NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Dinsdag 12 September 1893.
No. 3127.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
BINNENLAND.
FEUILLETON.
li bvseh.
Se Jaargang.
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele llijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Bit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
ran 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren cn courantiera.
Directeur-Uitgever J. C. PEEHEBOOE
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, SuccParijs 31 feta Faubourg Montmartre.
het. R egenten a lsnog gelukken zal geen
vrijheid: te aclviseeren nu reeds die
som van f 10.162.64' toe te staan.
Het alhier® in garnizoen zijnde 3e
bataljon van het 4e reg. infanterie zal
Dinsdagochtend ten 9 uur, stadstijd,
uit het kamp van Laren aan het sta
tion aankomen en door hoofd- en ver
dere officieren van het garnizoen en
de schutterij, met de muziek van de
laatste, worden afgehaald.
Tot gemeente vroedvrouw te Barne-
veld is benoemd Mejuffrouw -J. Misset
verloskundige alhier.
De Burgemeester van HAARLEM
brengt bij deze ter kennis van de
ingezetenen dezer gemeente, dat de
voljaarspatenten, dienst 1893 4,
ingevuld gereed liggen ter gemeente
secretarie en dat de afgifte daarvan
aan belanghebbenden zal plaats heb
ben op Woensdag, Donderdag en
Vrijdag, 13, 14 en 15 September
aanstaande, van des morgens 10 tot
des namiddags 2 uur, op de afdee
ling «Militie en Schutterij».
Belanghebbenden worden In W i d 1 i os" 1 a a t s t e Z a
j uitgenoodigd het aanslagbiljet i terdagavondpniatje LS een zetfout ge-
mede te brengen. j ?,e ™trelkln« (cl5 ,b°Bk®n
Tevens wordt herinnerd, dat deic'? bibhotheek.van het Nut heeft met
n V ij l -L i Maandagavond, maar Vrijdagavond
onafgehaalde patenten en afschriften pjaafs
door de deurwaarders der directe j
belastingen aan de patentplicbtigeu Haarlem-Zand voort Spóorweg-Maat-
I zullen worden uitgereikt, tegen be schappij.
Gedurende de maand Mei 1893:
Opbrengst reizigers 3,332,60
idem goederen 307,22
idem diversen 76,06
Te zamen 3,715,88
Per dag en per kilometer ƒ14,10.
Kolfconcours.
[tiling; van 10 cents; terwijl eene! Mo! isns
boete van /15,zal worden ge-
vorderd van hen die, daartoe aan
gemaand wordende, hen patent of
afschrift daarvan niet kunnen ver-
toonen.
Haarlem, 7 September 1893.
De Burgemeester voornoemd
M. O. DE KANTER,
Wnd. Burg.
Heden (Maandag) morgen ving de
qm a DQ AT Tl? TT W Q I door ons aangekondigde kolfwedstrijd
O I J± V D 1 Hi U WD. op de baan der Sociëteit „Vereeniging"
Haarlem, 11 Sept. 1893. aan. 00
Jonklieer Mr. J. W. G. Boreel van1 De voorzitter van „Keerniet", de
I Hogelanden, burgemeester dezer ge- heer H. F. van Thiel, heette de kol-
meente, heeft heden zijn ambt weder vers welkom, waarna ook de alge-:
hervat. j meene voorzitter van den Nederland-1
j schen Kolf bond, de heer Eisma uit j
De Commissie van financiën brengt Bolsward, eene korte openingstoe-
eene
rapport uit over de begrooting voor spraak hield.
1894 van het St. Elizabèths-Gasthuis,1 Daarna ving de
i sluitende in ontvangsten en uitgavenDeze is verdeeld in
met een som van ƒ77.178.295. a.Kolven omcle gouden medaille door
De raming der uitgaven is slechts de vijf leden, die thans elk de zilveren
737.70 hooger dan cïie van het vorigmedaille le serie bezitten. Het zijn'
jaar, doch daarbij moet worden ge-de heeren N. S. Polak van Gouda,
rekend het nadeelig saldo van 1892 |A. Kist te Zuid Scharwoude, W. Ten-
ad ƒ17.162.645. Onder de geraamde
ontvangsten vragen Regenten behalve
laatstgenoemde som nog 33.339.27
ter voorziening in het geraamd tekort.
!i De Commissie stelt voor, die
33.339.27 toe te staan en daarenbo
ven nog ƒ7000.maar niet om de
ƒ17.162.645 te verleenen. Die verhoo
ging van. ƒ7000.acht de Commissie
noodzakelijk, omdat Regenten nog
niet hij machte zijn geweest nieuwe
bronnen van inkomsten te scheppen
maar zij vindt, in de verwachting dat
wedstrijd aan.
sen te Schellingwoude, C. Witteveen
en H. F. van Thiel, heide te Haarlem.
b. Korpèwedstrijd om een verguld
zilveren medaille voor de kolf club,
die de meeste punten slaat en drie
kleine zilveren medailles voor de
korpskolvers van die club.
c. Personeele wedstrijd om
1". zilveren medaille en kunstvoor
werp ter waarde van ƒ100.hoofd
prijs. I
2. Kunstvoorwerp ter waarde van
60.le premie.
3. Gouden remontoir-horloge, 2e
premie.
4. Kunstvoorwerp ter waarde van
30.3e premie.
5. Idem ter waarde van 20.4e
premie.
De medailles zijn [aangeboden dooi
den Ned. kolf bond, de 1ste premie
door het Bestuur eter sociëteit Ver
eeniging de 2e premie door de leden
der kolfolub Haarlem, de kunstvoor
werpen 1, 4 en 5 door de kolfclub
Keerniet.
Het 'bestuur der kolfclub had een
aantal leden der grootste magazijn-
houders, hier ter stede uitgenoodigd
kunstvoorwerpen in te zenden. Vele
firma's hebben daaraan voldaan en
in de vestiaire van de sociëteit is dan
ook eon waar museum van fraaie
voorwerpen geëtaleerd, waarop de kos
tende prijs is aangegeven. De winners
kunnen daaruit nu eene keuze doen.
Op de tafel waar hedenmiddag zal
worden gedineerd, prijkt een minia
tuur kolfbaan van glas, omgeven
door bloemen van was. Aan de einden
bevindt zich een zwaan, benevens de
attributen van het kolfspel, kolven
en bal, benevens de letters van Keer
niet K. en N.
Dit fraaie stuk werk dat zelfs bij
daglicht een verrassenden indruk
maakt, is liet werk van den kastelein
restaurateur, den heer Couturier.
De uitslag van den korps wedstrijd,
waarbij iedere club door 3 barer
beste kolvers is vertegenwoordigd, is
tot dusverre als volgt:
Alkmaar 61 p. Bolsward 75, Keer
niet 108, „Ons Genoegen" te Oost
huizen 73 en Schiedam 109. Voor
Keerniet" kwamen uit de heeren H.
F. van Thiel, C. Witteveen Cz. en A.
J. Bronkhorst.
Daar deze cijfers echter alleen de
eerste serie betreffen, hebben zij voor
den totaal-uitslag weinig waarde.
Door „Keerniet" is over het alge
meen zeer goed geslagen. Een harer
leden, de heer Beccari maakte het
(tot 4uur) hoogste aantal punten,
n.l. 48, terwijl de leden gemiddeld
30 punten sloegen.
Drie van de mededingers naar de
gouden medaille de heeren Witteveen,
Polak en van Thiel maakten resp.
41, 28 en 27 punten.
Bij het biljartconcours is tot dus
verre 34 punten het hoogste aantal.
LI. Zaterdag avond zijn door middel
van overkliinming eener schutting-
drie kippen ontvreemd van een erf
in de Kennemerstraat.
Tegen een 50jarigen stalhouders
knecht is proces-verbaal opgemaakt
ter zake van diefstal van een klok
door middel van insluiping. De klok
is door de politie in zijne woning in
beslag genomen.
Gisteren Zondag middag omstreeks
5 ure heeft een begin van brand plaats
gehad ten huize van den Heer J. de
Haan wonende Rozenlaantje no. 5,
ontstaan doordien een öjarige knaap
een brandende lucifer door het open
raam in de voorkamer had geworpen;
eenige meubelen en gordijnen zijn ge
deeltelijk verbrand. De brand werd
gelukkig ontdekt en gebluscht.
De raad der gemeente Yelsen be
sloot de secretarie van Sandpoort naar
Yelsen te verplaatsen en aan het
raadhuis te verbinden.
Te Yelsen wordt eene afdeeling
van het Witte Kruis opgericht.
Op 7 6-jarigen ouderdom
is Zaterdagochtend te 's-Gravenhage
overleden de heer M. H. Jansen, lid
van den Raad van State, gewezen
schout-bij-nacht. De heer Jansen heeft
in vroeger tijd met groote warmte de
belangen van het zeewezen voorge
staan, niet enkel als zee-officier in ac
tieven dienst, maar ook als schrijver.
Van zijn hand verscheen o.a. in 1864
het geschrift„Omwenteling in het
zeewezen, bijdrage tot verzekering on
zer onafhankelijkheid". Maar vooral
heeft Jansen zich naam gemaakt door
zijne warme pleidooien voor een gere
gelde stoomvaart met Amerika. Zijn
„Brug over den Oceaan" maakte in
dertijd sensatie. Ook de tochten van
de Willem Barents heeft hij krachtig
bevorderd. Sedert 1874 had hij zitting
in den Raad van State. Hij was ver
sierd met het ridderkruis van den Ned.
Leeuw en het commandeurskruis van
de Eikenkroon.
Aan het z e e r b e 1 a n g r ij k e n
uitgebreid statistisch overzicht der bij
het Nederlandsche leger in 1892 be
handelde zieke paarden, uitgebracht
door den luitenant-kolonel, dirigee-
rend paardenarts J. J. Hinze, is het
volgende ontleend
Het. aantal inwendige ziekten als
maatstaf nemende van den gezond
heidstoestand der legerpaarden, kan
deze, gedurende het jaar 1892, als
bijzonder gunstig worden beschouwd.
Uit de gegevens van de laatste 6
voorgaande jaren, van 1886 af, over
welk jaar het eerste statistisch over
zicht werd opgemaakt, tot en met
1891, is gebleken, dat het gemiddel
de aantal inwendige ziekten per jaar
1426 heeft bedragen, in ronde cijfers
ongeveer 30 pet. van het geheele aan
tal legerpaarden öf ongeveer 24,5 pet.
van liet aantal behandelde paarden.
In het jaar 1892 heeft het aantal
aan inwendige ziekten lijdende paar
den slechts 983 bedragen, d, i. 19.42
pet. van de geheele sterkte of 17.97
pet. van het aantal behandelden.
Niettegenstaande liet geringe aan
tal zieken, ook dat van de uitwendi
ge, is het verlies daaraan evenwel
grooter geweest, dan liet gemiddelde
in de 6 voorgaande jaren.
Besmettelijke ziekten, bedoeld bij
de wet van 2 Juni 1875, zijn niet
voorgekomen.
In het geheel zijn er bij de corp
sen cavalerie en bereden' artillerie,
zoomede bij het remontedepot en de
koninklijke militaire academie, met
inbegrip van de tot die korpsen be
boerende dienstpaarden van officieren
5470 zieken behandeld, waaronder
683 aan inwendige en 4487 aan uit
wendige ziekten lijdende waren.
Hiervan waren er 243 in behande
ling overgebleven van het vorig jaar,
terwijl er 90 récidieven zijn voorge
komen.
Er zijn dus 706 paarden minder in
behandeling gekomen dan het vorig
jaar, bedragende zulks ruim 108 pet.
van het aantal legerpaarden.
In dè 6 voorgaande jaren bedroeg
dit gemiddeld ruim 123 pet.
Een z o n d e r 1 i n g d r a m a
moet te Amsterdam en in Londen
afgespeeld zijn.
Eenige dagen geleden namelijk gaf
do Engelsche consul te Amsterdam
aan de politie kennis, dat een En
gelsche dame die in Juni jl. te Lon
den met een zich noemenden doctor
De Jong was gehuwd, op hare hu
welijksreis door Nederland spoorloos
was verdwenen.
De hoofdinspecteur der recherche,
de heer C. Batelt kreeg in opdracht
deze geheimzinnige zaak te onder
zoeken, en daarbij bleek het hem al
spoedig, dat dezelfde doctor De Jong
daar ter stede in het begin van Au
gustus jl. eene Amsterdamsche dame
naar Londen had medegenomen om
zich. aldaar met haar in den echt te
laten verbinden en hij te Amsterdam
teruggekeerd was.Hct gelukte den ij ve-
rigen hoofdinspecteur den gewaanden
doctor De Jong in een hotel te Am
sterdam aan te houden, en deze bleek
nu een oudbekende en schilder van
beroep te zijn.
Justitie en politie te Amsterdam
en te Londen zijn ijverig in de weer
om te onderzoeken wat er van de
beide vrouwen geworden is.
Naar het engélsch
van
FLORENCE WARDEN.
1 8
HOOFDSTUK III.
„Ik kan niet wachten, zeg ik li dat kan ik nietIk
I nioet morgen of op zijn laatst overmorgen wat geld hebben,
j Bij kunt het u op de een of andere manier wel verschaffen
j menschen, die eeu landgoed bezitten, kunnen altijd wel geld
■opnemen. Ik zeg u, dat ik het moet hebben
„Maar waarvoor hebt gij het noodig
„0, voor verschillende dingenNiemand kan zonder geld
leven, en ik heb altijd geldgebrek altijd!" Hij stond op
en keek uit het venster, dat aan den voorkant van het huis
was, en vanwaar hij een goed gezicht had op de booinen van
de Priory. Daarna bracht hij zijne handen langzaam naar
zijn hoofd en bewaarde eenige oogenhlikken het stilzwijgen.
Het schouwspel uit het venster gaf blijkbaar aan zijne ge-
dachten een anderen loop. „Mij dunkt mama, dat het vree-
selijk dwaas van u is om zoo te twisten met die menschen,
die de Priory hebben gehuurd of de meisjes met hen te
laten twisten, wat hetzelfde is," voegde hij er bij, toen hij
zag, dat zijne moeder wilde tegenspreken. „Olive en Myrtle
wendden het hoofd zoo onbeleefd mogelijk af, toen zij twee
van de zonen in den tuin zagen. Nu is het toch onzinnig
om te meenen, dat zij niet het recht hebben om te wandelen
op het landgoed, dat zij gehuurd hebben, en als gij u niet
in acht neemt, zal het gevolg zijn, dat gij goede huurders
van hier veijaagt."
„Het is mijne schuld niet Edward," zeide mevrouw Blean,
die totaal verbijsterd over de plotselinge verandering, die
met haar zoon had plaats gegrepen, het voor het verstan
digst hield, om hem zooveel mogelijk in eene opgewekte
stemming te houden. „Gij moet niet vergeten, dat zij geheel
andere menschen zijn dan onze buren, zoodat zij met nie
mand op een bizonder goeden voet staan."
„Ja, maar dat is ook zulk treurig soort!"
De arme mevrouw Blean wist niet wat zij hoorde. Om zulk
eene uitdrukking van de lippen van haar verwenden zoon
te hooren, was voor haar het duidelijkste bewijs van zijne
ontaarding, dat hij ooit gegeven had. Zonder te bemerken
welken indruk zijne woorden hadden gemaakt, vervolgde hij
„Niemand bekommert zich tegenwoordig daarover, In den
tijd van onze grootmoeder meen ik, wilden de menschen
nooit met een ander kennis maken, of zij moesten minstens
de geschiedenis van vier geslachten terug hebben opgespoord.
Als in Londen tegenwoordig iemand een groot huis heeft,
en bovenal wanneer hij goede champagne schenkt, dan be
zoekt men zoo iemand en drinkt zijne champagne, al was
zijn vader koetsier. Die menschen zijn rijk zeer rijk, de
oude man heeft mijnen ergens in Amerika, die hem nog
eens millionair zullen maken. Hij zou u van veel dienst
kunnen zijn en nu gaat gij hem beleedigenl"
„Beste Edward," zeide mevrouw Blean, „hoe kunt gij zoo
iets zeggen zonder van de zaken op de hoogte te zijn? Gij zijt
nu vermoeid en wordt misschien door iets gekweld. Ga
u maar kleeden voor het diner over een paar minuten is
het gereed dan zullen wij er spoedig nog eens over praten,
en zal ik mijn best doen om een verzoek in te willigen."
Edward opende langzaam de deur.
„Ook wat het geld betreft?" zeide hij op slaperigen
toon, en keek voor zich neer.
„Ja ook het geld als ik tenminste kan," zeide zijne
moeder met een zucht.
Hoe eenvoudig ook de levenswijze daar in huis was, toch
hadden de dames de gewoonte behouden om zich voor het
diner te kleeden. en vereenigden zich met laag uitgesneden
japonnen in het kleine eetvertrek, dat door de vorige bewo
ners van het huis gewoon weg de achterkamer was genoemd.
Edward verscheen echter in zijn gewoon jasje, en zeide als
antwoord op den verwijtenden blik van zijne moeder, dat
het onzinnig was om de gewoonten van een groot huis in
zulk een onaanzienlijk huisje in stand te houden en teoor-
deelen naar de uitdrukking op het gelaat der meisjes, waren
zij het volkomen met hem eens.