NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
10e Jaargang.
Dinsdag 24 Januari 1893.
No. 2932.
STADSNIEUW 8.
BEYOLKIHQSSTATISflEK
Commissie „Koffie en Brood".
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Iï «SWIBgfl iWMBl.
AARLEMS DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37£.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
ADVEETENTIËN:
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiera.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co.JO-HN F. JONESSuce., Parijs 31 bis Faubourg ifontmartre
H/urlkw, 23 J»a, 1893
Men meldt ons het volgende:
In de jongste vergadering van de
-perette vereeniging „Con Amore" is
e samenstelling van het nieuwe be
duur bepaald als volgtde heer Brons-
ijk, president, N. W. Schuurmans, Be-
-rttaris J. de Nobel, penningmeester,
P. Lemin, regisseur tooneelmeeater,
J. Dijkstra, biblothecaris.
Gedurende het afgeloopen jaar mocht
de vereeniging zich in voortdurende
sympathie der burgers verheugen en
droeg zij niet weinig bij tot opluistering
der feestavonden, gegeven vanwege den
Volksbond alhier. Uit het financieel
verslag bleek, dat de toestand der mid
delen zeer gunstig was, zoodat ook
hierdoor de levensvatbaarheid en de
bloei der vereeniging kunnen worden
geconstateerd.
der gemeente HAARLEM over 1892.
De bevolking bedroeg op 31 Decem
ber 189# 24984 m. 28701 v. totaal
53685. Vermeerderd in 1892 door ge-
boozte met 927 m. 811 v. totaal 1738.
I Verminderd ia 1892 door overlijden
j met 560 m. 568 v. totaal ns8, alzoo ver
meerdering van 367 m., 243 vr. totaal 610.
I In 1892 hebben zich hier gevestigd 2003
m. 2167 v. totaal 4170, zijn vertrokken
1464 m. 1697 v. totaal 3161. Dienten
gevolge eene vermeerdering van 539 m.
470 v. totaal 1009. De bevolking is
alzoo ia 1892 vermeerderd met 906 m.
7i3 v. totaal 1619. Samen 25890 m.
29414 v. totaal 55304. De bevolking der
gebouwen bedoeld in Stbl. No. 142 van
1887 bestond op 31 December 1882 uit
sterkte garnizoen 551 m. 81 v. totaal
>632. Bevolking gevangenis 1 m. 4 v.
totaal 5. Ia het krankzinnigengesticht
aan de Nieuwe Gracht 26 v. totaal 26,
.zoodat de totale bevolking op 31 Dec.
1892 bedraagt 26442 m. 29525 v. to-
taal 55967. Er zijn gehuwd 393 paren.
Een Iransch tooneelgezelEchap onder
directie van de ook alhier zoo gunstig
bekende Madame Thénard gaf Zater
dagavond in onzen schouwburg Mo
lière's „Femmes Savantes".
Met Molière trekt men nog altyd in
Parijs publiek, en in ons land eveneens.
De eenvoudige natuur-humor van zijne
■stukken doet ze voortleven door alle
eeuwen en allerlei literatuur-richtingen
heen en het is een geluk, dat zelfs thans,
nu de letterkunde zich speciaal bezig
houdt met het knutselen van een ge
compliceerd mechaniek in slappe zeep-
poppetjes het is een geluk, zeggen
wij, dat men Molières humor nog ge
nieten kan en wil.
De voorstelling van „Le3 Femmes
Savantes" was zeer bevredigénd. Ma
dame Théoard vertolkte Bélise, terwijl
de overige rollen weliswaar in handen
waren van personen, wier namen tot
Holland nog niet konden doordringen,
maar toch allen werden gespeeld met
dat entrain, dat den franschen kome
dianten zoo bizonder eigen is. De om
standigheid, dat zulk een gezelschap
avond aan avond dezelfde stukken op
voert, gevoegd bij de door de afwezig
heid van een souffleur geboden rollen-
atudie, brengen een goed ensemble te
weeg bij de leden van deze reizende
troepen, die als de golven van de zee
even gemakkelijk van- als tot elkander
komen.
Vijf bedrijven Molière men zou
zeggen, dat het voor een avond genoeg
waa. Evenwel, het gezelschap gaf er nog
drie bedrijven bij en wel Les Folies"
van Regnier. Na Molière valt haast ieder
blij- of kluchtspel tegen, maar deze „Fo
lies" staan dan ook wel wat heel ver
van zijn „Femmes Savantes" af. De
anti-climax was wat groot.
Een uitgelezen publiek woonde de
vooistelling bij.
De ondersteunende leden van de ver
eeniging „Het Vliegend Wiel" zullen
zich ongetwijfeld niet behoeven te be
klagen dat de vereeniging te weinig van
zich doet hooren. Tenminste de voor
stellingen door haar gegeven volgen
elkaar met verrassende snelheid op, en
wat nog het mooiste is, ze slagen ook
steeds zeer goed. De keus der stukken
laat ook niets te wenschen over, en bijna
altijd bepaalt men zich tot die soort
kleinere blijspelen, welke juist voor een
liefhebberijgezelschap zoo uitermate ge
schikt zijn.
Zaterdagavond werd opgevoerd „Wie
ben ik?" een blijspel in drie bedrijven,
dat tot intrgiue heeft de bekende ge
schiedenis, welke aan Philips van Bour-
gondië is toegeschreven, die nml. eens
een schoenmaker een dag lang zijne
plaats ia zijn paleis liet innemen. De
vertolking was zeer goed, vooral bij
Pioen, die de hoofdrol van den schoen
maker vervulde. Ook het spel van zijn
knecht Geert verdient een woord van
lof. Als aastukje werd gegeven „Joost-
Uilenspiegel" eea blijspel in een bedrijf,
dat ook uitstekend voldeed.
Door de naamlooze vennootschap
,Werf Conrad", directeur de heer P.
Goedkoop Dz«, alhier, werd 11. Zater-
Idag met het beste gevolg te water ge
laten het stoombaggervaartuig Goliath
zijnde het tweede van de beide zee
waardige baggerperswerktuigen, aan ge
noemde werf in aanbouw voor rekening
van het Pruisisch Goevernement ten be
hoeve van de havenwerken van Pillau.
Heden hebben 931 kinderen en 399
volwassenen gebruik gemaakt van de
gratis uitdeeling van koffie en brood.
Voor de Vrydag gehouden aanbeste
ding voor het bouwen van een woon
huis aan de Gasthuisvest en het Klein
Heiligland, uitgeschreven door den heer
S. J. W. Moas, architect alhier, zijn
ingekomen 16 biljetten, waarvan het
laagste dat van den heer H. van Es
voor f 4789, aan wien het werk is gegund.
Naar wij vernemen, is Zaterdag j.l.
d< wedstrijd te Cambridge om den
„Priace-of-Órange Cup", ondanks het
slechte weer en ijs toch doorgegaan,
evenwel zonder dat onze kampioen
Eden, noch de beide andere Hollanders,
Houtman en Rodenhuys hebben mee
gereden. De toestand van het ijs ea de
wijze van rijden hadden voor hen te
veel bezwaren. Eerstaankomende op de
baan van 1600 meter was Ayeling, die
de baan aflegde in den juist niet mooi
te noemen tijd van 3 ra. 27 sec. Zon
dagavond zijn de heeren Eden en
Houtman alhier teruggekeerd.
Door de politie alhier zijn aange
houden en naar het huis van bewaring
overgebracht, twee amsterdamsche kna
pen, J. C. van Eek, oud 18 en P. J.
Radius, oud 16 jaren, die zich hadden
schuldig gemaakt aan diefstal van een
winterjas, in het confectiemagazijn van
S., aan de Kruisstraat, terwijl zij tevens
worden verdacht aan het ontvreemden
van een gouden horloge, bij den hor
logemaker ten B., aan de Barteljoris-
straat alhier. Radius heeft reeds vroeger
met de Justitie kennis gemaakt.
Er heeft zich hier te lande
een comité gevormd, bestaande uit de
heeren Joh. van 't Liadenhout te Neer
bosch, L. R. J. A. Roosraale Nepveu
te Doorn, H. Pieison te Zetten, H. A.
J. Leembruggen te Zwolle, jhr. dr. L.
de Goor te Velp, J. H. F. Gangel Czn.
te Harderwijk, dat zich ten doel stelt
de toenemende werkeloosheid door emi
gratie te bestrijden.
De keus daarto* is gevallen op de
noordwestelijke districten van Canada,
welker regeeriog aan ieder volwassen
persoon boven de 18 jaar eene huis-
plaats van 160 acres (65 bunders), tegen
betaling van de kosten der inschrijving
k 10 dollars afstaat-, mits hij aan voor
waarden voldoet, waarvan de strekking
is, der regeering een waarborg te geven,
dat de alzoo toegestane huisplaats ook
werkelijk door den „settler" bewoond
wordt.
Het comité hoopt een maatschappij
tot stand te brengeD, die eene leening
uitschrijft, met het doel, zóo duizenden
gezinnen, die hier geen werk en dus
geen brood kunnen vinden, op eene
huisplaats te vestigen. Maar het oogen-
blik is daartoe niet gunstig, zegt het
comité, en tcch de nood nijpt.
Om het groote doel voor te bereiden,
wenscht het comité eeu 40- of 50-tal
jonge mannen, met 2 of 3 gezinnen
liaar Canada te zenden, die daar als
pioniers, al wegbereiders voor hunne
lotgeaooteD, die het comité hoopt te
laten volgen, zullen optreden; Reeds in
April 1893 hoopt het die uitzending te
doen geschieden. Voor hunne ontvangst
en plaatsing in Canada zal de vertegen
woordiger aldaar, de heer B. losinger,
lid der Staten van de noordwestelijke
districten, zorg dragen, Tegen een goed
loon is daar werk voor hen te vinden.
Het loon in de zomermaanden, éen
dollar daags, boven kost en inwoning,
is voor een veldarbeider veel. Van dit
loon kan een kloeke jonge man na
eeaigen tijd de kosten van overtocht
terugbetalen. Ditzelfde geld kan dus
later weer dienen om anderen te helpen
emigceeren.
Eene belangrijke som is noodig om
dit plan uit te voeren, en het comité
zoekt dus steun bij hen, die, meer of
minder rijk bedeeld met aardsche goe
deren, veel of weinig kunnen afstaan.
Vóór de eerste dagen van April moet
het comité eene keuze gedaan hebben
uit de vele honderden, die zich tot het
comité wenden met het verzoek hem te
helpen, ten einde in een aader wereld
deel werk en dus brood te viaden.
Penningmeester is de heer jhr. dr. L.
de Geer te Velp, die gaarne iedere gift
voor dit doel, groot of klein, in ont
vangst neemt. Drie landgenooten zegden
ieder reeds eene gift van 1000 toe.
Slechts een zeer ge ring ge-
tal jongens en mannen gaven te Am
sterdam Zaterdaggochtend gehoor aan
de oproeping van het comité de
werkeloozen, om zich weder te verza
melen, ten einde bewoners van Kei
zers- en Heerëngrachten te bewegen
geld te geven.
Het buitengewoon ougunstige weder
hield aan den éenen kant velen thuis
en verschatte aan den anderen kant
werk aan honderden. Een der leden
van het comité, Van Someren, deelde
het hoopje jongens en nieuwsgierigen
mede, dat een inspecteur van politie
er bevond zich eene kleine aideeling
politie ter plaatse hem had te ken
nen gegeven, dat de volvoering van het
in het strooibiljet geopperde plan niet
zou worden toegelaten. Hij zeide, dat
het ook niet in de bedoeling vnn het
comité had gelegen, inderdaad aan de
woningen der rijken aan te bellenmen
had door het strooibiljet alleen de aan
dacht der gegoeden op den nood willen
vestigen, om hen er zoodoende toe te
bewegen, aan burgemeester en politie
commissarissen geldelyke {bijdragen ter
hand te stellen, en dat het overigens
het comité er om te doen was, alle
herrie te voorkomen. Van Someren ried
dus de aanwezigen aan, zich kalm huis
waarts te begeven, ook „omdat ten ge'
volge der sneeuwbuien zoowel door de
stadsreiniging als door particulieren een
groot aantal werkeloozen aan den arbeid
waren gezet, en hij thans bijna uitslui
tend nieuwsgierigen en herriemakers om
zich heen zag.
Zijne woorden werden reeds toege
juicht, toen een ander lid van het comité,
de welbekende Geel, ter plaatse ver
scheen, en Van Sommeren zijne handel
wijze begon te verwijten, hij, Geel, had
immers op zich genomen den tocht langs
de grachten te leiden, omdat hij de
eenige ongehuwde onder de leden van
het comité was, en het er voor hem dus
minder op aan kwam, zoo hij misschien
deswege een paar dagen achter slot en
grendel zou worden gezet.
Door dit verschil van meening ont
stond er eene tamelijk heftige woorden
wisseling tU8schen van Someren en Geel,
die hiermede eindigde, dat van Some
ren zich huiswaarts begaf.
Intusschen spoorde een derbetoogers
in de Spuistraat tot doorzetting van
het plan aan. Een kleine troep ving
daarop weder eene wandeling aan.
Klaarblijkelijk echter ontbrak alle lei
ding.
Eenige politie-agenten begeleidden
den stoet, die echter natuurlijk weder
vergroot werd door raenschen, die met
de zaak niets te maken hadden.
De steenhoop op het Spui bleek door
politie bewaakt te worden.
Tegen J2 uur was men weder terug
op de oude verzamelplaats. Weder
drongen eenige sprekers op naar huis
gaan aan, maar anderen riepen daaren
tegen, dat men toch nog door de stad
zou trekken, om brood te vragen en,
zoo dit dan niet gegeven werd, brood te
eischen.
Zoo verwijderde zich weder een
kieine troep, ditmaal voor de grootste
helft jongens, waaronder kwajougenB
Uit het engelsch
VAN
A. CONAN DOYLE.
"3Ï
Hunter verkeerde klaarblijkelijk onder den invloed van een
sterk werken den slaapdrank, en daar men hem met geen mogelijk
heid tot zijn bewustzijn kon doen wederkeeren, liet men hem
liggen om uit te slapen, terwijl de. twee vrouwen en de twee
jongens de afwezigen gingen zoeken. Zij hoopten maar steeds, dat
Straker om de een of andere reden het paard naar bniten had
gebracht om het in de vroegte te berijden, maar toen zij den
heuvel hadden beklommen, die zich nabij het hnis bevindt, en
vanwaar zij den omtrek konden overzieü, zagen zij geen spoor
van het renpaard maar wel iets anders, dat het vermoeden bij
hen deed opkomen, dat er een drama had plaats gevonden.
Ongeveer een kwartmijl van de stal verwijderd zag men John
Strakers overjas fladderen aan een heeBter. Vlak daarachter be
yond zich een ronde kuil in den heidegrond, en op den bodem
daarvan vond men het lijk van den ongelukkigen Straker. Zyn
schedel was verpletterd tengevolge van een hevigen slag met het
een of ander zwaar wapen, en hy had in de dy een wond, een
lange, diepe kwetsuur, ongetwijfeld door een scherp voorwerp toe
gebracht. Het was evenwel doidelyk, dat Straker zich heftig tegen
zyn aanvallers had verdedigd, want in zyn rechterhand hield hy
een klein mes, dat tot op het handvat met bloed was bevlekt,
terwyl hy in zyn linkerhand een rood en zwart zijden das hield
omklemd, die door de dienstbode werd herkend als den vorigen
avond te zijn gedragen door den vreemdeling, die den stal had
bezooht.
Toen Hunter uit zyne verdooving ontwaakte, bevestigde hy op
stellige wyze wat de dienstbode omtrent de afkomst van de das
had gezegd. Hy was er ook van verzekerd, dat de vreemdeling,
terwijl hy aan het venster stond, over zyn lamsvleesch met kerrie
een slaappoeder had uitgestrooid en op die wyze den bewaker van
den stal onschadelijk had gemaakt.
Wat het vermiste paard betreft; in den modder op den bodem
van den noodlottigen kuil, waren sporen genoeg voorhandeD, dat
het daar ten tyde van de worsteling was geweest. Sedert dien
morgen was het echter verdwenen, en ofschoon er een groote be
looning voor den vinder is uitgeloofd en al de zigeuners in Dart
moor aan het opsporen zyn, is er nog niets van het dier bekend.
Ten slotte heeft een scheikundig onderzoek aangetoond, dat de
overblijfselen van het avondeten, door den staljongen overgelaten,
een tamelijk groote hoeveelheid opium in poedervorm bevatte,
terwijl de huisgenooten, die hetzelfde eten hadden genuttigd, er
volstrekt geen hinder van hadden gehad.
//Ziedaar de voornaamste feiten in deze zaak, zonder inachtne
ming van de vermoedens en zoo kort mogelijk verteld. Ik zal nu
gaan vertelleD, wat door de justitie is verricht.
z/De inspecteur Gregory, aan wien het onderzoek is toevertrouwd
is een bizonder geschikt ambtenaar. Als hy maar met wat ver
beeldingskracht was begaafd, dan zou hy het in zyn beroep ver
kunnen brengen. Na zyn komst ontdekte en arresteerde hy al zeer
spoedig den man, op wien de verdenking natuurlijk rustte. Het
kostte hem zeer weinig moeite den man te vinden, want hy
woonde in een van die villa's, waarvan ik reeds heb gesproken,
Zyn naam was, naar het schijnt, Fitzroy Simpson. Hy was een
man van goede geboorte, en die eene goede opvoeding had geno
ten, maar by had zyn geld met wedrennen verloren, en leefde nu
door in de sport-clubs te Londen eenigszins als bookmaker to
fungeeren. Een blik in zyn wedboek heeft aangetoond, dat hy
voor een bedrag van vijfduizend pond tegen de favorite had
genoteerd.
Bij zijn arrestatie deelde hij reeds uit zichzelf mee, dat by naar
Dartmoor was gegaan in de hoop om zich eenige inlichtingen te
kunnen verschaffen omtrent de paarden van King's Fyland en ook
omtrent //Desborough", de tweede favorite, die in de stallen
te Mapleton aan de zorgen waa toevertrouwd van Silas Brown^
Hy deed geen enkele poging om te ontkennen, dat zyne handel
wijze op dien avond was geweest, als zy werd beschreven, mam?
hy verklaarde volstrekt geen slechte bedoelingen te hebben gehad en
eenvoudig inlichtingen uit de eerste hand had willen hebben. Toen
men hem zyn das voorlegde, werd hy zeer bleek en was hy niet
in staat om te verklaren, hoe die in de band van den vermoorde