NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 11 SI®!!* lie Jaargang. Donderdag 7 September 1893. No, 3123. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN: NABETRACHTING- Haarlsm, 6 Sept. 1893. Uit BlDemendaal-Overveen, FEUILLET ON HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37^. Bit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 132. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentién worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiere. Directeur-Uitgever J. C. FEEEEBOOE Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUB-E CoJOHN F. JONESSucc.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre: Bij dit Nummer is gevoegd tiet Gemeenteraadsverslag van 5 Sept. van den CE MEE NT ER AAD- LXVIII. Bij uitsondering werd de Raadsver gadering gehouden op eea Dinsdag, daar de wet voorschrijft dat de wethou ders en de vaste raadscommisaien moe ten worden benoemd op den eersten Dinsdag der maand September. Nu over de verkiezing der wethouders zal wel niemand eea oogenblik getwijfeld heb ben de aftredende heeren Dr. de Haan en Mr. Waller warden met glass her kozen. Het gaat hier wat vreedzamer foe dan In Amsterdam, waar men Eoomaar klakkeloos het halve dagelyfcsch bgsluur verandert. De benoeming der vaste commisslëa stempelt deze Raadszitting tot wat een geestig journalist eens „de nationale ver- vcliögsdag" noemde. Het Is een gestem zonder eind, waarbij de aftredenden getrouwelijk worde» herbeaoemd. Zoo als wel te voorzien was, verving de heer r den afgetreden heer Stoel als lid der Commissie van fabricage en die van de voorwaarden vaa aanbesteding. Overigens bleef de samenstelling der Commissie® overanderd, uitgezonderd die van Fzsacciëa, waarin de heer Waller ward vervangen door den heer Krusemau en die voor Strafverordenin gen, waarin de heer Van Slyrum den heer Enschedé verving. Dit deze beide wethouders bij hunne vele bezigheden als zoodanig, de genoemde betrekkin gen bu maar eens door anderen ver vuld wilden zIgb, kan ik mij levendig begrijpen. De heer de Ka&ter presideerde en deed dat met groote nauwgezetheid, uitgezonderd toen ZEA. vergat by het voorloopig goedk&urea der gemeente rekening ds leden vaa het Dagelij ksch Bestuor te verzoeken, buiten stemming te bleven. De heer Van de Poll ves tigde daar de aandacht op en de zaak werd behoorlijk geredresseerd. Jj, ja, meneer de Kanter, het beste paard kan wei eens struikelea Merkwaardig is het hoe de voorzit ter gewoonlijk de ingekomen stukken opleest? neen, beter is het om te zeggen opra o m p e 11. Wij kregen dan ook aan osze tafels een vsgen kiank te 'noorea van#afge keurd vee en goedgekeurde besluiten", eea combinatie die oss juist ia devroo lijke stemming bracht, waarin eea verslaggever vooral by zoo'a taaie ver gadering wezen moet. Evenwel, er werd later voor méér amusement gezorgd en wel door den heer Klein, die deze taak, zeer vermoedelijk onbewust, wel eens meer op zich neemt. Dit Raadslid ver zocht spoed te makes met het dempen van eea sloot, met het oog op de heer- schende ziekte, hoewel die nog niet „sporadisch" was. Nu is bedoelde ziekte juist wèl spo radisch. De heer Klein wilde zeggen, dat ze nog niet epidemisch was. O, die vreemie woordenD£ir kaa men zich leelyk in vergissen Behalve deze Kleia°ïgheid valt er over de Raadszitting niet veel te ver tellen. Dc heer Storm, die ;al maanden ge leden om teruggaaf van een gedeelte der door hem betaalde faecaliëabel&s- visg had gevraagd, kreeg nul op zijn request, hoewel de heer Macavé op wel sprekende wijze zijn goed recht verde digde. De heer Waller toch bestreed deze rede met niet minder talent en de Raad, blijkbaar slingerende fcusschea beiden, gat met 14 tegen 12 stemmen den heer Waller geiyk. Dat de geleerden hat niet over de zaak eens waren, blijkt al uit het fait dat twee juristen elkaader hierover be streden en het wordt nog duidelijker, wanneer men ziet dat de rechtskundigen onder de Raadsleden eveneens ganscn en al van meesiag verschillen. Voor het verzoek vaa den heer Storm waren o. a. de heeren mr. Hugenholtz, mr. vaa Styrum ea mr. 't Hooft, er tegen de heeren mr. de Clercq vaa Weel, mr. Cnoop Koopmans en mr. Easchedé. Ea waar nu zelfs de rechtsgeleerden aldus ia twee kampen zijn verdeeld, daar mag een nabetrackter wel zeggen, dat hy de afwyzlag van het verzoek betiemt en met den heer M&caié van meening is, dat teruggave billijk ware geweest. STADSNIEUWS. Dinsdagavond had in de groote zaal van de Sociëteit „de Kroos" de door eea 800 personen bijgewoonde verga dering plaats, uitgeschreven door het comité, dat zich in de bijeenkomst vaa 23 Aug, j.l. heeft gevormd, om eea adres beweging uit te lokken tegen het verkorten vaa de kermis, en te trachten deze terug te ferygen op de:a oudea voet. Met een kort woord opende de heer G. J. van Gasteren, secretaris vaa het comité, deze vergaderiag, waarby hy den voorzitter, desa heer W. A. J. vaa de Kamp verving daar deze door fa milieomstandigheden verhinderd was, ds vergadering bij te woaes. Nadat nog door hem de notulen wa ren voorgeiaassa vaa de op 23 Augus tus j.l. gehouden voorloopige bijeen komst, ea medegedeeld werd dat het bewuste adres reeds meer dan 3000 h&adteekeningen telt, werd de volgende motie voorgelezen „De vergadering van winkeliers, be langhebbenden en belangstellende s, ge houden op Dinsdag 5 Sept. 1893 ia de groote zaal der Sociëteit „de Kroon" alhier, betreurende het raadsbesluit van 8 Februari j.L, wa&rïa ;tot inkrimpisg der ha&rlemsche kermis is besloten, verzoekt beleefd den Raad jder ge meente Haarlem de haarlemsche kermis in het vervolg op des ouden voet te does houden, ami. vaa af den istea' Zaterdag der maaad Augustus tot en met den 2 den Maandag daarop vol gende." De aanwezigen werd verzocht door op staan te keanea te geven dat zij de motie goedkeurde», wat door ongeveer alle aanwezigen werd gedaas. Hierna werd de bijeenkomst, die van hrif negen tot negen uur had geduurd, gesloten. De vergadering ging kalm uiteen. Toch had er bijaa nog een incident plaats gehad. Alhoewel la de advertenties en aan plakbiljetten was medegedeeld, dat de vergadering slechts toegankelijk was voor voorstanders der kermis, was e^n bekend iegenstaader de heer W. L. Schram in de zaal aanwezig, saa er ook te zijn toegelaten. Toea hy by het aan nemen der motie bleef zitten, trok hij natuurlijk de aandacht, en maakten eenige jongens het hem lastig. Om onaaageaaamheden te voorkomen verzocht een der soeieteitsleden hem de sccieteitszaal bionea te ga&a. O-<mladel- lyk werd den heer Schram echter ver zocht zich te verwy deren, waarna hij door een menigte jongens omringd „de Kroon" verliet. O .n erger te voorkomen verzocht hem een inspecteur vaa politie hem naar het politiebureau te vergezellen om daar te wachten tot de menigte zich zou hebben verspreid. Daar weldra alles weer kalm was, be hoefde de heer Schram aiet lang op het bureau te vertoeven. Benoemingen WethoudersBeverwijk K. Tegel (aftr,) Haarlemmerliede H. Th. Schweitz (aftr Heemstede A. van der Horst (aftr.) Schoten F. van Schie en G. A. Ritsema (aftr.) Sloten J. J. Ryalerse taftr.) Spaaindara C. Prins kzo. Benoemd tot onderwijzer aan School no. 10 te Haarlemmermeer, C. Renes te Haarlem, id. aan School no. 3 W. A. TuylSchuitemaker te Haarlem. Herbenoemd tot Wethouder te Haar lemmermeer, de heer H. F. Bultman. Tot gemeentegeneesheer te Haarlem- meer is benoemd, de Heer Tod Hoorn te Ede. Ia de Dinsdagavond te Zaadvoort gehouden raadsvergadering werden de heeren W. van der Werff, J. Slagveld ea N. H. Peters geloBtalleerd. Daarna werden tot wethouders be noemd da heeren W. vaa der Werf! en M. Teekman. Nadat de behandeling van een paar requesien aangehouden was tot eene volgende vergadering, werd de verga dering gesloten. De rekening van het comité tot be vordering van het gezellig verkeer te Zandvoort, sluit met een batig saldo vaa ruim ƒ360,-—, waarvan ƒ150.is afgestAaa aan de bewaarschool aldaar, terwijl het restant aan den burgemees ter ter hand Is gesteld om namens het comité ia den aanstaanden winter ten bate der armen te besteden. Wederom hebben zich te Zandvoort vier gevallen van varkensziekte voorgedaan. Het was Dinsdagavond mooi weer buiten, maar het stormde ia den Bloe- mendaalschen gemeenteraad. Ia de vo: rige vergadering had de heer Rouweas gezegd, dat er voor de stal van de tramomnibus maatschappij een groote hoeveel stinkend water stond en de voorzitter zeide, dat hij dat ook had bespeurd en zyne verwondering had uitgedrukt, dat de maatschappij of hare onderhoorigen zulk een toestand kon den maken of bestendigen. Hierop had de heer By voet gezegd, dat de Burge meester daarmede eea blaam wierp op de zeer nuttige maatschappij en haren uitstekenden directeur en den Burgemees ter aangeraden, eens met laatstgenoemde over de zaak te spreken waarop de Bmgemeester zynerzyds aan den heer By voet als commissaris vaa de maat schappij denzelfden raad hadgegeven* Dit alles had plaats in de vorige ver gadering ia Augustus. Nadat nu giste ren de notulen waren goedgekeurd, vroeg de heer B ij v o e t het woord en zeide het volgende: „Mij is gebleken, dat de tram aan den stank niet de missie schuld had. De geul waarin het stinkende water staat, is onder beheer vaa het gemeentebestuur en het water kwam van hooger op, niet van de stal. Nu is de geul wel wat op gehoogd door den straatmaker, maar het water blyft thans wat hooger staan. Ik vertrouw, dat de voorzitter nu zal terugnemen den blaam door hem in de vorige vergadering op de trammaat schappij geworpen.// De voorzitter» Aan de orde Is de benoeming van eea wethouder. De heer By voet. Ii kryg dus geen antwoord? Dan zal ik aan den Raad permissie vragen om hierover eene Interpellatie te houden. V o o r z. Ik heb niets te antwoorden, en sa! niet antwoorden. B ij v o e t. U werpt dus een blaam op een maatschappij ea wil die niet terugnemen? Het is heel treurig. De heer Bijvoet spreekt door, de heer ter Hofstede raadt hem aan na afloop der vergadering zijne interpellatie te houden. De voorzitter. Ik geloof, dat de leiding der vergadering is aan mij en niet aan den heer By voet. Thans wordt overgegaan tot de be noeming van een wethouder. Herkozen wordt met algemeens stem men op eéa na de heer W. J. Elde- ring, die de benoeming verklaart aan te nemen, maar zyne medeleden ver zoekt om ernstiger dan tot nu toe is ge schied, te overwegen de benoeming van eea tweeden wethouder, wie dat dan ook mogen rijn. ('Men weet, dat ^sedert twee jaar slechts eén wethouder in deze gemeente is, de andere leden van den Raad hebben steeds geweigerd zich de benoeming te laten welgevallen.) Na een gelukwensch van den voor zitter werd de heer Eldering ook be noemd tot ambtenaar van den Burger lijken Stand. Thans kwam aan de orde een in grijpend voorstel, namelijk om te be palen dat strafbaar is ieder, die op minder dan 8 meter afstand van den greas van wegen of padea een gebouw opricht, tenzij ia bicondere gevallen de Raad daartoe toestemming verleent. Hierover oatspoa zich een langdu rige discussie. De bedoelhg van het artikel is voornamelijk, om aan den Zylweg wanneer die verder wordt be bouwd, geen misstand te krygen door dat het eene gebouw voor het andere zou uitsteken. Waar de grens van Naar het engehch VAN FLORENCE WARDEN. I) HOOFDSTUK II. Het geheele onderwerp was mevrouw Hoad-Blean zoo pijnlyk, dat bij stilzwijgende overeenkomst door de meisjes was bepaald, dat de naam van St. Rbadegund dien avond niet meer zou wor den genoemd. Den volgenden dag stond de arme dame echter nog een groote beproeving te wachten. Zy begaf zich met een vroegen trein naar Canterbury om wat inkoopen te doen, en Pamela vergezelde haar. Jane met den sleutelring harer moeder gewapend hield het toe zicht over de dienstboden en over de tweeling by hunne lessen, toen de vreeselyke stem van lady Coastantia zich deed hooren in de gang, en haar deed ontstellen. Jane was een meisje met diplomatiekers overleg, die beter dan een der anderen besefte, dat het niet goed aanging om de eer zuchtige dame te weerstaan en uit den toos, waarop deze dame nu haar morgengroet uitsprak, bleek haar, dat zy gekomen was met een verzoek, dat hetzelfde beteekende als een bevel. Jane was een meisje tamelyk groot, met eene slanke, bevallige gestalte, goudblond haar en een gelaat hoewel niet zoo mooi als dat van Pamela, en zeer bleek, toch niet van schoonheid en aantrekkelyk- heid was misdeeld. In haar eenvoudig, grijs morgenjaponnetje kwam zij als een koningin de trap af, en strekte haar hand uit naar de gestalte, die gehuld was in een verbazend grooten regen mantel van ondoordringbare stof, met zwarte garen handschoenen aan de handen en van een druipende parapluie voorzien zie daar alles wat er van lady Constantia Fitzjocelyn te zien was. z/Myn kind," begon de troteche dame dadelijk, //ik zou gaarne willen, dat gy terstond uw regenmantel aantrokt, en met my meegingt. Ik weet, dat uwe moeder niet thuis is de meid heeft het my reeds verteld. Wat ik zeggen wil, waarom laat gij haar geen mutsje dragen, zoodat er van haar haar minder tekyk komt Dat lichte, krollende haar zoo te dragen, past niet aan een dienstmeisje. Ik wilde echter, dat gy mij vergezeldet naar de Prior y Farm, om toe te kyken, dat er by het dorschen geen wreedheden worden begaan. Gij moet u een beetje haasten, want zy zullen wel reeds begonnen zijn." z/Wilt gy niet binnenkomen vroeg Jane met zachte stem, en opende de deur van de ontvangkamer. n/Neen ik zal hier op u wachten. Haast u nu maar als een goed kind!" //Maar beste lady Constantia, gij zult toch zeker niet op het drassige veld in den regen gaan staan om te beletten, dat er een paar ratten worden doodgeslagen riep Jane nit. Lady Constantia zette aan haar antwoord kracht by door haar parapluie heftig neer te zetten, waardoor de druppels water naar alle kanten rondstoven. //Zeker zal ik dat! Alle redelooze dieren hebben het recht om tegen moedwillige wreedheid te worden beschermd, en ik weet, dat die wreede jongens er vermaak in vinden I" De nadruk, dien zy op deze laatste woorden legde leerde Jane, dat het hier evenzeer haar gramschap gold op de jongens als de bescherming, waarmee zy de ratten wilde vereeren. Nogmaals trachtte zy tegenwerpingen te maken. z/Zoudt gij niet denken, dat het wel wat bemoeiziek is om...." Zy wilde niet zeggen //tusechenbeide te komen." Lady Constantia antwoordde op haar niet voleindigden zin //Het is my geheel onverschillig hoe bemoeiziek ik ben, als het eene menschlievende zaak geldt." z/Maar weet gij wel, dat die ratten wel eens byten." z/Zy zullen my niet bijten!" Jane keek haar aan en meende, dat een verstandige rat het ook niet zou doen. z/Zoudt gy niet denken, dat gy het zonder mij niet zult kunnen doen vroeg het meisje met zachte stem. //Wel neen, zeker niet! Ik zou uwe moeder hebben meegeno* men als zy er geweest was. Begrypt gy niet, dat ik iemand moet hebben, die tot de familie van hun huiseigenaar behoort, waardoor ik het recht heb om tusschenbeide te komen?" De arme Jane werd door doodsangst aangegrepen. Zij voorzag; dat de verhouding, die nu al zoo slecht was, er zeer zeker nog sleehter door zou worden. Zy wendde nogmaals eene poging aan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1