S&Ssxst HvFVaJSfiÉ „Ij de trouwplechtigheid niet bepaald op morgen?// vroeg zij. TWEED!! BEAD Hut Aratnor vai een Jonrnalist. BINNENLAND. Hongeloo^rtreklertot'C^": Een en ander over Spanje. BEHOOBBNDH BIJ HAARLEM'S DAOTtTA Tt TAN Maandag 18 Sept. 1893. Ik ben blind en dit is het eerste ver haal wat ik ooit heb gedicteerd. Tot dusverre achtte ik mjjzelven ongeschikt om een verhaal samen te stellen en ben alleen gezwicht voor de verzoeken mijner vrouw, Anita Dare, die tevens mijn se cretaresse is. Eemge jaren geleden in het midden van den zomer, zond de nitgezer vae eene courant wiaraan ik als verslaggever werkfe mij voor eene maand vacantia naar bhingleford, een aardig plaatsje, half visschersdorp, half badplaats. Het was romantisch gelegen op de knst van bnssea en was zeer schilderachtig. De jrlssche z rewind gaf my weldra de ver- "j6Ij kracbten terng en ik bracht mijn tyd door met groote waedelingen, of met gespri kken met de oude zeerobben die aityd bjj de zee waren te vinden. Shingleford had weinig historische her inneriogen ol romantische plekjes en daarom stelden de bewoners hoogen prijs op een soort van grot in een rots en waarvan men wist, dat hy vroeger voor schnilplaais van smokkelaars had gediend. Met de grootste zekerheid werd nu verhaa d van spookladingen uitgeworpen in de rotsgrot door spookmensehondat waren de geesten der vroegere smokke laars. Er heetten des nachts ook akelige kreten te worden geuit en men beweerde, dat geheimzinnige lichten schepen aan lokten tot ban zeker verderf. Dit alles maakte myn nienwsgieri" heid gaande. Hoewel het verboden was de grot te bezoeken daar zy ieder oogeo- bhk kon instorten, besloot ik haar looh eens te gaan verkennen. Op een avond toen het eb was, aoodat ik da anderhalve fy' d,e lk 'O gaan had, kon aflsggeu langs het zand onderaan de klippen, ging ik er op uit, en welgomoed. Het was heldere maneschijn. Weinig dacht ik, terwyl ik over het vaste zeezand liop, dat ik aarde, water en nitspansel, voor de laatste maal zagl Toen ik by de grot aankwam, zag ik dicht bjj het etrand de witte zeilen van een jacht, naar het scheen koers zettende naar de ha ven van Shingleford. Ik keek even naar het vaartuig en zocht toen naar de opening van de grot, die ik weldra vond, hoewel zij verborgen was achter weelderig opgegroeid mos. Het was gemakkelijk om over de bon ten lat te klimmen, die als afsluiting dienst deed en voorzichtig ging ik de grot binnen. Het licht van mjjn aievenlan taarn deed mjj zien, dat de grot een natuurlijke uitholling was van de rots, biykbaar zeer vochtig. Er was geen spook dat my verzocht heen te gaan, evenmin was er een spoor van geesten te zieo maar wel was het dnideljjk, dat hier kort te voren mensehen waren geweest. Op het midden van den vloer stond een ge woon vat van middelbare grootte, waarop een spiritual! ischje lag en eenige krui mels. In een hoek waren nog enkele vaatjes opgestapeld. Ik vermoedde dat het fleschje was achtergelaten door oen toerist, die evenzeer op avonturen belust was geweest, als ik, hoewel ik de aan wezigheid der vaatjes die er zeker nog «.et lang w.ren, minJer gemakkeljjk verklaren kon. Evenwel kon de grot naar my dacht, niets anders zjjn dan een gewone smokkelaarsbergplaats en daar ik wist dat soms bjj springvloed de grot werd overstroomd en dat zeer wel dien avond zou kunnen gebeuren, keerde ik Jaten°m °lnde gt°' weer te ver" b'eef «k voor de opening i, h°ord0 ba"eI> de grot fluiste- mP C voetst8PP0n kwamen na- aerby, Mensehen naderden de grot. Zou jk my vertoonen? Neon, ik zou een merkwaardig voorval kannen missen. Bo vendien waren het misschien smokke KhSihn k mlJn aanwezl£be'd in hnn schuilhoek zeer ongaarne zonden zien. fk trok my dan terng in het donkerste few u ra° grot> aohter do opeen gestapelde vaatjes en wachtte af wat er verder zou gebeuren. nenmrmn8 a kwamen de geheimzinnige ff"?.™ de gvt binnen, die zij klaar- blykelyk goed kenden, Uit een kast, die hfalH "8 mIJD0 *anda°kt was ontgaan haalden zy veldstoelen en een lamp voor jo dag, namen plaatsen staken de lamp a*Praatten roetig en vrij moedig, blijkbaar meenende dat niemand m hunne nabjjheid kon zjjn. eed8.JÖ den aanvang van hun gesprek begreep ik, dat ik hier te doen had met een gezelschap anarchisten van de ge vaariykste soort en dat hun plan was dop russischen gezant uit den weg té mimen wanneer hjj na het huwelijk van verlaten™ bl<"de' d= k"k „Ja," zeide de oude man die als prins Varzefisky werd toegesproken, «het plan is uitmuntend en kan niet falen." Ik moet hier bjj voegen, dat het ge heels gesprek werd gevoerd in het en- gelseh, waarsohjjnljjk om de drie Engel- schen die er bjj waren. In welk opzicht Rusland laatstgenoemden haat inboezem de, werd my niet duidelijk. „Mjjne dochter hier, prinses Anita en ik," zoo ging de prins voort, „zjjn uitgenoodigd de plechtigheid bij te wo nen» Hjj iaehte kort en droog, zoo ba- telyk dat ik hniverde. „Wanneer de ge zant de kerk verlaat, znllen wy er voor zorgen dat wjj in zjjne onmiddellijke na- byheid zyn jen da a een paar dynamiet bommen werpen, die ik onlangs heb uit- gevonden. Er zal onmiddellijk eene ont- ploffing volgen, dio do kerk met iedereen welko .zich daarin bovinut, zal vernieti goD. Myn dochter noch ik zullen aan den dood ontsnappen, maar dat is bil- zaak.a J De prinses scheen door deze zeker heid van haar aanstaanden dood nie in het minst geschokt. Wei speet het haar, zoo zeido zy, dat dio fraaie Westminster Abdjj zoo zon worden verwoest, ma.r de chef had be volen eu het zou geschieden. Veront waardigd en vol afachnw luisterde ik toe, "Ja," antwoordde haar vader. „Wii znllen de stoffen voor het maken van de bommen mt gindache vaatjes nemen. De twee vaatjes krnit znllen wy heden nog voor eea ander doel noodig hebben Wy maken de bommon op het schip, landen in Newhaven en zyn met den eersten trein in Londen terng. Allee gaat zoo gemakkeljjk in dit vrije land I De politie zal zeker niet vermoeden, dat op een zeiltochtje prins Varzefisky, en zyne dochter middelen beramen, om de hellt van den engelsehen adel in de inent te laten vliegen// De spreker en zjjne vrienden lachten. Ik volgde hnn voorbeeld, maar om een andere rede». Zij dachten aan het wel slagen van hnn moorddadig plan, ik zon op de middelen om het te verijdelen. Welk een roemryke daad zou dat zyn de dankbaarheid van een geheel volken glorie als jonrnalist zouden er tegelijkertijd mee worden bereikt. Ik zegende de nieuw» gierigheid, die my nsar de grot had ge voerd. Zoodra deze gevaarlyke lieden de grot verlieten,zon ik dadeljjk naarSbiagle- ford leraggaan en op de eene of andere manier, Londen wel voor het aanbreken van den morgen weten te bereiken, een extra-editie van mjjne conrant gereed maken, en tevens de politie waarschuwen. „Wy moeten den heer Laveston dank zeggen," ging de prins voort, „dat hjj ons dezo praktische gemakkelijke grot heeft gewezen. Ze heeft ons zeer goed gediend en was veiliger, dan welke kamer ook te Londen. Het gerneht dat het hier spookt, heeft ons voor nieuwsgierigen gevry waard. Weliswaar hebben wl zei ven wel wat voedsel aan dat gerneht ge geven. Ik etel u nn voor deze grot te doen instorten om alle sporen van ons verblyf te noen verdwijnen Laveston geef een helsehe machine nit de kast en ten aatje met buskruit van den stapel, dan zullen we een lange lont maken, die een paar uur duurt// Nn namen de zaken eene onverwachte wending. La/eston stond op om aan hot sr°h lhle/0ld0vn en kwam naar mÜn en In rf •°u lk op hem aaDvallen en in de verwarring trachten te vluchten? een kTTl f"-' °nm°êalÜk was en een kloek besluit nemende, rees ik opeens fff v rV8at,ea 0p 0n deed een stap voornit. Laveston deinsde van schrik achteruit, maar in het volgende oogen- Hnvd de ™0r plannen om ringd en gegrepen. «Wie zijt gjj en wat doet gij hier?" Spreek!" gÖ makkers? Een oogenblik bekroop my de vrees dZ T 'Tl; Kon ik 0ohter mi^ dood ontgaan? Neen, voorzeker zou men von ff Wai!iék gehoord had> «iet in le ven laten blijven. Toornig over de plot selinge mislukking van myn plan, ver- ontwaerdigd over hnnne dnivelsehe aan- slagen, besloot ik dezen anarchisten te toonen dat ik hen niet vreesde „Ik ben alleen," antwoordde ik „en «wam hier nit nieuwsgierigheid. Mijn beroep is jonrnalist, ik heb alle nwe plan- nen gehoord en zon u aan de galg heb- oft TT 8ia ik het SakLd hfd. D»t .s alles wat ik heb te zeggen wat wilt gij au doen Ik had geen berouw over deze stout moedige woorden: een paar sehoone oogen motten op mjj en ik wilde niet, dat die oogen een lafa.rd zouden zien! «Wat wij zullen doen zeide de prins «we zullen n dooden. De keus die wi n geven, is met groot. Pistolen hebben wii niet hier en met een me. duurt het Zo wachten'^ T W'" gd hier' gobondeo> Zï - gr0t in de lach' vliegt of gebonden in zee worden geworpen?" He ijskoade onbeleefdheid waaLede hy deze woorden uitte, maakte die dos chuwly'ker. Ik uitte den eeuen leugen I waarever ik mjj nooit heb geschaamd" «Het is my onverschillig. De prins trok ongeloovig de went ietHof Th°0g. en lnita zeide daarop I tot bem bot russisch, dat ik niet verstond. Weldra bleek, dat zg om myu leven pleitteer klopte toch een hart in deze vreeselijke anarchiste. Na een haastig flniteren, zeide de prins tot my „Mjjne dochter vraagt mjj, u het leven ie laten. Stil, spreek niet te haastig. Er is eene voorwaarde aan ver- bondea. Gij zoudt ods later kunnen her kennen en verraden, dat mag niet. Wel nu, ik seheDk u het leven, maar gjj zolt het gezicht daarbij mo6ten verliezen// Blind worden, o het was verschrik kelijk I Maar nog vreeseljjker scheen het mij toe, iód jong reeds te moeten ster ven Terwijl ik nog aarzelde, fronste de prins vol ongeduld reeds de wenkbrau wen en sprak „Haast u, doe de keuze, want wjj moe ten vertrekken. Vrees niet voor de pjjn, die zal wel hevig zijn, maar zeer kort eu bovendien zult gjj onmiddellijk be wusteloos worden. Kies nn spoedig „Ik wil myn leven behouden,// ant woordde ik met doffe stem, maar toch vastberaden en met een strakken blik op mjjn pijniger, den laatst an mensch dien ik zou zien. Zender verder verwjjlen nam hjj een zeer klein fleschje van dik glas uit den zak, liet met groote voorzichtigheid eeni ge droppels op een stukje watten vallen en daarop mjj naderende, bracht hjj het watje eerst aan mjjn eene oog en bjjna onmiddolljjk daarop, aan het andere, lk gevoelde een ontzettende pija en vizl bewusteloos neer. Toen ik weer tot mjjzelve kwam, was alles dnister om mjj heen en eerst toen ik 'een oogenblik had nagedacht, schoot mij de vreeselijke waarheid door het hoofd het zon voor mjj altjjd duister bljjven. Langzaam stond ik op. Dicht bij mjj bruiste en klotste de zee, de wind gierde om mjj heen en nu en dan voelde ik iets in mjjn gezicht spatten, bljjköaar het door den storm opgejaagde schuim. Behoedzaam, met jde armen uitgestrekt, liep ik vooruit, maar bleef weldra staan. Ik voelde het water aan de voeten, zeker ging ik in de verkeerde richting. Ik keerde mjj dus om en ging langzaam den anderen kant nit, maar ook daar stuitte ik voortdurend op water. Tot viermaal toe beproefde ik het in een andere richting. Had men mjj op een eilandje gebracht, om mij zoodoende toch te laten sterven Half zonder mjjn bewustzijn ontsnapte mjj een klagecde jammerkreet, die mij zalven als een doodsklok in de ooren klonk. Daar stond ik, ongelukkige blinde, midden in den nacht op een eenzaam strand, misschien ingesloten door golven, welke mij aanstonds zouden medesleuren in de diepte. Opeens voelde ik een hand op mijn schouder en een zachte stem sprak mjj toe„Gjj arme man, kom mee, ik zal u geleiden V' „Zjjt gjj het?// riep ik verbaasd, on willekeurig terugdeinzende. Ik had de stem van prinses Vareeffsky herkend. „Ja, ik die u hier niet wil laten om komen in den nacht. Kom met mjj. Zjj vatte mjjn hand en trok mjj mede. Ik gevoelde, dat wjj veilig over het strand gingea. Bljjkbaar was ik daar straks, aan het gaan zonder licht nog niet gewoon, telkens van de goede rich ting afgedwaald. Maar hoe kwam zij daar tot mjjn redding en waar waren haar vader en zjjn vrienden? Ik behoefde op het antwoord op deze vraag niet lang te wachten. Terwjjl de samenzweerders vergaderden in de grot, hadden de donanen met hun kotter het jacht een bezoek gebracht en in de kajuit papieren gevonden, die duideljjk aantoonden wat soort van menschen het jacht vervoerde. Toen de samenzweerders na mjj san het strand te hebben gelegd, het jacht weder bereikten, werden zij ge vangen genomen door de douanen, alleen Anita wist in de duisternis te ontaomen. Sedert dien dag is hzar vader in de gevangenis gestorven, de andere drie ge nooten verrichten dwangarbeid in het noorden van het land en Anita is mjjne vrouw geworden. Hare verderfeljjke anar chistische begrippen zjjn veranderd in eene echt vrouweljjke zachte natuur, waarmee zjj mjj het verlies van mjjne oogen weet drageljjk te maken, en er heerscht in ons huis een kalme vrede, alsof er een zegen is geschonken aan eene zoo groot zondares, die ziott heeft bekeerd. De zon is voor mjj ondergegaan maar aan het licht van hare ziel zal ik mjjn hart zoo lang ik leef, verkwikken Naar het Enychch Donderdagavond bood de minister van koloniën, baron Van Dedem, in het Hotel „Den Ouden Doelente 's-Gravenhage den benoemden gobver- neur-generaal van Ned.-Indië, bij ge legenheid van zijn aanstaand vertrek naar de koloniën, een afscheidsdiner aan. Met den gast en den gastheer waren in de ruime eetzaal van het hotel aan tafel vereenigd al de ministers, behalve die van waterstaat, die zich met verlof te Heidelberg bevindt; voorts de oud- goeveraenrs-generaal Van Lansberge en s'Jacob; de vice-president van den Raad van State, jhr, mr. Van Panhujjs; de oud-ministers van koloniën Fransen van de Putte en Sprenger van Eykde pre- «dent van de Tweede Kamer der Staten- Generaal en de leden van de beide Kamers de heeren: J. van Gennep, Pijnacker Van Hon>en 'f?*8' Land' Sapman! af;ifleu':hb^ba'edapeanemeTvan0kolo-" de claf departement" der' - r8nw' thana commissaris der Koningin ,n Zeeland; de chef van het technisch bureau, lait.-kol. Hailiok en baron Van Verschner. Hfl. MM. de Koninginnon on ooé tweeden toost op den behouden overtocht en aankomst van den goeverneur-generaal met den wensoh tevens, dat door «Hn beleid eu beheer over 4 jaren, wanneer «aar hy hoopte H. Mrdé regiering «al hebban aanvaard, de Iadiso-if gewfsten aan TLT" geworden stuur gekoesterd, niet to zalha beschamen. *r&U bliJ'kt nit de mede- daelingen van den bnrgemeester van Rot- terdam zyn Vydag gfen Heldere no« in b7h»a!!T0a aacS°Sepen* Héo der leden tw» ug ZUDde »Jd«™«over leaentwee zjjQ hersteld. In het geheel hebben zich nu van het 3~fd0r op 21 Angnstns af, 36 g.vallen vau cholera aldaar voorvo- tZvaZTZ20 T doodelÖk0° a«o°P, waarvan 4 lijders hersteld zijn en 12 lyders in behandeling blyvon. Ion v. da ,6bben zlch twee geval- Ook nin.B °holera ™orgedaan. ototre vo„rg kWam Te Roermond is men bij het Nortonput, in hot Breeder Klooster, op eeoe diepte van 17 M on 7Z 75 0M.1ikge8t0°teO' Dei° Donderdagnacht is het IfgÓbrnod T8Q hü' d°'P Noordgonwe in df8fcD80hi8 omstreeka half twee brak m deI kom der gemeento do brand nit. Hodboowschuren, eene sohilders- en eene noimermanswerkplaats, alsmede inebevo°nTg-en Td6° "otalwaterzRh in bevond, in asch gelegd. dJr« T g6rtd; 8lecht8 e0Dige hoen- om Dn onyaen kwamen in de vlammen alTéngereAW0,,er8Werd0"g<!lnkki8 00k De onroerende en de meeste roerende DÜenerevorZUb bÜ vocochiilende maatschap- pyen verzekerd, de inboedels van vier arbeidersgezinnen ,ijn helaasniet ge- a8snreerd. Door gebrek aan water ging de bins aching uiterst moeilyk. Gelukkig waser wom'g Wind, anders ware zeker het gansche dorp in asch gelegd. kend! °°rZ88k V8D dM brand i0 oob0- Releefde menschen. De geneesheer dr. M. nit H. schrijft hot volgende aan De StandaardJ op deu verjaardag onzer Ko ningin. Ik spoedde mij naar hot hnis van bewaring op doWeteringsohans, om myoe plichten te vervallen als deskna- gen b« 0a° «skje, dat opd" morgen zon onderzocht worden dier den rechtercommissaris S, van wien 'k 7° oVaarding had ontvangen, 'k JZt "Fe de daSVKardiog genoemde poort no. 14 en schelde, de dear werd geopend door eenen man in uniform die my met stnurschen blik van 'thooMtöt waareit "k °PDam' M°' 680 waaruit ik, zoover mil mogeliik was verstond: „Wat jy ontving die man' rny. Ik antwoordde „als 't n blieft, hier lT\adf8Srrdingi' d8 man k00k £a haar mij terug op eene manier, dia meer op toewerpen geleek en ..aawde my too den weg, dien ik in dat gebouw bewandelen moest, om te komen op de plaats, waar mei mijne tegenwoordigheid als desknndige in dat diVn mH g geoordeeld. Ik volgde mlJ °P «00 vriendelijke wijze .In- gewezen weg en bevond my weldra të- !8nn°I" '°»W wien ik steads met genoegen zal denken, een ambtenaar in functie die beleefd wan introns din hil mnzw JeSeOB personen, fkTwamIk Vert0!d0 h«m voor welke zaak Ic Z "".overhandigde hem myne dag- dat ik lié J br8Cbt die in het vertrek, binnontrpl eMl oogenblik wachtens, moest binnentreden. Ik werd de k.mer ingeleid en zeide„goeden dag, heeren," maar belr zit°et W6td D'et beantw°ord. Een oraf To H eeaeD lenn"oel vlak tegen- gereed om 7' T 'Weede biJ de tafel. gereed om te schry veneen derde stoel Do° h°e7 H°° beer' d'e zon ondervragen. leo„.7l M16, I6er gcmalikelijk inden lennstoel bleef zitfen (om niet te zeggen Erf Wa'!id0 7 ,oe met zÜ°o rich' Je.hand, zonder één woord te spreken d alsof ,k dat wuiven niet begreep en bleef achter den derden stoel staan, Kort daarop zei hjj„ga u zitten//. Zjjn wuiven was dus waarschjjaljjk voor m^j een teeken geweest om plaats te nemen, De zaak werd daarna afgehandeld, en toen ik geteekend had, werd mjj door dien heer beduid, dat ik kon gaan. „Mijnheer//, zei ik toen, „mag ik zoo vrjj zyn u te vragen of ik verplloht ben, wanneer ik eene dagvaarding krjjg voor dergeljjke zaken, hier te verschijnen? 't Valt mjj zoo verbazend moeieljjk met het oog op mijne patiënten en te ver- wachtea accouckementen// „Wij zenden geene dagvaardingen voor ons plezier; alleen om gewichtige redenen mag men verzuimen, mjjnheer,// was on geveer het iantwoord. Toen ik nogmaals zeide, dat het voor ons, medici, op klei nere plaatsen zoo uiterst moeiljjk is nit onze praktjjk te loopen, en vroeg, of ik, bjj een eventueel voorkomend g;;val mijne verklaring niet schrifteljjk mocht ïnzen- den, luidde het antwoora „Na, weet u wat n doet, ga dan maar weer gauw naar H., daa kunt u uwe patiënten af makendag dokter I Ik stond op, groette en verliet het vertrek, waar ik zoo vriendeljjk behan deld was. In de gang ontmoette ik den beleefden man, die mjj hot geld uitbe^ taaldede poort werd mij ontsloten door denzelfde, die ze mij geopend had. Hij was er niet beleefder op geworden in het half uurtje dat ik daar boven had doorgebrachtten minste de man vond het niet de moeite waard mjjn groet te beantwoordeo. Ik bad wel eens gehoord, dat men op die plaatsen onaangenaam behandeld werd, maar kon zoo iets niet voorstellen; nu heb ik echter die ondervinding zelf opgedaan. Dio mjjnheer en die portier konden toch met evenveel moeite beleefd geweest zjjn. Rechtszaken. Donderdag deed de arrondisaements rechtbank te 's-Bjsch uitspraak In zake Carl Reuse, kuiper te Ooerhosson en Bern, Zolage, machinemaker te Parijs, beiden gedetineerd, beschuldigd van diefstal door twee vereenigde personen gepleegd, w.iar- bjj zjj het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en inklimming door no. 2 gepleegd, terwjjl nog geen vjjl jaar verloopen zjjn sedert de schuldige een tegen hem wegens diefstal nitgespro kea gevangenis heeft ondergaan, en hen veroordeeld den eerste tot een gevange nisstraf van 3 jaar en den tweede van 5 jaar. VALENCIA, 8 September 1898, Waarde Vriend I Ge hebt mjj gevraagd, om u eens een en ander te melden over Spanje en de Spanjaarden, dat wil zeggen over den indruk, dien ik van land en volk heb gekregen. Nu is het gemakkeljjk om de pen in luchthartige sprongen over het papier te laten dartelen en u te meldeD, hoe oud deze kerk en hoe hoog die toren is, wat het hoofdbedryf uitmaakt en wat er al- zoo in de musea te zien is. Wat zoadt ge daar echter aan hebben Dergeljjke bizonderheden kunt ge even goed, zoo niet beter, vinden in Baedeker. Laat ik das een es ander vertellen, dat bizon der mjjn aandacht heeft getrokken en dat verschilt met onze Hollandsche ma nier van leven. Ik moet wel beginnen met te zeggen dat Valencia 200D00 zielen telt en de derde stad is uit het koninkrjjkBarce lona is de eerste, daarna volgt pas de hoofdstad Madrid. Valencia is een eigen aardige mengeling van ouderwetschheid en van modernisme, want terwjjl de stra ten nauw zijn en niet aantrekkeljjk, wor den hotels, winkels en particuliere woon huizen van eenige beteekenis, alle elec- trlsch verlicht, wat er goedkooper is dan gas. De nabijheid van groote moerassen maakt dat Valencia een vochtige tempe ratuur heeft, die gelukkig eenigszins wordt verholpen door de voortdureade warmte. Regenen doet het niet veel en het komt dan ook misschien wel daar- door, dat de plantengroei er van weinig be teekenis is. Wie zich Spanje omdat het znideljjk ligt, voorstelt als een land waar overal groote bosschen zjjn, zou zich deerljjk vergissen. Althans in Valencia en trouwens ook elders, vindt men niets dan enkele palmen, die natuurljjk geen schaduw geven en wat klein hout. Een gelukkige uitzondering op deze kaalheid van het landschap vormen de beide wan delplaatsen van de stad, de Giorieta en de Almeida, waar men wel lommerrjjk geboomte vindt. Deze parken zijn even wel geheel en al aangelegd. Misschien zoudt ge u veel voorstellen vau de kleeding der bewoners Och, maak u geen illusie. In de romans van jaren geleden worden de dames en hee ren nog beschreven met sjerpen, kleurige kleederen, sombrero's en dergeljjke meer. Tegenwoordig is dat anders. De stede lingen zijn ook al gezwicht voor den stormwind, die in geheel Europa de poë zie der kleederdracht gedood en daar voor het triviale algemeene costuum in de plaats gesteld. Alleen de buitenlui ko-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 6