BINNENLAND.
Wedstrijden.
iienberg, advocaat en procureur al
hier tot curator.
(Zie vervolg Stadsnieuws Be ■pagina.')
De bij koninklij k besluit
van 24 Juli jl. goedgekeurde statuten
van de tweede N.-H. Tramwegmaat
schappij komen voor in de Staatscou
rant van 12 dezer.
Zij heeft ten doel het aanleggen
en exploiteeren van eigen of aan an
deren toebehoorende vervoermiddelen
in Noord-Holland en omliggende
provinciën en al hetgeen daarmede
in verband staat, waaronder begrepen
het deelnemen in anderen dergelijke
ondernemingen, door andere opge
richt of op te richten. Zij is opgericht
voor 50 jaren, gerekend van 31 Juli
jl. Haar kapitaal is f 200,000, in aan-
deelen van f1000, waarvan 193 zijn
genomen door de Noordholl. Tram
wegmaatschappij, 2 door jhr. H. M.
Huydecoper, 2 (door den heer A. D.
de Marez Oyens en 1 door den heer
H. F. Guichart. Bovendien is de di
recteur gemachtigd tot het aangaan
eener geldleening ten laste der ven
nootschap, hoogstens ten bedrage van
f500,000.
Voor de eerste maal zijn benoemd
tot commissarissen de gen. heeren,
met jhr. mr. E. W. Berg, mede-dir.
der Crediet-vereeniging, wonende te
Hilversum, en B. A. Sanders, kapt.
der art. te Utrecht; tot gedelegeer
den-commissaris de heer H. F. Gui
chart voornoemd, en tot directeur de
heer Th. Sanders.
Het weekblad Nederland
heeft onlangs aangetoond, hoe de
fiscus onwillekeurig medeplichtig kan
worden aan de streken van oplichters
en zwendelaars.
Dezen vinden in de belastingwetten
een welkom middel in hun streven
om spoedig goederen te gelde te
manen welke zij in het buitenland
hebben besteld en niet voornemens
zijn te betalen. Ze zorgen er namelijk
voor, dat de waarde bij den uitvoer
zóó laag wordt opgegeven dat de
ambtenaren tot benadering overgaan.
Volgens de wet moeten dan terstond
de aangegeven waarden, met lOpCt.
daarboven, door den ambtenaar wor
den uitbetaald. Geschiedt dit, dan is
de slag geslagen en de fiscus heeft
medegewerkt tot een ergerlijk bedrog.
In het laatste nummer van het
weekblad wordt aangegeven, hoe zulk
een toeleg kan worden verijdeld met
een geringe verandering in de wette
lijke regeling der uitbetaling voor be
naderde goederen. En wel door te
bepalen„dat die betalingen alleen
moet geschieden in een der beide vol
gende gevallen:
„1Indien belanghebbende overlegt
een bewijs, ten genoegen van's Rijks
ambtenaar afgegeven door den buiten-
landschen leverancier, dat diens
schuldvordering ter zake der leveran
tie voldaan is, of voor voldaan wordt
gehouden.
„2>. Indien door belanghebbende
aan 's Rijks ambtenaar, of aan een
aan te wijzen deskundig persoon wordt
aangetoond dat het benaderde goed,
volgens handelsusance is betaald.
„Het aan belanghebbende verschul
digde bedrag blijft te zijnen behoeve
bij 's Rijks ambtenaar of elders be
schikbaar totdat aan een der twee
gestelde eischen is voldaan, en is
mitsdien vatbaar voor inbeslagne
ming door schuldeischers. Ingeval be
langhebbende failleert kan de uitbe
taling terstond aan den curator plaats
hebben.
„Is in dezen geest niet een afdoende
regeling te treffen?" vraagt de in
zender. „De zwendelaar zal zijn doel
verijdeld zien, en de eerlijke koopman,
ie met den maatregel in aanraking
komt, zal er geen schade door lijden."
De redacteur van het Weekblad
voegt aan die laatste stelling de noot
toe „Wat te bewijzen-is."
Eenige personen uit Den
Haag maakten Zondag een tochtje
naar Loosduinen. In de duinen werd
halt gehouden en eenigen hunner
maakten van de gelegenheid gebruik
om een bad in zee te nemen. Een
jongmensch, van 17 jaar, smidsgezel,
had het ongeluk door den stroom te
worden meegesleept en te verdrinken,
ondanks de pogingen om hem te red
den.
De wegwerker B. te Voor
burg is Zondagavond door eenen snel
trein naar den Haag aangereden en
door den schok terstond gedood.
Te Kralingen deed zich
Zondag weder een nieuw geval van
cholera asiatica met doodelijk ver
loop voor bij een werkman, wonende
aan de Noord.
Van 31 Augustus zijn aldaar nu 3
personen door die ziekte aangetast,
allen met doodolijken afloop.
De vrouw te Delft, lijdende aan
cholera asiatica, is als hersteld uit
de barak ontslagen.
Op de openbare school te Ameide
werd een der leerlingen door azia-
tische cholera aangetast. De school
is gesloten en wordt gedesinfecteerd.
De vrouw te Streefkerk die aan
cholera asiatica lijdende was, is over-j
leden.
i Te Oudshoorn is Zaterdag weder
een geval van cholera asiatica aan-:
gegeven. De lijder is, evenals de eerst
aangetaste, die aanvankelijk herstel
lende was, overleden. In het geheel
kwamen daar vier gevallen voor, alle
met doodelijken afloop. -
Het te Utrecht voorgekomen
verdachte ziektegeval is gebleken
cholera asiatica te zijn.
Zooals blijkt uit de mededeeling
van den burgemeester van Rotterdam
zijn Zondag en Maandag 4 nieuwe
lijders aan cholera asiatica aangege
ven. Twee sterfgevallen kwamen voor.
Jn het geheel hebben zich nu, van
het ontstaan der ziekte op 21 Augus
tus af, 28 gevallen van cholera aldaar
voorgedaan, waarvan 17 met doode
lijken afloop, terwijl 1 lijder hersteld
is en 10 lijders in behandeling blij ven.
De man der vrouw, die Zondag
te Zwartsluis aan cholera is overle
den, bezweek voor eenige dagen te
Woubrugge aan dezelfde ziekte.
Het Zwarte Water is besmet ver
klaard.
Ook te Ronduite (gem. Wanneper-
veen) is een cholerageval met doode
lijken afloop voorgokomen.
Zondag en Maandag is te Leer
dam 1 geval van cholera met doode
lijken afloop aangegeven.
Zondag is te Meppel iemand,
verblijf houdende in een woonscheepje,
onder verschijnselen van cholera, over
leden.
De 60-jarige H. te Deven
ter, die onlangs door het springen van
de peer van eene petroleumlamp he
vige brandwonden kreeg, is thans aan
de gevolgen overledeïl.
Door den goederentrein,
die Zaterdagavond Reuver passeerde,
is tusschen de wachtposten 61 en 62
de daglooner J. v. L., uit Beesel, over
reden.
Van de plaats af, waar het ongeluk
gebeurde, tot voorbij wachtpost 60.
vond men deelen van zijn lichaam
één been werd tusschen de machine
gevonden.
Te Finsterwolde is heden
het werk gestaakt door het geheele
personeel van twee stoom-dorschmn
chines. De oorzaak is loonsverlaging
tot dusver werd er 15 ct. per uui
verdiend, welk loon van af heden zoi
verlaagd worden met 2j£ ct. per uur
Hierin nemen de arbeiders geen ge
noegen en zij weigeren beslist het
werk weder te beginnen. Zij houden
zich tot dusver kalm.
Met betrekking tot den
drievoudigen moord te Marolleput
verneemt het Weekbl. v. Z. VI. W.
deel nog het volgende„Tusschen
Lampier en de drie vrouwen was de
verhouding zeer gespannen er schij
nen zelfs bedreigingen plaats gehad
te hebben, want de vrouwen hadden
zich over zijne wijze van optreden
beklaagd aan een buur en daarbij
gezegd, dat zij ongerust waren dat
Lampier het huisje, dat zij bewoon
den, nog eens onverwachts in den
brand zou steken.
Oorzaak van de gespannen verhou
ding schijnt gezocht te moeten wor
den in de weigering der vrouw om
met haren man naar Amerika te
gaan, waar reeds twee broeders en
een kind van haar, door de broeders
medegenomen, hun verblijf hebben.
De vrouwen waren overigens nette
zuinige huishoudsters en bij geringe
verdiensten heerschte in hare woning
welvaart.
De erfenis kwam van Lampiers
zijde en bedraagt tusschen de 2 en 3
honderd gulden, voortvloeiende uit
de nalatenschap van zijnen vader. Zij
berust nog bij den notaris DeSmidt
te Schoondijkehij was van plan na
de ontvangst van dit geld op reis te
gaan.
Van de drie vrouwen waren er twee
in haar hemd, de derde had eenen
rok 'aan. Wat volgt daaruit? Dat zij
in den nacht wakker geworden zijn
door kloppen of roependat door
haar gevraagd is wie daar wasdat
daarop de stem van eenen bekende
moet geantwoord hebbendat ver
volgens eene der vrouwen eenen rok
aangeschoten heeft om open te doen
dat deze door den moordenden in
dringer onmiddellijk is aangegrepen,
verwond en geheel of gedeeltelijk ge
dood; dat daarop de beide anderen
gevlucht zijn en de eene voor,-de an
dere na, achterhaald en ook gedood.
Het gekleed zijn van eene der vrou
wen in eenen rok bewijst bijna on-
omstootelijk dat zij voor eene be
kende stem heeft geopend.
Aangezien men nog geen enkel
spoor van bebloede kleeren heeft ge
vonden, vermoeden wij, dat de moor
denaar een pakje heeft aangetrokken,
dat hij in langen tijd niet had ge
dragen na het plegen van den moord
heeft hij zich in eene der vele daar
aanwezige kreken gewasschen, het be
bloede goed in eenen bundel gerold,
met een paar steenen er in, en dat
in het water laten zinken en vervol
gens zijne gewone daagsche plunie
aangetrokken.
De eegdepin, welke gediend heeft
om den doodelijken slag toe te bren
gen, is door eenen wagenmaker te
Groede herkend van zijn maaksel te
zijn.
Uit Oostburg meldt men nog de
volgende bizonderheid
Op het overhemd van Lampier was
een klein bloedvlekje ter grootte van
een stuivertje.
Aan deuren of kisten was geen in
braak te bespeuren. De deur is ver
moedelijk door eene der vrouwen zelve
geopend.
Er zijn in huis gevonden 5 rijks
daalders en 8 guldens, liggende in
eene kist met manskieeren. Volgens
bet zeggen van Lampier kan er zoo
wat 50 ontvreemd zijn.
De heer Milliani, bij wien hij in
lienst was, en diens knechts hebben
verklaard hem niet vermist te heb
ben. Men zegt dat Lampier op den
ivond van den moord, om 9 uur,
;aande van den Kruisdijk naar Groede
sn een voorwerp in de hand dragen
ie, door eene vrouw gezien is.
Omtrent den Wielerwedstrijd Maas
trichtNijmegen en terug lezen wij
nog de nadere bijzonderheden.
Zondagmorgen om 6 uur 15 min.
had de start plaats. Onder de deel
nemers waren Duitschers, Belgen,
Hollanders en één Oostenrijker. Van
de 46 inschrijvers kwam de helft op.
Het waren
1. Georg Sorge, Keulen, 2de prijs
bij den wegwedstrijd WeenenBerlijn.
2. De Jager, Leeuwarden.
3. Jac. Siep, Arnhem, 3de prijs 50
KM. A. N. \V. B.
4. Em. v. Vreckom, Brussel.
5. W. de Haas, Rhenensch W. C.
Rhenen, 2de prijs 50 Km. A. N.
W. B.
6. C. Witteveen Jr., Utrecht.
7. A. Nyssen, Sittard.
8. C. Tilgenkamp, Viersen.
9. N. J. Kampers, Amsterdam.
10. C. d'Hossche, Gent, 13de prijs
ParijsBrussel.
11. J. van- Overloop, St. Nicolas,
14de prijs ParijsBerlijn.
12. Fr. de Sciiaepmeester, Wetteren,
5de prijs ParijsBrussel.
13. Paul Mündner, Berlijn, 6de prijs
W eenenBerlij n.
14. Hub. Rahn, Keulen.
15. Fr. Gerger, Graz (Oostenrijk),
3de prijs WeenenBerlijn.
16. A. Eysink, Amersfoort.
17. Eug. Jordens, Antwerpen, 7de
prijs ParijsBrussel.
18. J. Godin, Rocour, 8ste prijs,
ParijsBrussel.
19. Imang, Brussel, 4de prijs Pa
rijsBrussel.
20. A. Delelienne, Brussel, 6de prijs
ParijsBrussel.
21. Lintelo, Gent.
22. Stragier, Gent.
23. Hoste, Gent.
No. 1, 2, 3, 5, 6, 9, 11, 13, 15, 16
en 17 gingen ook voor de records
over 25, 50, 100, 150, 200 en 250 K.
M. Zij gingen het eerst af en wacht
ten boven op den Kruisberg de plaats
waar de rit voor het record-rijden'
begon, de anderen af.
Het ging met een verbazende snel
heid. Witteveen giug dadelijk voor
en bleef tot Nijmegen steeds deze
plaats innemen. Hier kwam hij aan
om 11 uur 8 min. 26 sec., vlalr ge
volgd door Nijssen. Witteveen had
dus den afstand van 131.5 K. M. in
5 uur 23 min. 26 sec. afgelegd. Hij
heeft hiermede van de plaats tot plaats
medaille verdiend. Mündner en Ger
ger kwamen gelijk bij het keerpunt
te Nijmegen aan. Witteveen kreeg
hier als gangmaker Jaap Eden, die
hem tot Venloo bracht. Men had ge
hoopt, dat de Hollander zou winnen,
maar bij Roermond kwam de Duit-
scher Mündner opzetten, die door een
val van Witteveen voorkwam en voor
bleef. Duizenden menschen stonden
bij den eindstreep geschaard, wat
voor de rijders zeer hinderlijk was.
Müdner uit Beriijn kwam één aan
om 4 uur 5 min. 27 sec. en had dus
een tijd gemaakt van 9 uur 50 min.
27 sec. Nijssen uit Sittard was twee
de in 9 u. 51 min. Daarna kwam
Witteveen in 9 uur 56 min. 5 sec.
Eysink uit Amersfoort was vierde in
10 uur 5 min. 5 sec. Daarna volgde
Gerger uit Oostenrijk, de Duitscher
Sorge en eindelijk de Belgen Imans
en Jordens. De band van Siep, die
steeds .in de voorhoede was, barstte
op den heenweg, evenals die van De
Haas.
Witteveen verbeterde de records
over 25, 100, 150 M. 200 K-M. ter
wijl Mündner toch 250^K. M. record
nam.
Des avonds had de prijsuitdeeling
plaats, en Maandag werden de feesten
met een wielertocht naar den St. Pin
tersberg besloten.
Terwijl de deelnemers aan den
wedstrijd weg waren, had er te Maas
tricht Zondag nog een zeer goed ge
slaagd corso plaats, waaraan o. a.
buiten mededinging de „Maastricht
sche Yélocipèdeclub" deelnam. Den
eersten prijs voor de club, die het
verst kwam, verwierf de club uit
Boom (België), den tweeden prijs de
Keulschen club. Aken had het groot
ste aantal deelnemers (22) en verkreeg
hier den eersten prijsdaarop volgde
Keulen met 20 deelnemers. Het beste
georganiseerd was de Keulsche club
en dan de vereeniging uit Düren. Ver
der verwierf Keulen nog den eersten
prijs-voor de best georganiseerde ver
eeniging met het grootst aantal deel
nemers. Aken was de tweede.
Het weder hield zich gedprende
den geheelen dag buiten verwachting.
De wegen waren mooi opgedroogd en
er was weinig wind.
Hoogstwaarschijnlijk zal deze wed
strijd het volgend jaar herhaald wor
den.
RECHTSZAKEN.
Voor den Hoogen Raad werd Maan
dag behandeld het beroep van W. C.
R., tooneelspeler, tegen een arrest
van het gerechtshof te Amsterdam,
waarbij hij, met vernietiging van een
vrijsprekend vonnis der rechtbank te
Alkmaar, tot ƒ50 boete was veroor
deeld wegens: lo. het wederrechtelijk
vertoeven in eens anders woning (een
hotel)2o. wederspannigheid. Mr. Jos.
van Raalte uit Rotterdam, voor de
requirant optredende, meende dat door
het veroordeelend arrest art. 138 wetb.
van strafrecht is geschonden doordien
het Hof aanneemt dat beklaagde voor
den bij de dagvaarding bedoelden
nacht in het hotel logies besteld en
verkregen had, en toch hem het recht
ontzegt om in de koffiekamer van
het hotel te vertoeven en bovendien
het zich niet verwijderen uit die kof
fiekamer als wederrechtelijk vertoe
ven in het hotel, waarin bekl. logies
verkregen had, beschouwde. Als twee
de cassatiemiddel stelde pleiter'-,
schending van art. 180 strafrecht,
doordien het Hof de door de politie
agenten verrichte verwijdering van be
klaagde, tegen diens wil, uit het ho
tel, waar hij op dat tijdstip logeergast
was, als een rechtmatige uitoefening
hunner bediening beschouwt. Adv.~
gen. Van Maanen zal 25 September
e. k. in deze zaak conclusie nemen.
De officier van justitie bij de
rechtbank te Amsterdam, heeft gedag
vaard den heer G. van Deth, om den
2-2en dezer terecht te staan wegens het
schrijven der bekende brochure tegen
den heer Van 't Lindenhout, met het
oogmerk om dezen te beleedigen door
hem te noemen en te qualificeeren
„als gewetenlooze weezenbeul, leuge
naar, huichelaar, schurk, menschen-
bedrieger enz."
Als getuigen en deskundigen zijn
gedagvaard de heeren J. van 't Lin
denhout, directeur van Neerbosch;
J. Hoekstra, directeur der drukkerij
„Excelsior"B. van der Land, boek
handelaar, Kalverstraat Amsterdam,
en F. W. Egeling, boekhandelaar,
Singel, aldaar.
Koloniën,
BATAVIA, 8 Augustus.
Volgens alhier uit Atjeh ontvangen
officieele berichten is de tocht van
onze troepen in de VI moekins goed
afgeloopen. Gevochten is er niet, en
de bevolking toonde zich zeer ver
heugd dat de moslemins verdreven
waren.
Wat zal er nu echter met die VI
moekims gedaan worden Niet alleen
Toekoe Oemar, maar ook Toekoe Nek
broeder slechts getracht had vergoeding te krijgen voor de
beleediging hun aangedaan. Daarna ging zij voor de schrijf
tafel zitten, en met een verontwaardigd gelaat en de lippen
op elkaar geklemd, schreef zij haastig een briefje, dat zij
adresseerde aan „John St. Rhadegund, Esq., St. Domneva's
Priory, Salternes Court, Kent."
Zij verliet de kamer, riep de meid en beval haar het briefje
dadelijk naar de Priory te brengen.
Jane, die het bevel gehoord had, trad in de gang, wenkte
de meid om nog even te blijven, sloeg haar arm om haa r
moeders hals en fluisterde:
„Mama, zend dat brieve niet weg. Mij dunkt, dat wij ten
opzichte van die menschen wel wat verkeerd hebben gehan
deld. Het is zeer natuurlijk, dat gij boos zijt, maar zoudt gij
niet denken, dat het maar beter was om met het schrijven
tot morgen te wachten?"
„Neen ik zal toch zeker wel kunnen weten wat het beste
is. Amy ga er dadelijk heen."
Bedroefd en in gepeins verzonken keerde Jane naar de zit
kamer terug, terwijl mevrouw Hoad-Blean zich weer naar
haar halfverdronken lieveling begaf. Met een vragenden blik
zag Pamela haar zuster aan, en Jane schudde het hoofd.
„Het hielp niets," zeide zij, „ik vrees, dat er heel wat on
aangenaamheden voor de deur staan. Ik zal Amy's terug
komst afwachten, en van haar zien te weten te komen, wat
zij gezegd hebben."
Toen de meid terugkwam, ging Jane haar te gemoet, en
vroeg, wie de brief had aangenomen.
„Ik heb hem aan de voordeur afgegeven, juffrouw, want
achter het huis was een groote, blaffende hond, die mij angst
aanjoeg. De jongeheeren waren voor, luid lachende en roo-
kende. Een hunner nam den brief aan, en toen hij zag, van
wien hij kwam, begonnen zij allen weer te lachen en hielden
zich daarna zeer ernstig. En hij zeide mij dat was de
grootste dat ik op een antwoord moest wachten. En hij
ging naar binnen, en ik hoorde een luid gerucht, alsof zij
daar binnen ook aan het lachen waren, en toen kwam hij
weer buiten en gaf mij dit briefje."
Jane nam den brief aan, door een flinke, duidelijke manne-
hand geschreven, aan „Mrs. Hoad-Blean, Salternes, Kent."
„Het is goed Amy; ik zal hem wel naar boven brengen,"
zeide zij.
Zoodra mevrouw Blean den brief had gelezen, zag Jane
aan de uitdrukking van haar gelaat, dat haar vrees bewaar -
heid was.
„Mama, mag ik hem ook lezen?" vroeg zij zachtjes.
Jawel, als gij dat wilt," zeide hare moeder met wanhoop
in haar stem.
Jane nam hem van haar aan en las deze woorden
„Mr. St. Rhadegund heeft den brief van mevrouw
Hoad-Blean ontvangen, en het doet hem genoegen in de
gelegenheid te zijn, de verklaring door mevrouw Hoad-
Blean gevraagd, te kunnen geven. Ongeveer een half uur
geleden is de heer Edward Hoad-Blean aan de Priory
verschenen, zonder hoed en in een toestand van groote
opgewondenheid, en dreigde mr. St. Rhadegund en zijne
familie neer te schieten, welke familie met toestemming
van mr. Rhadegund, het noodig oordeelde in het belang
van hen zeiven zoowel als van den heer Edward Hoad-
Blean om dien heer te verwijderen. Zij betreuren het
zeer, dat die mijnheer, toen hij de weide overstak het
ongeluk had in den eendenvijver te vallen. Wanneer
mevrouw Hoad-Blean een uur wil vaststellen, waarop mr.
St. Rhadegund haar kan bezoeken, dan zal het hem aange
naam zijn de noodige schikkingen te maken om onmid
dellijk de huur van de Priory op te zeggen, hetgeen hij
meent, naar den toon te oordeelen van mevrouw Hoad-
Blean's schrijven, dat haar wensch is."
Toen zij dit briefje had gelezen, keek ook Jane ernstig.
„Ik was bevreesd voor zooiets mama," zeide zij droevig.
„Het zal dunkt mij groote moeielijkheden geven, als zij de
huur opzeggen
„Moeielijkheden geven!" riep hare moeder op bitteren toon
uit. „Het zal nog veel erger zijn. Ik weet dan eenvoudig niet
wat ik moet doen. Natuurlijk had ik er op gerekend, dat zij
wel zouden blijven."
Jane keek peinzend voor zich.
„Het is jammer," zeide zij, en vervolgde daarna, na een
oogenblik te hebben nagedacht, „gij zoudt gaarne willen, dat
zij bleven, nietwaar mama?"
„Natuurlijk. Maar dat helpt niets meer. Zij gaan nu weg."
(Wordt vervolgd