haarlemmer ralletjes. De fraai van den Worstelaar. binnenland. Sen Episode uit het leven van Skoheleff. Onlangs hoeft men in Rusland den tienden verjaardag van den sterfdag van den beroemden generaal Skobeleff her dacht. Onder de verhalen over den witten generaal" welke by die gelegenheid weer zyn opgerakeld, vinden wij er een dat zijn karakter teekent en tegelyk zijne populariteit in het leger verklaart. Mikhail Dmitrivich Skobeleff had een bizonder prikkelbaar karakter. Wanneer bö boos was, woog hij nimmer zyne woorden noch berekende de kracht van debeleedigingen, welke hij anderen naar het hoofd slingerde. Daartegenover wist ook niemand beter dan hij die toornige opwellingen door vriendelijkheid weder te doen vergeten. In Januari 1881 hadden de verschan singen van het russische leger de vesting Geokteja als in een jjzeren ring beslo ten. Men maakte zich gereed tot de be storming, maar besloot eene nauwgezette verkenning van de vesting daaraan te doen voorafgaan. Esq jong officier, M. genaamd, werd met deze gevaarlijke en moeielyke taak belast. Kolonel Kouropatkine, chef van den staf, zeide tot den officier, terwijl hij hem zijne orders gaf: //Denk er om, dat gij bij het ontmoeten van den vijand u niet in een gevecht begeven, maar terugtrekken moet." Het handjevol manschappen dat onder M's bevel werd geplaatst, kon dan ook aan een aanval niet denken, M. voerde de hem gegeven bevelen naar de letter nit. Zoodra de duisternis viel, begaf zich zijn detachement onder zijne aanvoeling voorzichtig en zonder gedruisch te maken buiten de verschansing, eloop voort in de richting van de vesting en kwam ook weldra aan den voet van het vijandelijke fort. Nauwelijks waren zij echter met de verkenning rondom de versterking be gonnen, of de officier hoorde sïemmeo en zag eene sterke vijandelijke patrouille naderen. M. zich de uitdrukkelijke order van den kolonel herinnnerende, gat bevel tot den terugtocht, maar nauwelijks wa ren zy eenige schreden achterwaarts ge gaan, toen generaal Skobeleff voor hen stond. Waar komt gij vandaan vroeg hy den officier. //Van eene verkenning." tfZyt gy geslaagd?" //Neen generaal, wy trekken terug." //Lafaard zeide Skobeleff met donde rende stem en keerde den officier den rug toe. M. overbluft door dezen uitval, wilde eene verklaring geven, maar de generaal wilde niet luisteren en ging, zonder een woord meer te zeggen, heen. Weldra wi9t het gansche leger, dat de dappere Skobeleff den officier voor ^lafaard" had uitgemaakt ea niemand Een Zatsrdagavondpraatje. CLXXII. Onze burgemeester heeft een verstan dige daad gedaan door te besluiten, dat een aantal politieagenten van een rywiel zullen worden voorzien. 't Wordt haast vervelend om het nog eens te zeggen, zóo vaak heb ik het al betoogd: het korps politieagenten hier is volstrekt onvoldoende om op alle punten waar dat noodig is, behoorlijk toezicht te houden. Waar niet is, verliest zelfs de keizer zyn recht en de vaste posten slokken zooveel agenten op, dat er voor de bewaking vooral van buitenwyken, niet overschieten. Zet maar eens een vuist als je geen hand hebt Nu is het een feit, dat groote stads wijken worden bewaakt dooréenhee- len politieagent, die naiuuriyk nooit is op het punt waar zyn tegenwoordigheid noodig zou wezen, 't Spreekt vanzelf, dat de jongens die toonbankladen willen lichten of mi&der misdadig kattekwaad willen uithalen, dat doen ala de agent gepasseerd is, wel wetende dat ze hem in een half uurtje niet terugzien En dit is de toestand nog in het gun stigste geval, dat namelyk de agent een man is die zyn plicht doet. Maar neem er nu eens een die lui is! Wel, zoo'n sinjeur kan evengoed naar hnis gaan naar moeder de vrouw, als zyn wyk rondwan delen, want als er een adjunct-inspecteur komt kyken of hij er wel is en hem niet vindt, dan kan hy zich altyd redden door te zeggen dat de wyk oök zoo groot is en dat hij toen de adjunct kwam kyken, op een ander punt van zyu wyk moet zyn geweest. Nu sommige agenten een fiets krygen, wordt de toestand beter. Op een wiel kunnen ze niet alleen een veel grooteren afstand bewaken, maar ook de kwajon gens die onze ruiten insmyten, dames hinderen en dieren kwellen, achterhalen, waar te voet geen sprake van kon wezen. Nu eenmaal het besluit genomen is en de burgemeester blyk heeft gegeven, niet tegen het invoeren van een nieuwigheid op te zien, nu zal de uitvoering zeker wel praktisch wezen. Men zal om maar iets te noemen, de bewielde agenten ze- zich de moeite, de zaak goed te on derzoeken. Van dien dag af zagen al zyne kameraden, al zeiden zij het tiet, in hem een lafaard en ook zyne positie tegenover zyne soldaten werd onhoudbaar. Op zekeren nacht, toen hy zich zou- der den slaap te kannen vatten, op zijn leger rondwentelde, kreeg de ongelukkige officier een goeden inval. Zonder iemand iets te zeggen, begaf by zich naar den opperbevelhebber en zeide met bevende stem //Generaal, ik wil u toonen dat ik geen lafaard ben. Stel my instaat om dat te bewyzen 1" Skobeleff keek hem strak aan en zei z/Wilt gij met vrijwilligers het geblin- deerdo fort daarginds trachten te vero veren „Ja, generaal." Den volgenden morgen bij zonsopgang trok M. met een klein getal vrijwilligers op het geblindeerde fortje aan, waarvan het bezit de bestorming van de groote vestiüg gemakkelijker maken zou. Achter hem zat Skobeleff te paard op een heu vel je, te midden van zyn staf. De aanval was zoo verwoed en M. voerde zyn troepje zoo krachtig aan, dat het fortje binen een kwartier tyds ge nomen was. De vyand evenwel het wil lende heroveren, zond eene afdeeling Turco's tegen de overwinnaars af. z/Trek terug, M riepen officieren uit Skobeleffs nabijheid hem toe. M. was gewond en bloedde hevig, maar hy deed alsof hij het aanroepen niet hoorde en verzamelde, nadat hy het fortje vernield had, zyn handjevol man schappen, om den talrijken vyand het hoofd te bieden. z/Trek terugriep men hem nog maals toe. z/Neen, dat zal M. niet doen I" zeide Skobeleff en plotseling den henvel af rennende, kwam hy M. te hulp, die jnist een der Turco's doodgeschoten had en zich nu tot drie anderen wendde die hem besprongen. Het zou met hem ge daan zyn geweest, wanneer niet de plot selinge verschijning van den gevroesden generaal den Tarco's zooveel angst had aangejaagd, dat zy heil zochteu in een overhaaste vlucht. Toen de staf op het slagveld aankwam, drukee Skobeleff M. de hand en zeide eenige malen achter elkander vergeef mij de beleediging die ik n heb aange daan, ik schaam my daarover diep MICHEL DELINES. De gewone jaarlyksche kermis te Brussel herionert een chroniqueur in een der belgische bladen aan een verschrik kelijke geschiedenis, die voorgevallen is op de kermis in een dorp der Vogeezen. Op de kermis was o.a. de tent van een worstelaar, die reeds herhaalde ma ker niet in nnitorm steken, miar hun liever een fietsoostuum geven, zoodat de boosdoeners hen niet van gewone wiel rijders kunnen onderscheiden. Zoodra men weer met glimmende knoopen gaat wer ken komt er toch niets goeds van. Wanneer na ook maar niet de boos doeners zich rijwielen gaan aanschaffen! Als dat gebearde, zou duchtige training voor de politie noodig worden en men in de straten van onze goede gemeente zoo na en dan een geïmproviseerde race kannen genieten, waar het publiek al licht niet op gesteld zou wezen. Wie weet, de fiets wordt langzamer hand zóódanig het voertuig by uitnemend heid Een inbreker per fiets, waarom niet Het gemeenteverslag over 1892 is ver schenen, alweer lyviger dan zyn voor ganger, wat aan den eenen kant pleit voor de uitbreiding van de bevolking der stad, maar ook voor den ijver van onzen stadssecretaris. Die bevolkingstoename is niet onbe langrijk, ze bedraagt 1619 personen. Ge deeltelijk is die vermeerdering te danken aan meerdere geboorten, dan sterfgeval len, maar het grootste aandeel hebben de personen, die zich van elders hier zyn komen vestigen niet minder dan 4170 personen. Dat by dit kloeke cyfer de toename niet nog grooter is, komt door dat 3161 personen uit Haarlem zyn ver trokken. Verbeeld u, meer dan drieduizend personen in een jaar naar elders ver trokken! Zou men niet denken dat alle besmettelijke ziekten in 1892 te gelyk in Haarlem hadden gewoed en dat uit vrees daarvoor zoovelen zyn heengegaan? En toch is de oorzaak natuurlijk, voor zoover het althans natuurlijk heeten mag, dat wy menschen tegenwoordig om de minste kleinigheid verhuizen. Velen die niet door ;ambt of bedrijf aan eene gemeente gebonden zijn, springen als eekhorens van den eenen tak op den anderen en trekken ongeveer hun heele leven door, van hier naar ginds en van ginds naar elders. ff O, wispelturige menschheid I" zou de beroemde dichter ik weet niet meer wie, uitroepen. En de man had gelyk. Want in datzelfde gemeenteverslag wordt gemeld, dat niet minder dan 9 echt scheidingen in 1892 werden ingeschre anderen had uitgedaagd om zich met hem te meten. Steeds had hy, zoowel op den korten stok als by het worstelen, ieder die het aandurfde overwonnen, tot dat op zekeren dag een soldaat zich aan bood om mot hom op den korten stok te vechten. De twee kenden elkaar en schenen elkaar geen goed hart toe te dragen. Althans de wijze waarop zy tegenover elkander optraden, gaf meer den indrnk dat zij een twist wilden uitmaken, dan wel nit aardigheid zich eens meten. Er was dao ook veel publiek in de tent. De worstelaar was tegen zyn tegen stander niet opgewassen. Hij kreeg zulke geduchte slagen met deD stok, dat hy zich ten laatste wel overwonnen moest verklaren. Terwyl het publiek den soldaat leven dig toejuichte, stond de worstelaar te schuimbekken van woede en toen het applaus bedaard was, zei hij met een valschen lach z/Nu myoe revanche. We zullen nu worstelen Zyn vroaw kwam hier echter tas- schenbeide. Het was een slanke, don- keroogige vroaw, precies een Zigeanerin. //Worstel niet met hem!" riep zy den soldaat vol angst toe, why is woedend, hy zal u kwaad doen De worstelaar dawde haar weg en zei met een gryns: //Zij is bang dat ik je breken zal. Ben je een flinke kerel De soldaat was bleek geworden. Hij was een lenige handige jongen, maar scheen niet veel spierkracht te hebben. Niettemin nam hy de uitdaging aaa en trok zyn bovenkleederen uit. De* ander wachtte, met een valschen glimlach op de lippen eu de armen over elkander geslagen. Het volgende oogenblik grepen zy elkander aan. Al dadelyk zag iedereen dat ditmaal de soldaat het onderspit zou delven. Weldra viel hij op den grond en de worstelaar zette hem de knie op de borst, greep zyn hoofd met beide handen en draaide het om Een akelig kraken deed zich hooreo, de soldaat uitte een ontzettendeu gil. De verwoeste worstelaar had hem de rug- gegraat verbryzeld. Een onbeschrijflijke verwarriDg volgde. Sommigen snelden, de handen voor de oogen houdende, de tent uit; de mees ten bestormden het tooneel, om den af- schuwelyken moordenaar te grijpen. Des avonds was de kermis weder io vollen gang, maar tusschen de verlichte tenten, kramen en spellen was een groote donkere massadat was de tent van den worstelaar. Op de honten trap zat eene ineengedoken gestalte. Het was de Zigeunerin, die met het hoofd in haar schort, heete tranen schreide over den gevangene en over zyn ongelukkig slachtoffer. ven. Negen In Frankryk of in Amerika, waar men echtscheiding de gewoonste zaak van de wereld vindt, zou dit een klein getalletje lyken, maar in ons land waar men (gelukkig) nog niet znlke geavan ceerde theorieën aankleeft is negen voor een gemeente een hoog cijfer. Ia de Raadsvergadering van 6 April 1892 werd aan een ingezetene van Sant poort op zijn verzoek concessie verleend voor den aanleg van ,een paardentram naar Beverwyk. Om zeker te zyn dat de aanvrage ernstig was gemeend, stelde de Raad als voorwaarde dat de aan vrager in de gemeentekas een som zou Btorten van ik meen ƒ200. De aspirant-concessionaris deed dit, maarheeft U al iets van die paar dentram gezien, waarde lezer Niet Na, ik ook niet. Onder vier oogen en strikt confidentieel kan ik u wel vertel len, dat er ook nog geen begin mee is gemaakt. Iatusschen is de termyn ver- loopen, de concessit vervallen en we zyn net even ver als we in Maart 1892 waren. Alleen heeft de gemeentekas er ƒ800.aaa verdiend. Waarom, zoo zal men zeggen, waarom ter wereld vraagt iemaud eene concessie als hy nog niet zeker is, dat hij die zal kunnen uitvoeren Lezer, ik weet het niet, op m\jn woord ik vat het niet, ik snap er niets van. Ik denk voor 't naast, dat het 'm in de lucht zit. Er wordt zoo onophoudelijk naar rechts en naar links om concession gevraagd, dat al licht de een of ander dien het op oen paarhonderd galden niet aankomt, gaat denken z/Allo, ik vraag ook 'reis zoo'n ding, dan voer ik minstens een jaar den titel van concessionaris. Dat kleedt Maar men vergeet dan toch, dat zoo'n manier vau doen een ander die serieu- ser is, dikwyls in den weg staat. Kort nadat de concessie tram Haarlem Beverwyk was gegeven, kwam er eene aanvrage voor een stoomtram Haarlem— Castricnm. Deze kon evenwel niet wor den verleend omdat aan den eenen kant de voorwaarden voor de gemeente te bezwarend waren en tevens.... omdat er reeds concessie was gegeven voor het gedeelte HaarlemBeverwyk. Als nu de concessionaris Castricnm zyn voorwaarden wat billijker gemaakt had, zou mê8<shien (ik zeg niet zeker) deze lyn De heer F. J. A. Haeee, sedert 1 Jennen hoofdred.cteur ven de „Amster- demsche Courant» en voordien oorres pondent van de „Nieuwe Rotterdem- scho Conrent» te Amsterdam, is Vriidee- morgen na een langdurig ljjden, op 36-jangen leeftpd overleden. Voor eeaige degen geven de amsterdemsche bladen eene korte be- schouwing over de kolossale massa's die van het artikel cacao door nederlandsche fabrieken worden uitgevoerd, en deelden mede dat er weder drie hooggeladen waggons gereed stondeo. Mee deelt ons mede, dat bedoelde waggons hoogbeladen waren met... t n r f s t r o o is e 1, bedekt met dekkleeden die beschilderd waren met de bekende reclame van ver schillende chocoladefabrikanten. N.R.Ct. I°or het kantongerecht te s Cravenhage stond Donderdag iemand uit Loosdamen terocht wegens het ma ken van nachtelijk ramoer, ter sake waarvan tegen hom proces verbaal was opgemaakt doer.... zjjn btoeder, die politieageat is. Als bizonderheid bij de jongste verkiezing voor den gemeente raad te Tilburg words gemeld, dat zich het geval voordeed, dat een ingezetene, die in twee Tilburgeche couranten door „vele kiezers» werd aanbevolen, geen enkele stem bekwam. Op een dorp in Zuid-Holland besloten do domteee en twee boeren zuner gemeente, alle drie mannen in bonis, om een belangrijke hoeveelheid vlas te koopen en dat dan in den win ter door de minder bevoorrechte gemeen- teleden te loten bewerken. Zoo gezegd, zoo gedaan het vlas werd voor gezamln Igke rekening aaegekocht. Maar de prij zen van het vlas begonnen in eene bui tengewoon te stijgen. J8ap keek Maar zin e° kmk JaaP bedenkelijk „Kunnen we het op die manier hon- den „Neea, we mogen het niet houden 1» Rn zonder deo dominee iets te zeggen, verkoopen ze het vlas en brengen hem, die meer phiUnthroop dan koopman was, zyn rechtmatig aandeel in de winst. De natuur ging bij de boeren boven de leer. I?lan.,80hrij't nit Breda aan t/Ue Tyd" Niet alleen in onze gemeente wordt in den laataten tjjd veel geklaagd over roofzucht, maar ook de landbouwers in den omtrek klagen steen en been. Don derdagavond kwamen drie-en-twintig boe ren in den omtrek vzn den Emor (be- nooreede onder Prinsenhage, doch als het ware bjj Bredz aangebouwd) bijeen om eenen veiligheidsdienst te organisee ren. Geregeld zullen nu eiken nacht drie boeren de ronde doen; een van hen had zich zelfs met een geweer gewapend tot sttnd zijn gekomen. Mazr omdat er een andere concessie Haarlem—Be- Verwijk was gegeven, kon dat niet gebeuren. A 'f.?6 £emeenteraad was(otrotsch denkbeeld I) dan zou ik tot iedereen die een concessie aanvroeg zeggen „Vriend, waar is je kapitaal en wie zjjn je aan deelhouders?» zei bjj dan „dat gaat je met aan», dan zou ik antwoorden „heel goed, maar dan kijjg je van mü ook geen concessie.» En zei hjj: „hier is het geld en daar zijn de mannen die mn steunen», dan zou ik zeggen: „goed, dan moet je ƒ500,waarborg storten en binnen een halt jaar een vierde ge deelte van het werk hebben voltooid.» „Ja», zegt men, maar men moet het een concessionaris niet te moeielnk ma ken.» Maar lk vraag, of een ernstige concessionaris zou opzien tegen een storting van enkele honderde gntdens en of hij niet bereid zal zjjn tot snelle uitvoering van het eens ontworpen werk. De ama teur-concessieaanvragers eu zjj die in con- cession schacberen, zjj zullen wegblijven Des te beter. knellen wjj in het voertuig der ge dachte, dat heel wat sneller is dan paar. den- of stoomtram naar een ander pnnt in het gemeenteverslag. Er wordt ge- zegel, dat het aantal bedeelden ia 1892 geringer is geweest dan in 1891 en daaruit de conclusie getrokken, dat de toestand der laagste klasse vooruitgaat. Gelukkig merkt de verslaggever tevens op, dat Weldadigheid naar Vermogen veel doet. Iederdaad is de slotsom waartoe hjj komt, „1 te optimis- tisch. Niet het cijler van de door het burgerlyk armbestunr bedeelden is afge nomen maar dat van hen die ondersten rang krijgen van de kerkbesturen. Het ligt dus voorde hand, dat sedert de oprich- ting van „Weldadigheidnaar Vermogen» verschillende personen om wellicht zeer geldige redenen door kerkbesturen naar genoemde Vereeniging worden verwezen. Urn tot een goede conclusie te geraken da" te weten 01 w- naar V.' in i892 meer of minder personen heeft ondersteuna d.n in 189X en ais ik mii met zeer vergis, dan is dat cijfer in 1892 wel geklomen, mazr niet gedaald. Een instelling die wel niet het arm wezen, maar dan toch wel de armen raakt, is de Bank van Beening. Het batig saldo op hare rekening is ƒ2824 665, wel wetende dat de wet op de wapens op hem niet toegepast zou worden we gens.... totale afwezigheid van veldwach ters. Donderdagnacht werden vier perso nen zwervende in de velden aangetroffen,' doch gestolen is er niet. Den voorgaan- den nacht had men nog by eenen land bouwer de appelen van eenige hoornen medegenomen. Te Annen is een driejarig kind bij het inhalen van het koren door eene beladen kar overreden, tengevolge waarvan het kort daarna overleed. Een min vermogend am bachtsman, in het bezit van eenig land, te Z., was aan een koopman aldaar eenig geld schuldig, dat hy wegens te genspoeden niet terug kon geven. Hy had evenwel eene koe op stal en deze zou in beslag genomen worden. In het bezit van het vonois, viel deo koopman evenwel nog in, dat de wet de inbeslag neming van eene eenige koe niet toe laat en zoo kwam hy op de snuggere gedachte, om door een derde eene geit voor zeer billyken pry 8 aan zij oen schuldenaar te laten aanbieden. Het geitje wilde hy opofferen, om dan het formeele recht te hebben, de koe te laten verkoopen. Onze schuldenaar, die ook nogal by de hand is, kocht de goed- koope geit, en reed6 des anderen daags, in de vroegte, is de schuldeischer m«t een deurwaarder weder by zijne woning, in het vertrouwen du de hand op de koe te kunnen laten leggen. Toen zy evenwel in de schuur kwamen, was nergens eene geit meer te zien. Daar naar gevraagd, kreeg de deurwaarder ten antwoord, dat hy Donderdagavond het geitje nog geslacht en met zijn tal rijk gezin ook reeds gedeeltelyk opge peuzeld had. Onder die omstandigheden kon volgens de wet het beslag niet uit gevoerd worden en trok de koopman niet met de koe, maar met een langen neus af, want hy kon nu bovendien zyne geit nog nazien. R ECHT S2AKËN- Een paar vertegenwoordigers van het gilde der Flesschentrekkers stonden Don derdag en Vrydag terecht voor de vacan- tiekamer der rechtbank te Amsterdam: Zij hadden zich in den loop der maand Mei aan een reeks van oplichteryea schuldig gemaakt, door een groot aantal kooplieden en handelsfirma's daar ter stede schriftelyk of mondeling te bewe gen, allerlei monsters papier, spy kers en draadnagels, wagensmeer en zeven af te zenden aan hst adres eener niet bestaande Gooische Zuiveliorichting te Laren, direc« tear G Rigberts, station restant Hilver sum. Zy hadden, om dit doel te berei ken, gebruik gemaakt van briefpapieren adreskaarten, met het bovenstaande be drukt, en de brieven, onderteekend #p. o. G. Rigberts Co te Hilversum op de post gedaan, ofschoon zij zelf te N.-Amstel woonden. dat door den verslaggever wordt genoemd //slechts eene gering© vergoeding" voor de derving van rente van het kapitaal dat in de onderneming zit, n. 1. 56907,945. Nu zal ik niet zeggen dat de winst schitterend is, maar van een fringe vergoeding" kan toch ook bezwaarlijk worden gesproken, waar het eene inrich ting geldt, gebaseerd op pbilantropie en bedoelende den arme te houden uit de klauwen van den woekeraar. Voor zulk eene stichting is het voldoende, dat zy behoorlyke rente van baar kapitaal maakt en wat men noemt zichzeive bedruipt. Dit is hier het ge val. Het winstsaldo is ruim vier procent van het kapitaal en ieder weet, dat onze ge meente voor vier procent zeer gemak kelijk geld kan krygen. Ten slotte nog een paar opmerkingen. Het rapport over de landbouw en vee teelt, vroeger in het verslag voorkomende, is nu achterwege moeten blyven, omdat de deskundige die zich daarmee belastte, er geen gelegenheid meer voor had. De reden is goed, maar. was er, ik vraag het met alle bescheidenheid, niet een andere deskundige te vinden? We doen in Haarlem wel niet veel aan landbouw en veeteelt, maar zullen toch wel meer deskundigen onder onze inge zetenen tellen dan dien eenen Evenwel, 'tis misschien heel ondank baar van my, om zooiets te zeggen na het verslag buitendien al met zooveel zorg is bewerkt. Ik zou niet graag voor een Nurks worden gehouden en toch moet my nog iets van het hart. In het verslag wordt medegedeeld, da*- er geen aanleiding bestond om met Rijnland te onderhandelen over veiversching van het water, behalve in October toen er met het oog op enkele gevallen van cholera asiatica tweemaal verversching heeft plaats gehad. Nu wil ik daar verder niets van zeggen, dan dat ik in den zomer wel eens andere beschouwingen over de wenschelijkheid van water/erversching heb gehoord van bewoners der Nieuwe- gracht, Bakenessergracht en Leidsche* vaart. "6 Is ook de vraag, of men niet beter doet om ia den zomer voor duch tige wzterverversching te zorgen met het oog op mogelijke cholera in het najaar, dan den maatiegel te semen wanneer er al cholera is. FIDKLIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 6