BINNENLAND. weïen ot paden ligt, ion, zoo meende de heer ter Hoffateede dikwijls moeielijk te bepilen zijn. Het- lelfde Raidslid vond dat in elk geval de aaneengeboawde bestaande buutten van den maatregel moeten worden uit- gezouderd omdat daar de terreinen met zoo diep zijn dat elders alstacd voldoende i°u weren. Ook beval hij den maatregel aan ten opzichte van h0Xen nsb«rwordt' het artikel gewijzigd ^HeTluldt nu aldus„is stialbaar ieder „die op minder dan 5 7" de° gress van wegen oi paden een gebou w "If getimmerte opricht of doet oprich ten op een plaats waar nog geen ge ^bouw stODd. Van deze bepaling zïju "uitgezonderd de gebouwen, die in de „aaneengeboawde buurten worden opge ""Besloten wordt den leefjijd va» toe zting van kinderen op de school te O verveen, in verband met het leerplan, van 6 te brengen op 5 jaar. On zijn verzoek wordt aan den ge meente-ontvanger Verburg wegens ver gevorderden leeftijd met 10 October e4r vol ontslag verleend, met dankbetuiging voor de gedurende 17 jaar door hem be wezen diensten. Tevens wordt hem een ï«>»io« 7" ƒ250 's jiars toegekend, dat is 'U 7,n ,liNaark»alleldiog van een door den heer Barnaart medegedeeld ,el'Taae" kind, dat wegens ziekte 14 dagen na den aanvang van den cursus op de schoo te Vogelenzang komende, niet kon wor den toegelaten omdat er geen plaats meenten alleen toe te laten voor zoo ver er plaats voor hen overhigh. De heer Bijvoet herbaalt nu1 zijn verzoek aan den voorzitter om terug te nemen den door hem uitgesproken woorden ten opzichte der tramomnibus mïeCVoPP£ zltter antwoordt, dat hij overtuigd is dat de trammaatschappij een warmen voorstander heeft in denJa.se Bijvoet die er niet a.ntwijfelt dat xg doet wat zij behoort te doen. Zijne in de vorige vergadering uitgesproken mee- ning neemt hg echter met terug. Die i, maar niet zoo klakkeloos uitgesproken Beeds v.oeger is de dezelfde klacht geuit ais nu onlangs door den heer Rou wen! en spreker heeft twee dagen voor de vorige vergadering nog gezien een1 grep^ pel, die er niet geweest ^maar doorde van de Maatschappij. Uit deze laatste kwam onaangename Btank, zooals oo blijkt uit een klacht van Mej. Wafel bakker, die naast de stal woont ea h" is opmerkelijk, dat er sinds de zaakin den Raad is ter sprake gebracht. door niemand meer onaangename reuk wordt °PuTheer Verkoren heeft gezegd, dat de rioleering in de tramstallen zeer slecht is en hoogst primitief. Mair heeft u," zoo vraagt de heer Bijvoet, üaarop de Maatschappg dan 'lVrkof moemlk," antwoordt de voorzitter, „omdat we het tapport vaa den heer Verkoren moeten afwachten. De heet Rouweas verklaart, dat hy dezen morgen te 11 uur uit de ge- meenteput stank heeft opgemerkt, de Burgemeester heeft te 2 uar ,let" 8* roken. De heer Bijvoet noodigt al de leden van den Raad uit, eens zeiven te komen zien wat er van 's Burgemeesters beschuldiging aan is. De heer Bijvoet, alzoo zegt de voor zltter, is van meening wanneer men over de tram spreekt: „ne touches pas X la reine I" Er is wel een middel om den waterafvoer te verbeteren, door na melijk een lya te trekken van het hoogste naar het laagste pant van den weg, maar dan raakt de Maatschappij nog dieper in het water dan zy er nu al inzit. De heer Bijvoet antwoordt, dat de Maatschappij zich verdedigen zal, wan neer men het haar geheel onmogelijk gaat maken. De voorz. betoogt dat het hem vol strekt niet te doen is de Maatsehappij tegen te werken. Juist dat verkeerde standpunt maakt het moeilijk te praten met den heer Bijvoet, die wellicht nog door anderen is opgesiookt. Na dezen uit den mond van een Raads voorzitter zonderlingen uitval wordt de vergadering weidra gesloten, en dat was maar goed ook. In de Dinsdag gehouden Raadszitting te Amsterdam, bijgewoond door alle raadsleden behalve dr. Gay pers, zya de nieuwgekozen leden ge ïnstalleerd. By de daarop volgende verkiezing van wethouders werd de heer W. W. van Leanep met .26 van de 38 stem men als wethouder herkozen. Voor de plaats opengevallen door de aftreding van den heer Reekers werd bij derde stemming gekozen het nieuw gekozen raadslid mr. Schölvinck met 20 stemmende heer Reekers bekwam er 16 j twee stemmen waren blanco. De heer Schölvinck heeft verklaard zyn verkiezing in beraad te houden Voor da derde wethoudersplaats (va- cature-Dyserinck) waren eveneens drie stemmingen noodig. Gekozen werd de heer D. Fabius met 19 tegen 16 op den heer D. Jitta. Ook ae heer Fabius wenschte zijne benoeming in beraad te houden. In een hoofdartikel van het „Handelsblad wordt een en ander medegedeeld over de opsporing van misdadigers en van de slechte resultaten die tot nog toe het gevolg waren van de navorschiagen der Justitie. Van zeer vele misdrijven toch bleven en blijven de daders onbekend. Vol gens de gerechtelijke statistiek b. blijkt, dat ia ééa onzer gemeenten ge durende de laatste jaren van 2000, zegge tweeduizend, diefstallen de daders onbekend zijn gebleven. 't Is in ons land hieromtrent geluk kig niet erger gesteld dan in 't buiten land. Zoo behoeven we, wat Engeland betreft, slechts in herrinnering te bren gen de tallooze moorden, die in Loa den bedreven zijn en worden en waar van men bij niet één de dader heeft mogen ontdekken. In Frankrijk, zijn volgens de Stati stique Crimiaelle, over de jaren 1875— 1880, de daders van 38,680 diefstallen onbekend gebleven tegen 34,500 per sonen, die hunne straf ondergingen Meer dan 60 proc. der misdrijven zij: dus niet ontdekt. Evenals de wetenschap zoo beeft ook de misdaad hare onderwijzers en leer boeken. Veel misdrijven worden toch uitge voerd onder de leiding van een of meer ouderen, „leermeesters in het vak," die dan een leeuwenaandeel in de buitont vangen. Volgens den „Code van misda digers te Parijs, wordt op het openbaren der namen van medeplichtigen zelfs met de doodstraf gedreigd, terwijl den col lega's aangeraden wordt by eene even- tucele verschijning voor de Justitie,zoo weinig mogelijk te spreken, dat men precies weet wat men gezegd heeft, dat men de oogen steeds naar den grond gericht moet houden. Toch bestaat er nog een groot onder scheid tusschen booswichten, xynde toevallige, en die van beroep. De eer ste soort van misdadigers zyn niet ge vaarlijk, daar zij voor 't meerendeel door een samenloop van omstandighe den plotseling tot een wandaad worden gedreven. Deze zyn niet door en door slecht, zoodat dezulken niet zelden na hun daad, door gewetenswroeging ver volgd, zich vrijwillig in handen stellen van net gerecht, zoo zy al niet hunne straf ondergingen. Zooals blijkt uit de mede- deeling vaa den burgemeester van Rot terdam zijn Dinsdag aangegeven: als overleden aan aziathche cholera 1 per soon en als daaraan lijdende 2 perso- nee, terwijl 1 lijder van die ziente is hersteld. In het geheel hebben zich, van het ontstaan der ziekte op 21 Augustus af, 18 gevallen van cholera aldaar voorge daan, waarvan 14 met doodelijken af loop, terwijl 3 lijders nog in behande ling blijven. Te Woudbrugge is een geval van aziatische cholera met doodelijken af loop voorgekomen aan boord van een schip. Eene 53-jarige vrouw te Zaiiichem, dis Zaterdag hare lijdende kleinkinderen te Vnrea bezocht had, werd door Azi atische cholera aangetast en overleed des anderen daags. De timmerlieden weigerden op Zondag de doodkist te maken, zoodat het vervoer vaa het lijk niet dadelijk kon plaats hebben. Het volk aldaar wil ook niet den minsten voorzorgmaatregel tegsa besmetting in acht nemen of voorbehoedmiddelen aan wenden. Een 3de cholerageval is te Alfen d Ryn geconstateerd by een kind op een doorvarend schip. Tengevolge van het overlydea van eenea schipper te Helmond aan cholera asiatica is de Zuid Willemsvaart besmet verklaard en tegen het driakea van on gekookt water uit die rivier gewaar schuwd. Bij eenea schipper te Vreeswijk aan boord vaa een aan den moad vaa het Zederikkanaal liggend schip werd Dins dag door den aldaar gestationneerden officier van gezondheid een verdacht ziektegeval geconstateerd. Het schip een zoogenaamde Waalpont en uit Eindhoven af komstig, is naar dea zuiderwal der Lek tegenover Vreeswijk gesleept en moet voorloopig ia quaran taine blijven. Men is druk bezig met het bouwen van eene barak voor choleralyders. Ook zyn er een zestal hospitaal-soldaten aangekomen, om soo noodig cholera lijders in de barak te verplegen. De duitsche stoomboo „Heinrlch" met een lading hont uit Riga bestemd voor Gent, is bij Ter neazen gestrand. Twee sleep oooten konden haar niet vlot krygen. Een ge deelte der lading is over boord gewor pen een ander gedeelte wordt gelost. De ligging van het schip ps zeer on gunstig. Van „wel ingelichte zij de' deelt men mede, dat een inwoner uit Ruinen een schot uit een vuurwapen moet gelost hebben op den heer H W., te Hcogeveen. Het schot heett ge mist; slechts een schramp aan den buik moet de heer W. bekomen hebben. In de gemeente Eist, op de steenoven van den heer Van Holst, alzoo aan de overzijde van Arnhem naby de zwemschool, heeft zich op dezer bij eenen jongeling een biane« weinige uren doodelijk verloopen geval van cholera voorgedaan. Door den adjuacb-iaspectear van het geneeskundig staatstoezicht, dr. Post, die onverwyid ter plaatste was, zijn de noodige maatregelen in deze genomen, Te Huissen is Maandag eer huisvader, Th. S. genaamd, bij hec af klimmen van eene kar gevallen, met hei hoofd op den grond, tengevolge waar van hij na eenige ocgenblikken over leed. Te Blerik viel Maandag de voerman H. Giesbers van zijne kar, waardoor hy onder het wiel geraakte en doodelijk gekwetst werd. Naar wij van goederhand vernemen ea onder reserve mededeelen moet de moordenaar van de marechaus see te Osch, Hoekman, bekend hebben. Hij moet zich te Den Bosch in arrest bevinden en zou daar hebben medege deeld, dat een twintigtal medestanders zich verbonden hadden om Hoekman uit den weg te ruimen. Daartoe hadden ij zich op den avond van den aood- lottigen dag in verschillende groepjes verspreid. Wie Hoekman zag moest op hem vuren. Het ongeluk trof dat de iste schutter van de twintig hem 't eerst in 't oog kreeg en het doodeiyk schot toebracht. (Zv. Ct.) Een ploeg arbeiders uit Nieuw Pekela hadden een slootgraverij te Wilaervank aangenomen voor [een bedrag, oader voorwaarde, dat er per week loon zou blijven staan tot rich- tige nakoming der condities. Zaterdag middag vervoegden zich een groot 50 tal dier arbeiders bij den kastelein R Pasman, uitbetaler der loonen, en dreig den hem met houweel en spa, wanneer hij 't daar staande bedrag van 3^ niet uitkeerde. Na mishandeling van hem zijn dochter voldeed hij daaraan De per telegram ingeroepen hulp der marechaussees arriveerde twee uur later, te laat om proces verbaal te maken. den genie-officier, want het was een karre weitje, waaraan hij reeds een jaar werkt en dat vóór hem, tevergeefs door de marine en de artillerie beproefd werd. Iq den morgen van 15 Juli toog de chet van den staf, vergezeld van vele officie, ren, naar PakanKroeng-Tjoet, teneinde den heer Klobbie namens den afwezigen generaal, te danken voor diens ijver, en hem geluk te wenschen met het snccè9; daar werd geklonken, gedronken en zoo. veel geur gemaakt, er werd zoo schoon „gespeecht" over de schoone verwach tingen, welke men meent te mogen koes teren, dat de omstanders er naar het schynt, zoo geheel door werden mede- gesleept, zoodat men zich inderdaad ging verbeelden, dat weldra het laatBte schot zal gevallen zyn. Zalig zy die gelooven Groote opgewondenheid heerschte er in den avond van 13 Juli te Kota-Radja, De order was nl. uitgevaardigd, dat het geheele garnizoen, met genie, artillerie cavallerie incluis (behalve het 12e bat.) den volgenden ochtend te 7 uur geran geerd moest staan in orde van bataille, We wisten niet beter, of we moesten ergens binnendringen, of wel Kaloet nemen, enz., doch niets van dat al. Da troep zou meer speciaal gebezigd worden als..,, weg-wais-maohine voor den nieuwen weg naar Oleh-leh, en daarvoor diendo die gecombineerde militaire marsch. Waar de soldaat niet goed voor is I Behalve dat een 5-tal muildieren van de berg artillerie in de lagunes terecht kwame^ hadden er heusch geen accidenten plaats. KOLONIËN- Dea l&en Jali werd uit Kotta-Radja aan de „Soer. Ct.'' geschreven. Wanneer het orakel of de legende waarheid spreekt, dan zal de Atjehkryg spoedig tot de geschiedenis behooren, want eerstdaags zal het monsterkanon van Kota-Moesapie, dat in- den reuk van heiligheid staat, binnen de Kratonmuren zyn intocht maken; van dat wonderkanon wordt niet meer of minder gezegd en geloofd dan dat niet eerder Atjeh zal onderworpen zyn, voor en aleer de Hol landers het in den Kraton zuilen gebracht hebben. Sommigen, rekening houdende met den bygeloovigen aard der bevolking, ver wachten in allen ernst een pLtselingen ommekeer van zaken, en waarschynlyk werd, dat bijgeloof ter wille, veel meer dan een jaar geleden het plan gevormd, om dat circa 7 M. lange en pl. m. 10.000 K G. zware tyzeren gevaarte naar ons hoofdkwartier over te brengen. Maanden lang is men bezig geweest met het graven van een kanaal van Pakan-Kroeng-Tjoet naar de plaats, waar de reus uit de 17e eeuw zyn nonactivi teit doorbracht, ten einde hem op een vlot naar de „halte" Pakan-Kroeng-Tjoet te brengen en verder per spoor naar den Kraton. Reeds was men zoo ver gevor derd, dat de kolos op eenige spoorrails kon gesteld worden; en restte nog maar, het vlot onder de rails te plaatsen, ten einde zyn formidabel lichaam op de ver bindingskettingen neer te laten, toen een der rails zwichtte en Zyne Heiligheid, kopje onder, in het water tuimelde Welk een recalcitrante en kostbare heiligeBehalve allerlei moeilykheden kost hij ons reeds een aardig sommetje; doch des te grooter zal dan ook de triomf wezen, en voor den vrede mag men wel wat over hebben. Eindelyk gelukte 't, het was 14 Juli, het renzenkanon tot de benting Pakan- Kroen-Tjoet te vervoeren, waar het nu tusschen twee vlotten met pl. m. 6000 petroleumblikken hangt, in afwachting van op een waggon geheschen te worden. Den lden hoopt de luitenant-ingenieur Klobbie den metalen heilige op het generaalplein te deponeeren. Na, ik mag 't lyden voor dien yverigen, volharden Financieels Uededeelingen, Het Weekblad vau Broekman ea I Honders bevat 0. a. de volgende opgave van minder courante of incourante fond sen, ia de week, tot den datum van 51 September loopeade, door hun tussches komst verhandeld. Aaud. Duinwater-Maatschap pij van den Helder en het Nleuwendiep. 90 pCt, Utrechtsche Hypo theekbank zo8 Zuid Holl. Crediet- Vereeniging tc's-Gra- venhage49X Crediet- ea Handels- ver., „Banda" 134 Utrechtsche Tram- Maatschappij 70 „Tivoli" te Utrecht. 68 Vennootschap „Ne derland". f 360 RECHTSZAKEN. De rechtbank te 's-Hertogenbosch veroordeelde Dinsdag jl. P. P. arbei der te Erp, thans gedetineerd, als I schuldig aan opzettelijke brandstich ting, in den avond van 26 Maart jl. te Oploo gepleegd, tot eene gevange nisstraf van 8 jaren. Het O. M. had 6 jaar geëischt. POLITIES ÖYIEZÏÜST. Bij het debat over de begrooting is ia het engelsche Lagerhuis een voor stel aangenomen van Hanbury om de wedden der beambten bij het Hooger buis te verlagen. Harcourt verklaarde dat hij deze beslissing niet beschouw de als een nederlaag voor het goever- nement. In het Hoogerhuij verlaagde Lord Spencer Dinsdag de tweede lezing der Home Rule Bill, als het éénige middel om het Iersche volk tevreden te stellea. Hij vermsande het Huis, alle vooroor, deel met betrekking tot de quaestieler om lady CoDStantia tot aDdere gedachten te brengen. //Ja, mama zou hierby wel van dieast hebben kunnen zyn Maar vindt gij niet, dat het niet goed van my zon zyn ombaar in znlk eene zaak te vervangen zonder haar te hebben geraad pleegd Laat my als 't n blieft maar thnis blijven z/Zoudt gy dan denken, dat uwe moeder geweigerd zou hebben om mee te gaan, als ik het baar had gevraagd zeide lady Con- stantia gebiedend; //Ongetwijfeld kan ik evengoed beoordeelen, wat passend is of niet als zy en ik zeg, dat gy my moet verge zellen Jane stemde toe. Zy koesterde nog de hoop, dat daar zy nog niet evenals Pamela met de familie St. Rhadegnnd in botsing was gekomen, zij wellicht door een zeer vredelievenden toon aan te nemen meer goed dan kwaad kon doen. Zij volgde echter niet den raad van hare bezoekster door haar regenmantel aan te trekken. Regenmantels fiatteeren het uiterlijk niet, en Jane wist, dat by znlk eene diplomatieke zending men er zoo goed mogelyk be hoort uit te zien. Daar het helderder scheen te worden, trok zy een kort manteltje aan, dat hare bevallige gestalte zeer goed deed uitkomen, en begaf zich naar beneden. „Gaat gy zoo gekleed mee?" vroeg lady Constantia met een afkeurenden blik. Jane, die van oordeel was, dat haar kleeding haar eigen zaak was, zeide slechts „ja," terwyl zy haar parapluie nit den stan daard nam. Aan het einde der kleine straat moesten zy rechtsaf, langs de smederij van den dorpsmid, waarna zy de uitgestrekte weide van de hoeve betraden, waar Jane met hare zusters als kind dikwijls had gespeeld. Lady Constantia ging verder, een groote vyver voorbij, waar over de takken van een kastanjeboom hingen, tot aan de plek, waar de groote dorschmachine aan het werk was als het middelpunt van een groep menschen, die druk aan den arbeid waren. Boven op den steeds kleiner wordenden stapel korenaren stonden twee mannen, die de geelbruine halmen naar beneden wierpen. Deze werden door anderen opgevangen en overhandigd aan den man, die boven op de groote machine stond om diens alles ver slindenden mond voortdurend van voedsel te voorzien. De neer vallende halmen werden door twee mannen opgeraapt en in schoven gebonden om later nog eens dezelfde bewerking te ondergaan. Maar dit was het niet wat de aandacht het meest trok. Rondom de schelven stonden de drie jongste St. Rhadegnnds Jem, een donkerharige, donkeroogige, levendige jonge man van vijf en twin tig jaar; Tom, een jongeling van een en twintig jaar, nog mager en grof gebouwd, maar die na verloop van tyd een kopie beloofde te worden van den flinken en knappen ondsten broeder, Dick; en Bob de jongste van de familie. Allen met stokken in de hand wachtten op de ratten en muizen, die uit den graanstapel te voor- schyn zouden komen. Dick, de oudste zoon hield een rnwharigen terrier vast, die van ongeduld jankte en blafte; de oude heer St. Rhadegnnd zat op een hek en sloeg het tooneel gade met evenveel belangstelling als zijne zoons. Hy was een kranige figuur, deze z/vreeselyke" parvenu, die zulk een opschudding had veroorzaakt in het vreedzame dorp Salternes. Zes voet twee duim lang, stevig gebouwd zonder gezet te zyn met grijs krullend haar, doordrin gende blauwe oogen en een baard en knevel, die reeds grys wareo, zag hy er veel indrukwekkender nit dan de naburige heeres, zoodat het iemand moest teleurstellen wanneer hy zyn mond oper^ deed, en zyn eigenaardig accent deed hooren. „Daar heb je er een Jim I Daar sla hem op zyn kopDie heeft siets meer te vertellen." Een menigte mannen, tuk op zulk een schouwspel en een bende kleine jongens, verlangend om de dieren dood te slaan, die aan de opmerkzaamheid van de joDge heeren mochten ontsnappen, vol tooiden het tafereel, dat een schoonen achtergrond had in de slanke boomen met hnn jong, groen gebladerte, die het land begrensden. De regen viel nog steeds zachtjes, maar lady Conatantia d onder het uiten van een zegevierenden kreet, welke haar oorlogs kreet scheen te zyn, haar parapluie dicht, en snelde naar het midden van de groep. Zy had hen op heeterdaad betrapt. Jnist toen zy de dorschmachine naderde, werd de opmerkzaam heid van haar afgeleid, doordat een geheele familie muizen en een groote rat te voorschyn kwamen, en een algemeene opschudding onder de jonge mannen en de jongens teweegbrachten. Dick liet zyn terrier los, en zelfs de mannen, die druk aan het werk wareD, wendden hun hoofd om, om ooggetuigen te zyn van de slachting onder de dieren. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2