NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
10e Jaargang.
Woensdag 25 Januari 1893.
No. 2933.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
Van Verre en Van Nabij.
STADSNIEUW 8.
Commissie „Koffie en Brood".
WEDSTRIJDEN.
FEUILLETON.
11 m
Ël ÜWMli»
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOtt
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangêre G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuceParijs Blbis Faubourg Montmartre:
TWEEDE REEKS.
I.
De juristen in Nederland debatteeren
sinds langen tijd over de vraag, of aan
personen die op last der justitie in
voorloopige hechtenis zijn gezet en die,
of wegens onvoldoende bewijzen of
omdat hun onschuld gebleken was,
weder in vrijheid moeten worden ge
steld of aan deze personen van Rijks
wege al dan niet schadevergoeding moet
worden verleend.
k Aan het debat is nog geen einde en
het zal er ook wel niet gauw aan
komen. Er zal nog heel wat meer ge
praat moeten worden, voordat de justitie
er toe zal overgaan, om personen, die
zij teiwille van haar onderzoek, een
tijd lang opsluit, te betalen een som,
ongeveer overeenkomende met die, welke
hij in dieEzelfdea tijd, in vrijheid voor
het onderhoud van zich en de zijnen
zou hebben noodig gehad.
Wij zeiden daar, dat de juristen ver
deeld zijn natuurlijk, anders kon het
heele vak wel worden afgeschaft. Som
migen zeggen, dat de vergoeding billijk
en rechtvaardig, anderen dat zeonnoo-
en verderfelijk werkt. Laat ons de
argumenten eens nagaan.
Wij allen loopen gevaar, morgen te
worden gearresteerd. De ma» die equi
page heeft, zoogoed als hy die de
paarden roskamt. Stel er heeft een in
braak plaats gehad. Men heeft iemand
op den tijd, toen de diefstal moet
hebben plaats gehad, in den omtrek van
het huis gezien. HQ is in het bezit van
een paar vreemde munten, precies
gelijk aan die, welke onder anderen zijn
gestolen. De inbreker is over eene
schutting moeten klimmen en de man
dien men gezien heeft, heeft een scheur
in zijn jas. Men weet, dat hij juist in
geldgebrek was. De justitie vreest, dat
hy ontvluchten zal en hij wordt
gearresteerd en gevangen gezet, hoewel
hij part noch deel aan de zaak heeft.
Maar de waarheid komt aan den dag.
De ware dader wordt gevonden. De
directeur van de gevangenis krijgt een
boodschap, dat hij den onschuldige kan
laten gaan en nadat deze vier weken
als een schelm is behandeld en van zijn
vrijheid verstoken is gebleven, kan hij
heeDgaan. Hoogstens zegt de justitie
„ja, 't spijt me wel, beste vriend, maar
de schijn was ook tegen je l Nu, het
ga je goed, hoor!"
Intusschen is 'smans toestand zeer
verergerd. Zij» patroon heeft een ander
In zijn plaats genomen, zijn gezin zoo8
goed als het gaan wou, op de pof ge
leefd. Er zyn schulden, er is geen ver
dienste. Zou het nu niet billijk zijn,
wanneer de Staat zei„Hier heb je een
honderd gulden of wat, als vergoeding
voor geleden schade?"
En het geval dat ik daar noemde,
is nog het gunstigste. Stel eens, dat men
den waren dader niet had gevonden.
Dan zou waarschijnlijk de gearresteerde
na eenigen tijd zijn vryheid hebben
herkregen, wegens gebrek aan bewijs.
Wegens gebrek aan bewijs Dat wil
zooveel zeggen als„Man, de justitie
is overtuigd dnt je de daad hebt be
gaan, maar het wettig bewys kan zij
niet leveren
Ia dat geval is de toestand van den
vrijgelatene allertreurigst. Niet alleen is
bij zonder geld en met schulden be
zwaard, maar hy kan ook nergens weer
werk vinden. Niemand vertrouwt hem.
Hij heeft immers gezeten en is alleen
ontslagen, omdat hij de justirie te slim
af was en zy het hem niet waar heeft
kunnen maken
Is bet niet billijk en rechtvaardig, dat
dezen man eea schadevergoeding wor
de verleend
De wetenschap van het recht heeft
voor den leek veel duisters en onver
klaarbaars, maar zij bezit daartegenover
een grondstelling, die in gulden lette
ren mag worden gegrift;
„Ieder is onschuldig, zoolang zijn
schuld niet bewezen is". Ongelukkig is
het, of men soms die stelling omkeert
en van een verdachte verlangt, dat hij
zyn onschuld bewijze» zal iets, wat
hem natuurlijk veelal onmogelijk is.
De man, die wegens gebrek aan be
wijs is ontslageD, behoort dus te wor
den beschouwd als onschuldig, even
goed als de verdachte die werd losge
laten, omdat de ware dader gevonden
werd.
Wat is er nu in te brengen tegen
eene dergelijke schadeloosstelling aan
hen, die onschuldig i» preventieve
hechtenis zijn geweest De kosten
Geenszins, want op het Recht en op
de Billijkheid mag niet worden beknib
beld. Het gevaar, dat gewetenlooze per
sonen een baantje gaan maken van het
onschuldig gevangen zitten Dit zal de
justitie door strenge strafbepalingen kun
nen voorkomen, zooals zij doet ten
opzichte vaa meineed.
Voor juristen is de vraag; „schade
vergoeding of niet een moeilijk
vraagpunt, voor keken ligt het antwoord
voor de ha»d„Waar het Rijk, ten
dienste en ter vergemakkelijking van
zijn rechterlijk onderzoek, iemand die
onschuldig is een tijdlang van zijn vrij
heid berooft, daar moet het Ryk hem
de daardoor geleden schade ook ver
goeden."
En dat te eerder, omdat de zedelijke
schade aan zoo iemand toegebracht,
daarbij veelal zoo ontzettend groot is. Op
den braafsten mensch t^r wereld blyft,
in de oogen van het publiek, altyd een
vlek kleven wanneer hij hoe kort ook,
binnen de gevangenis heeft vertoefd.
Wij voor ons zouden dan ook eene
moreele schadevergoeding, in den vorm
eener plechtige afkondiging door den
rechter van den onschuld des beklaag
den, veel hooger stellen, dan de ver
goeding door esn geldsom. Maar die
moreele schadevergoeding [zal nog wel
lang een ideaal blijven en daarom zou
er al veel gewonnen zijn, wanneer de
rechter althans financieel de geleden
schade mocht herstellen.
Haarlem, 24 Jan. 1893
De miliciens der lichting '92, behoo-
rende tot het niet blijvende gedeelte,
worden op 29 April a. s. in "t genot
van groot verlof gesteld, terwijl zQ vanaf
1 Maart t. v. met klein verlof vertrek
ken en niet meer voor eerstgenoemden
datum behoeven terug te keeren.
De miliciens tot het blijvend gedeelte
worden 15 Juli '93 met groot verlof
huiswaarts gezonden.
Met ingang van 1 Februari a.s. is
door den Burgemeester te Utrecht be
noemd, tot inspecteur van politie de
heer E. F. vaa der Lugt, thans adjunct
inspecteur van politie alhier. TJtrCt.
Naar wij vernemen zal de heer G.
Moerbeek, thans directeur van de
Stadsbank van Leening, Zondag 29
Janusri a. s. den dag herdenken, waarop
hij voor 25 jaar als 2® klerk aan deze
gemeentelijke instelling werd benoemd.
Ongetwijfeld zal het den heer Moerbeek
dien dag niet aan blijken van belang
stelling ontbreken.
De drie van de vier concerten, door
mej. Jeanne Landt dit seizoen te hou
den, en waarvan het eerste de vorige
week zoo goed is geslaagd, zullen wor
den gegeven; 18 Februari, 18 Maart
en 12 April e. k.
Heden hebben 1070 kinderen en 354
volwassenen gebruik gemaakt van de
gratis uitdeeling van koffie en brood.
Hedennacht is alhier overleden mej.
Hendrika Hoch, echtgeaoote van Petrus
Slebe, die nog geen veertien dagen ge
leden den dag feestelijk herdachten
waarop zij voor 50 jaar in het huwelijk
traden.
Op uitnoodiging van de lette; lievende
vereeniging „J. J. Cremer", trad Maan
dagavond in den schouwburg voor hare
leden op, onze stadgenoot, de heer F.
Allan, die drie kleiBe historische onder
werpen behandelde als een Haarlemsch
klaverblad van drieëo, daar de door
hem in die verhalen besproken hoofd
personen, Haarlemmers of personen af
komstig uit Haarlem waren.
Spreker begon met op onderhoudende
manier voor te dragen de bekende
legende van de burchtvrouw van oud-
Haarlem, die, toen de vrijheer van Bloe-
mensteyn het was in den jare 1268
het kasteel van haar echtgenoot,
Willem van Oud-Haarlem, berucht om
zijne norschheid, gehaat om zijne wreed
heid, met zijne onderhoorigen ingesloten
hield, en dé belegerden door hon
gersnood gedrongen, op het punt stonden
van zich te moeten overgeven, van den
vijand zeer gemakkelijk de vergunning
wist te verkrijgen, wijl zij algemeen be
mind en geëerd was wegens haar zacht
heid en weldadigheid, zich met hare
maagden en het dierste wat zij bezat, uit
het slot te mogen verwijderen. Dat dierste
nu, wat zij bezat was haar echtgenoot,
die in een mand verborgen door de
vijandelijke schare werd heengedragen
en aldus zijne vrijheid bekwam.
De aan de meeste Haarlemmers on
getwijfelde bekende geschiedenis van
Jan de Lapper vormde het tweede
blaadje van het driebladige klaverblad.
Het is het verhaal van Jan Barendse,
die wegens zijn ambacht als schoenma
ker „Jan de Lapper" genoemd, ten tijde
van :den len engelsehen oorlog hier
ter stede aan de Melkbrug aan het
Spaarne woonde en het aan zijn man
moedig gedrag in den bewosten zeeoor
log te danken had, dat hij later dank
zij den voorspraak van admiraal Tromp
tot commandant van een oorlogsschip
opklom.
Na de pauze droeg de heer Allan op
zeer onderhoudende wijze voor de eigen
aardige geschiedenis van de audiëntie
door de twee eenvoudige landlieden
Willem Geurtsen en Jochem Jansen uit
Kortenhoef, afgelegd bij Maria de Mé-
dicis, koningin van Frankrijk, tijdens
zij een bezoek bracht in 1638 aan Am
sterdam.
Het verhaal hie~van is ook geschied
kundig. Willem; de zoon van Jansen,
was Oostinje vaar der en was bij den
terugkeer van zijne zeereis door zijn
vader en zuster afgehaald. De eerste dag
dat hij aan land was, bleek echter zeer
noodlottig voor hem te worden. Een
beschonken persoon, die het zijne zuster
lastig maakte, werd door hem bij on
geluk gedood en hij natuurlijk daarvoor
ingerekend. Op initiatief nu van Geurt
sen nam men de komst van de
fransche koningin te baat, om gratie
voor Willem te verkrijgen en werd dit
dan ook verkregen bij gelegenheid van
het van stapel loopen der „Zeven ver-
eenigde Provinciën".
Een tamelijk talrijk gehoor volgde
den spreker aandachtig bij zijn met zeg
gingskracht en op boeiende wijze voor
gedragen stukken.
In de heden gehouden civiele terecht
zitting der rechtbank alhier is uitspraak
gedaan tusschen de firmaAlbers te Middel
burg, procureur mr. H. Ph. de Kanter, en
de Gemeente Zandvoort, procureur von
Reeken. De procedure liep over den aan
koop van pl. m. f 12000 badmaterialen,
ten dienste van de exploitatie diêr baden
van gemeentewege.
De vordering werd toegewezen en
de gemeente Zandvoort veroordeeld om
het genoemde bedrag van 12000 te
betalen met de proceskosten.
Gelijk wy in ons nummer van 9 Nov.
1892 hebben meegedeeld, werd voor
den eischer gepleit door mr. de Witt
Hamer te Middelburg en voor de ge
daagde gemeente door mr. von Reeken.
De suikerfabriek „Holland" te Half
weg, waaraan de werkzaamheden thans
zijn afgeloopen, verwerkte in deze cam
pagne niet minder dan 36 millioen
kilogram beetwortelen.
In het Noordzeekanaal levert het ijs
voor de scheepvaart geen bezwaren
meer op; reeds is een groot gedeelte
van het kanaal door het spuien te
IJmuiden vrij van ijs. Maandag hebben
de Haarlemsche stoombooten „Haarlem
Paccet," „Spaarne" en „P. van der
Hoop," met veel inspanning de vaargeul
door Spaarne en zij kanaal naar het
Noordzeekanaal opengebroken.
Heded 24 Januari, zou te Parijs in
de Columbia Skating Rink den grooten
wedstrijd plaats hebben tusschen den
Amerikaan Skinner en den Australiër
Delmont. De prijs is 5000 francs.
Zondrg zijn de wedstrijden to
Charlottenburg voortgezet. Eerst had de
beslissingsrit plaats voor den wedstrijd
om het meesterschap van Europa over
1500 meter.
UitslagEricson (Stockholm) 2 min.
46 sec., Fredericson (Christiania) 2 min.
49s/s sec., Underborg (Hamburg; 2 min.
532/s sec. Ericson, de overwinnaar op
de baan van 500 meter won dus ook
Uit het engelsch
VAN
A. CON AN DOYLE.
4*
wHet net is tamelyk dicht om Fitzroy Simpson geweven/'
merkte hy op, #en ik geloot voor my, dat hij ook de schuldige
is. Tegelijk moet ik echter herkennen, dat het bewys slechts rust
op den samenloop van omstandigheden, en dat de een of andere
nieuwe ontdekking dit in eens kan omverwerpen."
z/En wat dunkt u omtrent het mes van Straker?"
z/Wij zyn tot de gevolgtrekking gekomen, dat hij zich in zyn
val heeft gewond."
z/Myn vriend Watson heeft dit vermoeden reeds uitgesproken
terwyl wy op reis waren. Indien het zoo is, dan zon dit feit tegen
dien Simpson getuigen."
«Ongetwijfeld. Hy had geen mes bQ zich en aan zyn lichaam heeft
men geen wond kunnen ontdekken. De omstandigheden getuigen
ongetwyfeld sterk tegen hem. Hy had groot belang by een even
tueel verdwenen van de favorite, de verdenking rust op hem, dat
hy den staljongen een slaapmiddel heeft ingegeven; hy is onge
twijfeld in den wind en regen buitenshuis geweest; ny was ge
wapend met een zwaren stok, en zijn das is gevonden in de hand
van den doode geklemd. Ik ben inderdaad van oordeel, dat er be
wijzen genoeg zyn om hem voor het gerecht te brengen."
Holmes schudde het hoofd. //Een knappe advocaat zou de ge
heele theorie uit elkaar rukken," zeide hy. //Waarom zou hy het
paard uit den stal wegleiden? Als hy het dier wilde verminken,
waarom kon hij dat niet in den stal doen? Is er een duplicaat
sleutel in zyn bezit gevonden P Welke apotheker heelt hem de
opium in poeder verkocht, en boven alles hoe kon hy, een vreem
deling in het graafschap, een paard en nog wel zulk een paard
verborgen houden Wat is zijn eigen verklaring wat betreft het
papier, dat hy door middel van de dienstbode aan den staljongen
wilde geven
*Hy zegt, dat het een bankbiljet van tien pond was. Er is er
een in zyn beurs gevonden. De andere moeielijkheden, door u op
genoemd, zyn niet zoo gewichtig als zy wel schijnen. Hy is geen
vreemdeling in het graafschap. In den vorigen zomer heeft hy
tweemaal te Tavistock gelogeerd. De opium was waarschynlyk uit
Londen meegebracht. De sleutel zal, toen hy zyn dienst heeft be
wezen, zyn weggesmeten. Het paard kan wel op den bodem lig
gen van een der oude mijnschachten, die zich op de heide be
vinden."
nWat zegt hy van die das?"
z/Hy erkent, dat het de zyne is, en beweert, dat hy ze heeft
verloren. Er is evenwel een nieuw element iu de zaak ingevoerd,
waaruit kan worden afgeleid, waarom hy het paard uit den stal
heeft verwijderd,"
Holmes spitste de ooren.
z/Wy hebben sporen gevonden, die aantoonen, dat eene bende
zigeuners Maandagavond hunne tenten hebben opgeslagen binne»
een myl afstand van de plaats, waar de moord heeft plaats gehad*
Dinsdag waren zy verdwenen. Verondersteld nu, dat Simpkimon
in connectie stond tot die zigeuners, zou hy dan het paard niet
naar hen hebben willen brengen, toen hy werd overvallen, en kas
het paard nu niet in hun bezit zyn?"
z/Dat is zeer goed mogelyk."
z/De heide is geheel doorzocht om de zigeuners te vinden. Ik
heb ook tot op een afstand van tien mylen alle stallen en wonin
gen te Tavistock en daarbuiten laten doorzoeken."
«Er is immers in de nabijheid nog een andere stoetery niefcg
waar
«Ja, en dat is een factor, die wy zeker niet moeten veronacht
zamen. Daar //Desborough" het paard uit die stallen als op een
na den besten renner werd beschouwd, was het in hun voordeel als
de favorite verdween. Men weet, dat de trainer Silas Brown
tot een aanzienlijk bedrag heeft gewed, en hy was geen vriend
van den armen Straker. Wy hebben evenwel den stal doorzocht,
en niets gevonden, wat met de bewuste zaak in verband is te
brengen."
z/En kan die Simpson ook geen belang hebben by het voordeel
van den Mapleton-stal
//Volstrekt niet."
Holmes leunde achterover in het rytuig en het gesprek werd