Een On in Arizona DOOR Ooiian Doyle «Het klinkt vreemd," zei Jeöerson Adams, toen ik de dear van onze club opende, «maar ik heb nog wel heel wat vreemder dingen bijgewoond Waarlijk, een menech leert niet alles uit de boe ken en ik bon jaren lang in plaatsen geweest, waar de menschen nu juist niet waren wat men beschaafd en ontwik keld pleegt te noemen. Het waren ruwe kerels, die hun taal lang niet volgens de regels spraken en met pen en inkt heelemaal niet konden omgaan, maar die u Europeanen, dingen zouden kunnen vertollen, waarvan iemand de haren te berge zouden ryzen." Hy heette Jeöerson Adams, zooals ik zei, en daar ginds staaa zijne' naamlet ters diep in den balk gesneden. Be halve dit, is Adams, onze verteller bij uitnemendheid, uit ons oog verdwenen. Hij schit'erde als een ster aan het uit spansel van onze gezelligheid, en ver dween toen in de buitenste duisternis. Op dien avond evenwel was onze Mexi caan, want dat was hij, zeer opgewekt en ik stak bedaard mijn pyp openging zitten om hem niet te hinderen in het vertellen van zyo verbaal. «Niet dat ik iets tegen ontwikkelde menschen heb, maar wanneer gij een boeiende geschiedenis wilt hooren, vraag dan de zeelui en de grensbewoners en dergelijke lieden, waarvan de meesten hun naam niet eens kunnen teekenen.y/ Hier hield hy op, om een lange dikke sigaar aan te steken. Wij bedaarden een diep stilzwegen, wel wetende dat by de geringste stoornis Adams dadelijk den mond hield en tot voortgaan niet was te bewegen. 6y keek met een zelf voldanen glimlach rond en vervolgde onder het uitblazen van een dikke rookwolk «Wie van de heeren is wel eens in Arizona geweest Ik denk niemand. En vaD alle Engelschen of Amerikanen die lozen of schrijven kunnen geloof ik, dat er al weinigen ooit een voet in die pro vincie hebben gezet. Ik heb er jaren ge< leeid en als ik terugdeck aan wat ik er gezien heb, schynt het myzelven een droom toe. Er was daar een kolonie van Engel schen ea Amerikanen, van ieder zoowat evenveel en mot vrouwen en kinderen. Er zullen er nog wel wonen, die de histerie welke ik u ga vertellen, nog niet vergeten zijn. Het was een prachtig land, haast te goed voor zoo'n troep ruw volk. Gras, hooger dan een man op een paard,boomen met zulk dicht lommer, dat het uitspansel er door verborgen werd en planteD,wa*ronder men zich uitstekend met zyue heeie familie voor de zon kon beschut en Heeft iemand wel eenB gehoord van een plant, die ze «vliegenvanger" Doemen «Dianoea muecipuia," zei Dawson, de weteoschappelijkste van ons allen. «Zoo, zoo, nu ja juist. Het gaat zoo een vlieg komt op de plant en opeens sluit het blad zich waarop het insect staat en het beest ja wordt vermorzeld en uitgezogen. Als het blad weer opengaat, is er van de vlieg geen spoor meer te te zien. In Arizona heb ik die soort plant gezien met bladeren die acht en tien me ter laDg waren en hoorns of tanden had den van meer dan een voet lang. Maar wat ik u vertellen wou is de dood van Joe Hawkins. Er was niemand in Arizona ot Nieuw Mexico, die hem niet kende Alabama Joe noemden ze hem. Hy was de ruwste kerel dien ik ooit heb gezien, niet kwaad zoolang men in zijn smaak viel, maar wanneer hij je niet meer mocht lyden, dan was het een gevaarlyk man. Ik heb gezien hoe hy een danshuis zijn zesloops revolver loste ia een dichte menigte, alleen om- da' hy dacht dat sommigen om hem lachten en hy stiet Tora Hooper zyn bowiemes door de borst, omdat deze by ongelak wat drank over zijn buis morste. In dien tyd woonde er in de nederzetting eon Engelechman die Scott heette, Tom Scott als ik my wel herinner. Hy was een Engelschman van top tot teen, maar sloot zich by zijne landgenooten weinig omdat hij een bedaard, stil man die niet in don smaak viel van de ra we kerels. Ze noemden hem een «pap- vent," maar zooals later blijken zal was hy dat volstrekt niet, al was hy tegen iedereen even beleefd. Alabama Joe en een paar van zyn gevaarlijkste kornuiten hadden destyds een groote haat voor al wat Engelsch man was en zy kwamen daar rond voor uit, hoewel ik, die bij beide partyeaa nog al goed stond aangeschreven, hen dik wijls daarvoor waarschuwde. Op zekeren avond kwam Joe zoo dron ken als een tol in de herberg van Simp son, waar hij wiöt dat hy veel Engel schen vinden zou. Er zaten er zoo wat een dozijn en Tom Scott stond alleen achtc-r de kachel. Joe ging aan de tafel tegenover de Engelschen zitten, stak zyn mes in de tafel en legde zijn revolver er naast. «Als er een of andere Brit is die mjj aandurft,* zei hy, «dan zyn hier myn argumenten.* En daarop liet hy, terwyl ik vergeefs trachtte hem tot zwygen te brengen, een vloed van scheldwoorden en beleedigingen voor de Engelschen en Engeland volgen. Aan de toonbank kwam eenige beweging en velen sloegen de hand aan hunne wapens, maar voordat zij nog iets konden doen, hoorden wij een kalme stem van achter de kachel zeggen«bid, Joe Hawkins, want je bent een verloren man!* Tom Scott stond daar en hield zyn revolver op Joe gericht, terwyl er io zyne anders zoo kalme oogen woede stond te lezen. «Het moederland heeft mij niet te best behan deld," ging Scott voort, «maar ik laat het toch niet beleedigen". Een seconde klemde zyn vinger zich om den trekker, toen begon hy te lachen en stak de revolver weer in zyn jaszak. «Neen", zei hy, «ik kan een halfdronken man niet dood schieten. Ik schenk je je treurige leven, Joe, maakt er voortaan beter gebruik van 1" Hiermee keerde Tom Scott zich be daard om en stak zyn pyp aan de kachel aan, terwyl Alabama Joe als een afgeranselde hond de heiberg uitsloop, uitgeleid door het hoongelach van de Engelschen. Hy ging laogs my heen en ik las moordzucht in zyne oogen. Ik bleef nog in de herberg en keek met zekeren spijt naar Tom Scott ter wijl hy daar vroolijk met zyne landge nooten zat te praten, want ik wist dat hy den volgenden dag niet zou beieven en dat Joe hem zeker zou vermoorden. Scott woonde in een afgelegen hoekje en moeBt om zijne woniDg te bereiken, een soort van hollen weg door, dien ze het ravijn van de vliegenvangers noemden. Nu was het over dag al een akelig zicht om die groote bladen zich te zien sluiten over alles wat er op viel, maar 's avonds was het zoo spookachtig, dal niemand er ooit in de buurt kwam. Ik zag in mijoe gedachten Joe Hawkins al loeren onder de bladeren van de vliegen vangers, wachtend op Scott, met een revolver in zijn hand en bloed dorst in zyne oogen. Te middernacht sloot Simpson zyn herberg en gingen wy er nit. Tom Scott begon met een kalme stap zyne drfe- myls wandeling en terwyl hy langs mij heen ging, zei ik zachtjes«houd uw revolver by de hand, want gy zoudt hem noodig kunnen hebben". Hy keek my aan met zijo gewonen kalmen glimlach en verdween toen in de duis ternis. Ik dacht, dat ik hem nooit terug zou zien, want nauwelyks was hy weg, of Simpson kwam naar my toe en zei «het zal vannacht heet toegaan in hoi ravyn van de vliegenvangers. De jongens zeggen, dat Joe Hawkins een half uur geleden er heen is gegaan, om Scott op te wachten en dood te schieten." Den volgenden morgen jwaren velen nieuwsgierig hos het wel in het ravyn zou zyn afgeloopen. Een neger, die in Fergusons winkel kwam, deed een onsa menhangend verhaal dat hy te een uur in den nacht, toevallig in den omtrek van het ravijn komende een akelig gegil of geschreeuw had gehoord, dat telkens scheen verstikt te worden, als by een man, dien men een deken over het hoofd werpt. Met ons tienen stegen we toen te paard en reden naar Tom Scotts huis, waarbij we het ravyn moesten paesee ren. Er was niets bizonders ia het ravyn zien bloed noch sporen van een ge vecht en toen we by Scotts huis kwa men, verscheen hy zelf, zoo friach als een hoentje. «Hallo Jeff," zei hy «de pistolen zyn onnoodig geweest. Komt in jongens en neemt een glaasje!" «Hebt op deu weg niets gehoord of ge zien?" vroeg ik. «Neen, alles was rus tig. Ik heb alleen het klagend schreeu wen van eeD nachtuil iu het ravyn van de vliegenvangers gehoord." Daar wij niet wilden binnenkomen, steeg Tom Scott ook te paard en reed met ons mee. Bij onzen terugkeer was de keele kolonie in rep en roer. Joe Hawkins was verdwenen, nergens was een spoor van hem te vinden, sinds hy naar het ravyn was gegaan, had nïe mand hem meer gezien. De^Amerikanen waren woedend en velen keken verdacht naar Tom Scott, vooral voor de herberg van Simpson, waar een groote menigte verzameld was. Nergens was een Ea- gelschman te zien en toen wy kwamen aanryden, hoorde ik de haan van pisto len overhalen. Tom Scott stak ook de hand in 'zijn borstzak. «Ga op zy, Jeff Adams," zei Zebb Humphrey, een van de grootste schel men die ooit leefde, «jij hebt de hand niet in dit zaakje gehad. Zeg jongens, zullen wij vrye Amerikanen ons door dat schuim laten vermoorden Hy hief zijn revolver op, maar Tom was vlugger en schoot hem neer, maar nauwelyks was Zebb op den grond gevallen, of tien ke reis hadden Scott van zyn paard gesleurd en hielden hem nu vast. Daar verzet toch niet hielpbleef Tom stil staan. De mannen schenen aan vankelyk niet te weten wat zy met hem zouden doen, maar een oogen blik later nam een van Jee's grootste vrienden het woord. «Joe is weg," zeide hy, «dat is zeker, hier is de man die hem vermoord heeft. Sommigen van ons weten dat Joe gisteren avond voor zaken naar het ra vyn is gegaan en hy is niet terugge keerd. Deze Tom Scott heeft den armen kerel bepaald in een valstrik gelokt en het lichaam in een van de diepe kuilen HAAltLEMMER HALLETJES. Een Zaterdagavondpraatje, CLXX. Mijnheer Hdelio, Ik ben maar een eenvoudige boer uit de Meer, maar ik geloof dat als myn vader wat ryker was geweest, ik niet dommer zou wezen dan een ander. Maar dat is nou eenmaal zoo en niet anders en als je geen hand hebt, dan kun je ook geen vuist zetten. Dat is zoo klaar als een klontje. Kyk, ik hoor zoo dikwijls menschen klagen over de belastingen. «Ze zijn dan ook zoo allermiserabelst hoog," zei gis teren mjjn buurman Krelis van der Krap, «dat je als dat zoo doorgaat, al ganwje heele hebben en houen aan den ontvan ger zult moeten brengen. Der moet maar weer es een andere regeering kommen, die je het vel niet zoo over de ooren haalt." «Wel, buurman," zei ik, «dat is nou allemaal gekkepraat. Zonder geld kan geen schepsel het land besturen en of Jan of Piet Menister is, dat doet er nietmetal toe. Den eene mot je betalen en den andere geld geven. Wat is dat nou voor verschil!" «Jongen Piet", zei Krelis weer, «je moet er toch niet zoo min over denken. Daar heb je nou de vermogensbelasting en de gemeentebelasting en straks komt de bedrijfsbelasting en je mot maar op brengen, opbrengen tot je zwart ziet...." «Nou," zei ik, en ik gaf hem een klap zyn schouder, «je bent er wel slecht aan toe. De vermogensbelasling kost je geen cent want je hebt net zoo min vermogen als ik en de bedrijfsbelasting raakt de boeren niet en aan gemeente belasting betaal je heelemaal tien gul den. Is dat nou de moeite waard om zoo'n drukte te maken «Jawel," zei Krelis, «maar 'tis een slechte tyd, zie je." «Kom, kom, dat gaat bij jou nog al. Wel man, je bent verleden week pas met je vrouw en zes kinderen een hee- len dag naar «Artis" geweest. Dat doe je ook niet van niemendal Toen werd Krelis kwaad en ging weg. Ja, dat kan ik toch niet helpen, Er zyn er veel als hij, meneer Fidelio, die klagen over de belasting die een ander moet betalen en die ook nog heel goed een centje kunnen vinden, om 'res met moeder en de kinderen er op uit te gaan. Ik zeg maar, dat je er dan nog zoo heel miserabel niet aan toe bent, En dan die vermogensbelasting? Ik wou, dat ik er aan betalen moest, dan zon ik ruimer in de duiten zitten dan nou De menschen mopperen zoo over die belasting, maar ik zeg «gelukkig die wat missen kunnen, want die hebben wat." Naar ik hoor, zal de opbreDgst van die belasting erg mee vallen, een bewys dat er nog al wat geld in ons landje zit. Wat zullen de Franachen en de Duitschers begeerig naar Nederland kyken als ze dat hoorengelukkig dat de een den ander belet om ons. hap. eventjes gauw te acnexeeren* Ze zouden anders zoo graag aan dat vette kluifje smullen Ik heb een oomzegger in Haarlem wonen en die klaagde ook altyd zoo over de belasting. «Oom," zei hy dan. «die belasting hier is zoo'n raar ding Je betaalt niet naar je inkomen, maar naar je vertering. Nou, je weet wel hoeveel ik als"winkelier hier verdien en als je vyf kinderen hebt, hehoef je ge rust geen spaarpot voor je verjaardag present te krygen, want je hebt hem heelemaal niet noodig. Dit wil ik je ten minste wel zeggen, oom, dat alles wat ik met mijn zaak verdien, schoon op gaat. Er woost hier aan den overkant een ryke meneer, die maar éen kind heeft, Hy leeft heel eenvoudig, dat moet hy zelf weten, maar omdat hy ook minder verteert, moet hy ook minder belasting betaling. Maar toch kan by my wel doodgooien met rijksdaalders, zooals ze dat noemen. Zeg nou zelf oom, is dat billijk «Ja jongen," zei ik, «ik ben maar een domme boer, maar als ik je ronduit moet zeggen wat ik er van denk, dan zeg ikdie wat heeft, moet betalen, die niet heeft, ja die kan ook niet betalen, Dat is al een poos geleden, dat myn oomzegger en ik daar zoo eens over praatten. Ik heb r.u onlangs in de Nieuwe Rotterdamsche Courant gelezen, dat er een inkomstenbelasting op til was Haarlem, maar lieve deugd, wat schrikte ik voor mijn oomzegger, toen ik las dat de menschen in de laagste klasse tien percent van hun inkomen zouden moeten betalen en in iedere klasse hooger wat meer, totdat ze in de negentiende klasse zes en negentig percent van hun in komen aan den ontvanger moeten gaan brengen. U kan begrijpen, meneer Fi delio, dat ik schrikte voor mijn neef en ik dacht: «nou, meneer Fidelio zal ook wel in zijn baard brommen." gesmeten die daar zyn. En zullen wy maar geduldig aanzien, dat onze kame raden door Engelschen worden ver moord Ik zeg, dat hy gehangen moet worden Ja, ja, hangen moet hy riepen ze allemaal, want al het gespuis van de kolonie was nu om ons heen. «Hier is een touw, hang hem boven SimpBons dear." Maar plotseling kwam een ander op een kostelijk denkbeeldlaten we hem ophangen in het ravyn van de vliegenvangers, daar heeft hy Joe ook vermoord I" Er giog eea hoera op. Scott werd vastgebonden op zyn paard en weg reden ds ongeveer dertig mannen, allen met de revolver io de vuist, want zy wisten dat zy aangevallen zonden worden als we een Troepje Engelschen ontmoetten. We reden door het ravijn heen naar de plek waar een bizonder groote vliegen vanger stond, met bladeren van tien en vijftien meter. Sommige waren open, anderen dicht en vlak bij de plant zagen we een troep van twintig Engelschen, die tot de tanden waren gewapend en ous blykbaar stonden af te wachten. Wy bielden halt en een hunner Ca meron geheelen, kwam naar voren, zyn gespannen revolver in de vuist. «Hoort eens hier mannen," zei hy, jelui hebt het recht niet dezen man een naar van zijn hoofd te krenken. Jelui hebt nog niet bewezen, dat Joe dood is en even min dat Seott hem heeft gedood en al was dat zoo, dan was het nog in wet tige zelfverdediging, want jelui weet dat Scott hem opwachtte om hem te ver moorden. Hiec heb ik zes en twintig ge laden redenen, waarom jelui van Scott zult afblijven Dat is heel merkwaardig en de moeite van het uitwerken waard," zei een van Joe's kameraden eo toen was er een geklik van hanen van revolvers r werd naar messen g6grepen en stellig zou er een heele vechtpartij ge volgd zijo, wanneer niet op dat oogen- blik Tom Scott, die van naby bewaakt werd, had uitgeroepen «Joe Joe I kijk daar! Ia den vliegenvanger!" Wy keken allen naar de plaats die hy aanwees, ea wat ik toen zag zal ik niet licht vergeten. Een van de grootste bladeren van den vliegenvanger, die dicht was toen wy kwamen, opende zich nu langzaam en daarin lag Alabama Joe dood. De groote doorns hadden zyn hart doorboord, toen het blad zich sloot. Het was duidelijk, dat hy hier op Scott had zitten wachten, daar by op het blad was geraakt en met onweerstaanbare kracht door het blad was doodgestoken en ge smoord. Hy bad zyn mes nog in de hand en een diepe snee in het dikke, vleezige ■ulad bewees, dat hy getracht had zich te verdedigen. Nu myne heeren, is dab geen merk waardig vet haal «En wat deden ze met Scott vroeg een onzer, toen de ver haler zweeg. «Wel, we droegen hem op de sehou ders terug en in Simpsons herberg trak teerde hy ons allemaal, Engelschen en Amerikanen en hield voor de toonbank een mooie speech, iets over den britschen leeuw, die voortaan met den amerikaan- scben adelaar arm in arm zou gaan, En hiermee, meneeren, is het verhaal uit, evenals myn sigaar. Goeden nacht." le Zutfen van 17 tot 24 September a. s. Deze wedstryd zal omvatten: het na bootsen van hout en marmer, het schil deren van letters sn decoratie schilder werken. Om aan dezen wedstryd te kunnen deelnemen, worden in verschillende af- deelingen verlangd: afd. A. Het na- bootsen van houtsoorten; afd. B. Het nabooteen van marmersoortenafd. C- Het schilderen van letters; In deze afd. is één regel schrijfletters verplichtend. Afd. D. Het schilderen van decora tieve werkende versiering van een vestibule met plafond. De regelingscommissie bestaat uit de heeren G. Kelholt, (Zutfen), voorzitter, W. Hendriks (Arnhem), 2en voorzitter, L. A. Zevenboom (Zutfen,) penning meester, D. Douwes (Zutfen), len secre taris, B. Weönink (Arnhem), 2en secre taris, en W. Benger (Arnhem), com xnissaris. Een vrouw die in de Plan- ciu88traat te Amsterdam woonde en in voortdurende krakeelen leefde met haar buren, besloot, om hieraan een eind te maken, maar te verhuizen. Donderdag pakte zy haar boeltje op een handkar en zou naar de Spaarndammsrstraat trekkenzij werd echter opgewacht en begeleid door een drom van buurvrou» wen, die onder ketelmuziek en liefelijke bejegeningen met haar medetrokken. Natuurlijk vormde zich weldra een groote volksmenigte om dezen eigenaardigen op tocht te volgen, en een straatjongen uit den volkshoop verzon de flauwe aardig heid om een brandenden vuuraanmak^r de kar te werpen, waardoor eenig beddegoed werd beschadigd. Toen de huisheer in de Spaarndam- merstraat het kabaal zag aankomen, bedankte hij er voor om de vrouw op te nemen, zoodat deze ten slotte nog eea heenkomen moest zoeken. Met betrekking tot de ont werpen ter verandering van de grenzen der gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude en der gemeenten Lei den, wordt in het provinciaal verslag yan Zuid-Holland over 1892 meegedeeld, dat het onderzoek, noodig om den minister van binnenlandsche zaken de gevraagde nadere inlichtingen te kunnen verstrek ken, ten einde is gebracht. Ia den aan vang van het nieuwe jaar werden de ontwerpen met eene nadere toelichting door Ged. Staten opnieuw aan den rai nister van binnenlandsche zaken aange boden. Het eiland Schiermonnik® oog wordt door den eigenaar mr. E. J0 Banck ïe 's-Gravenhage te koopaange» boden voor f 350,000. Zoowel Belgen ah? Duitschers reflecieeren daarop tot eea bedrag van 240,000 tot ƒ310,000. Een kerkbestuur hier te lande kreeg onlangs afscurift van een bepaling ia een testament voorkomende en waarin gezegd werd dat do erflater Verklaarde te legateeren aan het kerkbestuur te X, on der voor waarde om op de sterfdagen van den erflater, van wylen diens overleden vrouw en van zijn tegenwoordige vrouw en op andere feestdagen op de ge- bruikelyke wyze hem erflater en ge noemde zijne echtgenooten te herdenken, een som van. BINNENLAND, D e «N ed. Schildersbon d" schrijft een wedstryd uit voor huisschil ders (geen patroons), te houden by gele genheid van de algemeene vergadering Maar zoo erg was het niet, hei bericht was onduidelijk en de bedoeling was, dat in de ver&chihende klassen het belastbare gedeelte van het vermogen verschillend zal worden berekend. Dat lijkt me een heel goed beginsel, want nu zal iemand als myn neef zeker minder belasting moeten betalen, dan zyn ryke overbuurman. Ik zeg dat nou niet omdat het myn neef is, maar zie je, als een menech een groot gezin en een klein inkomen heeft, dan heeft hy wel zooveel zorgen, dat de fiscus (heet dat zoo niet het hem niet ai te moei lijk maken moet. Maar jongen jongen, meneer Fidelio, nu mag het gemeentebestuur wel een twaalfvoudige bril opzetten om goed uit zijn oogen te kyken by het aanslaan van de menschen, want dat zal een heele toer wezen. Zoo'n gedachtenlezer zooals je wel in de café chantants te Am sterdam ziet, als je zoo'n vent eens kon huren, dan was je klaar. Die keek den belastingschuldige maar even aan en zei dan«vriend, je hebt opgegeven dat je inkomen 3000 gulden is, maar ik zie de 1000 gulden die je niet genoemd hebt, aan je .geweten knagen. Edelachtba-e Heeren, slaat dien man voor vierduizend gulden aan!" Maar, zóo kaap zyn die knappe ge- dachtenlezers ook al niet en die heeren van hef gemeentebestuur die over den aanslag van de menschen moeten beslis sen, zullen dus aan hunne «eigen rede nen van wetenschap" zyn overgelaten. Het is een goed werk, dat ze zullen doen, maar veel plezier durf ik ze er niet van te beloven, want de menschen zijn nu eenmaal zoo dat ze denken«hy doet het om me te plagen!" Maar wat ik niet vatten kan, meneer Eduard Wildtorster, 32 ja- ren oud, huisknecht by J. Nellehoven. «Hótel Royal" te 's Gravenhage, ie voortvluchtig en wordt verdacht in dat hotel ontvreemd te hebben een stalen geldkistje, inhoudende eene schuldbeken Fidelio, dat is dat het kohier niet publiek zal worden, 't Staat wel niet uitdiukke- lyk in het voorstel, maar er wordt zoo streng geheimhouding opgelegd aan den hoogsten eü aan den laagsten ambtenaar die met de kohieren te maken heeft, dat het zeker de bedoeling is die geheim te houden. Mocht U soms eens een Raads lid tegenkomen, zeg hem dan eens dat dat toch nies goed is. Je krygt er aller lei praatjes door en veel ontevredenheid van allerlei menschen, die denken dat hun te veel wordt afgevraagd in verge lijking met wat hun buurman betaalt. Eu dan ook is het altyd goed dat de menschen weten wat zij betalen en wat een ander bijdraagt. Wat i? er eigenlijk tegen, dat de een dat vau den ander weet? Niemendal en by de verterings belasting is het kohier ook openbaar en ik weet toch wel, dat daar heel wat menschen in staan, die van lucht en water schijnen te leven, zoo laag hebben ze zich aangegeven. Het voorstel zal nu wel gauw behan deld moeten worden, zal het bij de aan staande gemeente begrooting kunnen dienen. Ik wensch u er heil en zegen mee volmaakt zal het niet worden, maar het zal er allieht toe meehelpen, dat veel betaalt wie veel, weinig betaalt wie wei nig en niets betaalt wie niets missen kan. Zooals ik zeg heeft myn vader me niet veel laten leeren, maar daar kan ik toch met myn boerenverstand wel by. Gegroet van PIET VAN DER PAAL. Voor kopy conform FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 6