NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 10e Jaargang. Vrijdag 27 Januari 1893. JNo. 2935. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. Commissie „Koffie en Brood". DE OPLOOPJES. Arrondissements-Rechtbank, PQSTDIHFSTAIi TB IJHUIDBB. FEUILLETON iï mmmm mmaqnd. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en cour antiera, Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangêre G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, SuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre: Haarlem, 26 Jan. 1893 55' Het toelatingsexamaa voor de cadet tenschool te Alkmaar zal dit jaar alhier -worden afgenomen. Voor eenige dagea berichttenTwïj dat de heer A. J. Meyerink in den Schouw burg eene gymnastiek- en schermvoor- stelling zal geven, waarvan de opbrengst zal strekken ten voordeele van de com missie tot gratis verstrekking van koffie en brood. Hieromtrent deelen wij nog het volgende mede. ff? ie de uitvoering zal plaats hebben op Dinsdag 31 Jan. a. s. in den Schouw burg en niet zooals eerst vermeld is op 1 Febr.ten 20 liggen lijsten ter jn- teekening bij de boekhandelaars en bij onderstaande heerenL. F, Keyser, Lange Veerstraat 33 A. J. C. Van Es, Bartel)orisstraat 6; Johs. Theijs, Anegang 28; A. W. J. Reeser, Gr. Houtstraat 7; J. H. Wittgreie, Gr. Houtstraat 46; J. A. Vermeer, Gr. Houtstraat 3A en bij A. J. Meyerink, Jaeobijnestraat 20. De directie van den Schouwburg heeft zeer gunstige conditiën gesteld, terwijl de heeren H. van Zandvoord, boek drukker, en J. Van Gelder, mr. timmer man, hunne kostelooze adsistentie ver kenen. Maandagavond wordt in onzen schouw burg opgevoerd door de Nieuwe Rott. Schouwb. Mij., dir. Blaaser, Verhagen Co., „de Aspirant-Ambtenaar S«or,n welk stuk eene parodie is op toestanden in onze residentie, ongeveer in den vorm als in ude Groote Tj om," „de Doofpot," enz. Zooals men in de advertentie heeft kunnen lezen zal de heer M. Merens van Amsterdam Vrijdagavond a. s. in de bovenzaal van „De Kroon" spreken voor de vexeeniging „Vergunning" alhier. Heden hebben 988 kinderen en 441 volwassenen gebruik gemaakt vau de gratis-uitdeeling van koffie en brood. Het verslag over Prof. Stokvis' Woensdag gehouden voordracht in Tey- lers gehoorzaal wordt in het volgend nummer opgenomen. Hadden wij gehoopt, dat met het invallen der duisternis Woensdag de op de Markt saamgeschoolde personen naar huis zouden gaan, deze verwachting werd niet bewaarheid. Ook na het ondergaan der zon bleven de groepjes op de Groote Markt st&as. Toch zouden deze menschen zeker geen last hebben veroorzaakt. De straat jeugd is ket geweest, die wat men noemt „den boel heeft opgeschept." Reeds te zeves uur zagen wg een bende van ODgeveer dertig joDgens, die steenen wegkaapten van een hoop welke op de Gedempte Oude Gracht bij de Groote Houtstraat was opgeslagei en die op dat oogenblik door de politie niet werd bewaakt. Toen wij eenige oogenblikken later aan een inspecteur op de zaak wezen, bleek ons dat een oogenblik te voren twee agenten op de plek waren geposteerd geworden. Nu de kwajongens aldus projectielen bezaten, wilden ze die ook gebruiken. Weldra rinkelden de ruiten op de Oude Gracht, die de bengels, ia optocht voorbijtrekkende, insmeten. De politie onder den adjunct-inspecteur Keijzer, joeg zonder den sabel uit de scheede te trekken, de bende wel uiteen, maar kon natuurlijk niet beletten, dat zij ztch verderop weder aaneensloot en al zingende verder trok. Nu eens hoorde men het „achtuurslied," dan weer „weg met de sosejalen" en het verheffende lied „Nieuwennuis mot zakkies plakke." Intusschen moesten steeds meer rui ten het ontgelden en met hoeveel bald- dadigheid daarbij te werk werd gegaan, blijke uit het navolgende lijstje van straten waar dit vernielingswerk werd gepleegd: Nieuwe Groenmarkt, Lange Wijngaardstraat, Parklaan, Nassaustraat, Nieuwe Gracht bij de Hooimarkt, Scha- cheistraat, Paarlaarsteeg. Telkens rondtrekkende kwam de troep, die nu ook aangevuld was door een aantal opgeschoten knapen, op de Groote Markt terug. Hier stond het voortdurend vol menschen, meest nieuws gierigen die eens een kijkje kwamen nemen en waartusschen de jongens al zingende voortmarcheerden, zichzelve blijkbaar heele helden gevoelende. Twee agenten onder den adjunct-inspecteur van Asperen wandelden heen en weer op de Markt. De passage werd geen oogenblik gestremd. Tegen negen uur evenwel haalde de troep josgens een brutalen streek uit Door de Barteljorisstraat en Kruisstraat marcheerende, sloegen zij plotseling de Nassaustraat in en kwamen zoo op het Nassauplein. Of de politie daaraan niet had gedacht, of dat de burgemeester zelf geen bewaking had gewild, maar zeker is het, dat toen de troep daar verscheen, slechts twee agenteu in po litiek aanwezig waren, ongewapend en buiten machte tegen den stroom iets uit te richten. Reeds bij de aankomst van den troep hoorden wij in de Nassaustraat de ruiten rinkelen en nauwelijks op het Nassauplein gekomen, smeten zij pro jectielen naar de huizen van den heer Von Hemert, baron van Lijnden es den burgemeester, welke naast eikander staan. Opeens verhief zich midden uit den hoop het geluid van een alarmfluitje en toen wij er doorheen drongen, zagen wij den heer L. Glaser, de® zoon van den deurwaarder alhier, die uit alle macht het signaal gaf, zonder zich te bekommeren om de scheldwoorden en de dreigende houding van de op geschoten jongens om hem heen, doch dezen nu en dan een minachtend woord toevoegende over hunne lafheid. Dan, de politie was nabij. Gewaar schuwd door den heer Mr. W. Jager Gerlings had zij den pas versneld en het volgende oogenblik kwamen de in specteurs Scherpenhuysen, Nolthenius en de adjunct Keijzer met den stok, benevens drie agenten die het plat van den sabel gebruikten, op den troep cbargeeren en voor de duchtige slagen die er werden uitgedeeld, vloog alles uiteen, terwgl menigeen in de overhaaste vlucht neer- bonsde over het lage hekje om het plantsoen. Bij onderzoek bleek, dat bij den heer von Hemert en bij den burgemeester elk een en bij baron Van Lijnden twee ruiten zgn ingeworpen. De politie had een jongen bij deze charge gearresteerd, terwijl te halfacht op de Groote Markt een vijftienjarige knaap was ingerukt, die met zeldzame brutaliteit een agent van politie een klap wilde geven met een stok. Na de charge op het Nassauplein keerde blijkbaar de kalmte eenigszins terug. Het zingen verflauwde en de groote troep was zeer gedund. Wel moest de politie op de Nassaulaan nog een charge doen, daar een aantal jongens weer in de richting van het Nassauplein liepen, maar deze charge was van minder beteekenis. Tot elf uur bleven er menschen op de Groote Markt staan, maar reeds sedert tien uur was de menigte afnemende. Het was dus niet te vreezen, dat er ook des nachts nog iets gebeuren zou. Trouwens, des nachts zijn de kinde ren naar bedHet heele relletje van gisteren is niets geweest dan een heisa van kleine jongens, later versterkt met opgeschoten knapen. Wij die den heelen avond de gebeurtenisjes hebben bijge woond, wij ontkennen ten sterkste, dat de werklooze arbeider aan deze kwa jongensstreken deel heeft gehad. Het waren niet de werkloozen, maar de roe- keloozen, de kinderen en de opgescho ten jongens. Dit zoo zijnde vraagt men zich af, of het niet beter ware geweest, wan neer de politie terstond krachtdadiger ware opgetreden. Evenwel, la critique est aisée, l'art est difficile. Overigens is de aanleiding tot het gebeurde duidelijk. Nog daargelaten de rede van Fortuin, is het usance dat van alle opstootjes te Amsterdam, iets naar Haarlem overwaait. Maar het is niet de goede werkman, die tijdelijk geen arbeid heeft, welke van deze ^standjes meehelpt. Deze doet aan het verwekken van een storm in een glas water niet mee. Heden had de Groote Markt haar gewone aanzien herkregen. De groepen van Woensdag waren zeer gedund. Circa eén uur werden een tweetal werk lieden door de politie naar het bureau in de Zijlstraat gebracht en bij onder zoek bleek ons, dat zij behoorden tot een clubje van ongeveer twintig werk loozen, die op eigen gezag aan woningen in den Hout en onder Heemstede eene collecte hielden. Wegens bedelarij alzoo waren de twee mannen (opperlieden) opgebracht, terwijl ook de overigen successievelijk worden opgespoord en naar het bureau gebracht. (Zie vervolg stadsnieuws 3e pag.) Heden stond voor de Rechtbank alhier terecht, de ontslagen directeur van het postkantoor te IJmuiden, Adrianus Pagé, sedert eenigen tgd in verzekerde bewaring. Pagé staat terecht terzake, dat hij te IJmuiden in zijoe betrekking van direc teur tusschen 28 Juli 1885 eu 19 Oc tober 1892 zich heeft toegeëigend en aangewend ten eigen bate een bedrag van 5092.39, toebehoorende aan het Rijk, en welke hij in zijne bedie ning onder zich had. Verder wordt hem ten laste gelegd, dat hij op 18 October 1892 een der registers van het kan toor, No. 230, dienende tot boeking van de dagelijksche ontvangsten en uit gaven, valsch heeft opgemaakt, door onder uitgaven op 4 October 1892 een bedrag van 76.20 aan uitbetaalde postwissels te boeken 876.20, en op 6 October een post van 151.29 te boeken voor ƒ951.29, op den 11 den October het uitgave-cijfer ƒ102.40 te veranderen in ƒ902.40, op den 13den October te boeken inplaats van 167.85, 967.85 op deazelfden dag ƒ869.63 inplaats van ƒ69.63, op den 14der, Octo ber ƒ1546.inplaats van ƒ1046.—. Zoodat hij op die bladzijde van dat register vijf daarop voorkomende, alreeds geboekte posten valschelijk gebracht op een bedrag, dat 4000 hooger was dan werkelijk het geval was en eene daarop voorkomende alreeds geboekte post, valschelijk met 500 verhoogd. Pagé is een man van 54 j&ar, met een fatsoenlijk uiterlijk. Hij is zeer bleek, doch bedaard. In 1884 werd hij tot de betrekking van directeur van het postkantoor ie IJmuiden benoemd, zoodat hij reeds een jaar na zijne be noeming de malversatiën begon. De zaak kwam uit, toen de inspecteur aer pos terijen den i8den October 1.1. het kantoor inspecteerde en daarbij het tekort in de kas vond. De inspecteur, de heer A. J. M. Le- deboer, wordt het eerst als getuige ge hoord. De inspecteur zeif verklaart, dat sedert 15 April 1887, alzoo in vijfjaar, geen inspectie van het kantoor had plaats gehad. Pagé dekte het eene met het andere en kwam hij op een gegeven oogenblik geld tekort, dan had hij een doorloo- pende subsidie van f 5000 aan het kan toor te Amsterdam en kon vandaar geld krijgen, zonder dat Amsterdam kon nagaan of hij hot wel noodig kon heb ben. De schade die het Rijk heeft, wordt verminderd door de borgstelling van den beklaagde die f 1900 bedraagt. Ge vraagd waarom niet vaker het kantoor werd geïaspecteerd, antwoordt de heer Ledeboer, dat dit inspecteeren zoo nu en dan maar eens gescheidt, daar hij 400 kantoren onder zijn toezicht heeft en die niet elk jaar kan nagaan. Het eigenaardige van deze verval- schingen in het register is, dat Pagé ze gemaakt heeft een oogenblik voordat de inspecteur op het kantoor kwam. Toen de heer Ledeboer van den trein kwam, zag hem de besteller van het kantoor en deze, eerder dan de heer Ledeboer aan het kantoor komende, zeide tot Pagé„ik heb den inspectenr gezien/* Onmiddellijk ging nu de directeur naar boven en verhoogde de zes posten als boven omschreven, maar daar het te kort meer dan f 5000 bedroeg en hg de posten slechts f4500 had verhoogd, ondekte de inspecteur bg eerste telling, dat de kas niet sloot en bij nadere be schouwing bleek de veivalsching tevens. Den inspecteur is nooit iets gebleken over te weelderige leefwijze van den beklaagde. Pagé bekent al de vervalschiogen en Uit Tiet engelsch van A. CONAN D O Y|L E. 6) //Wat is dat Dawson P" riep hg uit. //Geen praatjes maken, ga aan je werk 1 En wat drommels wat komt gij hier doen z/Ik wou eens een minnut of tien met n praten, mgn beste mgnheer,zeide Holmes zoo vriendelijk mogelijk. z/Ik heb geen tgd om den eerste den beste te woord te staan. Wg hebben hier geen vreemden noodig. Gaat heen,|of ik stuur den hond op u af." Holmes boog zich wat voorover en fluisterde Brown iets in het oor. Deze ontstelde hevig en werd in egn gelaat bloedrood. /,Dat is een leugen riep hij uit. ,/Een vervloekte leugen //Uitmuntend 1 Zullen wg het in het publiek of in uw spreek kamer bespreken „O kom maar binneD, als gg dat juist wilt." Holmes glimlaehte. //Ik zal a niet langer dan een paar minuten behoeven te laten wachten Watson," zeide hg. Welnu mijnheer Brown, ik ben geheel tot uw dienst." Er verliepen een twintig minuten en de rose tinten hadden reeds voor grijze, grauwe tinten plaats gemaakt alvorens Holmes en de trainer weer verschenen. Nooit heb ik zulk een groote ver andering opgemerkt, als had plaats gevonden met Silas Brown in dien korten tgd. Zgn gelaat was aschgrauw, zweetdruppels parel den op zgn voorhoofd, en zgne handen beefden, zoodat de karwats trilde, als een door den wind zacht bewogen boomtakje. Zijn norsche overmoed was geheel verdwenen en hg liep naast mgn metgezel als een hond naast zgn meester. z/Uwe instructies zullen opgevolgd worden. Zg zullen geheel worden opgevolgd," zeide hg. z/Pas op, dat er geen vergissing wordt begaan," zeide Holmes en zag om zich heen. De ander kromp als het ware ineen, toen hg de bedreiging in zgne oogen las. //O neen, er zal geene vergissing plaats hebben. Op denjuisten tgd zal het er zgn. Zal ik het eerst nog veranderen of niet?" Holmes dacht een oogenblik na, en barstte toen in lachen uit. i/Neen, doe dat maar niet," zeide hg. //Ik zal er u wel over schrij ven. En nu geen listen of...." „O gg kunt mg vertrouwen, gg kunt mg vertrouwen." «Ja, dat geloof ik ook. Welnu morgen zult gg wel van mg hooren." Hg wendde zich om zonder te letten op de bevende hand, die de ander hem toestak, en wg keerden naar King's Pyland terug. z/Een mooier voorbeeld van onbeschaamdheid, lafheid en krui perij als *n mgnheer Silas Brown heb ik zelden ontmoet," merkte Hoime8 op, toen wij naast elkaar voortwandelden. //Heeft hg dan het paard in zgn bezit." «Hg trachtte het te loochenen, maar ik heb hem zoo nauwkeu rig zgne handelwijze op dien morgen beschreven, dat hg er van overtuigd is, dat ik hem heb bespied. Natuurlijk is u de eigen aardig vierkante vorm van zgne schoenen opgevallen, welke ge heel overeenkomen met de voetsporen. Natuurlijk zou een onder geschikte zooiets nooit hebben durven doen. Ik vertelde hem, hoe hg als naar gewoonte des morgens het eerst bg de hand zgnde, een vreemd paard los over de heide had zien rondloopen; hoe hg naar buiten was gegaan en zeer verbaasd was geweest, toen hg ontdekte welk paard het was, daar hg het herkende aan het witte voorhoofd, waaraan de favorite ook zgn naam had te danken het toeval had nn het paard in zgne macht gebracht, het eenige paard, dat in staat was om het renpaard, waarop hg had gewed) te verslaan. Daarna beschreef ik hem, hoe zijn eerste aandrang was geweest het naar KiDg's Pyland terug te brengeD, maar hoe de duivel hem in het oor had gefluisterd, dat hg het paard tot na den wedstrijd kon verbergen, waarna hij het naar Mapleton bracht. Toen ik hem alle bizonderheden vertelde, verloor hg den moed, en was er nog slechts op bedacht om zgn eigen hnid te redden." «Maar de stallen zgn toch doorzocht?" «O, een onde jockey zooals hg heeft middelen genoeg ter zgner beschikking om een paard te vermommen." «Maar zgt gg niet bevreesd om het paard in zgn macht te laten, nn het zijn voordeel is om het op de een of andere manier •*oor den race onschadelijk te maken?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1