S&Ssxst
HvFVaJSfiÉ
„Ij de trouwplechtigheid niet bepaald
op morgen?// vroeg zij.
TWEED!! BEAD
Hut Aratnor vai een Jonrnalist.
BINNENLAND.
Hongeloo^rtreklertot'C^":
Een en ander over Spanje.
BEHOOBBNDH BIJ
HAARLEM'S DAOTtTA Tt
TAN
Maandag 18 Sept. 1893.
Ik ben blind en dit is het eerste ver
haal wat ik ooit heb gedicteerd. Tot
dusverre achtte ik mjjzelven ongeschikt
om een verhaal samen te stellen en ben
alleen gezwicht voor de verzoeken mijner
vrouw, Anita Dare, die tevens mijn se
cretaresse is.
Eemge jaren geleden in het midden
van den zomer, zond de nitgezer vae
eene courant wiaraan ik als verslaggever
werkfe mij voor eene maand vacantia
naar bhingleford, een aardig plaatsje,
half visschersdorp, half badplaats. Het
was romantisch gelegen op de knst van
bnssea en was zeer schilderachtig. De
jrlssche z rewind gaf my weldra de ver-
"j6Ij kracbten terng en ik bracht mijn
tyd door met groote waedelingen, of met
gespri kken met de oude zeerobben die
aityd bjj de zee waren te vinden.
Shingleford had weinig historische her
inneriogen ol romantische plekjes en
daarom stelden de bewoners hoogen prijs
op een soort van grot in een rots en
waarvan men wist, dat hy vroeger voor
schnilplaais van smokkelaars had gediend.
Met de grootste zekerheid werd nu
verhaa d van spookladingen uitgeworpen
in de rotsgrot door spookmensehondat
waren de geesten der vroegere smokke
laars. Er heetten des nachts ook akelige
kreten te worden geuit en men beweerde,
dat geheimzinnige lichten schepen aan
lokten tot ban zeker verderf.
Dit alles maakte myn nienwsgieri"
heid gaande. Hoewel het verboden was
de grot te bezoeken daar zy ieder oogeo-
bhk kon instorten, besloot ik haar looh
eens te gaan verkennen. Op een avond
toen het eb was, aoodat ik da anderhalve
fy' d,e lk 'O gaan had, kon aflsggeu
langs het zand onderaan de klippen, ging
ik er op uit, en welgomoed. Het was
heldere maneschijn. Weinig dacht ik,
terwyl ik over het vaste zeezand liop,
dat ik aarde, water en nitspansel, voor
de laatste maal zagl
Toen ik by de grot aankwam, zag ik
dicht bjj het etrand de witte zeilen van
een jacht, naar het scheen koers zettende
naar de ha ven van Shingleford. Ik keek
even naar het vaartuig en zocht toen
naar de opening van de grot, die ik
weldra vond, hoewel zij verborgen was
achter weelderig opgegroeid mos.
Het was gemakkelijk om over de bon
ten lat te klimmen, die als afsluiting
dienst deed en voorzichtig ging ik de grot
binnen. Het licht van mjjn aievenlan
taarn deed mjj zien, dat de grot een
natuurlijke uitholling was van de rots,
biykbaar zeer vochtig. Er was geen spook
dat my verzocht heen te gaan, evenmin
was er een spoor van geesten te zieo
maar wel was het dnideljjk, dat hier kort
te voren mensehen waren geweest. Op
het midden van den vloer stond een ge
woon vat van middelbare grootte, waarop
een spiritual! ischje lag en eenige krui
mels. In een hoek waren nog enkele
vaatjes opgestapeld. Ik vermoedde dat
het fleschje was achtergelaten door oen
toerist, die evenzeer op avonturen belust
was geweest, als ik, hoewel ik de aan
wezigheid der vaatjes die er zeker nog
«.et lang w.ren, minJer gemakkeljjk
verklaren kon. Evenwel kon de grot
naar my dacht, niets anders zjjn dan een
gewone smokkelaarsbergplaats en daar ik
wist dat soms bjj springvloed de grot
werd overstroomd en dat zeer wel dien
avond zou kunnen gebeuren, keerde ik
Jaten°m °lnde gt°' weer te ver"
b'eef «k voor de opening
i, h°ord0 ba"eI> de grot fluiste-
mP C voetst8PP0n kwamen na-
aerby, Mensehen naderden de grot. Zou
jk my vertoonen? Neon, ik zou een
merkwaardig voorval kannen missen. Bo
vendien waren het misschien smokke
KhSihn k mlJn aanwezl£be'd in hnn
schuilhoek zeer ongaarne zonden zien.
fk trok my dan terng in het donkerste
few u ra° grot> aohter do opeen
gestapelde vaatjes en wachtte af wat er
verder zou gebeuren.
nenmrmn8 a kwamen de geheimzinnige
ff"?.™ de gvt binnen, die zij klaar-
blykelyk goed kenden, Uit een kast, die
hfalH "8 mIJD0 *anda°kt was ontgaan
haalden zy veldstoelen en een lamp voor
jo dag, namen plaatsen staken de lamp
a*Praatten roetig en vrij
moedig, blijkbaar meenende dat niemand
m hunne nabjjheid kon zjjn.
eed8.JÖ den aanvang van hun gesprek
begreep ik, dat ik hier te doen had met
een gezelschap anarchisten van de ge
vaariykste soort en dat hun plan was
dop russischen gezant uit den weg té
mimen wanneer hjj na het huwelijk van
verlaten™ bl<"de' d= k"k
„Ja," zeide de oude man die als prins
Varzefisky werd toegesproken, «het plan
is uitmuntend en kan niet falen."
Ik moet hier bjj voegen, dat het ge
heels gesprek werd gevoerd in het en-
gelseh, waarsohjjnljjk om de drie Engel-
schen die er bjj waren. In welk opzicht
Rusland laatstgenoemden haat inboezem
de, werd my niet duidelijk.
„Mjjne dochter hier, prinses Anita
en ik," zoo ging de prins voort, „zjjn
uitgenoodigd de plechtigheid bij te wo
nen» Hjj iaehte kort en droog, zoo ba-
telyk dat ik hniverde. „Wanneer de ge
zant de kerk verlaat, znllen wy er voor
zorgen dat wjj in zjjne onmiddellijke na-
byheid zyn jen da a een paar dynamiet
bommen werpen, die ik onlangs heb uit-
gevonden. Er zal onmiddellijk eene ont-
ploffing volgen, dio do kerk met iedereen
welko .zich daarin bovinut, zal vernieti
goD. Myn dochter noch ik zullen aan
den dood ontsnappen, maar dat is bil-
zaak.a J
De prinses scheen door deze zeker
heid van haar aanstaanden dood nie in
het minst geschokt.
Wei speet het haar, zoo zeido zy, dat
dio fraaie Westminster Abdjj zoo zon
worden verwoest, ma.r de chef had be
volen eu het zou geschieden. Veront
waardigd en vol afachnw luisterde ik
toe,
"Ja," antwoordde haar vader. „Wii
znllen de stoffen voor het maken van de
bommen mt gindache vaatjes nemen.
De twee vaatjes krnit znllen wy heden
nog voor eea ander doel noodig hebben
Wy maken de bommon op het schip,
landen in Newhaven en zyn met den
eersten trein in Londen terng. Allee
gaat zoo gemakkeljjk in dit vrije land I
De politie zal zeker niet vermoeden, dat
op een zeiltochtje prins Varzefisky, en
zyne dochter middelen beramen, om de
hellt van den engelsehen adel in de
inent te laten vliegen//
De spreker en zjjne vrienden lachten.
Ik volgde hnn voorbeeld, maar om een
andere rede». Zij dachten aan het wel
slagen van hnn moorddadig plan, ik zon
op de middelen om het te verijdelen.
Welk een roemryke daad zou dat zyn
de dankbaarheid van een geheel volken
glorie als jonrnalist zouden er tegelijkertijd
mee worden bereikt. Ik zegende de nieuw»
gierigheid, die my nsar de grot had ge
voerd. Zoodra deze gevaarlyke lieden de
grot verlieten,zon ik dadeljjk naarSbiagle-
ford leraggaan en op de eene of andere
manier, Londen wel voor het aanbreken
van den morgen weten te bereiken, een
extra-editie van mjjne conrant gereed
maken, en tevens de politie waarschuwen.
„Wy moeten den heer Laveston dank
zeggen," ging de prins voort, „dat hjj
ons dezo praktische gemakkelijke grot
heeft gewezen. Ze heeft ons zeer goed
gediend en was veiliger, dan welke kamer
ook te Londen. Het gerneht dat het hier
spookt, heeft ons voor nieuwsgierigen
gevry waard. Weliswaar hebben wl zei ven
wel wat voedsel aan dat gerneht ge
geven. Ik etel u nn voor deze grot te
doen instorten om alle sporen van ons
verblyf te noen verdwijnen Laveston geef
een helsehe machine nit de kast en ten
aatje met buskruit van den stapel, dan
zullen we een lange lont maken, die een
paar uur duurt//
Nn namen de zaken eene onverwachte
wending. La/eston stond op om aan hot
sr°h lhle/0ld0vn en kwam naar mÜn
en In rf •°u lk op hem aaDvallen
en in de verwarring trachten te vluchten?
een kTTl f"-' °nm°êalÜk was en
een kloek besluit nemende, rees ik opeens
fff v rV8at,ea 0p 0n deed een stap
voornit. Laveston deinsde van schrik
achteruit, maar in het volgende oogen-
Hnvd de ™0r plannen om
ringd en gegrepen.
«Wie zijt gjj en wat doet gij hier?"
Spreek!" gÖ makkers?
Een oogenblik bekroop my de vrees
dZ T 'Tl; Kon ik 0ohter mi^
dood ontgaan? Neen, voorzeker zou men
von ff Wai!iék gehoord had> «iet in le
ven laten blijven. Toornig over de plot
selinge mislukking van myn plan, ver-
ontwaerdigd over hnnne dnivelsehe aan-
slagen, besloot ik dezen anarchisten te
toonen dat ik hen niet vreesde
„Ik ben alleen," antwoordde ik „en
«wam hier nit nieuwsgierigheid. Mijn
beroep is jonrnalist, ik heb alle nwe plan-
nen gehoord en zon u aan de galg heb-
oft TT 8ia ik het SakLd hfd.
D»t .s alles wat ik heb te zeggen
wat wilt gij au doen
Ik had geen berouw over deze stout
moedige woorden: een paar sehoone
oogen motten op mjj en ik wilde niet,
dat die oogen een lafa.rd zouden zien!
«Wat wij zullen doen zeide de prins
«we zullen n dooden. De keus die wi n
geven, is met groot. Pistolen hebben wii
niet hier en met een me. duurt het Zo
wachten'^ T W'" gd hier' gobondeo>
Zï - gr0t in de lach' vliegt
of gebonden in zee worden geworpen?"
He ijskoade onbeleefdheid waaLede
hy deze woorden uitte, maakte die dos
chuwly'ker. Ik uitte den eeuen leugen
I waarever ik mjj nooit heb geschaamd"
«Het is my onverschillig.
De prins trok ongeloovig de went
ietHof Th°0g. en lnita zeide daarop
I tot bem bot russisch, dat ik
niet verstond. Weldra bleek, dat zg
om myu leven pleitteer klopte toch
een hart in deze vreeselijke anarchiste.
Na een haastig flniteren, zeide de prins
tot my „Mjjne dochter vraagt mjj, u
het leven ie laten. Stil, spreek niet te
haastig. Er is eene voorwaarde aan ver-
bondea. Gij zoudt ods later kunnen her
kennen en verraden, dat mag niet. Wel
nu, ik seheDk u het leven, maar gjj zolt
het gezicht daarbij mo6ten verliezen//
Blind worden, o het was verschrik
kelijk I Maar nog vreeseljjker scheen het
mij toe, iód jong reeds te moeten ster
ven Terwijl ik nog aarzelde, fronste de
prins vol ongeduld reeds de wenkbrau
wen en sprak
„Haast u, doe de keuze, want wjj moe
ten vertrekken. Vrees niet voor de pjjn,
die zal wel hevig zijn, maar zeer kort
eu bovendien zult gjj onmiddellijk be
wusteloos worden. Kies nn spoedig
„Ik wil myn leven behouden,// ant
woordde ik met doffe stem, maar toch
vastberaden en met een strakken blik op
mjjn pijniger, den laatst an mensch dien
ik zou zien.
Zender verder verwjjlen nam hjj een
zeer klein fleschje van dik glas uit den
zak, liet met groote voorzichtigheid eeni
ge droppels op een stukje watten vallen
en daarop mjj naderende, bracht hjj het
watje eerst aan mjjn eene oog en bjjna
onmiddolljjk daarop, aan het andere, lk
gevoelde een ontzettende pija en vizl
bewusteloos neer.
Toen ik weer tot mjjzelve kwam, was
alles dnister om mjj heen en eerst toen
ik 'een oogenblik had nagedacht, schoot
mij de vreeselijke waarheid door het
hoofd het zon voor mjj altjjd duister
bljjven. Langzaam stond ik op. Dicht
bij mjj bruiste en klotste de zee, de
wind gierde om mjj heen en nu en dan
voelde ik iets in mjjn gezicht spatten,
bljjköaar het door den storm opgejaagde
schuim.
Behoedzaam, met jde armen uitgestrekt,
liep ik vooruit, maar bleef weldra staan.
Ik voelde het water aan de voeten, zeker
ging ik in de verkeerde richting. Ik
keerde mjj dus om en ging langzaam
den anderen kant nit, maar ook daar
stuitte ik voortdurend op water. Tot
viermaal toe beproefde ik het in een
andere richting. Had men mjj op een
eilandje gebracht, om mij zoodoende toch
te laten sterven
Half zonder mjjn bewustzijn ontsnapte
mjj een klagecde jammerkreet, die mij
zalven als een doodsklok in de ooren
klonk. Daar stond ik, ongelukkige blinde,
midden in den nacht op een eenzaam
strand, misschien ingesloten door golven,
welke mij aanstonds zouden medesleuren
in de diepte.
Opeens voelde ik een hand op mijn
schouder en een zachte stem sprak mjj
toe„Gjj arme man, kom mee, ik zal u
geleiden V'
„Zjjt gjj het?// riep ik verbaasd, on
willekeurig terugdeinzende. Ik had de
stem van prinses Vareeffsky herkend.
„Ja, ik die u hier niet wil laten om
komen in den nacht. Kom met mjj.
Zjj vatte mjjn hand en trok mjj mede.
Ik gevoelde, dat wjj veilig over het
strand gingea. Bljjkbaar was ik daar
straks, aan het gaan zonder licht nog
niet gewoon, telkens van de goede rich
ting afgedwaald. Maar hoe kwam zij
daar tot mjjn redding en waar waren
haar vader en zjjn vrienden?
Ik behoefde op het antwoord op deze
vraag niet lang te wachten. Terwjjl de
samenzweerders vergaderden in de grot,
hadden de donanen met hun kotter
het jacht een bezoek gebracht en in de
kajuit papieren gevonden, die duideljjk
aantoonden wat soort van menschen het
jacht vervoerde. Toen de samenzweerders
na mjj san het strand te hebben gelegd,
het jacht weder bereikten, werden zij ge
vangen genomen door de douanen, alleen
Anita wist in de duisternis te ontaomen.
Sedert dien dag is hzar vader in de
gevangenis gestorven, de andere drie ge
nooten verrichten dwangarbeid in het
noorden van het land en Anita is mjjne
vrouw geworden. Hare verderfeljjke anar
chistische begrippen zjjn veranderd in
eene echt vrouweljjke zachte natuur,
waarmee zjj mjj het verlies van mjjne
oogen weet drageljjk te maken, en er
heerscht in ons huis een kalme vrede,
alsof er een zegen is geschonken aan
eene zoo groot zondares, die ziott heeft
bekeerd. De zon is voor mjj ondergegaan
maar aan het licht van hare ziel zal ik
mjjn hart zoo lang ik leef, verkwikken
Naar het Enychch
Donderdagavond bood de
minister van koloniën, baron Van Dedem,
in het Hotel „Den Ouden Doelente
's-Gravenhage den benoemden gobver-
neur-generaal van Ned.-Indië, bij ge
legenheid van zijn aanstaand vertrek
naar de koloniën, een afscheidsdiner aan.
Met den gast en den gastheer waren
in de ruime eetzaal van het hotel aan
tafel vereenigd al de ministers, behalve
die van waterstaat, die zich met verlof
te Heidelberg bevindt; voorts de oud-
goeveraenrs-generaal Van Lansberge en
s'Jacob; de vice-president van den Raad
van State, jhr, mr. Van Panhujjs; de
oud-ministers van koloniën Fransen van
de Putte en Sprenger van Eykde pre-
«dent van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal en de leden van de beide Kamers
de heeren: J. van Gennep, Pijnacker
Van Hon>en 'f?*8' Land' Sapman!
af;ifleu':hb^ba'edapeanemeTvan0kolo-"
de claf departement"
der' - r8nw' thana commissaris
der Koningin ,n Zeeland; de chef van
het technisch bureau, lait.-kol. Hailiok
en baron Van Verschner.
Hfl. MM. de Koninginnon on ooé
tweeden toost op den behouden overtocht
en aankomst van den goeverneur-generaal
met den wensoh tevens, dat door «Hn
beleid eu beheer over 4 jaren, wanneer
«aar hy hoopte H. Mrdé regiering «al
hebban aanvaard, de Iadiso-if gewfsten
aan TLT" geworden
stuur gekoesterd, niet to zalha beschamen.
*r&U bliJ'kt nit de mede-
daelingen van den bnrgemeester van Rot-
terdam zyn Vydag gfen Heldere
no« in b7h»a!!T0a aacS°Sepen* Héo der
leden tw» ug ZUDde »Jd«™«over
leaentwee zjjQ hersteld.
In het geheel hebben zich nu van het
3~fd0r op 21 Angnstns af,
36 g.vallen vau cholera aldaar voorvo-
tZvaZTZ20 T doodelÖk0° a«o°P,
waarvan 4 lijders hersteld zijn en 12
lyders in behandeling blyvon.
Ion v. da ,6bben zlch twee geval-
Ook nin.B °holera ™orgedaan.
ototre vo„rg kWam
Te Roermond is men bij het
Nortonput, in hot Breeder
Klooster, op eeoe diepte van 17 M on
7Z 75 0M.1ikge8t0°teO' Dei°
Donderdagnacht is het
IfgÓbrnod T8Q hü' d°'P Noordgonwe
in df8fcD80hi8 omstreeka half twee brak
m deI kom der gemeento do brand nit.
Hodboowschuren, eene sohilders-
en eene noimermanswerkplaats, alsmede
inebevo°nTg-en Td6° "otalwaterzRh
in bevond, in asch gelegd.
dJr« T g6rtd; 8lecht8 e0Dige hoen-
om Dn onyaen kwamen in de vlammen
alTéngereAW0,,er8Werd0"g<!lnkki8 00k
De onroerende en de meeste roerende
DÜenerevorZUb bÜ vocochiilende maatschap-
pyen verzekerd, de inboedels van vier
arbeidersgezinnen ,ijn helaasniet ge-
a8snreerd.
Door gebrek aan water ging de bins
aching uiterst moeilyk. Gelukkig waser
wom'g Wind, anders ware zeker het
gansche dorp in asch gelegd.
kend! °°rZ88k V8D dM brand i0 oob0-
Releefde menschen.
De geneesheer dr. M. nit H. schrijft
hot volgende aan De StandaardJ
op deu verjaardag onzer Ko
ningin. Ik spoedde mij naar hot hnis
van bewaring op doWeteringsohans, om
myoe plichten te vervallen als deskna-
gen b« 0a° «skje, dat opd"
morgen zon onderzocht worden dier
den rechtercommissaris S, van wien
'k 7° oVaarding had ontvangen, 'k
JZt "Fe de daSVKardiog genoemde
poort no. 14 en schelde, de dear werd
geopend door eenen man in uniform die
my met stnurschen blik van 'thooMtöt
waareit "k °PDam' M°' 680
waaruit ik, zoover mil mogeliik was
verstond: „Wat jy ontving die man'
rny. Ik antwoordde „als 't n blieft, hier
lT\adf8Srrdingi' d8 man k00k
£a haar mij terug op eene
manier, dia meer op toewerpen geleek
en ..aawde my too den weg, dien ik in
dat gebouw bewandelen moest, om te
komen op de plaats, waar mei mijne
tegenwoordigheid als desknndige in dat
diVn mH g geoordeeld. Ik volgde
mlJ °P «00 vriendelijke wijze .In-
gewezen weg en bevond my weldra të-
!8nn°I" '°»W wien ik steads met
genoegen zal denken, een ambtenaar in
functie die beleefd wan introns
din hil mnzw JeSeOB personen,
fkTwamIk Vert0!d0 h«m voor welke zaak
Ic Z "".overhandigde hem myne dag-
dat ik lié J br8Cbt die in het vertrek,
binnontrpl eMl oogenblik wachtens, moest
binnentreden. Ik werd de k.mer ingeleid
en zeide„goeden dag, heeren," maar
belr zit°et W6td D'et beantw°ord. Een
oraf To H eeaeD lenn"oel vlak tegen-
gereed om 7' T 'Weede biJ de tafel.
gereed om te schry veneen derde stoel
Do° h°e7 H°° beer' d'e zon ondervragen.
leo„.7l M16, I6er gcmalikelijk inden
lennstoel bleef zitfen (om niet te zeggen
Erf Wa'!id0 7 ,oe met zÜ°o rich'
Je.hand, zonder één woord te spreken
d alsof ,k dat wuiven niet begreep
en bleef achter den derden stoel staan,
Kort daarop zei hjj„ga u zitten//. Zjjn
wuiven was dus waarschjjaljjk voor m^j
een teeken geweest om plaats te nemen,
De zaak werd daarna afgehandeld, en
toen ik geteekend had, werd mjj door
dien heer beduid, dat ik kon gaan.
„Mijnheer//, zei ik toen, „mag ik zoo
vrjj zyn u te vragen of ik verplloht ben,
wanneer ik eene dagvaarding krjjg voor
dergeljjke zaken, hier te verschijnen? 't
Valt mjj zoo verbazend moeieljjk met
het oog op mijne patiënten en te ver-
wachtea accouckementen//
„Wij zenden geene dagvaardingen voor
ons plezier; alleen om gewichtige redenen
mag men verzuimen, mjjnheer,// was on
geveer het iantwoord. Toen ik nogmaals
zeide, dat het voor ons, medici, op klei
nere plaatsen zoo uiterst moeiljjk is nit
onze praktjjk te loopen, en vroeg, of ik,
bjj een eventueel voorkomend g;;val mijne
verklaring niet schrifteljjk mocht ïnzen-
den, luidde het antwoora „Na, weet u
wat n doet, ga dan maar weer gauw
naar H., daa kunt u uwe patiënten af
makendag dokter I
Ik stond op, groette en verliet het
vertrek, waar ik zoo vriendeljjk behan
deld was. In de gang ontmoette ik den
beleefden man, die mjj hot geld uitbe^
taaldede poort werd mij ontsloten door
denzelfde, die ze mij geopend had. Hij
was er niet beleefder op geworden in
het half uurtje dat ik daar boven had
doorgebrachtten minste de man vond
het niet de moeite waard mjjn groet te
beantwoordeo.
Ik bad wel eens gehoord, dat men op
die plaatsen onaangenaam behandeld
werd, maar kon zoo iets niet voorstellen;
nu heb ik echter die ondervinding zelf
opgedaan. Dio mjjnheer en die portier
konden toch met evenveel moeite beleefd
geweest zjjn.
Rechtszaken.
Donderdag deed de arrondisaements
rechtbank te 's-Bjsch uitspraak In zake
Carl Reuse, kuiper te Ooerhosson en Bern,
Zolage, machinemaker te Parijs, beiden
gedetineerd, beschuldigd van diefstal door
twee vereenigde personen gepleegd, w.iar-
bjj zjj het weg te nemen goed onder hun
bereik hebben gebracht door middel van
braak, verbreking en inklimming door
no. 2 gepleegd, terwjjl nog geen vjjl
jaar verloopen zjjn sedert de schuldige
een tegen hem wegens diefstal nitgespro
kea gevangenis heeft ondergaan, en hen
veroordeeld den eerste tot een gevange
nisstraf van 3 jaar en den tweede van
5 jaar.
VALENCIA, 8 September 1898,
Waarde Vriend I
Ge hebt mjj gevraagd, om u eens een
en ander te melden over Spanje en de
Spanjaarden, dat wil zeggen over den
indruk, dien ik van land en volk heb
gekregen.
Nu is het gemakkeljjk om de pen in
luchthartige sprongen over het papier te
laten dartelen en u te meldeD, hoe oud
deze kerk en hoe hoog die toren is, wat
het hoofdbedryf uitmaakt en wat er al-
zoo in de musea te zien is. Wat zoadt
ge daar echter aan hebben Dergeljjke
bizonderheden kunt ge even goed, zoo
niet beter, vinden in Baedeker. Laat
ik das een es ander vertellen, dat bizon
der mjjn aandacht heeft getrokken en
dat verschilt met onze Hollandsche ma
nier van leven.
Ik moet wel beginnen met te zeggen
dat Valencia 200D00 zielen telt en de
derde stad is uit het koninkrjjkBarce
lona is de eerste, daarna volgt pas de
hoofdstad Madrid. Valencia is een eigen
aardige mengeling van ouderwetschheid
en van modernisme, want terwjjl de stra
ten nauw zijn en niet aantrekkeljjk, wor
den hotels, winkels en particuliere woon
huizen van eenige beteekenis, alle elec-
trlsch verlicht, wat er goedkooper is dan
gas.
De nabijheid van groote moerassen
maakt dat Valencia een vochtige tempe
ratuur heeft, die gelukkig eenigszins
wordt verholpen door de voortdureade
warmte. Regenen doet het niet veel en
het komt dan ook misschien wel daar-
door, dat de plantengroei er van weinig be
teekenis is. Wie zich Spanje omdat het
znideljjk ligt, voorstelt als een land waar
overal groote bosschen zjjn, zou zich
deerljjk vergissen. Althans in Valencia
en trouwens ook elders, vindt men niets
dan enkele palmen, die natuurljjk geen
schaduw geven en wat klein hout. Een
gelukkige uitzondering op deze kaalheid
van het landschap vormen de beide wan
delplaatsen van de stad, de Giorieta en
de Almeida, waar men wel lommerrjjk
geboomte vindt. Deze parken zijn even
wel geheel en al aangelegd.
Misschien zoudt ge u veel voorstellen
vau de kleeding der bewoners Och,
maak u geen illusie. In de romans van
jaren geleden worden de dames en hee
ren nog beschreven met sjerpen, kleurige
kleederen, sombrero's en dergeljjke meer.
Tegenwoordig is dat anders. De stede
lingen zijn ook al gezwicht voor den
stormwind, die in geheel Europa de poë
zie der kleederdracht gedood en daar
voor het triviale algemeene costuum in de
plaats gesteld. Alleen de buitenlui ko-