenen die daar huizon hebben gebouwd, rekenden er bij den aankoop der gronden op dat het een open plein zon blijven. Dat ook B. en W. destijds van die meenïng waren, blijkt uit eene zinsnede uit een voorstel behandeld 23 Januari 1884, waarin dit College zegtdat reeds de naam Wilsonsplein de bedoeling aangeeft om dit terrein open te houden. Hadden de bouwheeren kunnen ver moeden, dat het Wilsonsplein niet altijd een open vlakte zou blijven, dan zouden zij zeker hébben getracht, op het plein erfdienstbaarheid te verkrijgen, vooral daar bij den verkoop van den grond den speculatiebouwers de bezwarende verplichting werd opgelegd, huizen van 900.1000.huurwaarde te bouwen. Adressanten wyzen er nog op, dat men overal in de stad voor de frisch- heid ruime pleinen en straten trachtte verkrijgen, met het oog op de eischen der hygiene, en drukken ten slotte den wensch uit, dat de Raad niet zal toe laten dat het Wilsonsplein worde be bouwd. Het adres van de heeren de Wilde c. s. betuigt aan die motieven adhaesie. Evenwei ontkennen B. en W. in hun voorstel de gegrondheid der geopperde bezwaren. Zij merken op, dat het voorstel niet in het minst in strijd is met het in 1881 vastgestelde bouwplan, daar de open vlakte, later genoemd Wilsons plein, die baar ontstaan te danken heeft aan eene wijziging ia het goedgekeurde plan van Maart 1880, daarbij bestemd werd om te worden bebouwd. Later is weliswaar de rooilijn veranderd, maar daarmee heeft de Raad niet uitgemaakt dat de grond niet zou worden bebouwd. Op de aanhaling uit een in 1884 door B. en W. gedaan voorstel, wordt door B. en W. thans niets geantwoord, dan dat „de waarde dier aanhaling voor net oogenblik in 't midden wordt gela ten". Dit is eene zwakke beantwoording en evenmin is de mededeeling afdoende, dat de Raad den i3den Februari 1884 besloot„omtrent de bestemming van „het Wilsonsplein vooralsnog geen be sluit te nemen, opdat de mogelijkheid „open blijve om het indien de Raad „dit mocht verlangen, tot park in te „richten". Men gevoelt, dat de adressanten zich over eene inrichting tot park yaa het nu zoo slordige Wilsonsplein zeer zeker niet zouden beklagen. Maar er is nog al semg verschil, of men uitziet op een park, dan wel op een schoolgebouw. Nu stellen B. en W. tot tegemoet koming in de geopperde bezwaren wel voor, om de straat tusschea de school en de huizen te brengen op 11 meter (éen meter breeder dan vereischt wordt) maar met deze concessie zullen de rsquestranten zeker niet tevreden zijn. En wij moeten zeggen, dat wij voor ons het betoog van de adressanten klemmender achten, dan het verweer van Burgemeester en Wethouders. De niet te ontkennen moeilijkheid om ec» geschikte plaats te vinden, mag geen aanleiding geven tot onrechtvaardigheid. Het volgende adres sal aan den Ge meenteraad gezonden worden 1 Aan de?i Raad der ge?neente Haarlem. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekenden, allen inge zetenen der gemeente Haarlem, dat zij hebben vernomen, dat de al- gemeene kerkeraad der Nederduitsch- Herrormde Gemeente te Haarlem zich tot Uw Gemeenteraad heeft gewend met het verzoek de jaarlyksche kermis af te schaffen dat adressanten daarom in de ern stige overweging van Uw Raad het feit aanbevelen, dat een daartoe strekkend besluit groote schade zou toebrengen aan de stoffelijke welvaart der burgerij dat weliswaar in het bovengenoemde rekest van den algemeenen kerkeraad der Nederduitsch Hervormde Gemeente schijnt gezegd te zyn, dat slechts éen categorie van neringdoenden van de kermis voordeel geniet, maar dat het toch niet aan te nemen is, dat de dui- zende personen uit andere gemeenten, (vooral uit Amsterdam), die jaarlijks de haarlemsche kermis bezoeken en alsdan veel geld verteren hun geld alleen zouden verteren bij die eene categorie van neringdoenden det zij tevens meeaen dat de kermis zij moge dan voor een enkele eene aanleiding tot losbandigheid zijn, voor verreweg het groote meerendeel der kermisbezoekers een aanleiding is tot niets meer dan gepaste en wenschelijke vreugde dat de genoemde kerkeraad daarover blijkbaar anders denkt, maar zij daar door toont, niet den waren aard van kermisvreugde hoegenaamd te kennen dat wat den enkele betreft, die in de kermis een aanleiding tot uitspatting vindt, de afschaffing der kermis hem waarlijk niet van zijne uitspattingen terug zal houden dat wat het volk in het algemeen be treft, de afschaffing der kermis betreu renswaardig zou zyn, daar zij zou af schaffen een oud en eerwaardig middel om een paar dagen in het jaar gul vroolijk te zijn dat adressanten niets bekend is, van „eene ontketening der booze harts tochten", als waarvan de kerkeraad spreekt dat zij bovendien meesen, dat booze hartstochten" geen publieke gelegenhe den als een kermis tot het terrein kie zen, waarop zij zich bij voorliefde „ont ketenen", en zij dit veeleer in stilteen buiten algemeen© vroolijkheid doen dat eindelijk adressanten nog opmer ken, dat de kermis elk jaar eene be langrijke som ïn de gemeentekas doet vloeien, en dus de afschaffing der ker mis eene belangrijke vermindering der jaarlijksche inkomsten dezer gemeente ten gevolge zou hebben; dat het daardoor ontstane tekort in de steeds meer eischende gemeentekas alsdan waarschijnlijk zou gevuld moeten worden door lasten, die de burgers zclven dezer gemeente zouden moeten dragen dat de lasten, die de burgers der ge meente Haarlem dragen, thans reeds zeer zwaar zijn en het, naar adressanten meenec, raadzaam is alles te vermijden, wat deze lasten nog zwaarder zou maken dat adressanten meenen, dat deze enkele reden reeds voldoende zou zijn om afwijzend te beschikken op het meergenoemd rekest van den Algemee nen Kerkeraad der Nederduitsch Her vormde Gemeente te Haarlem. Redenen waarom adressanten zich wenden tot Uw College met het ver zoek op adressen, waarin wordt aange drongen op afschaffing der kermis te Haarlem, afwijzend te beschikken, en derhalve de kermis niet af te schafien, 'tWelk doende, enz. Bij advertentie in dit blad zal nader worden bekend gemaakt waar men op dit adres kan teekenen. De detachementen yan het bat. inf. alhier, welke ter bewaking van be smette hoeven dienst deden te Leid- schendam en Kethel, zijn heden in hun garnizoen teruggekeerd. De 70 manschappen van de Bataljons te Leiden die sedert den 24n Novem ber alhier zijn gedetacheerd keeren Za terdag a, s. naar hun garnizoen terug, terwyl een gelijk aantal manschappen van het 3e bataljon, die te Leiden zijn gedetacheerd, eveneens Zaterdag a. s. in hun garnizoen zullen terug komen. Geïllustreerd Zondagsblad. Inhoud van No. 50, hetwelk wordt gezonden gelijk met Haarlem's Dagblad van 12 dezer: De diamanten van Mevrouw Dinner (geïllustreerde novelle naar het Engelsch van W. Clark Russell) VI. De laatste troef, een Zwitsersche dorpsver telling (met illustratie). Gepast ant woord (met illustratie). In het woud, door Eduard Brom (met illustratie). Ginevra (met illustratie). De gouden roos. De wordingsgeschiedenis van den biljartbal. Réamur en Celsius, iets uit de geschiedenis van den ther mometer. Een brief van hem, naar de schilderij van H. Werner (illustratie). Hoe men zich vroeger tegen aanste kende ziekten beschermde. Wat een epidemie kost. Noodlottige bemoei zucht (met drie illustraties). Het ge bruik van alkoholische dranken in Frank rijk. Een slimme streek van Les sing. Amerikaansch (met illustratie). Middel tegen stotteren. Afval van leder. Schoenen met gummi hakken. Pijpen van Erica-hout. De gevolgen der statistiek (met illustra tie). Anecdoten. Schaakrubriek. Mededeelingen. De laatste schepen met beetwortelen zijn aan de fabriek „Holland" te Hout rijk en Polanen aangekomen. De totale aanvoer bedraagt ruim 35 millioen KG.de campagne zal tot in Jannari duren. De onlangs verschenen brieven van Heine aan zijn zuster en moeder zijn een aanwinst tot betere kennismaking van Heine, minder als letterkundige dan als mensch. Men merkt in deze brieven niets van de spotternij welke de andere ge schriften van PleiDe kenmerkt. Op zijn sterfbed heeft Heine gezegd, dat hij in zijn leven menigmaal een ander leed had veroorzaakt en volstrekt.geen on- Hl HOOFDSTUK V. Verdwenen //Zeker niet, moedertje. Ik zou er natnurlyk niet aan denken u te verlaten, alvorens die geschiedenis met dat kastje in orde is. Ik zal schrijven, dat daar ik hier nu ben, ik wat langer bij u "wil blijven, en dat zy my daarom niet binnen een week of tien dagen moeten verwachten." *Dat is goed, myn kind," zeide haar vader goedkeurend. j/Wy zullen allen tegelijk naar Engeland gaan. Wat zegt gij daarvan, ■vrouwtje #0, dat zal heerlijk zyn riep mevrouw Chetwynd uit. „Doe het niet moederriep Nell uit. „Wat niet doen?" //Een hymne zingen by deze gelegenheid." //Nell!" riep Warrie op ernstigen toon. //Nu wat is er //Gij zegt een godlastering, Nell." //En gij zegt een hatelijkheid, Warrie." HOOFDSTUK VI. Mevrouw Siïberkof Des Woensdagmorgens ontving Chetwynd een brief van dokter Koskavitcb, die tot zyne verbazing was verzonden uit het Grand Hotel te Londen. Hy luidde als volgt: //WelEdele Heer, Daar ik genoodzaakt was plotseling Parys te verlaten en naar Edinburgh te gaan in verband met het sterfgeval van een bloedverwant, ben ik verhinderd om persoonlijk met mevrouw Silberkofi te onderhandelen, maar ik schrijf haar met deze post over het bewuste kastje. Ik heb er ernstig bij haar op aangedrongen het u te geven, maar zy is eenigzins grillig. Morgen (Woensdag) avond keert zy naar Parys terug, zoodat gij haar Donderdag zult kunnen bezoeken. Het zal bet beste zyn, dat gy dit doet tusschen drie en vier uur, want bij mooi weer wandelt of rydt zy meestal van vier tot zes uur in het Bois de Boulogne. Haar adres is 67, Boulevard Lannes. Ik wensch u een goeden uit slag op uwe pogingen. //Uw dienstwillige dienaar, z/Paul Koskavitch." Even na drie nur stapte Donderdagnamiddags Leslie by de Porte Maillot van de omnibus, en toen hy dit deed, terwyl het voertnig nog in beweging was, gebeurde het, dat zyn rechterhand eenig zins werd verwrongen. Op dat oogenblik bekommerde hy zich niet om dit oogenschijnlyk beuzelachtig ongeval, maar alvorens zyne bestemming te hebben bereikt, begonnen zyn hand en pols hem zeer veel pyn te doen. Het huis door mevrouw Silberkofi bewoond, was er een vaa het soort, dat in Frankryk wordt aangeduid met den naam van pavilion. Het was slechts eene verdieping hoog, en lag op eenigen afstand van den straatweg, vanwaar het niet zichtbaar was, verborgen als het was door een hoog, yzer hek, dat stond op een steenen muur, ODgeveer drie voet hoog, en dat tot boven» aan geen opening bad om doorheen te zien. In het midden was een poort, ook geheel met yzeren platen bedekt. De Franschen sluiten hnnne huizen gaarne op een dergelyke manier van de buitenwereld af. Het hout- en yzerwerk was lei kleurig geverfd, terwyl de muur was gepleisterd. De toppen der boomen, die zichtbaar waren boven het hek en de geur van bloe men, deden het bestaan van een tuin vermoeden. By de poort hing een yzeren ketting, eindigende in een koperen ring, waaruit bleek, dat dit een bel moest zyn, door middel waarvan Leslie zyne aan wezigheid kon kenbaar maken. Een paar minuten daarna werd een klein luikje in een van de ijzeren platen weggeschoven en vertoonde zich een gedeelte van een bekoorlik yrouwegelaat voor de opening een paar mooie, donkere oogen, en een goedge vormde kleine neus waarvan, de eigenaresse na hem zorgvul dig te hebben opgenomen van het hoofd tot de voeten, hem vroeg met de meeste koelbloedigheid en met liefelijke stem, maar in slecht fransch, wie hy was, en wat hy wenschte. Daar Leslie uit een neus en een paar oogen niet kon beoor^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1