GRETCHEN. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 10e Jaargang. Donderdag 18 Mei 1893. No. 3028. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN: BTAD8N1JSU W 8. FEUILLETON HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37^. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, SuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre. Haarlem, 17 Mei 1893. Burgemeester en Wethouders hebben bet navolgende schrijven gericht tot den Raad Bjj uw besluit van 29 November jl. no 4 werd ten fine van advies in onze hsnden gesteld een drieledig voorstel van uw medelid, den heer J. A. Lode- ffijks, welks laatste twee punten de strekking hebben in de plaats van de alhier bestaande Hoogere Burgerschool ter opleiding voor handel ea nijverheid eeae school van meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens, te stellen. Wij hebben overeenkomstig de be doeling van den geachten voorsteller liet advies ingewonnen van een aantal rntoriteiten en wij hebben de eer u diev stukken hierbij ter kennisneming over te leggen. Bijna zonder uitzondering ontraden al die adviezen de oprichting eener lagere 3chool met zeer uitgebreid leerplan, ge lijk de heer Ladewyks die voorstelt. Met de strekking van die adviezen kun nen wij ons wel vereenigen. Ia vroegere jaren is eene prosf van dien aard hier te? stede mislukt en er is, gelijk vooral in het advies van den districts-school opziener, in dat van de commissie van (oezicht op het lager onderwijs en in dat van den directeur der Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus wordt uiteengezet, geen reden om aan te nemen dat eene proef op grootere schaal, thans beter zou slagen. De on dervinding, ook in de laatste jaren hier ter stede, heeft den indruk gegeven dat aan zeer uitgebreid lager onderwijs wei nig of geen behoefte bestaat; getuige ook het weinige gebruik dat aan den vijfjarigen cursus gemaakt wordt van de gelegenheid om het onderwijs alleen in enkele vakken, te volgen. Naar ons oordeel zien de ouders, thans meer nog dan twintig jaren geleden, zich genoopt hunne kinderen liefst naar den vijfja rigen cursus te zenden om de eenvou dige redes, dat hun daar minder dan elders de wegen zyn afgeslote», voor hunne kinderen later dan op twaalf- of dertien jarigen leeftijd het een of ander vak van studie of beroep te kiezen, hetzij na gedeeltelijke doorlnoping van dien cursus. Wordt zoodanige schooi van zeer uit gebreid lager onderwijs hier niet opge richt, dan voorzeker zou het allerminst raadzaam zijn de Hoogere Burgerschool ter opleiding voor handel en nijverheid alhier geheel en al te laten verval len. De geachte voorsteller ver keert trouwens in dwaling wanneer hij bizonderen nadruk legt op het gering aantal leerlingen van die school. Wel is het waar* dat zich nooit een over groot aantal leerlingen voor die schooi heeft jnangemeld, maar toch was dat aantal niet zoo gering als de voor steller meent. Men zou tot splitsing van klassen hebben moeten overgaan, indien zich meer leerlingen in eenigs- zins belangrijk aantal waren komeu aanmelden, betgeen niet alleen om de kosten voor onderwijzend personeel, maar ook om het gebrek aan grootere ruimte in het bestaand gebouw, niet geringe bezwaren zou hebben opgele verd. Niettemin schijnt het wenschelijk aan deze school eene andere plaats in de inrichting van het middelbaar onderwijs te dezer stede te geven, waarover zoo straks nader. Het nu nog te behandelen eerste punt van het voorstel van den heer Lo- dewijks, heeft de strekking het bouwen van eene tweede of van eene grootere Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus te voorkomen door de bepaling, dat niet meer dan zestig leerlingen per jaar tot de laagste klasse der bestaande Hoogere Burgerschool met vijfjarige» cursca zullen worden toegelaten. Daargelaten het beswaar, dat de be staande school op het oogenblik reeds veel te weinig en niet goed verdeelde ruimte aanbiedt, zoodal zij in elk ge val verbouwd zou moeten worden, moet ai dadelijk worden opgemerkt, dat het getal van zestig te groot geno men is. Niet alle leerlingen toch van de laagste klasse gaan elk jaar naar de tweede klasse over, zoodat ia het stel sel van den geachten voorsteller selves, dat cijfer op hoogstens vijftig gebracht zou moeten worden. Het gevolg zou zijn, dat elk jaar een aanzienlijk getal leerlingen zou moeten worden afgewe zen, hoewel zij aan de eischen van toe lating voldeden. Mocht zijn stelsel niet temin uwe goedkeuring vinden, dan zouden wij u adviseeren geen cijfer te noemen, maar te bepalen dat elk jaar niet meer leerlingen tot de laagste klasse toegelaten zullen worden dan er beschikbare plaatsen zijn. Het is ons nie t duidelijk, welke maat staf 'gebruikt zou moet worden om uit te maken wie wèl, wie niet werden toe gelaten. Weigerde men alleen de kinde ren van ouders, die niet te Haarlem wonen, dan zou natuurlijk het Rijks subsidie vervallenmaar bovendien is hun aantal niet zoo groot, allerminst in vergelijking met de jaarlijks toenemende bevolking dezer stad, dat alleen door hen te weigeren het beoogde doel sou worden bereikt. Een vergelijkend exa men tusschen jongens van 12 of 13 jaren verdient o. i. onvoorwaardelyk afkeuring; niet alleen omdat eene bil lijke beoordeeling van hun aaoleg en kundighedea bij onderlinge vergelijking hGOgst moeielijk moet geacht wordeD, doch ook en niet minder omdat de in voering van zulk een vergelijkend toe latingsexamen aan de Hoogere Burger school, van de opleidingsscholen aihier ware africhtiagsscholea zou maken. Er zou dus weinig of niets anders overblijven daa tusschen de leerlin gen, die zich elk jaar voor de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus ko men aanmelden, door loting te laten uitmaken, wie van hen, die aan de eischen vaa toelating voldeden, het be voorrechte vijftigtal zouden vormen. Maar, in elk geval welken maat staf men ook nam om tot de aan wij- ziog der te plaatsen leerlingen te gera ken, steeds zou eene aanneming van het voorstel van den heer Lodewyks ten gevolge hebben, dat zeer vele ouders werden teleurgesteld en deze gemeente dientengevolge minder gezocht zou wor den door juist die klasse van bevolking welker toeneming voor de gemeentelijke fiaasciea het meest gewenscht is. Dat voorzeker is de bedoeling van den geach ten voorstelier niet, die blykens de toe lichting van zijn voorstel niet alléén door zorg voor de belangen van het onderwijs maar in de eerste plaats door financiéele overwegingen tot het indie nen van zijn voorstel werd gebracht. Wy meenen u dus te moeten advi seeren aaa geen der drie punten van het voorstel van den heer Lodewijks, uwe goedkeuring te verkenen. Wij vermoeden echter dat uit uwe vergadering de vraag zou opryzen of daa van ons geen voorstel te verwach ten was ter verbetering van de inrich ting van het middelbaar onderwijs in deze gemeente. De Hoogere Bur gerschool met vijfjarigen cursus voor jongens immers dreigt te groot te wor den, terwijl die met driejarigen cursus daarentegen (de Hoogere Burgerschool ter opleiding voor handel en nijverheid) voor uitbreiding vatbaar zou zijn, indien slechts het gewenschte verband tusschen beide scholen werd verkregen. De overweging van een en ander heeft ons er toe geleid aan de Com missie vaa toezicht op het middelbaar onderwijs een denkbeeld te onderwer pen ter vereeniging van het driejarig en het vijl jarig middelbaar onderwijs voor jongens in één gebouw. De daar over met die commissie gevoerde brief wisseling wordt hierby aan U overge legd. Tengevolge van die gedachten- wisseling, hebben wij de eer U het volgende voorstel te doen: A. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen, zoo spoedig mogelijk een plan in te dienen tot stichting van één gebouw, waarin het driejarig en het vijfjarig middelbaar onderwijs voor jongens gegeven kan worden, met dien verstande, dat in dit gebouw geves tigd worde 10. Eén of zoo noodig meer Hoogere Burgerscholen met driejarigen cursus, ieder onder een Directeur, die door zyne instructie verplicht zal zijn zich ten opzichte van de regeling van den leergang en de verdeeling van de leer stof te verstaan met den Directeur van de hieronder vermelde Hoogere Bur gerschool met vijfjarigen cursus. 20. Een Hoogere Burgerschool met vijijarigen cursus, welker eerste drie leerjaren gevormd worden door de hierboven vermelde Hoogere Burger school of scholen met driejarigen cursus en die alzoo voorshaada bestaan zal uit niet meer dan de twee hoogste klassen, gesplitst in zooveel parallel af deelingen als noodig zal blijken. Deze school zal staan onder een Directeur, wiens in structie hem niet verplicht zijne be moeiingen, wat den dagelijkschen gang van zaken betreft, verder uit te strek ken dan tot de onmiddellijk onder hem ressorleerende klassen, doch hem ver antwoordelijk stelt voor zoodanige regeliag van den leergang en verdee ling vas de leerstof, ook aan de sub 10 bedoelde Hoogere Burgerschool of scholen met driejarigen cursus, dat voor zoover noodig aansluiting verkregen worde tusschen het onderwijs in de hoogste klasse vaa den driejarigen cur sus es dat in de vierde klasse zijner school. B. Burgemeester en Wethouders te verzoeken, by de indiening van dat plau bedacht te zija op de mogelijk heid, dat het gebouw later vergroot zal moeten worden wegens uitbreiding van het aantal klassen voor hetzij het driejarig, hetzij het vyfjarig on derwijs. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, {get.) BOREEL. De Secretaris, C. M. RASCH. De kantonrechter hier ter stede mr. A. A. van der Mersch hield heden morgen na de opening der sitting van het kantongerecht de navolgende rede Mijne Heeren Ik wil deze terechtzitting niet aan vangen, zonder met een enkel woord in herinnering te brengen het droevige verlies, dat door ons kantongerecht is geleden door het overly den van zijnen ambtenaar van het Openbaar Ministerie, mr. Jacob Cornelissen. Het is nu ruim zes weken geleden, dat wij het bericht ontvingen, dat mr. J. Cornelissen door ongesteldheid ver hinderd was, icf lerechtxiUiog ie zijn, en weinig hadden wij gedacht, hoewel die ongesteldheid zich reeds terstond zeer ernstig liet aanzien, dat reeds zoo spoedig daarna het bericht van zijn overlydea zou zijn ontvangen. Mr. Cornelissen was gedurende byna drie jaren in ons midden werkzaam, en heeft zich ia dien tijd doen kennen als een kundig en ijverig ambtenaar. Met groote toewijding vervulde hij steeds zijn p'icht, en nu wij weten, dat hij vermoedelijk in al die jaren, reeds de kiem zijner ziekte bij zich droeg, moeten wij eerbied hebben voor de geestkracht en wilskracht, die hij aan den dag legde, door steeds onvermoeid zijne moeilyke en drukke werkzaam heden te verrichten, op eene wijze, die slechts lof verdient. Wy betreuren het overlydea v&n mr. Cornelissen ia hooge mate, zó3 om het verlies, dat geleden wordt door 2yne treurende echtgenoote en zyne betrek kingen, als om het verlies dat door de kantongerechten ia het arrondissement Haarlem wordt geleden iu het afsterven van zijn braven en kuudigen ambtenaar van het Openbaar Ministerie. De herinnering aan mr. J. Cornelissen zal ongetwijfeld by ons blijven voort leven en in eere worden gehouden. In de vergadering vanwege de anti-rev. kiesverenigingen alhier en te Haarlem mermeer Maandag gehouden, is als can- didaat voor de Prov. Staten (vacature mr. Jordens) verkozen dr. A. E. va» Roy en. Het was Dinsdag 40 jaar geleden dat de meesterknecht der zetterij van de firma Joh. Enschedé Zonen, W. de Graafi, by genoemde firma in dienst trad en het personeel zijner afdeeling heeft dien dsg niet willen laten voor bijgaan, zonder hun chef een blijk te geven van hunne achting ea genegen heid. Toen de jubilaris des morgens het lokaal der zetterij binnen trad, vond hij zijne plaats met schilden en bloemen fraai versierd, waarna hij bij monde van C. E. Abspoel namens de zetters har telijk werd toegesproken en hem een smaakvol nieuw-zilveren servies werd aangeboüen, vergezeld van eene sierlijk gecalligrapheerde oorkonde met de na men der schenkers. Ook van de andere afdeelingen kwa men achtereenvolgens deputatiën hem huldigen. Later in den morgen werd hij bezocht door de verschillende patroons, die hem mede vaa hunne belangstelling blijk gaven en de hoop uitspraken, dat hij zijne betrekking nog lang mocht blijven waarnemen. De jubilaris dankte allen hartelijk voor de welwillende woorden hem toegevoegd 14) HOOFDSTUK VI. Broeder e7i zusier Grete maakte zich slechts aarzelend en onwillig tot de huisreis gereed; zij had zoo gaarne neg eenigen tyd willen dansen, al was het slechts om dien onbeschaamden Rover, die nu reeds langer dan een uur weer bij den ingang stond en haar met zyn sombe ren blik aanstaarde, te toonen, dat zijne aanwezigheid niet in staat was haar het genot te bederven. Toen zij in huis aangekomen hare balkleeding had afgelegd en haar moeder in haar kamer opzocht, trok juffrouw Meermann zacht het gordijn voor het venster weg en wees naar het helder verlichte venster der slaapkamer van haar zoon. «Zie je wel Grete, hij werkt weer, de brave joDgen Zijn plichtbesef heeft hem naar hnis gedreven. Hoe zelfzuchtig zou hot van ons zijn geweest, als wij hem nog meer van zyn kostbaren •tyd ter wille van ons genot hadden doen opofferen. En Grete schaamde zich oprecht. Julius Meermann werkte inderdaad dien nacht, weliswaar niet op zijn kamer maar op het feest; ook niet aan kantoorzaken, maar aan zyn eigen ondergang en de schande der zynen. Het werd een noodlottige nacht voor hem; hy verloor by het spel eene belangryke som, die binnen eenige dagen moest worden betaald en hij betaald ze op dezelfde wyze, zooala hy den laatstentyd meer had gedaan. Het ging zonder eenig bezwaar hem zelf verwonderde het, hoeveel gemakkelyker hem nu de stap viel. Ongeveer een week na het feest kwam Julias reeds voer den middag thuis. wGrete, doe my het genoegen en pak myn koffer. Ik moet nog een paar boodschappen doen." Hy was zeer bleek en zyne oogen schitterden met een koortsachtigen gloed. z/Ga je dan op reis?" vroeg juffrouw Meermann. z/Ja, voor de zaak. Mijn patroon heeft my een opdracht gegeven. Zooals ik xeeds heb gezegd, is er geen oogenblik te verliezen. En vervolgens talmde hy op den drempel en liet zyn blik gaan over de kamer met hare gezellige huiselijkheid en netheid, over de koekoeksklok, die hem vroeger zooveel genot had verschaft, over de donkerbruine kast, waarin moeder steeds hare honigkoeken had bewaard, over de zwart leeren sofa, waarop vader des avonds zyn pijpje had gerookt, en zyn joDgen op zyn knie liet paardry- deu. Ten laatste vestigden zich zyne oogen langen tijd op het gelaat van de moeder, die in den ouden leuningstoel zat, waarin de oude Meermann voor altyd was ingesluimerd, en een kramp achtig snikken belette den vertrekkende om te spreken. «Ik-ik heb nog niet gevraagd moeder, hoe het vandaag met u gaat Sedert eenigen tyd leed juffrouw Meermann aan jicht, en do dokter was bang, dat zij geheel lam zou wordeD, maar met ware moed verdroeg zy dit vooruitzicht. //Mijne kinderen zullen myno krukken zyn," zeide zy tot degenen, die haar medelydend toe spraken. z/Nog hetzelfde," antwoordde zij, ook ditmaal welgemoed. //Maak je geen zorgen over mij, mijn jongenIk ben oud, heb myn werk in het leven volbracht en er van genoten, en als myne voeten my eenmaal niet meer willen dragen, dan kan ik mij getroost in het hoekje daar neerzetten. Jy bent echter jong, en moet nog veel van het leven verwachten. Het scbynt mij toe, dat je er ver moeider nitziet, dan in den laatsten tijd het geval was. Je moot je wat meer in acht nemen." Geroerd drnkte Julias de hand zyner moeder. «Mij scheelt niets,, volstrekt niets," zeide hy met doffe stem. «Ik ben sterk, en als ik terugkom.,.." Plotseling viel by de eerwaardige vrouw om den hals en kuste haar zooals hy sinds zyne jeugd niet haü gedaan. «Word weer gezond moeder geheel gezond en krachtig op- dat gij geen steun meer noodig hebt." Juffiouw Meermann wischte verbaasd een traan van baar wang, die uit het oog van den zoon op haar gelaat was gevallen, en zeide tot Grete, toen Julius haastig was weggeijld«Hij is zeer in de war de arme jongen is buitengewoon zenuwachtig. Ik zal als hij terugkomt nog met den dokter moeten spreken." Als hy terugkomt! Wordt vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1