NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 10e Jaargang. Vrijdag 17 Maart 1893. No 2977. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: NABETRACHTING STADSNIEUWS. BIN N 1N L A N D. FEUILLET O NI TWEE GESLACHTEN' HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door liet gekeele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Puhlicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, SuccParijs 316is Faubourg Montmartre. Bij dit Nummer is gevoegd liet Gemeenteraadsver slag van IS Maart. van den GEM EENTERAAD LIX. De agenda was dezea Woensdag een muis met een staart. De Raad was vóór half drie ad met de muis klaar, daarop begen hij aan de staart, maar voordat die behoorlijk opgeknabbeld was, was het kwartier voor zessen geworden. Toen begonnen eindelijk ('t waa een flj.uw kostje) de magen te rammelen en geheidden de vroede vaderen. Ik zei daar, dat 't een flauw kostje was en daar heb ik niet te veel mee gezegd. De politieverordening moest morden herzien en mes kas zich zoowat 'begrijpen wat zes es twintig mannen kunnen beweren over eea verordening. Er waren verschillende voorstellen van de Commissie tot het ontwerpen s® herzien vaa verordenïages, tegen wier overtreding straf is bedreigd* Behalve de denkbeelden van deze iangnamige Commissie, hadden ook andere leden van den Raad ideeëa uit te spreken en zoo kwam er een collectie voorstellen voor den dag, waarover nogal zoo iets te praten viel. Als nu iemand soms vragen mocht ivwaarom deden de andere leden va* de» Raad niet eerst hunne vooretellen aan de Commissie voor de Strafverordenin gen, om tijd en moeite te wiane» dan verklaar ik, dat niet ie wete*. De wegen van bestuurscolleges zijm dikwijls ondoorgrondelijk en het is moeieljjk hen daarop te volgen. We kregen .nu de kluchtige komedie, dat een Raadslid een voorstel deed, dat de Commissie het verkeerde ervan aantoonde en dat de voorsteller zijn denkbeeld maar weer inslikte. Van wat er besproken werd, was veel meer van juridisch, daa van praktisch belaag. Nieuw is de bepaling, dat in I gebouwen van drie of meer verdiepisgen, bestemd om door verschillende gezinnen te worden bewoond, steenes trappen moeten zijn, ter voorkomieg van brand gevaar, Blijkbaar is men bang, dat hier ter stede vandaag cf morgen kazernewonin gen zuilen worden gebouwd, sooels mea die in steden als Amsterdam, helaas zoo talrijk vindt. Komt ©p de beneden verdieping van zoo'n kazeraewooiag brand, dan kunnen de bovenbewoners niet of met groote moeite outsnappe». Wanneer voortaan vergunning wordt gegeven voor het maken van beerput- tan, zal iedere put ten minste éee ku bleken meter inhoud moeten hebben en voor elk huis zal eén put afzonder lijk moeten worden gemaakt, zoodat niet meer zooals tot heden, meerdere perceelen i» cén ca dezelfde put zullen mogen afvoeren. Men begrijpt licht wat deze maatregel bedoelt, zuinigheid namelijk. Nu de faecaliën-belasting overleden is, wordt het geraden niet al te vaak de putten te ledigen en bij gezamenlijke putten is dat natuurlek dikwijls noodig. De heer Macaré koa zjja voorstel dezen Woensdag niet behandeld krij gen, Mea weet, hoe dat voorstel strekte tot het maken van voorwaarden, waar onder vergunningen kunnen worden in getrokken, als een gevolg van het con flict tusachen Burgemeester en Wsihou- ders en den heer Macaré. Laatstgenoemde had, wat ik mij wel kan begrijpen, liever de zaak Woensdag behandeld gezien, opdat de tegenwoor dige burgemeester er zjjne opinie over zou .kunnen zeggen. De heer Stoel en de veertien lede» die mét hem besloten de «aak te behandelen waaneer de nieuwe burgemeester in functie zal ge treden zijn, wenachten klaarblijkelijk een debat tuuschen den burgemeester' en desa heer Macaré te voorkomen en mis schien is dat ook maar beter. Wat de heer Macaré voorstelde, is een princi pieels kwestie en gaat buiten personen ora en na de vroegere discussies over dit onderwerp, was de vrees voor een scherpe woordenwisseling niet onge wettigd. Naar ik vernam, zal de burgemeester voor het laatst de Raadsvergadering leiden op Woensdag den agsten of eéa dag later. Dan zal tevens Mr. Iordens afscheid nemen van den Raad en de plaats, welke hij zevenentwintig jaar innam, voor zijn opvolger inruimen. HikRLEM, 16 Maart 1893. Voor de geldleening ad 600,000 ten behoeve deier gemeente, is ingeschreven voor een bedrag van f 2,587,000. De hoogste koers was 96, de laagste 85V1 pCt. KromlissemBnts-Rec htbank, Zitting van heden 16 Maart. Op den 17en Januari was er IJsfeest te Aalsmeer. In deze aan amusementen nu niet zoo bijster rijke plaats bleef op dien dag geen oud wijfje bij het spinne wiel en alzoo geschiedde het dat ook de negentienjarige Klaas Wegman, werkman aldaar, tot de feestelingen behoorde. Maar, zooals de dichter zegt, ffzoo menig feestgetij wordt opgevolgd door tranen." Wegmans opgang tot het ijsfeeat is aanleiding geworden, dat heden Arie Maarse, schipper en 46 jaar oud, terecht staat onder beschuldiging van Wegman gewelddadig aangegrepen en geworpen te hebben. //Ik was," vertelt Wegman, ,yonder het touw door op de ijsbaan gegaan, denkende dat zooals vroeger gebeurde, een van de personen, die toegangs kaartjes verkoopen, naar mij toe zou komen, om mij te vragen of ik een kaartje had. Ik wist niet, dat dit veranderd was en nu bij den ingang een kaartje moest worden genomen. Daarop kwam Maarse naar mjj toe, duwde mij met geweld onder het touw door en greep mij, toen ik achter het touw stond, zoo hard in de borst, dat ik achterover viel en mijn neus aan 't bloe den raakte." Dit beweren wordt door vjjf getuigen bevestigd. Maarse loochent echter de juistheid ervan. Hij zegt, Wegman zon der geweld van de baan te hebben gezet en hem volstrekt niet achterover te heb ben geworpen. Ook zy'ne verklaring wordt bevestigd door vjjf andere getuigen, die destijds met hem commissaris van orde waren. Volgens hen was Wegman aangeschoten en er blijkbaar op uit, de orde en rust te verstoren. De politie van Aalsmeer beeft hem, toen hij een kaartje had, herhaaldelijk van de baan moeten zetten. De subs. ofl. v. juBt., requisitoir ne mende, acht alle getuigen ter goeder trouw. Beklaagde is driftig geworden over het onbehoorlijk gedrag van Weg man. Voor gevangenisstraf acht spreker de zaak niet ernstig genoeg en en requi- reert daarom veroordeeling tot een geld boete van ƒ10, subs. 5 dagen hechtenis. De verdediger voor beklaagde, Mr. Th- de Haan Hugenholtz, die de getuigen verklaringen resumeerend concludeert tot het opleggen eener geringe geldboete, wanneer althans de rechtbank van oor deel mocht zijn, dat hij voor het onbe duidende feit nog moet worden gestraft. Uitspraak over 8 dagen. De min. van binnenI. zaken heeft, uit overweging, dat ten gevolge van het overlijden van den heer W. M. Oppedijk eene verkiezing van een lid der Tweede Kamer moet plaats hebben in het hoofdkiesdi3trict Harlingen, be paald dat die zal gehouden worden op Dinsdag 4 April e. k. en de her stemming, is die noodig, op Dinsdag 18 April daaraanvolgende. Te Harlingen bestaat het voor nemen, den heer Th. Heemskerk can- didaat te stellen ia de plaats van het overleden lid der Tweede Kamer, den heer Oppedijk. De heer De Savornin Lobman zou dit jaar niet in aanmer king wenschen te komen. Hbld. Dinsdag is te 'sGravenhage plotseling overleden de heer J. P. Hof stede hoofddirecteur der posterijen. Dinsdag nog vervulde hij met de hem eigen werkkracht zijne moeilijke en veel omvattende taak als hoofd van een der meest belangrijke takken van den staats dienst. De overledene heeft aan het land groote diensten bewezen. Aan zijne on vermoeide werkzaamheid en zijn talent heeit het nederlandsche postwezen veel te danken. Hoe geacht en gezien de ontslapene bij zijne ondergeschikten, in alle rangen, was, daarvan bleek herhaaldelijk, niet het minst in 1890, toen hij zijn gouden jubileum in den staatsdienst vierde. Veel heeft hij gedurende zijne ruim 52 jaren lange loopbaan tot stand weten te brengen tal van hervormingen heeft hy weten in te voeren. In December 1822 te Assen geboren, werd de heer Hofstede den 511 Novem ber 1840 benoemd tot surnumerair der koninklijke Nederlandsche posterijen. In die betrekking werkzaam gesteld bij het hoofdbestuur der posterijen, bureel controle, volgde in 1847 zijne benoeming tot vijfde commies aan het postkantoor te Amsterdam. Na in 1852 te zijn belast, met den rang van commies bij het departe ment van financiëD, waaronder de pos terijen destijds behoorden, met de zaken van vervoer en het personeel, verwisselde hij den titel 5 jaren later met dien van buitengewoon inspecteur, welken rang hij behield tot 1864, toen hij bij besluit van 10 Maart werd aan gewezen tot opvolger van mr. J. Pols als hoofddirecteur der posterijen. Van zijn onverdroten werkkracht getuigen tal van herzieningen en ver beteringen, die onder zijn bestuur in de laatste kwart eeuw ten uitvoer werden gebracht. Onder meer anderen dienen vermeldingde geheele afschaffing van bestelgeld ten platten lande in 1865 en de belangrijke verbeteringen in den plattelandspost; de nieuwe hervorming van het Nederl. postwezen bij de wet van 1870, welke in de jaren 1872,1876 en 1881 nader bjj de wet werd gewij zigd de invoering der rijkspostspaar bank in '80 en het volgende jaar die der pakketpost. Ook nam de ontslapene deel aan het totstandbrengen eener Algemeene Post- vereeniging, welke, op de conferentie te Parijs in 1865 opgericht, op de daarna gehouden congressen te Bern in 1874, te Parijs in 1878 en 1880 en te Lissabon in 1885 werd uitgebreid en verbeterd. Nog ia den zomer van het vorige jaar vertegenwoordigde de heer Hofstede ons land Dij het internationale postcongrea te Weenen. Ook als hoofd van den telegraafdienst behartigde hij de belangen van dezen dienst op de conferentiën te Berlijn in 1885 en te Parijs in 1890. Dat zijne groote diensten, den lande bewezes, op prijs gesteld en zijne goede hoedanigheden werden erkend, bleek uit zijne t enoeming tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Bij de herstemming voor een lid der Provinciale Staten van Over- ijsel in het district Enschede zijn Dins dag uitgebracht 2119 stemmen: van onwaarde waren er 19. Gekozen is de heer J. H. Wisselink (lib.) met 1073 st. De heer Reef (antir.) had 1027 st. Eenvoudig gel ij k zijn leven was de wijze waarop Woensdagmiddag te twaalf uur op het kerkhof „Zorg- vlied" aan den Amstel het stoffelijk overschot van wijlen mr. N. de Roever, archivaris der gemeente Amsterdam,werd ter aarde besteld. Voordat de lijkkoets op het kerkhof was aangekomen hadden zich daar ter plaatse een aantal belangstellenden, onder wie vele dames, verzameld. On der hen merkten wij op een aantal leden van het „Oudheidkundig Genootschap" en van de vereeniging „Rembrandt"; den heer Fr. D. O. Obreen, directeur van het Rijksmuseumenkele professo ren, ouder wie mr. P. W. A. Cort van der Linden de juridische facuiteit ver tegenwoordigde, in welke De Roever lector was. Toen de eikenhouten lijkkist, waarop een geel-koperen plaat, waarin denaam en data van geboorte en overlijden ge- grifd waren, in de groeve was neerge laten, werden op het dekkleed vele fraaie kransen en palmtakken gespreid. Onder die kransen was er eene van de „Ghezellen in Bredero 1885," eene club, die sedert ontbonden isvan de vereeniging „Rembrandt"; van het „Oad- heidkondig Genootschap"; van den ad junct-archivaris van Amsterdam, mr. W. R. Vedervan de gezamenlijke ambte naren werkzaam aan het stedelijk ar chief. Daarbij werd er namens het genoot schap „Aiti et Amicitiae" eene gevoegd door den bouwmeester den heer A. C. Bleys. „Deze krans," zeïde de heer Bleys, „leg ik hïer namens „Arti et Amicitiae" neder uit eerbied, hulde, hoogachting en waardeering van de diensten door mr. De Roever aan „Arti" bewezen. Boven al als erkentelijkheid voor hetgeen de overledene in 1880 deed voor het tot stand brengen der tentoonstelling van oudheidkundige voorwerpen uit edele metalen. Wij waardeeren de diensten die De Roever bewees aan het opspo- 2) HOOFDSTUK I. Hei zaad wordt uitgestrooid. Na dezen scherts vertrok de jonge man en liet Mitchell alleen achter om den brief te schrijven, dien hij gezegd had te zullen schrijven. Terwijl hij de schrljfbenoodigdheden naar zich toehaalde, verwenschte hij zijn collega, en noemde hem inwendig een be moeizieken, jongen dwaas. Hg schreef een vormeljjkon brief aan de Compagnie -de oude Oost-Indische Compagnie, die met grootboek en journaal een geheel rijk regeerde en vestigde haar aandacht op het verkeerde bericht in de dagbladen, haar tevens verzoekende zich Diet de moeite te geveD, de fout openbaar te maken, daar bjj zjjne kennissen reeds bad geschreven. Na dit te hebben verricht, vervolgde hjj weer zijn gewone levenswijze. Dergelijke menschen kunnen heel wat verdragen. Zjj dragen een geweten met zich rond, dat veel overeenkomst heeft met den vloer van «en Augias-stal, maar zjj weten hoe zjj er in moeten loopen. Het //wetboek van moraal", waarbjj zjj zweren, is zoodanig ingericht, dat het hen niet in moeieljjkheden brengt met zichzelven. Seymour Mitohell handelde geheel in dien geest. Gedurende de maasden, die volgden, verrichtte hjj zjjne werkzaamheden met een onbelast geweten en een verlicht gemoed bjj het denkbeeld, dat in de toekomst, die hem zoo toelachte, Anna Hethbridge geen rol zon spelen. Hjj diende zjjn land en de Compagnie met een helderheid van blik, daarbjj tegelijk de levens van anderen op het spel zettende, zoodanig, dat eer en roem niet konden nitbljjven. Ook verborg hjj zjjn licht niet onder een korenmaat, maar liet het zooveel mogeljjk in alle richtingen sehjjnen. Zooals echter reeds is gezegd, hjj kon niet alles voorzien. Hjj wist bijvoorbeeld niet, dat zjjn manilla-rookende mindere in rang een jongmenscb, even argeloos als onbescheiden, want die twee hoedanigheden gaan gewoonlijk met elkaar gepaard een ijzer- sterk geheugen bezat. Hij voorzag niet, dat een vluchtig gesprek, in een iadischen bungalow als een photografie werd opgenomen in de niet bizon der ontwikkelde hersenen van een jongen man, om in een ongelukkig oogenblik gereproduceerd te worden, terwijl de gevolgen zich zes en twintig jaar later zouden doen gelden. HOOFDSTUK IL Ann Hethbridge Ann Hethbridge had Seymour Mitchell lief met die liefde, die in overeenstemming was met haar karakter. Toen zjj aan de ruim voorziene ontbijttafel zat te Jaggery House, Clapham Common, en de tjjdïng van zjjn dood vernam, was haar eerste gewaarwording ee»e van bittere toorn tegenover eene voorzienigheid, die zioh ten opzichte van haar zoo misdroeg. Zij had niets dan voorspoed gekend In haar leven - een leven, burgerljjk, vol overvloedige weelde, geheel in overeenstemming met hare wensehen. Zjj had steeds ondergeschikten ter harer be schikking gehad, op wie zjj de onlogische buien en nokken voort spruitende uit haar wisselvalligen gemoedsaard kon botvieren. Zjj was het bedorven kind geweest van een zwaarljjvigen, onwelop- gevoeden vader, en een zeer onbeteekenende moeder, die zonder het te hebben kunnen verwachten door weelde omringd, niets aan hare dochter kon weigeren. Drie maanden na de ontvangst van de doodstijding begaf Anna Hethbridge zich naar Hertfordshire, waar zjj bjj gelegenheid van een bezoek in de pastorie te Stagholme, kennis maakte met den squire van Stagholme, James Edward Agar, met wien zjj zich verloofde. Een maand daarna werd zjj de tweede vronw van den niet zeer verstandelijk ontwikkelden, ouden landheer. Het zou moeieljjk zjjn om te zeggen, welke beweegredenen zjj had tot deze oogenschjjnljjk zoo hartelooze handelwijze. Sommige vrouwen zjjn harteloos dat is bekend. Anna Hethbridge was evenwel te onstuimig, te prikkelbaar en te genotziek om geen hart te bezitten. Een zonderlinge, onlogische, vrouwelijke beweeg reden meest haar tot die handelwijze hebben genoopt een van die beweegredenen, onbegrjjpeljjk voor het mannelijk verstand want zij deed alles met de meeste beslistheid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1