NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
TWEE GESLACHTEN*
lOe Jaargang.
Vrijdag 21 April 1893.
No. 3006.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADYERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
ArraRdissements-Rechtbanb,
FEUILLETON,
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37|.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE CoJOHN FJONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Bij dit Nummer is gevoegd
het Gemeenteraad8verslag van
9 April.
Haarlsm, 2o April 1893.
Hoewel voor korten tijd herbenoemd
ils stads geneesheer heeft de heer dr.
j, B. Wijohofl aan dea Raad dezer ge
meente verzocht, om eervol ontslag uit
deze betrekking om gexoadsredenea.
Zeer zeker zal dit betreurd worden door
degenen, die met den heer Wijnhoff in
asarakiag kwamen ea hem b|j het ver
ruilen dezer functie hebbes leerea waur-
leeren niet alleen als geneesheer maar
ook als mensch.
De paardenarts 2e kl. L, J. M. Rijnen-
>erg, van het 20 reg. huzaren alhier,
wordt den ien September geplaatst aan
de Kon. mil. academie te Breda.
Het aantal deelhebbers in deOader-
Inge Bra&dwaarborg-Vereeaiging voor
de gemeente Haarlem, dat op 31 De
leraber 1892 34, met 39 polissen en
ƒ212,850 bedroeg, is in het ie kwar-
aal 1893 gestegen tot 48, met 64 po-
issen en een verzekerd kapitaal van
ƒ401,150, een vooruitgang, die alles
zins bevredigend mag geacht worden.
Woensdagavond bood de schouwburg
alhier een eigenaardigen aanblik. Aldaar
;af de heer J. A. van der Boom, tura-
eeraar aan de Rijkskweekschool alhier,
;en gymnastiek-uitvoeriag met leer
icgen dier school en eenige klassen
ODgens en meisjes, en wel ten voor-
deele der vereeniging „Weldadigheid
taar Vermogen.1* Het programma was
;eurig opgesteld en afwisselend, terwijl
oefeningen, welke wij bijwoonden,
getuigden van de goede leiding en smaak
r*D den heer van der Boom. De rangen
wares flink bezet. Jammer is het, dat
de uitslag financieel zeer gering is.
Zitting van Donderdag 20 April.
Heden stond o. a. terecht Pieter
Orudis Hartogh, oud 22 jaar, wonende
le Zaandam, Ier zake van het overrijden
&iet zijn snlkey van den bejaarden
timmerman Thomas Blikslager, toen hij
wilde uithalen voor een ander rijtuig
'U daarbij de boom zoover over de
voetstraat kwam, dat deze Blikslager
omverwierp en het rijtuig over hem
heenging.
De overredene was vrij ernstig ge
wond; behalve een wond aan het oog
die hij bekomen had, waren drie zijner
ribben gebroken en weken lang kon
hij zijn werk niet verrichten. De des
kundige Dr. Kronenberg, acht het mo
gelijk, dat die ribben zijn gebroken
door den stoot van het lemoen, of
doordat het rad erover heen is gegaan.
Het laatste is evenwel het waarschijnlijkst.
Blikslager vraagt tevens schadever
goeding van ƒ246, t. w. 30 voor de
rekening van den dokter, 16 voor
medicijnen ea 200 omdat hij ia zoolang
niet heeft kunnen werken. De president
doet hem opmerken, dat hij laags dezen
weg niet meer dan 180 schadever
goeding kan vragen. Wil hij meer heb
ben, dan dient hij daarvoor eea civiel
geding te beginnen.
Het staat vast, dat de beklaagde met
zijn sulkey achter twee vigelantes aan
reed en daar voorbij wilde. Toen hij
half voorbij het eene rijtuig was, reed
hij Blikslager aan. Nu zegt laatstge
noemde dat hij rechtdoor wandelde ea
beklaagde beweert, dat Blikslager op
het moment, dat hij hem aanreed,
schuin overstak.
De substituut officier van justitie doet
den beklaagde opmerken, dat hij links
heeft uitgehaald, wat niet geoorloofd is.
Nadat de getuige A décharge Peter
Lensselink, die bij den beklaagde op de
sulkey heefi gezeten, heeft verklaard,
dat ook hij niet vooruit heeft kunnen
zien, dat er eea ongeluk zou gebeuren,
neemt de subs. off. v. just. Mr. Joh.
P. van Outeren het woord en qualifi-
ceert het feit als een noodlottig ongeluk.
Lichamelijk letsel heeft Blikslager er
niet uit gehouden en de oude Code pénai
zou het allicht hebben genoemd impru
dence of negligence; thans kan men
zeggen eene niet-gewilde rechtsschennis.
De groote schuld van Hartog ligt
daarin, dat hij zijn rijtuig heeft gestuurd
in eene verkeerde richting.
Spreker betreurende, dat ia deze zaak
de wet hem niet veroorlooft, geldboete
te eischen, requireert zijne veroordee
ling tot 7 dagen hechtenis.
De verdediger van beklaagde, Mr. L.
W. van GIgch, doet opmerken dat de
rechtbank zal hebben te bepalen niet
of de beklaagde de oorzaak is van het
gebeurde (dat is in confesso), maar of
hem te w ij t e n is wat gebeurd is.
Spreker betoogt, dat de lezing van
Hartog over het gebeurde juist moet
ziju. Bovendien was Blikslager niet op
den voetstraat, maar op een deel van
den weg, verheeld aan den zijweg, niet
zichtbaar voor Hartog, die bovendien
uithaalde zooals hij dat moest doen.
De wetgever heeft blijkbaar heel
andere gevallen bedoeld, toen hij be
paalde, dat voor zulke feiten alleen ge
vangenis- of hechtenisstraf kan worden
opgelegd. Anders had de wetgever wel
geldboete mogelijk gemaakt. Pleiter con
cludeert tot vrijspraak.
Uitspraak 07er 14 dagen.
De jury van de photografen-tentooa-
stelling, welke van 27 Mei tot 5 Juni
a. s. zal gehouden worden in de groote
zaal vaa „Felix Favore alhier zal be
staan uit de heeren J. G. C. Schlencker
te Bussum J. Btlttinghausen en J. J.
M. Guy de Coral te Arasterdam.
De raad der gemeente Mijdrecht be
sloot met algeraeene stemmen voor
600 deel te nemen ia de leening ad
ƒ6000, benoodigd voor het doen van
voorbereidende werkzaamheden, het ma
ken van plannen enz. voor den aanleg
van dea locaalspoorwcg HaarlemNieu-
wersluis.
Pogingen worden aangewend tot op
richting vaa eene coöperatieve stoom-
zuivelfabriek te Aalsmeer. Ia de daarvoor
onder leiding van den heer Ledeboer
gehouden vergadering was men alge
meen van meetdag dat hieraan werkelijke
behoefte bestaat. Tot bijwoning eeaer
tweede vergadering zijn een 30-tal vee
houders uiigenoodigd.
De meeting der socialisten, waarvan
wij in ons nummer van Maandagavond
melding maakten, zal gehouden worden
op Zondag 30 April op een weiland
aan de ringdijk der Haarlemmermeer
bij Halfweg.
BINNENLAND.
Blijkens opgave in de Staats
courant van 19 dezer bestond de be
volking der provincie Groningen op 1
Jan. 1893 uit 137,747 oa. en 141,650
vr., totaal 279,397, tegen 277,282
(i36,594 ok en 140,688 vr.) op 1 Jan.
1892. De bevolking der voornaamste
gemeenten op 1 Jan 1893 wasGro
ningen 57,967, Delfzijl 6711, Hoogezand
8999. Ónstwedde 9425, Slochteren
xo,573, Veendam 10,404 Wiidervank
9031, Winschoten 8179.
Bij de herstemming ter ver-
kiezing van eea lid der Tweede Kamer
in het hoofdkiesdistrict Harlingen zya
nitgebraoht 2730 stemmen. Gekozen is
mr. Th. Heemskerk (anti-revolutionair)
met 1366 stemmen. De heer Bouman
(liberaal) had er 1310.
Het volgende amendemen-
ten zijn thans aanhangig gemaakt
Door den heer Van Houtenom art.
1 (hoofdstuk faillissementen) te lezen
(gewijzigde redactie):
„De schuldenaar, die blijk geeft van
onvermogen om zijne opeischbare schul
den te betalen kan, hetzij op eigen
aangifte, hetzij op verzoek van eeu of
meer zijner schuldeischershetzij om
redenen van openbaar belang op requi
sitoir van het Openbaar Ministerie bij
rechterlijk vonnis in staat van faillisse
ment verklaard worden.
„Er bestaat onder andere vermoeden
vaa onvermogen om zjjne opeischbare
schulden te betalen ten aanzien van hem,
die nalaat eene schuld uit een wissel
brief of uit een orderbriefje te voldoen
of die met achterlating van schuld zgne
woonplaats heelt verlaten, zonder orde
op het beheer zijner zaken te stellen."
Door den heer Van Karaebeekom
den aanhef art, 1 te lezen
„De koopmandie ophoudt te beta
len."
Door den heer Van der Kaayom
uit art. 1 de woorden „om redenen
van openbaar belang" te doen vervallen
en aau het artikel toe te voegen „in
dien dit in het belang zijner gezamen
lijke schuldeischers weaschelijk bl|jkt."
(Bij aanneming van dit amendement
zou in art. 6, 2de lid, achter het woord
„betalen" behooren te worden ingevoegd:
„en van het belang der gezamenlijke
schuldeischers bij de faillietverklaring."
Uit overweging, dat vele
soorten van buskruit in den handel zijn
gekomen, die wegens den aard harer
raraenstetling en de grondstoffen waaruit
zij bestaan, voor het opleggen grooter
gevaar kunnen opleveren dau de bus-
krultsoortea, welke in 1879 bestonden,
en dat het, met het oog op de veilig
heid der ingezetenen, noodzakelijk is
geworden, in de magazijnen van oorlog
geen buskruit op te leggen, zonder dit
vooraf aan een onderzoek te onder
werpen, is bij Kon. besluit bepaald, dat
in de magazijnen van oorlog geen bus
kruit, toebehooreade aan kooplieden en
buskruitfabrikanten, mag worden opge
legd, zonder vooraf door een officier
der artillerie, aan te wijzen door den
minister van oorlog, te zijn onderzocht,
üet onderzoek geschiedt kosteloos.
Het onderzoek van haedelsbuskruit
geschiedt door een der officieren van
de Fyrotechnische werkplaatsen, aan te
wijzen door het hoofd dier werkplaatsen.
Het onderzoek van het handelsbus-
kruit, waarvoor berging in de maga
zijnen te Delft wordt gevraagd, geschiedt
op last van den directeur der artillerie
inrichtingen.
De commissie, in wier hzi-
den is gesteld het adres van beklag van
den heer Tb. Kleij, acht de klacht, dat
hem in strijd met de reglementaire voor?
schriften eervol ontslag uit den militairen
dienst zou zijn verleendongegrond.
Het hoofdpunt van haar betoog is, dat
de bepalingen omtrent de ncn-activiteit
niets tekort doen aan het recht van den
Goev.-Gen. om den officier te ontslaan,
die door zieis- en lichaamsgebreken voor
den dienst ongeschikt is geworden.
Wordt voor non-activiteit gevorderd een
tijdelijke ongesteldheid van langer dan
zes maanden, volgens de commissie
heeft niettemin de Goev.-Gen. het rechts
ook als die zes maanden niet z|jn ver
streken, eervol ontslag te verleecen we
gens blijvende gebreken. De commissie
meent intusschen, dat de meer voort
varende dan tactvolle wijze, waarop de
reglementaire voorschriften zijn toege
past, niet in allen deele van welwil
lendheid der militaire autoriteiten getui
gen.
In de gemeenteraadszitting
van Woensdag te Amsterdam isdegas-
kwestie behandeld.
De strijd loopt, zooals bekend is,
over de vraag of het gemeentebestuur
al dan niet volgens de concessie recht
had de Gasmaatschap; ij de levering
van gas op te leggen volgens den bran
der, die nu sedert eenige jaren voor de
meting der lichtsterkte iB gebruikt. De
„Imperial" ontkende dit, liet zich eenige
dagen beboeten wegens het leveren van
gas, dat niet aan die sterkte voldeed
verschafte daarna gas, dat wel die
sterkte had, maar dagvaarde tevens de
gemeente tot schadevergoeding.
Dit geding heeft de gemeente in eer
sten aanleg verloren en nu hebben B.
en W. het wenschelijk geacht dooreen
schikking den strijd te eindigen. Die
schikking komt hierop neder, dat de
gemeente aan de „Imperial" als ver
goeding ƒ512.800 betaalt en jaarlijks
J 112,000 wegens beter gas dan bij con
cessie zou z|jn bedongen.
De gasmaatschappij doet echter af
stand van die uitkeeringen, mits in hare
concessie de termijn van naasting, thans
1 Aug. 1897, wordt verlengd tot 1 Aug.
1907. Tevens worden eenige wijzigin
gen gebracht in de andere bepalingen,
voornamelijk betreffende de voorwaar
den, waarop de gasprijs kan worden
verlaagd en de naasting kan plaats
hebben.
De gemeenteraad heeft over deze
voordracht in de geheime vergadering
van 1 Febr. jl. beraadslaagd en toen
een commissie benoemd, bestaande uit
de heeren Pijnappel, Heiaeken, Heems
kerk, v. d. Wall, Bake en D. Josephns
Jitta, om haar van advies te dienen.
Het verslag van deze commissie lnidt
10)
HOOFDSTUK XXI.
Een stap in het duister
«In welk opzicht?-» vroeg Dora; Z|j was zeer bleek gewordeD,
hare lippen waren plotseling droog. Zjj hield haar parasol
vrat lager, zoodat mevrouw Agar haar gelaat niet kon zien. Zij
vraa zeker genoeg van haar stem. Daarin had z|j genoeg oefe
ning gehad.
«In welk opzicht was Jem niet, waarvoor w|j hem hielden
herhaalde z|j eentonig, als een van buiten geleerd lesje.
Mevrouw Agar aarzelde. Z|j trachtte te blozen, maar het ge
lukte haar niet.
«Ik kan n de bizonderheden niet goed mededeelen; misschien
W8l wanneer g|j wat ouder z|jt. G|j weet m|jn kind, dat in Indie
de menschen eigenaardige begrippen hebben ik bedoel van de
zeden, geheel anders dan by ons. En wellicht zag hy er geen
kwaad in./'
//Waarin?/' vroeg Dora ernstig.
Wel, in de levenswijze daar. Het sch|jnt dat hy daar een
minder gelukkige betrekking heeft aangeknoopt./'
«Wie heeft u dat meegedeeld vroeg Dora met een stem, die
dreigend klonk.
«Een man heeft het Arthur te Cambridge verteld een wa
penbroeder van den armen Jem. De man, die Arthur het dag
boek bracht."
Nu zij eenmaal was begonnen, was mevrouw Agar ook ver
plicht door te gaan. Zy had geen tyd om te overwegen, dat zy
alles op het spel zette by het besef aan de mogelijkheid, dat Jem
gestorven was.
Dora geloofde geen woord van dit verhaal, ofschoon zij volstrekt
geen bewijs bad vrn het tegendeel. Jem had zelden geschreven,
terw|jl z|jne brieven niet uitmuntten door breedvoerigheid wat be
treft z|jn eigen levenswijze.
Mevrouw Agar had haar best gedaan, om deze correspondentie
tegen te werken, en was er in geslaagd om aan beide kanten eene
kalme terughoudendheid te doen ontstaan. Zy bad Jem voortdu-
rand gemeld, dat Dora blijkbaar aan Arthur was gehecht, en dat
hun huwelijk slechts een kwestie van eenige jaren wachten was.
Dit had Jem nooit bevestigd gevonden in de een of andere zin
speling in Dora's brieven, en z|jne ridderlijkheid hier mis
plaatst had hem er steeds van teruggehouden Dora ronduit te
vragen of dit waar wis.
«En waarom?" zeide Dora, «vertelt gy m|j dit? Voor het ge
val, dat hetgeen gepraat wordt, waarheid bevat?"
«Ja m|jn kind, dat zal het zijn."
En tot hare verwondering zag mevrouw Agar, dat Dora haar
den rug toekeerde, alsof zy iets verachtelijks in haar zag, en
heen liep.
HOOFDSTUK XXIIL
Uit de kaken des doods gered
De «Mahanaddy" had zooeven de haven van Port Said verlaten;
en richtte haar steven door de golven der Middellandsche Zee
bespat, westwaarts.
Het diner was afgeloopen en de passagiers wandelden op het
halfdek en praatten met elkaar op dien langzamen toon van man
nen en vrouwen, die niet veel hebben te zeggen, en voor hetgeen
z|j te zeggen hebben nog veel tyd hebben. Het was zeer gemak
kelijk te bespeuren, dat z|j reeds een lange reis achter zich had
den. De nieuwsgierigheid voor de mede passagiers was reeds lang
verdwenen, en niemand zag een ander tweemaal achter elkaar
aan. Zy kenden zeer goed eikaars kleeding, ondeugden en kleine
onhebbelijkheden.
Op een klein gedeelte van het dek tnsschen de deur van de
kajuit des dokters en de ingang tof de salon wandelden twee
mannen langzaam op en neer. Beiden waren slank, forsch en stil
zwijgend. Wellicht hadden z|j aan boord tot dusverre het minst
gesproken, waaraan dan ook het feit zou z|ja toe te schrijven^
dat zy nu met elkaar praatten en nog veel schenen te hebben t«
vertellen.
De een was donker met glad geschoren gelaat en met iets in