NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
11 BURIN.
lie Jaargang.
Vrijdag 15 September 1893.
No. 3130.
STADSNIEUWS.
Arrondissementsrechtbank
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNExMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door liet gelieele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,371.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
ADVERTENTIE N:
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoof dag enten voqp het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSucc.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Haarlem14 Sept. 1893.
I p In [deze dagen, nu de ontvanger
I zijne waarschuwingen tot betaling van
I belasting weer lustig laat rondvliegen
I en welhaast zwaarder geschut voor
I bet front brengt in den vorm van
aanmaningen, en deze weder voor en
kelen zal moeten laten volgen door
I de granaat, die dwangbevel heet, nu
I isjj het aangenaam te wonen in het
I noordbrabantsche dorpje Grave,
v. Met welk een minzaamheid herin
nert daar de fiscus den belastingschul
dige aan zijne verplichting! Voor ons
ligt een waarschuwing van bedoel
den ambtenaar, die aldus aanvangt:
„Vriendschappelijk herinner ik u
etc
Dat noemt men de pil vergulden
En waarom ook niet? Al heeft men
bet ongeluk belastingbetalend burger
te zijn, dan behoeft ons dit nog niet
op zoo strengen toon als bijna overal
geschiedt, te worden voorgehouden!
De vriendschappelijkheid van de
Gravesche waarschuwing treft nog
meer, wanneer men weet, dat ze gratis
wordt gegeven.
De heer ihr. mr. A. J. Rethaan
Macaré, officier van justitie bij de
Arrondissements-Recbtbank alhier,
beeft te Amsterdam op den 18den
Mei bij de opening van de jaarlij k-
sche algemeene vergadering van het
Nederl. Genootschap tot zedelijke
verbetering der gevangenen een toe
spraak gehouden over de vraag„Is
„onze wijze van kinderen terecht te
„stellen en te bestraffen, doeltref-
„fend
Deze rede is thans in druk versche
nen. Niet alleen voor den jurist, ook
voor den leek bevat zij veel interes
sants. Schrijver komt tot de conclusie,
dat jaarlijks 3500 van de kinderen
die wegens misdrijf voor de recht
banken en wegens overtreding voor
de kantongerechten terecht stonden,
ien slotte kennis maken met de ge
vangenis. Dikwijls komen zij daarin
voor nietige beuzelingen, vrij on
schuldige overtredingen of kleine snoe
perij en.
Het genootschap kan aan deze kin
deren weinig of niets doen. daar zij
veelal twee, drie of vijf dagen in de
gevangenis blijven, welke tijd veel te
kort is, om hen zelfs van aangezicht
te leeren kennen, laat staan hun in
borst en karakter te doorgronden.
Op de vraag, of zij verbeterd nit
de gevangenis komen, mag naar spre
ker vreést, geen ander antwoord wor
den gegeven dan dit„de straf maakt
onze jeugdige veroordeelden slechter.
Dit wordt toegelicht door de uit
eenzetting, hoe langzaam het „logge
„werktuig der gerechtigheid" in (zoo
danige gevallen) in werking komt.
Gewoonlijk wordt aan het kind op het
allervroegst drie weken na het feit,
de dagvaarding beteekend, dan volgt
weer een pauze en eerst na weken zal
het kind voor den rechter moeten
verschijnen.
Moet het gaan of niet Als dit aan
schrijver door een kind werd gevraagd,
zou hij deerlijk verlegen staan. Raadde
men het kind aan thuis te blijven,
welk denkbeeld moet het dan krij
gen van den nederlandschen rech
ter? En aan den anderen kant is
het ongewenscht het te doen te
recht staan, met het oog op het
publiek dat de zitting bijwoont, met
het oog ook op de gesprekken die
men er hoort, om nog te zwijgen van
de in onze dagen geenszins zeldzame
kans, dat het kind, den dag na de te
rechtzitting in de courant een opge
smukt verslag aantreft van hetgeen het
gedaan en van hetgeen het in cle zitting
geantwoord heeft.
Is die tot weinig nutte publiciteit
voor volwassenen reeds verderfelijkhoe
vernielend is ze niet voor het moreel
van een kind.
Hierop laat de schrij ver een betoog
volgen over de moeielijke vraag of
het kind met oordeel des onderscheids
heeft gehandeld, een vraag welker be
antwoording eenvoudig afhangt van
de toevallige omstandigheid, welke
opinie de rechter huldigt voor wien
het kind terecht staat, Niemand weet
precies, wat eigenlijk oordeel des on
derscheid is.
De verdeeling in veroordeeling van
kinderen, die met of zonder oordeel des
onderscheids hebben gehandeld,
wenscht spreker dan ook spoedig te
zien afgeschaft.
Er is meer. Gewoonlijk valt de ge
vangenis het kind mee en hierdoor
wordt recidive (herhaling) in de hand
gewerkt.
Aan het slot zijner rede stipte spre
ker aan, welke veranderingen door
hem zouden worden gewenscht. Wij
nemen daarvan eenige op.
De leeftijd, waar beneden elke straf
rechtelijke verantwoordelijkheid uit
gesloten is, moet worden verhoogd
en gebracht op 12, misschien wel op
14 jaren.
De tweede zinsnede van art. 38 en
de daarmede nauw samenhangende
bepalingen van de Wet van 15 Ja
nuari 1886, S.B. 7, regelende de pro
cedure tegen kinderen beneden 10
jaren, moeten vervallen.
Eerst in de laatste plaats, wanneer
geen andere uitweg openstaat, neme
de Staat de opvoeding dier kinderen
zelf in handen.
Kinderen boven de 12 jaar en be
neden de 16 jaren houde men zoolang
mogelijk buiten rechtszaal en gevan
genis.
De bestraffing van door hen bega
ne overtredingen drage men op aan
locale autoriteiten, met verplichte
medewerking van het onderwijzend
personeel.
De berechting zij ingericht op spoed,
zoowel bij de terechtstelling als bij
de volvoering van het vonnis.
Van ernstige misdrijven, gepleegd
door personen boven de 12 en bene
den de 16 jaren, worde de berech
ting opgedragen aan de rechtbank.
Aan de berechting ga in dat geval
altijd een nauwkeurig onderzoek voor
af omtrent den aard van het kind
en de opvoeding die het geniet.
Blijkt die opvoeding onvoldoende,
dan hebben de rechters de bevoegd
heid, plaatsing in een rijksopvoedings
gesticht te gelasten.
Die plaatsing ga altijd gepaard
met ontzetting van de betrokken ou
ders of voogden uit de vaderlijke macht
of uit de voogdij.
Is het noodig kinderen beneden de
16 jaren te bestraffen, dan geschiede
dit snel en met voor het kind passen
de straffen.
Kinderen beneden 16 jaren worden
nimmer in het openhaar terecht ge
steld.
Gevangenis en hechtenis mogen
niet voor minder dan 14 dagen wor
den opgelegd.
Wij zijn eenigszins uitvoerig ge
weest bij het geven van dit nog on
volledig overzicht der rede van den
heer Macaré, omdat zij ons toescheen
zooveel waars en belangwekkends te
bevatten. Wij komen echter op tegen
het argument betreffende de couran
tenverslagen dat door ons is gecursi
veerd.
Het verwijt dat opgesmukte versla
gen worden gegeven, behoeft, wij
durven het gerust zeggen, onze ver
slaggever van de zittingen der recht
bank zich niet aan te trekken. De
heer Macaré zal ons dit toegeven.
Daar komt nog iets bij. Zeer vaak
worden dergelijke zaken, waarin
kinderen de beklaagden zijn, uit me
delijden met hun toekomst, door de
haarlemsche pers in het geheel niet
vermeld en geschiedt het al (zooals
onlangs bij de terechtstelling van een
jongen die waardelooze bloempjes had
geplukt om ze aan zijn geneesheer
ten geschenke te geven) dan is het
om het verkeerde van de wet te doen
uitkomen.
Zoo ook, toen na het bezoek der
koninginnen aan Haarlem een kleine
jongen terechtstond voor het wegne
men (buiten op straat) van een
paar bijna waardelooze lampions.
Maar de heer Macaré gaat nog ver
der. Niet alleen de courantenversla
gen over zaken waarin kinderen de
beklaagden zijn, maar ook die over
zaken waarin volwassenen de treurige
hoofdrol spelen, keurt hij af. Dit
heeft ons bizonder verbaasd. Wij her
inneren ons nog zeer goed, hoe bij
de installatie van een rechterlijk amb
tenaar alhier (wij meenen die van den
heer Mr. van Outeren) de heer Macaré
zelf een woord van waardeering sprak
over het nut, dat de verslaggevers
der pers doen met publiciteit te ge
ven aan de in de openbare strafzit
ting behandelde zaken.
Het is nauwelijks aan te nemen,
dat de beer Macaré in zoo korten
tijd zoo gansch en al van opinie zou
zijn veranderd. Toch is het verschil
in deze beide uitspraken zeer in
het oog vallend.
Op de algemeene tentoonstelling
van de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw te Amsterdam te
houden, ontvingen de volgende stad-
genooten en bewoners der omstreken
voor hunne inzendingen bekroningen
Voor diverse verzamelingen vruchten,
C. van Dijk, te Heemstede, 3 eerste,
1 tweede en 1 derde prijzen; voorde
verzameling Hulsten, de 1ste prijs
C. Hansen Jzn. te Aalsmeer; voor
bloemkoolgewassen de 1ste prijs D.
Knibbe, te Haarlemmermeer; voor
wittekool, 1ste prijs, idem; voor groene
savooiekool, de 1ste prijs, idemvoor
wit mosterdzaad, 2de prijs, E. Oly, te
Haarlemmermeer; voor kar wij zaad,
de 2de prijs, G. de Jong, Houtrak-
polder; voor lijnzaad, de lste prijs, A.
de Zeeuw, te Haarlemmermeer; voor
blauwvlas, de lste prijs, idem; voor
blankvlas, de lste prijs, idem; voor
de collectieve inzendingen van akker
bouwgewassen, lste prijs, de Wed. J.
Leupen Zn. te Haarlem;
Voor hoefijzers, eervolle vermeld.
J. H. Mantel, Haarlemmermeervoor
zandaardapp. huish. gebruik, lste pr.,
J. Lommers Az., Hillegom; voor
aardapp. huish. gebruik, niet op zand
geteeld, lste prijs, Wm. de Clerq,
Haarlem; de 2de prijs, G. de Jong,
Houtrakpoldervoor fabriekaardapp.
2de prijs, C. Uitendaal, Hillegom;
voor bleekroode Zeeuwsche uien, lste
prijs D. Knibbe, Haarlemmermeer;
voor beet- of mangel wortelen,op zand of
zwarte grond geteeld, lste prijs P.
Bier, Haarlemmermeervoor beet-
of mangelwortelen, op kleigrond ge
teeld, 2de prijs, Wm. de Clercq, Haar
lem voor paarden- of koepeen, 2de
prijs, C. Uitendaal, Hillegom; voor
voedergewas koolrapen, lste prijs, A.
Heemskerk, Hillegom; 2de prijs, G.
Uitendaal, idem; voorruwarige,roo-
de wintertarwe, lste prijs, Wm. de
Clercq, Haarlemvoor roode engel-
sche wintertarwe, idemvoor winter-
gerst, lste prijs, G. de Jong, Hout
rakpolder; voor chevaliergersteer
volle verm. W. Tuijnman, Halfweg;
voor korte haver, 2de prijs, idem;
voor lange haver, 2de prijs, G. de
Jong, Houtrakpoldervoor erwten
en boonen, 2de prijs W. Tuijnman,
Halfweg, en II. F. Bultman, Haar
lemmermeer collectie akkerbouwge
wassen, lste prijs, aid. Houtrijk
en Polanendiverse knolbegonia's,
lste prijs, C. Blankensteijn, alhier;
2de prijs, J. W. Daudey, alhier; voor
diverse inzendingen bol- en knolge
wassen, 3 eerste prijzen, J.W. Daudey,
alhier; voor cyclamen, 2de prijs, idem;
voor dahlia's eerste prijs, Daudey,
en 2de prijs C. v. Maanen, alhier;
coleus, 2de prijs, Daudeyvoor kazen,
IT. v. d. Tange, Bloemendaal, odepr.;
werktuigen akkerbouw, eerv. verm.
G. van Driel, HaarlemmermeerZadel-
werk, 2de prijs, W. v. Amstel, alhier;
vierw. rijtuigen, 2de prijs, Kimman,
alhier; boerenwagens enz. lste prijs,
J. Cos, Houtrijk; 2de prijs, v. Driel,
Haarlemmerm.eerv. verm. C. Holle
man, Halfweg; voor werktuigen en ge-
reedsch., P. G. Verheul, Haarlemmer
meer en E. Oly, aldaar G. Tukker
Zoon, te Heemstedeallen met eer
volle verm.
Bij een winkelier in de Kleine
Houtstraat is ruim ƒ16 aan geld uit
de toonbanklade ontvreemd. De lade
was slechts gesloten met een schuif
je hetgeen vermoedelijk door den dief
was opgemerkt.
Een winkelier woonachtig aan de
Anegang is dezer dagen opgelicht door
eene 17 a 18 jarige meid, als dienst
bode gekleed, dievalschelijk op naam
van (jen Heer L., woonachtig in de
Groote Houtstraat, op zicht had ge
haald en medegekregen, zeven kinder-
matrozenmutsjes tezamen ter waard©
van ruim tien gulden.
Zitting van heden Donderdag 14 Sept.
In deze zitting was het eerst aan
de orde de zaak van Lambertus van
Os, oud 22 jaar en arbeider te Velsen,
die op 17 Juni 1.1. het echtpaar Ver-
happel deerlijk heeft geslagen. Den
11)
Naar het engelsch
van
FLO RLE NGE WARDEN.
HOOFDSTUK IV.
Zet haar eerst goed op haar plaats. Zeg, dat wij allen zeer
boos zijn, en niet gewend aan zulke dingen. Zeg haar alles,
dat gij denkt, dat haar woedeüd kan maken. Laat zij maar
beginnen te schreien."
Na de belofte deze eenvoudige instructiën te zullen opvol
gen, verliet de vader het vertrek, en liet de vier wraakzuch
tige zonen alleen achter.
HOOFDSTUK V.
Het was de eerste maal, dat Jane sinds de komst van de
nieuwe huurders weer hun oude huis betrad. Jane hield van
ruimte en luchtigheid, en zij stond in de groote ontvang
kamer, die steeds hare meest geliefde kamer was geweest, te
genieten van de schoonheid er van van het gewelfde
plafond, waarop zij steeds zoo trotsch waren geweest, van
den ruimen haard en vooral van het uitzicht in de duis
ternis door de ouderwetsche ruiten op de prachtige groene
velden en schaduwgevende boomen. Zij merkte eenige ver
anderingen op, die zij niet kon afkeuren. Een mooi tafel
kleed van stemmige kleuren, eene fraaie nabootsing van
ouderwetsch tapijtwerk, lag op een der zij tafels. Eenige onde
pronktafeltjes waren verdwenen, en een aantal gemakkelijke
stoelen van verschillenden vorm, schenen het vermoeden te
rechtvaardigen, dat ieder lid der familie een stoel voor zich
zelf had uitgekozen en gekocht. In een der hoeken lag een
opgemaakte leeuwenhuid, om een kale plek in het tapijt te
bedekken, die Jane's bewondering wekte. Er bevonden zich
ook een paar bronzen beeldjes, hij het aankoopen waarvan
de koopers eene gelukkige vergissing hadden begaan, volgens
het oordeel van Jane, zoo mooi waren zij. En er stond eene
nieuwe, groote piano, en Jane's vingers trilden van verlangen
om de toetsen aan te raken.
Jane had juist de oude en nieuwe meubelen met een vluch-
tigen blik gadegeslagen, toen de oude St. Rhadegund binnen
trad. Hij vervulde niet, de stilzwijgende beloften aan zijne
zoons gedaan door de jonge dame onbeleefd en met hardheid
te ontvangen. Integendeel, toen hij binnentrad, strekte hij
met een glimlach op zijn flink gelaat, zijne hand naar
haar uit.
„Het doet mij genoegen mijn kind, u hier in uw vroeger
huis te zien, en ik zou wel willen, dat gij hier meer kwaamt
zeide hij. „Ik hoop niet, dat gij zult denken, dat mijne jon
gens hier het landgoed te veel overhoop hebben gehaald."
Jane, die volstrekt niet zoo kalm was als zij er uitzag, was
hem dankbaar voor zijne vriendelijke ontvangst.
„Ik ben er zeker van, dat gij hier alles evengoed in ordo
houdt, als wij dat zouden hebben gedaan," zeide zij meteen,
zweem van een glimlach. Zij trachtte voort te gaan wilde
de zaak, waarvoor zij was gekomen, bespreken maar zg
gevoelde zich wat zenuwachtig, en begon te stamelen, waarna
zij bleef steken.
Onmiddellijk kwam hij haar te hulp, en bood haar een
der gemakkelijke stoelen aan, waarvan hij de stof eerst met
zijn hand afsloeg, zooals een daglooner zou doen.
„Ik zal niet zeggen, dat die wilde jongens" even beschaafd
en zacht zijn als de jonge dames, maar hun hart zit op de
goede plaats, en zij blaffen meer dan dat zij bijten. Ik hoop,
dat uw broeder geen onaangename gevolgen van zijn bad
heeft gehad," voegde hij er met een half verlegen, half sluwea
blik bij, om haar op die wijze wat te helpen om te komen
tot het doel van haar bezoek.
Jane was nog niet gaan zitten op den haar aangeboden
stoel, maar leunde tegen den hoogen rug ervan, dien zij met
éen hand stevig vasthield.
„O, het spijt ons zoo, en wij schamen ons zoo over hem,"
zeide zij. „Het scheen, alsof wij hem hierheen hadden gezon
den, terwijl wij er werkelijk vreeselijk over in zaten. Hij is
vanavond eerst teruggekomen, en hij is ongetwijfeld niet
goed in orde, want zijne manieren waren zeer zonderling. Ik