POLITIEK OVERZICHT.
HEMENHD NIEUWS.
Wetgevende Macht,
Het Ministerie Loubet is geval
len over bet lijk van den baron De
Reinach, meldt de part. corresp. van
de H. jR. Ct. uit Parys. Het Dinsdag
ingediende en reeds aangenomen ont
slag van Rouvier als minister van
financiën vindt zijne beweegredenen in
hetgeen Zaterdag 19 November (den
Zondag daarop werd de baron dood in
zijn bed gevonden) moet zijn voorge
vallen, tusschen den overledene en eenige
andere personen, onder wie de her
haaldelijk voor de enquêtecommissie
genoemde geldman dr. Hertz, de afge
vaardigde Ciemenceau en Rouvier. Het
artikel van den Figaroden levensloop
bevattende van den iu 1847 in Beieren
geboren Hertz en zijne opklimming
dank zij zijne relaties met de hoogste
regeringspersonen, tot grootofficier in
het Legioen van Eer, was de eerste
aanleiding tot dit nieuwe incident in de
treurige Panamazaak. Wat daarin ver
teld werd omtrent Hertz, heeft minder
waarde en is ook reeds op verschillende
punten tegengesproken; maar de be-
teekenis er van lag in het oplichten
van een tipje van den sluier, welke tot
nogtoe gehangen heeft over den voor
avond van het overlijden van den ge
noemden baron. Het had bijna den
schijn alsof De Reinach dien dag nie
mand had ontmoet of gesproken. En
nu komt uit, en geen der betrokken
personen spreekt het feit tegen, dat hij
den i9den ééne of meer conferenties
heeft gehad met dr. Hertz, met Cie
menceau, met Rouvier, met den redac
teur van de Libre ParoleM. Duval,
met den oud-minister Constans. Terwijl
allen zijn getroffen geworden door den
blijkbaren angst en de zenuwachtigheid
van den baakier, zou hy by het afscheid
nemen in den avond van den 19m ge
zegd hebben: „Ik ben verlorenI* Vol
gens de woorden van den minister in
de kamerzitting van Dinsdag heeft De
Reinach den i9en Rouvier geraadpleegd
over hetgeen voor hem, zooals hy zeide,
eene kwestie was van leven of dood.
De Reinach zeide dat met het oog op
de hem dreigende vervolging, en voegde
er het verzoek aan toe, te trachten die
vervolging te voorkomen. Met De
Reinach en Ciemenceau heeft Rouvier
daarop een bezoek gebracht bij dr.
Hertz, hetgeen volgens de verzekering
van De Reinach een middel kon zijn
om het gevaar eener vervolging af te
wenden. Dat bezoek heeft niet aan de
verwachtingen beantwoord. Maar hoe is
het mogelijk, dat een minister tot zulke
dingen zijne hand leent? En vooral, hoe
is het tc verklaren dat hij, zeggende
zich te weten zonder blaam, aan dat
onderhoud niet zeil openbaarheid heeft
gegeven onmiddellijk Da De Reinach's
dood? Waarom gewacht tot hij door
cou anten-artikels gedwongen is ge
worden Als hy en Ciemenceau den
Zondag na den dood gezegd hadden
wat zij nu hebben gezegd en geschre
ven, ware de opening van het lijk van
De Reinach stellig gelast, omdat er een
sterk vermoeden had bestaan van zelf
moord, ja, omdat er aan misdaad had
kunnen gedacht worden. Het is bijna
eene onmogelijkheid, te onderscheiden
tusschen hetgeen waar en onwaar is in
al wat er over de Panama-zaak ge
schreven en verklaard wordt, en men
mag betwijfelen of wel ooit het volle
licht daarover zal opgaan, zelf al spande
de justitie al hare krachten in, wat zij
tot nogtoe stellig niet gedaan heeft, en
zelfs al krijgt de enquête-commissie al
hare wenschen ingewilligd. Maar hetgeen
Dinsdag openbaar is geworden, werpt
èn op Rouvier èn op Clemeaceau een
allerwonderlijkst licht. Hun eerste plicht
ware geweest, hetgeen zij wisten van
den dag voorafgaande aan het over
lijden, zoo spoedig mogelijk mede te
deelen aan het Goevernement en aan
de justitie. Eu wat doen zij? Zoowel
de minister als de afgevaardigde blijven
daarover zwijgen totdat zij tot spreken
gedwongen worden. Waarom, als er
geen schuldgevoel heeft bestaan, die
angstvalligheid? Daartoe was allerminst
thans reden, nu elk praatje, nu elk
gerucht tot getuigenverhooren aanleiding
geeft. Daartoe kon nooit reden bestaan
voor fransche politici, die waarlijk ons
niet verwend hebben met de beschei
denheid hunner mededeeiingen.
Nadat Rouvier zyn ontslag had aan
gevraagd en verkregen, heeft Ribot on
middellijk daarop aan Tirard, die op
de muntconferentie te Brussel, Frankrijk
vertegenwoordigt, geseind of deze de
portefeuille van financiën wilde aanne
men. Langs denzelfden weg heeft Tirard
deze benoeming aangenomen, die heden
in het oificiecie blad zou worden me
degedeeld.
De fraosche douane-commissie heeft
met 15 tegen 14 stemmen besloten aan
de Kamer voor te stellen om over te
gaan tot het behandelen van de artike
len der Fransch-Zwitsersche overeen
komst. Rapporteur is de heer Méline,
Een van de eerste handelingen van
het nieuwe spaansche Kabinet is om
den markies de Cubas het burgemees
terschap van Madrid weer aan te bie
den en verder om de onderhandelingen
met Frankrijk over eene handelsover
eenkomst met kracht voort te zetten,
De spaansche gezant te Parijs, de Man
daz, heeft zijn ontslag aangeboden,
Het gerucht dat is verspreid, als zou
de engeische regeering een rijksport van
een stuiver invoeren, wordt uit Londen
tegengesproken.
Bij de algemeene discussie te Buda
pest over de begrooting verzette zich
de minister van financiën tegen ver
meerdering der militaire uitgaven, doch
niet tegen uitgaven tot nuttige doelein
den. De toestand der openbare schuid,
zeide hij, is gunstig. In de laatste vijf
jaren is 3,700,000 fl. geamortiseerd.
De oostenryksche Kamer heeft de
kredietwetten voor drie maanden op
twee maanden teruggebracht.
De koning van Rumenië heeft, het
adres der Kamer in ontvangst nemende,
voor hare betuiging van verknochtheid
dank gezegd. Al zijn streven, zeide hij,
is het, Rumenië voor het tegenwoordige
rust en voor de toekomst veiligheid te
verschaffen.
Het Engeische departement van buï-
tenlandsche zaken maakt een breedvoerig
antwoord openbaar van kapitein Lugard,
op de beschuldigingen door Fransche
zendelingen betreffende het gebeurde te
Oeganda. Lugard tracht aan te toonen,
dat deze beschuldigingen ten deele on
waar en ten deele zoo overdreven mo
gelijk zijn. Zoo beweerden de Fransche
zendelingen dat 500,000 Roomsche ne
gers tot slaven gemaakt zouden zijn,
terwijl hun totaal-cijfer officieel niet meer
dan 25,000 zoude bedragen. Lugard
ontkent de waarheid der bewering van
de fransche priesters, dat de zooge
naamde verwoesting van hun zooge
naamde kathedraal enz. hun eene schade
van 20,000 pond sterling zou hebben
berokkendhij schildert de kerk als
een leemen hut. Hij ontkent, dat zij in
het fort Kampala zouden zijn gevangen
gehoudenzij zijn er integendeel liefde
rijk verpleegd en waren hier indertijd
erkentelijk voor. Lugard loochent ook,
dat hij op vrouwen en kinderen zou
hebben doen vuren. Hij volgde het
advies van kardinaal Lavigerie op, die
wilde dat aan alle gezindten eene zelfde
bejegening zoude te beurt vallen,
Lugard beschuldigt de Katholieken
moedwillig den krijg te hebben doen
ontbranden.
Uit Konstantinopel verneemt de Times,
dat de plannen eener opium-regie, bij
de regeering aanhangig, krachtige be
strijding vonden by de bevolking der
opiumstreken. Talrijke protesten zijn
ingekomen.
Het „Comité Anti-esclava-
gistie" te Brussel heeft (Dinsdagmorgen
de vertegenwoordigers der pers by-
eengebracht, ten einde hun mededee-
ling te doen van twee brieven Aan
kapitein Jacques, opperbevelhebber van
de in Tanganika aanwezige strijdbenden
tegen den slavenhandel. Deze brieven
zijn medegekomen met de laatste mail
uit Zanzibar.
Graat Hlppolyte d'Ursel presideerde
de bijeenkomst; naast hem hadden plaats
genomen commandant Storms en de
abt de Thiers.
De ontvangen berichten zijn slecht.
De eerste brief is gedagteekend uit
Mpala van 10 Augustus en geelt ver
slag van de moeilijkheden, waarin men
zich in April had bevonden. De heer
Jacques had eene vergeetsche pogiag
gedaan te Udjiji bij de Arabische hoof
den van Rumaitja, na de onnoodige
tusschenkomst van den Engelschen zen
deling Schwamm. De Wangwana's be
gonnen toen de vijandelijkheden met de
dorpen te vernietigen en alle akkers te
verwoesten van de zwarten, onder de
bescherming van den post te Albert-
vilie geplaatst. Jacques trachtte zijn fort
te versterken met steenen muren en in
het onderhoud zijner manschappen te
voorzien door levensmiddelen te doen
koopen op een afstand van twaalf dagen
gaans. Eindelijk kwam het ultimatum
van Rumalija, Jacques met oorlog De-
dreigende zoo hy het laad niet verliet.
De tweede brief is gedagteekend uit
Albertville van 7 September. Daarin
wordt uiteengezet dat de Wangwana's
in loon zijn bij RumalijA en dat zij
zich den ióien Augustus in de omstre
ken van het fort hebben vereenigd. Na
een groot aantal bo.omen geveld te heb
ben, hebben zy een fort gebouwd op
twee K. M. afstands vau Albertville.
De vijandeiyke macht kan op 300 ge
weren en talrijke lansen en vergiftigde
bogen worden geschat.
Jacques vroeg dadelijk hulp aan ka
pitein Joubert, hoofd van den post van
B&udouinvitle, die den 25 Augustus
aankwam met een schip met Dcicom
mune, ontdekkingsreiziger vau Katanga.
Jacques beschikte nu over 450 man,
waarvan twee derde met geweren was
gewapend.
Terwijl Delcommune met de beste
schutters Alberville bewaakte, trok Jou
bert met 150 tman tegen de Wangwa
na's op. Jacques trachtte den vijand te
doen keeren, om hem dan van achteren
aan te vallen. Na twaalf uren vechtens.
zouden de Wangwana's den strijd heb
ben opgegeven, toen de Niampara's die
onder Jacques streden, verklaarden niet
laDger te kunnen vechten. Sedert toen
was Jacques als het ware te Albertville
geblokkeerd. Hij wachtte met ongeduld
op hulp. Hij vroeg twee kanonnen,
Ook deelde het comité nog een brief
mede van luitenant Long, bevelhebber
van hulptroepen, dd. 21 September. Hij
was te Tabora maar moest daar blijven
tot het einde van de vijandelijkheden,
door de Duitschers ondernomen tegen
den sultan van Sikh
Onderstellende dat hij tegen het einde
van September had kunnen doorreizen
zou hij waarschijnlijk tegen het einde
van October te Tanganika zijn aange
komen. Dan had hij nog 14 dagen
noodig om Albertville te bereiken en
men vreest, dat Jacqnes niet van
September tot 15 November heeft kun
nen wachten.
Dezer dagen heeft een kapi
tein van het belgische leger, de heer
Grade, toen hij over het slagveld van
Fontcney wandelde, een klein zegel
gevonden met de beeltenis van den
hertog van Cumberland. Na het te
hebben schoon gemaakt, zond hij het
naar den belgischen consul-generaal in
Londen, opdat het aan koningin Vic
toria zou worden aangeboden. Deze
nam het gaarne aan.
De plaats waar kapitein Grade het
zegel vond, was tusschen Fontenoy en
Ramecroix, waar in 1745 de lijfwachten
met elkaar in botsing kwamen. Het
iLoet dus bijna 150 jaren daar hebben,
gelegen.
De leiders van de midder-
nachtswandeling der werkloozen te Lon
den hebben tot dusvêrre wel niet veel
pleizier gehad van hunne betooging;
maar dat neemt niet weg, dat zij voor
heden nog eens een wandeling willen
organiseeren. De politie der City heeft
den wandelaars het dragen van fakkels
verboden. Zoodra de optocht evenwel
buiten de City is, zullen tal van vrien
den met een geheelen voorraad fakkels
gereed staan om deze aan de betoogers
over te reiken.
Er is in Londen een melaat-
sche. De lijder is een Engelschman, ge
boren in Indië en sedert 1874 ambte
naar aan het departement voor open
bare werken. Hij werd ziek juist toea
hij na een diensttijd van 6 jaar bevor
derd was geworden tot ie adsistent op
een salaris ven 450 p. st. Hij werd
voor herstel van gezondheid naar En
geland gezonden en daar ontdekte hij
welke vreeselijke ziekte hij had. Eerst
vertoefde hij in een hospitaal, maar
toen men zeker wist aan welke kwaal
hy leed, werd hem verblijf in die in
richting ontzegd. Gedurende eea jaar
ontving hij van het „National Leprosy
Fund" een ondersteuning van een half
pond sterling per week. Dit fonds heeft
hem evenwel doen weten, dat de kas
niet toelaat met de ondersteuning voort
te gaan. Er wordt nu voor den armen
man een beroep op de publieke liefda
digheid gedaan.
Het proces van Verga tegen
Sonzogno ea Mascagni is met een
dading geëindigd. Sonzogno betaalt
aan Verga, inplaats vaa het hem ge
rechtelijk toegestaan aandeel van 25
pCt. der tantièmes van de „C&v&leria
Rusticana," dadelijk 100 duizend lire
en bovendien 6 duizend lire jaarlijks
tot aflossing van een andere som van
100 duizend lire.
Zondag, omstreeks drie
uur in den ochtend, weid de vijf en
twintig jarige dienstknecht F. Varez,
van het station Béthune met dépêches
naar de woning van zijn heer rijdend,
op het stilste gedeelte van den weg, en
in de nabijheid der woning door een
persoon aangevallen, die op Varez een
revolverschot loste. Toen de aangevalle
ne uit het rijtuig wilde springen, deed
een tweede kogel hem, hevig gewond,
op het voertuig neerstorten.
De aanvaller sprong toen in het rij
tuig en legde de zweep over het paard,
maar Varez riep daarop zóo luide
„Moordmoord 1" dat de andere weer
het rijtuig verliet, en het op een loopen
zette.
Varez werd in ernstigen toestand naar
het hospitaal vervoerd.
In een der zakken bevond zich een
brief met 20,000 ,frs. aan geldswaarde
terwijl de briefporten eene waarde uit
maakten van 12.000 frs.
Volgens latere berichten
uit Pittsburg hebben de eerste ziekte
gevallen onder de soldaten ten gevol
ge van vergiftiging zien twee maanden
geleden vertoond. Negen personen zijn
in hechtenis genomen en een groot
aantal zijn onder toezicht der politie
gesteld. Een apotheker en een genees
heer van Homestead zouden bij üe zaak
betiokken zijn. Eene lijkschouwing is
menigte personen gevangen genomen-
Een groentenboertje van
Hammersmith had onlangs een aardig
avontuur. Hij zat op zijn kar, welke
beladen was met fruit en groenten ea
door een ezel werd getrokken. Misschien
was de man een beetje uit zijn humeur;
hij sloeg ten minste zijn grauwtje meer
dan volstrekt noodig was.
Juist op het oogenblik, dat hij het
beest zeer hard sloeg, kwam een lief
rijtuigje aanrijden, waarin twee jonge
dames zaten.
Een der jonge dames bevri den koet
sier halt te houden en richtte zichtoeD
tot den groenteboer, dien zij verbood
den ezel te mishandelen.
Toen het boertje niet naar redes
wiide luisteren, beval zij den koetsier
het boertje zijn slok af te nemen.
De koetsier deed dit, maar nu werd
de groeuteboer brutaal en wendde zich
tot de jouge dame met de vraag, hoe
zij heette, daar hij haar dan zou aan
klagen. De jonge dame gaf onmiddel
lijk haar naam en adresmaar groot
was de ontsteltenis van den armen
groenteboer, toen hij bemerkte dat hij
met een der Engeische prinsessen te
doen had. Hij vroeg om vergiffenis en
bekende, d^.t hij zijn grauwtje werkelijk
te hard had behandeld. Toen de koet
sier hem zijn stok terug gaf, brak hij
dien onmiddellijk voor de oogen der
prinses in stukjes. De prinses vergai
den man ten slotte lachend zijn onheb
belijk gedrag en reed weg met een:
„Goeden dag."
Men meldt uit Taschkoff,
dat de generaal-majoor Drozgowski, die
als voorzitter van den krijgsraad een
groot aantal nihilisten heeft doen ver-
oordeelen, vermoord is.
De moord wordt aan de nihilisten
toegeschreven. De politie heeft een
TWEEDE KAMER.
Avondzitting van Dinsdag 13 Dec.
Bij het voortgezet debat over hoofd
stuk Binnenl. Zaken is bij art. 39
ƒ9635 uitgetrokken voor vergoeding
van huishuur voor den nieuwen com
missaris der Koningin in Groningen,
waardoor de verbouwiag onnoodig wordt.
Uitvoerig werd beraadslaagd over den
post „ondeistand aan hulpbehoevende
gemeenten".
De heer Houwing keurde de wijze
van hulpverschafnng af en meende dat
het veel beter was de gemeenten ia
staat te stellen zich zeiven te helpen.
De heer Van Alphen protesteerde
tegen den post op grond dat een lei
dend beginsel bij het vsrleenen der
subsidiën ontbreekt.
De min, van BinnenlZake?i verze
kerde dat de gelden worden toegestaan
na voorlichting van Ged. S.aten en dat
Bedert de hulpverleening in den toe
stand van vele gemeenten verbetering
is gekomen. Hij verzekerde dat de hulp
wordt verleend overeenkomstig de vroe
ger gedane toezeggingen en herhaalde
de wenken van meerdere decectralisee-
rende hulp aan de gemeenten te zullen
behartigen.
Bij de afdeeling medische politie
drong de heer Boreel van Hogelandm
aan op preventieve maatregelen door
de gemeentebesturen te nemen tegen
de cholera, door toepassing van het
stelsel van isolement, zoowel door de
gemeenten als door de Regeeriog.
De heer Levy sloot zich geheel aan
by de wenken door den heer Borgesios
in zijne nota gegeven, en wenschtedat
het centraal gezag zich krachtiger zon
doen gelden.
Nader werden door den heer Borgesius
zijne opinie en denkbeelden toegelicht.
De heer Hennequin wees op enkele
gebreken die aan het licht zijn geko
men bij de genomen maatregelen tot
bestrijding vau de cholera.
De heer Lieftinck wenschte een be
paalde verklaring van dezen Minister
omtrent de lijkverbranding.
De heer v. d. Velde drong aan op
nauwgezette overweging der adressen
betrekkelijk het mond- en klauwzeer.
^echter.
//Zij brengt my in herinnering, dat Teska dikwijls de vrees te
kennen gaf, dat zy eenige vrienden van haar echtgenoot mocht ont
moeten," was het antwoord.
0 Vrees Waarvoor was zy dan bevreesd
Na een oogenblik te hebben geaarzeld, antwoordde de dokter:
//Eerst trachtte zy my te doen gelooven, dat het was omdat zij
bang was, dat zij haar geld zouden afpersen, daar zy, zooals zy
zeide, zoo behoeftig waren, maar later gaf zij my een andere reden
op, waarom zy hen niet wenschte te ontmoeten."
*Wat was dan die andere reden
Weer aarzelde Koskavitch, en scheen in groote verwarring te
yerkeeren.
De rechter herhaalde zyn vraag.
//Welnu," antwoordde de dokter, na eenige krachtsinspanning,
#zy is nu dood, de arme vrouw, en hetgeen ik vertel kan haar
niet schaden, zoodat ik u nu wel ronduit kan vertellen, dat haar
echtgenoot een nihilist was, behoorende bij eene club in Londen,
en Teska was bekend met een harer belangrijkste geheimen."
tfAh zool" riep de rechter uit, wien plotseling een licht scheen
op te gaan.
,/Dos gfy' vermoedt, dat zy vermoord zou zyn door een lid van
die club, om reden dat zy hunne geheimen zou kunnen ver
klappen
*Dat la zeer goed mogelyk."
z/Niet alleen mogelijk, maar waarschijnlijk zou ik zeggen. Wan
neer hebt ge mevrouw Silberkoff het laatst levend gezien?"
z/Ik heb haar bezocht ongeveer een week voor die vreeselyke
gebeurtenis plaats had verleden Donderdag geloof ik."
z/Had mevrouw Silberkoff nog bloedverwanten in haar vader
land
z/Neen, geen naaste bloedverwanten. Zy was een wees en een
eenig kind, tenminste dat heeft zy my verteld."
//Kent gy ook een adres van iemand, aan wien zy verwant was
z/Neen."
,/Dat is eigenaardigGij stondt met de dame op vertrouwelijk
ken voet, en toch kent gij het adres harer bloedverwanten niet
z/Als mynheer de rechter zich de moeite wil geven om een
oogenblik over dit onderwerp na te denken, dan zal hij het vol
strekt niet eigenaardig vinden. Als ik die dame bezocht, dan sprak
ik niet over hare bloedverwanten. Wat bekommerde ik mij om
hare bloedverwanten? Zy boezemden mij volstrekt geen belangstel,
ling in. Bovendien scheen zij er altyd afkeerig van om te spreken
over iets, dat met haar verleden in verband stond."
//En is dit alles wat gij kunt mededeelen betreffende het slacht
offer van dezen geheimzinnigen moord vroeg de rechter op een
toon van onvoldaanheid.
//Uitgezonderd, dat zy mij verteld heeft, dat verscheidene bloed
verwanten van haar echtgenoot onrechtvaardig naar Siberië waren
Verbannen, en dat hij had gezworen, hen te wreken."
z/En voor dit doel had hy zich by een club nihilisten aange
sloten
//Waarschynlyk ja. Ik ondervroeg haar niet verder over dit
onderwerp. Ik wilde liever niet te veel weten van hare nihilisti
sche geheimen."
Chetwyndlas het verslag van dokter Koskavitch's verhoor den
volgenden morgen in zyn krant, en ook het volgende bericht:
z/Er zyn maatregelen genomen om de waarheid van de bewe
ringen van den heer Koskavitch te onderzoeken, en het is
bleken, dat zy alleszins juist waren.
De directeur en de bedienden van het hotel, waarheen hij mei
vrouw Silberkoff en haar kind heeft gebracht, na hun aankomst
in Parijs, herinneren zich haar nog zeer goed, en ook staat haat
naam in het vreemdelingenboek. De eigenaar van het paviljoen
heeft ook de echtheid erkend van de kwitantien der huur, door
den russischen heer getoond, terwyl de stoffeerders ook hunne
kwitantien hebben geverifieerd. Dokter Koskavitch heeft zyn voor
nemen te kennen gegeven om den kleinen wees tot zich te 1
De aandacht van de politie is nu gevestigd op die wyken 1
stad, waar, naar men weet, vele nihilisten wonen, en dezen znl
waarschynlyk een angstigen tyd beleven. Hoewel de verklaringe0
van den dokter er duidelyk op schynen te wyzen, dat deze mh
daad het werk is van een werktuig der nihilisten, de zaak blijft
nog voortdurend in een geheimzinnig duister gehuld. Welke rol
heeft het ivoren kastje in dit drama gespeeld Als dit zonderling6
voorwerp niet op zulk een onverklaarbare manier was verschenen
en weer verdwenen, dan zoh de zaak eenvoudig genoeg scbyned'
vervolgd-)