WEDSTRIJDEN. Eene commissie van onder- soek uit de afd. Nieuw-Beerta van den B. v. O. d. Herv. geeft de volgende middelen aan de hand om de werkloos heid gedurende den winter te voorkomen. i. Een betere regeling der werkzaam heden bij den landbouwer e» daarnaast andere voorwaarden bij 't verkoopen en persen vaa 't stroo. a. Niet al het koren in den herfst met de machine afdorschen, wijl daar van hoofdzakelijk de handel profiteert en het natuurlijk zeer veel werkloosheid tengevolge heeft. 'tKan uitstekend zóo geregeld worden, dat de landbouwers hunne arbeiders alleen bij slecht weer op den dorschvloer krijgen. De Old ambtster gerst, met het blok geéorscht, zou misschien haar ouden roem her winnen en meer dan zes arbeiders (vijf bij de dorschblokken, twee bij 't ksf- zeven, brandhout kappen, touwwerk herstellen, etc.) zouden geregeld aanslag kunnen hebben. Eén kon verder met groot voordeel in des stal werkzaam zijn met reiniging van vee en stal. 3. Eea arbeids-contract zou van groot nut kuucen zijn. Vooral den lossen ar beiders, die gedurende een korten tijd hooger loon krijgen dan de vaste, maar elk oogenblik ontslagen kunnen worden, zou dat ten goede komen. Ieder arbei der moest bedingen; werk gedurende den winter. De wisseling van personeel zou minder groot zijn en werkgever en werknemer leerden eikaars wenschenen belangen beter kennen. En mogelijk is het zeker! Werkt op elke 12 H. A. één arbeider, dan zijn allen geplaatst en dat kan heel bestBezwaren, on overkomelijke althaus, bestaan tegen het ééa noch het ander. De korenprij- zen zullen in 't voorjaar even hoog zijn als in den herfstde boeien hebben voldoende crediet, dat zij de huur, die nu in den herfst wordt betaald, bij later dorschen in 't voorjaar voldoen. Wanneer men de veenar- beiders des voorjaars eu tot het einde van het turfgraven, dus tot einde Juni, aan hun werk ziet, zou men nietgeloo- ven dat ia de veenstreken zooveeljene ver verbruikt wordt als gezegd is. Het is eene zeldzaamheid als de turfgravers of baggelaars bij hun eigenlijke graaf werk sterken drank gebruiken, en be trekkelijk weinigen koopen na gedaan dagwerk een borrel. Hoe geheel anders echter wordt die schijn van matigheid, wanneer de tyd van het afschepen aan breekt. Mannen, vrouwen, jongens en meisjes nemen deel aan dat werk, en bij ieder schip dat geladen wordt, gaat de schipper 6 tot 8 maal met defiesch rond, waarbij niemand ook niet de jeugdige arbeiders en arbeidsters, dik wijls van 13 tot 14 jaar wordt ver geten. En wanneer men dan ziel; hoe dat jonge volkje, nog kinderen haast, den borrel in eenen teug opnemen, zonder een scheef gezicht te trekken en daarbij in aanmerking neemt dat het turfschepen twee drie maanden lang zoowat dag aan dag voorkomt dan ja, wordt er een flink stuk geld verdiend: maar ook hoevele flinke jongens en meisjes worden dan reeds in den grond bedorven Behalve In den tijd vzn het wykgra ven in Augustus en September, soms tot in October, wanneer er bij dien ar beid ontzettend gedronken wordt en dagelijksche opstootjes het gevolg zijn, kan men nochtans over het geheel ni; zeggen dat er vele dronken lui bij den weg gezien worden. Het gebruik van Jenever is daarentegen eene soort levens behoefte geworden, waardoor menig ge zin, dat in den werktijd flinke verdien sten heeft, in den winter borgen moet of gebrek lijdt. Wanneer het tot een gesloten „Schiedam" mocht komen, zou den in enze veenstreken de toestanden aanmerkelijk verbeteren. (N,R.Cl.) Te Assen is Zondagmidda een elfjatige jongen, bij het baden in het Noord-Willemskanaal, verdronken. Te Lieve Vrouwe Paro chie wordt jaarlijks op den eersten Zondag na de kermis een zilveren bal verkaatBt, welke men „de Oude Griep" noemt, omdat er een man met een griep of grijp op is gegraveerd. De ge schiedenis van de vermaarde „Oude Griep" vinden we in de „Herinneringen van de tentoonstelling vaa Friesland", door S. Sr. Coroael aldus omschreven Iu het jaar 1794 werd door eenige Beetgumer gardeniers als prijs voor de kaatsparty bovengenoemde zilveren bal uitgeloofd. Zoowel inwoners van Beet gum als vreemdelingen namea aan den kaatswedstrijd deel. Na eenen harden kamp traden, tot niet geringe ergernis der Beetgumers, de Vrouwenbuurters als overwinnaars uit het strijdperk. Ia de herberg, waar de uitreiking van den prijs zou plaats hebben, ontstond een komplot tegen de overwinnaars. Het kwam zelfs tot eene hevige vechtpartij. Hy, die den zilveren bal iu bewaring had, sprong uit het venster en zette het op eea loopeu. Achtervolgd door de Beetgumers, wist hij zich onder een wateistoep schuit te houden. Na veel hindernissen bereikten ds overwinnaars toch met den kostbaren prijs hunne woonplaats, Lieve Vrouwe Parochie, waar de duur gekochte prijs, nadat de sporen vaa den stryd, waarin ook hij had gedeeld, verdwenen waren, als eene reliquie wordt bewaard, om jaailijks als prijs bij de kaatspartij te dienen. In üe eerste jaren werd hij hoog in de lucht aan eenen stok in een netje uit het raam van de herberg opgehan gen. Een wacht was er bij geplaatst; zoo bevreesd was mtn, dat de Beet gumers zich er van zouden meester maken. De „Oude Griep" wordt nu, uit vrees voor nieuwe geschillen, alleen onder de ingezetenen vaa Vrouwenbuurt verkaatst. De overwinnaars van het vorige jaar moeten den prijs aan die van het vol gende jaar afstaan. Het geldt voor eene groote eer winnaar van de „Oude Griep" te zijn geweest. Zoo sleept het oudje reeds 99 jaar van zijn rollend bestaan voort onder de Vrouwbuurter kaatsridders. Eenmaal werd hij uit geldgebrek verpand, doch spoedig weer ingelost. Iu dit jaar 1893 zal de bal voor de iooe maal worden verkaatst en de eerwaardige oude den leeftyd van eene eeuw hebben bereikt Uit Groningea wordt do. 23 dezer aan de 2V. R* Cl. het volgende gemeld Ia gezelschap van prettige „Sommer eonntagfrischlei" tramde ik van morgen naar Zuidlaren, een mooi Drentsch dorpje, waar in den zomertijd de den nsn geuren en vogeltjes zingen, eu waar vandaag ook de socialisten hunne kelen zouden open zetten. Ik ging de laatsten hooren echter wil ik niet gaarne verdacht worden, hunne uitingen te vei kiezen boven het vogelgezang By Zuidlaren zou eene „groote, lande lijke meeting" gehouden worden, doch daar men in de nabijheid van dit dorp geen geschikt terreiu had kunnen krij gen, vergaderde men een uurtje ten zuiden van Zuidlaren, in de gemeente Andel. Het landelijke dezer meeting was allerminst betwistbaar. Zij was zelf echt Drentsch landelijk! Langs smalle paaadjes tusschen akkers rogge en over de heide, die spoedig bloeien zal, be reikte men het meetingterrein, gelegen bij een voor een groot deel van zoden opgetrokken huisje. Rondom eenen krui wagen, die als spreekgestoelte dienst deed, stonden behalve eenige socialisten van Groningen en HoogzandSappe- meer, door wie deze meeting belegd was, eenige eenvoudige Drentsche ar beiders, sommigen vergezeld van hunne vrouwen, en een stuk of wat kinderen met dikke, roode wangen en open mon den. In get geheel Maren er misschien een honderd menschea. Het geroep der boekjesventers„Het boek der menschheid," tien cents„Hoe oas land geregeerd wordt op papieren in werkelijkheid," vijf centsklonk hier, op de heide, tusschen nijvere, ge moedelljke Drentsche arbeiders, aller zonderlingst. Een paar maiéchausées en een veldwachter waren eenigen tijd op het terrein tegenwoordig. Als sprekers betraden den kruiwagen Urban, van Groningen, en Unfc, van Sappemeer. Laatstgenoemdeiemand van een jaar of achttien beweerde, dat voor korten tijd iemand, enkel op gezag van een verslag in de „N. R.Ct;" in de gevange nis zou zijn gestopt. Het joagmeasch scheen te oordeelea iaa*r hetgeen hiervan meer werd gezegd, te doe- lea op de rechtzaak Urban-Schaper- Van Kol (gevolg vaa eea incorrect proces-verbaal), waaablj de verdediger een verslag der „N. R. Ct." aan de rechtbank overlegde en waarin de ver slaggever zeer huiselijk als ge tuige décharge" werd gehoord. De zaak werd dus bijna niet verdraaid I „Hoe goat et met os zwart sc^oap, Roelf? Nou, wat zol 'k oe zeggen, Gart, soms lykt et wei zoo goud"' Deze ea dergelijks uitdrukkingen Hoorde ik tijdens de „redevoeringen" soms van de Drentsche arbeiders, die niet ge wend zijn zachtjes te spreker» en zich stellig vooralsnog heel wat meer zullen laten gelegen liggen aan het welzij a hunner schapen, dan aan de sociaal democratische ideeën. Toen de Groningers en Sappemeer- sters, het vrijheidslied zingende, ver trokken waren, bleven zij nog een poosje sa. „Dat blaffen géit ja niks en de boedel hoeft ook niet onderstboven" maar een „warklieden-vereenigiug" op richten, daar zouden zij toch eens over denken. Daarna keerde de drentsche stilte weder op de heide en tusschen de roggevelden. Te Oud e-Pekela is aan d stroocartonfabriek van den heer H. Mulder Jzu. van Amsterdam een hevige brand uitgebroken in den stroovoorraad. Er is eene massa van 4,000,000 K.G. stroo verbrand. De brand is ontstaan te ongeveer 8 uur 30 ia den morgen, terwijl de fabriek met- werkte. Ia ver band met vele branden, die in den laatsten tijd uit Oud-Pekela zijn gemeld, is de gedachte aan kwaadwilligheid niet uitgesloten. Ofschoon de turf- en steen- kolenschuren direct aan de hoopen stroo grensden en de wind tamelijk sterk was, was voor uitbreiding van den brand niet te vreezen. Zondag is te Amsterdam tusschen „Amstels C. C." ea de „'.s Gravenhaag ache C. en F. C." eea cricket-match gehouden, waarvan de uitslag was, dat „A. C. C." verloor met niet minder dan 9 wickets. „Amstels" won de keuze en Van den Berg koos het bat. Iu minuten tijds waren alle Amsterdam mers voor 15 runs terug. Deze volko men tegenspoed was des te onbegrijpe lijker, daar bijna alle wickets vielen op het bowlen van W. Coops, die goed richting en lengte hield, maar toch vol strekt niet moeielijk te spelen was, ter wijl de andere haagsche bowler. L. van Erp Taalman Kip, uitstekend bowlde, maar met veel minder succes. De Hagenaars, die daarop ingingen, brachten het, in weerwil van het uit stekende bowlen der Amsterdammers, vooral van v. d. Berg en J. Reisiger, tot 62 waarvan van Oosterzee er 18 en Feith 19. Vooral het spel van Feith was bewoaderenswaardwel is waar kon hij, evenals de anderen, tegenover het goede bowlen, slechts langzaam scoren, maar zyn batten was bizonder vast en zeker. Amstels" wist in de 2de innings juist nog eene nederlaag, met innings voorkomen, vooral door het vrye spel van Rouffaer, die bewees dat het bowlen van Coops niet zoo moeilyk was door een minimum van tijd 12 runs op hem te scoren, en doorKüfper die, voorzichtig spelende, met 10 not out bleef. Deze inniugs sloot voor 51 natuurlijk werden door Den Haag de benoodigde 5 runs spoedig verkre gen, echter niet dan nadat v. d. Berg nog even het wicket vaa Bourlier had genomen, zoodat „A. C. C." verloor met 9 wickets. W. Coops nam 3 wickets van 38 (in de eerste ianigs 7 voor 5), Kip 5 voor 15 en Reisiger 4 voor 7. Thans hebben Den Haag, Haarlem ea Amsterdam, de 3 voornaamste ie klasse clubs, ook een wedstrijd verlorea zoodat zij nu gelijk staan. Over den tocht vaa den hsrd- looper Saoek van Amsterdam naar Leiden en terug lezen wij nog het vol gende Zondagmorgen tusschen 9 en 10 uur stroomden taliooze menschea naar den Haarlemmerweg te Amsterdam terwijl eea groote menigte zich reeds aaa weerszyden van dea weg geschaard hadden. Zij waren derwaarts gelokt door eea loopwedstryd tusschen Am sterdam en Leiden, een afstand dus (heen ea weer) van 18 uur. De be kende hardlooper Saoek zou nl. een mededinger gekregen hebben in den persoon van den heer W. Hoppe, die om een bedrag van f 500 tegen eerst genoemde dien weg zou afleggen. De noodige maatregelen ter coatréle waren genomen. De heer Konsz en anderen zouden de hardloopers per rijwiel ver gezellen. Omstreeks 10 uur vertoonde zich een 5 6tal loopers, waaronder boveage- noemden. Voorafgegaan door de wiel rijders en gevolgd door een rytuigi waarin de commissie was gezeten, trok men over Haarlem naar Leiden om van daar weder langs denzelfden weg terug te keeren naar Amsterdam. Snoek had gedacht dien afstand in 10 uur af te leggen ea men verwachtte dan ook den eersiaankomende Zondagavond tegen 8 uur aan den Haarlemmerpoort. Vandaar tegen dien tijd een even groote, zoo niet grooter massa nieuws gierigen langs den weg als ia den och tend. Door het schoon© avondweder uitgelokt, trokken velen zelfs tot Halt- weg. Doch men zag niets komes; de wachtenden werden ongeduldig en Mgea 10 uur zakte de groote massa af. De weinig honderden welke bleven, hadden de voldoening te rnim half elf Saoek te zien binnenkomen. De andere „hardloopers" hadden het on derweg opgegeven. Snoek werd met veel bijval ea toejuiching als "over winnaar" oatv&agea en ontving in het caié hoek Nassauplein en Haarlemmer weg een lauwerkrans. Vandaar reed hij per rytuig naar zijn woning in de Jo denbuurt. Toch geschiedde dit alles niet zonder ongelukken. Er ontstond op een oogen blik een groot gedrang doordien de menigte plotseling naar één kant stroomdedaardoor geraakten twee kinderen onder den voet en een daar van werd overreden door een rijtuig dat voorbykwam. Het kind werd in zorgwekkende® toestand naar het gast huis gebracht. Tevens geraakten 4 per sonen te water, van welke ééa bewas teiooü, de anderen zonder letsel op het droge werden gebracht. De groote jaarlijksche 24 uurs wielerwedstrijd te Londen is gewonnen door den Engelschman Frank Shorland, die in dien tijd 685 K.M. aflegde, en hierbij alle fransche records van Stephane (winner in den wedstryd Bordeaux— Parijs) en Dubois heeft geslagen. Bidlake heeft per driewicl bijna 66a K.M. afgelegd in 24 uur, en was in deze wedstrijd nummer twee, Zondagavond had te Utrecht in de zaal naast den schouwburg de eerst aangekondigde en later weder afgestelde worstelstrijd plaats tusschen den be kenden worstelaar den heer Knijper en den met kolossale lichaamskracht be gaafden Utrechtschen amateur-athleet dea heer De Kok, lid der Rotterdam- sche athleten-club „Hercules." De heer Knijper hield ook ditmaal weer met roem zijnen naam op van een uitmun tend worstelaar te zijn, doch wat deze voor had door zijne geoefendheid, ver goedde zijn tegenstander door buiten gewone spierkracht, zoodat de strijd, welke tot driemaal toe werd hervat, onbeslist is gebleven. RECHTSZAKEN- In eene buitengewone zitting der Amsterdamsche rechtbank stond Maan dag terecht Hendrik Visser, oud 49 jaar, colporteur ea bierhuishouder te Amsterdam, Op eene listige wijze heefc hy eea aantai arme liedea beet gehad. Ia 1892 verspreidde hij een biljet, wAaria hij kenais gaf dat er was opge richt eene verecnigiag, de „Spaarkas", onder directie van Deughora Ca. (gefingeerde naam). Dat sou Gêne op perbeste Vereenigiag zijneik lid be taalde 5 cent contributie per week, en na 52 waken deelneming zou men mogen meedoen aan eene verloting van meubelen, bêddegoed, klesderen enz.; op zijn sllermiast moest men eene raoltoa deken trekken. Vele eenvou dige menschen traden tot de Vereeni- ging, die niet bestond, maar eenvoudig eene uitvinding van Visser was, toe. Eene verloting vond daa ook niet plaats en Visser maakte met zijn hand werk 1500 buit 1 Nadat 33 getuigen in dezi zaak wa ren gehoord, requireerde het O. M. tegen dea bekl. (die reeds meermalen veroordeeld Ss) drie jaar gevaagenis- straf. De toegevoegde verdediger, mr. Backer, bestreed het O. M. op grond dat het oogmerk om zich te verrijken bij bekl. niet wettig was bewezen. Uitspraak Donderdag over 8 dagen. SI A JS/L. Een telegram uit Bangkok meldt, dat de houdlog der regeeriug tegenover Fraakrijks ultimatum In Siameesche kringen aldus verklaard wordt: De rechten van Frankrijk tot om streeks 180 noorderbreedte worden er kend, maar op het verder noordelijk gelegen gebied worden zij betwist, on der voorwendsel dat Annam nooit het wettig bezit heeft bewezen van het ge bied dat zich tot Luang-Pi&baag uit strekt, dat wil zeggen tot den 20a breedte graad. Wat betreft het verderop gelegen gebied, van de Shan-staten tot de gren zen vaa Birma en China, wordt be weerd dat Siam geen recht heeft daar over te beschikken, omdat dit gedeelte door Engelaad aaa Siam werd toegekend op uitdrukkelijke voorwaarde, dat het nooit aan een andere mogendheid zou overgedaan worden. Er schyiat overigens tusschen Siam. en de frassche regeeriug eea misver stand te bestaanwat Siam als een in williging van Fraukrijka eischeu be doeld heeft, wordt door Frankrijk als eene weigering opgevat, ea hetgee* de Times-correspondent Zondag uit Bangkok seinde, bevestigde dit, „Het antwoord der siameesche regeering, waarin alle eischen van Frankiijk wor den ingewilligd, zegt de correspoadent, is den heer Pavie ter hand gesteld. Het midden van haar onderhoud komt de meid binnensnellen met het berieht, dat mynheer thuis gekomen is, waarna de vrouw, we tende dat hy oogenblikkelyk zich tot het Huis toegang zou ver schaffen, de bewoners dwong haastig de achterdeur uit te vluchten naar het boschje pynboomen, dat zich zooals ons is medegedeeld, daar bevindt. Daardoor vond hij het huis leeg. Het zou my echter zeer verwonderen als dit vanavond nog zoo was. Wat dunkt u van myn theorie?" //Ze is niets dan een bloot vermoeden.# z/Maar klopt in ieder geval met de feiten* Wanneer ons nieuwe feiten en gegevens ter oore komen, dan hebben wy nog tyd genoeg em er op terug te komen. Voor het oogenblik kunnen wij niets doen totdat wij van onzen vriend in Norbury iets ver nemen Wy behoefden hierop niet lang te wachten. Het kwam juist nadat wy thee hadden gedronken. «Het huis is nog steeds bewoond, luidde het telegram. Heb het gelaat weer achter het venster gezien. Zal aan trein van zeven uur zijn, en voor uwe komst geen stappen doen.# Toen wy uit den trein stapten kwam hij ons op het perron tegemoet, en by het licht van een lantaarn zagen wy, dat hy zeer bleek was en beefde van opgewondenheid. «Zy zyn er nog mynheer Holmes,# zeide hy en legde zyne hand op myn vriends arm. //Toen ik hierheen kwam zag ik licht in het hnis. Wij zullen er nu voor goed een einde aan maken.# //Wat is uw plan dan vroeg Holmes, toen wij voortliepen op den donkeren weg, aan weerszyden met boomen beplant. «Ik zal mij met geweld toegang tot dat huis verschaffen en het van boven tot beneden doorzoeken. Ik zou gaarne willen, dat gy myne getuigen waart.# «Zyt gy vast besloten om dat te doen ondanks de waarschuwing uwer vrouw, dat het beter zou zyn, dat gy den sluier der geheim zinnigheid niet oplichttet?# «Ja, ik ben vastbesloten.# «Nu, ik geloof, dat gy gelyk heb. Het is beter om de waar heid fe kennen, hoe die ook zy, dan steeds in twyfel te leven. Het beste zal zyn, dat wy er dadelyk heengaan. Natuurlyk be gaan wy rechtens een verkeerde daad, maar dat moeten wy er maar op wagen.# Het was een zeer donkere avond, en een dichte regen begon te vallen, toen wy van den straatweg een smal laantje insloegen, aan beide zyden begrensd door heestergewas. Grant Munro liep door ongeduld gedreven haastig vooruit en wy volgden hem zoo goed als wy konden. «Dat zyn de lichten van myn huis,# mompelde hy en wees in de richting van een liehtschynsel tusschen de boomen, «en dat is het huis, waarin ik zal binnendringen.# Terwijl hy dit zeide sloegen wy een hoek om en daar verhief zich het huis voor ons. Een gele lichtstreep, die op den voorgrond de dichte duisternis verbrak, bewees dat de deur niet geheel dicht was, terwijl een venster in de bovenste verdieping helder verlicht was. Toen wy onzen blik daarop hielden gevestigd, zagen wy eene donkere gestalte zich achter het gordyn bewegen. «Daar is dit schepsel,# riep Grant Munro uit, «nu kant gjj zelf zien, dat er iemand is. Volg my maar, dan zullen wy weldra alles weten.# Wy traden op de deur toe, maar plotseling kwam eene vrouw uit de duisternis in het gele licht te voorschyn, Ik kon door de schaduw haar gelaat niet zien, maar hare armen hield zy smee- kende opgeheven. «Om Godswil Jack, doe het niet!# riep zy uit. «Ik had er een voorgevoel van, dat gy vanavond zoudt komen. Doe het niet. Ver» trouw my en gij zuit nooit reden hebben om het u te berouwen.# «Ik heb u reeds te lang vertrouwd Effie I# riep hij norsch uit. «Laat my gaan, ik moet er door. Myne vrienden es ik zullen voor goed aan die zaak een einde maken.# Hij duwde haar op zyde en wy volgden hem op den voet. Toen hij de deur opende kwam eene vrouw op leeftyd toesnel len en trachtte hem den weg te versperren, maar ook haar duwde hy weg en een oogenblik later klommen wy allen de trap op. Bovengekomen snelde Grant Munro de verlichte kamer binnenj gevolgd door ons. Het was een gezellig, goed gemeubeld vertrek^ met twee brandende kaarsen op de tafel en twee op den schoor steenmantel. In den hoek zat, naar wy meenden, een klein meisje. Toen wy binnenkwamen had zij den rug naar ons toegekeerd, maar wy konden zien, dat zy gekleed was in een roode jurk en lange witte handschoenen aanhad. Toen zij haar gelaat naar ons toekeerde uitte ik een kreet van verbazing en afgryzen. {Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2