NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
M
11111H.
lie Jaargang.
Zaterdag 23 September 1893.
No. 3137.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsklad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,374-
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Gents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoof dat/enten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicilé Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSucc.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Het Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijntzal bevatten:
Een zonderlinge Weddingschap.
Uit Spanje. Binnen- en Buitenland-
sche berichten. Varia. Adverten-
ticn enz.
Haarlem22 Sept. 1893.
Op de school voor Kunstnijverheid
alhier werd den 4 September de
dag-cursus weder hervat. Buiten de
damesleerlingen die den teeken- en
schildercursus alsook den cursus voor
het kunstnaaldwerk volgen wordt
de school door een groot aantal man
nelijke leerlingen bezocht die de ver
schillende lessen volgen, welke spe
ciaal ingericht zijn tot de vorming
van decoratieschildersmetaalgra
veurs, houtbeeldhouwers en model
leurs. De avond-cursus is daaren
tegen uitsluitend voor mannelijke
leerlingen toegankelijk die overdag
een kunstambacht beoefenen en zich
des avonds in het vakteekenen en
boetseeren wenschen te bekwamen.
Den vorigen cursus werden bovenge
noemde lessen door bO vrouwelijke
en 120 mannelijke leerlingen bezocht
terwijl nog 20 vrouwelijke en 25
mannelijke leerlingen de teekenles-
sen tot het verkrijgen eener akte
teekenen lager onderwijs, volgen de
verschillende cursussen zijn inge
deeld in geheele daglessen, mid
daglessen en avondlessen. De heer
E. von Saher, directeur der school,
die van zijne reis naar de tentoon
stelling te Chicago is teruggekeerd,
zal gaarne aan belanghebbenden alle
mogelijke inlichtingen omtrent ge
noemde inrichting verstrekken en op
aanvrage leerplan en reglement der
school toezenden.
Haver f7.20, a 7.85, Chevaliergerst
f 4.35 a f 4.80, Wintergerst f3,75 a
4.60, Zomergerst f0.a f0.Dui
ven boonen f6.60, a f6.95, Paarden-
boonen f5.40, a f5.70, Bruine boo
nen f 0.a f 0.Groene erwten
f6.25, a f6.85, Grauwe erwten f0.
a f0.Capucijners f0.a f0.
Kanarizaad f 0.a f0.Karwei-
zaad f16.a f17.inclusief Kool
zaad f 0.a f 0.Blauw maanzaad
f0.a 0.Geel mosterdzaad
f 0.a f 0.Bruin mosterdzaad
f 0.a f 0.Lijnzaad f. 0,a. f 0.
De plechtigheid van het uit
reiken der vaandels.
Op de voordracht tot onderwijzer
3e klasse aan de 2e opleidingschool
zijn geplaatst de heeren C. P. Visser j
te Haarlemmermeer, J. Westenberg
te Beverwijk en J. van Veen te Hil
versum.
Onder de advertentiën in dit num
mer is opgenomen de winterdienst
van den omnibusdienst tusschenllaar-
lem en Bloemendaal. Zooals uit de
dvertentie blijkt neemt de nieuwe
regeling 1 October a. s. een aanvang.
Graan- en Zaadmarkt gehouden te
Hoofddorp Haarlemmermeer 21 Sep
tember 1893.
Roode wintertarwe f0.a 0,—
•Jarige tarwe f0,a f0.Witte
tarwe f5.25, a f 6.45, Zomer ristarwe
f4.75, a f 5.25, Rogge f4.65, a f4.95,
Donderslagen en stortbuien voor
spelden Woensdag avond weinig goeds
voor den dag van Donderdag en voor
al vreesde men, dat het paradeveld
doorweekt zou zijn van den regen,
die bij stroomen nederviel. Maar toch,
toen de morgen aanbrak, keerde alles
ten goede, en de vlaggen wapperden
lustig, beschenen door de ochtendzon
in de straten.
Reeds van den vroegen ochtend af
was het in 'sGravenhage levendig
Trommelslag en muziek van de uit
andere garnizoensplaatsen aanrukken
de troepen wisselden elkander af en
vervulde de lucht.
Dichte groepen officieren uit alle
steden des lands kwamen binnen,
allen in groot tenue. Maar aller aan
dacht trok zich samen, en alles stroom
de naar het Malieveld, dat, dankzij het
vriendelijke zonnetje, droog van bo
dem was.
Lang vóórdat de troepen achter
eenvolgens onder vroolijke muziek het
terrein binnenrukten, was het aan
alle zijden van de groene schouw
plaats zwart van de menschen. Alle
landen, die de weiden omringen, wa
ren met menschendrommen gevuld,
waarin de militaire macht en de po
litie de noodige openingen vrij hield
voor den doorgang der genoodigden.
De rijtuigen stonden 5 files breed
op de wegen, waar hun verkeer was
toegelaten en de politie moest, om
opstopping te voorkomen, nog vele
koetsen weren.
Middelerwijl marcheerden of galop
peerden de troepen binnen. Die welke
niet tot het garnizoen der residentie
behoorden de compagnieën der 8
infanterieregimenten en de pelotons
der cavalerie-korpsen trokken na
tuurlijk buitengewoon de aandacht.
De toeschouwers aan den zoom van
het Malieveld, die het geluk hadden
bij een interval te staan, hadden een
ruim uitzicht over de vlakte.
De genoodigden werden ook inmid
dels aangebracht. De civiele autori
teiten verschenen in ambtsgewaad en
werden door den secretaris-generaal
van het departement van oorlog aan
den ingang der tribune ontvangen.
Officieren geleidden de gasten naar
de voor hen bestemde plaatsen. Onder
het corps diplomatique zag men ver
scheidene leden in uitheemsche mili
taire uniform. Ook de pauselijke nun
tius en zijn secretaris woonden in
groot ornaat de plechtigheid bij. Ook
de staf van de dd. schutterij te 's Hage
verscheen au grand complet ter
plaatse.
Tegen 12 uur ontstond eenige be
weging in de dichte rijen der niet
bij de troepen ingedeelde officieren en
in de gelederen, toen de aankomst
van den algemeenen bevelhebber, ge
neraal Van Helden, werd aangekon
digd. Deze opperofficier schouwde het
terrein en gaf nog de laatste bevelen
voor de beweging der troepenmassa.
Voor het geleide der oudkrijgers of
vroegere strijders in Nederland ofln-
dië was eveneens behoorlijk zorg ge
dragen. Menigen oudstrijder zag men
met behulp van stok of krukken aan
den arm van een jongeren krijgsbroe-
der zijn plaats aan den voet der tri
bune, waar die mannen in corporatie
met hunne banieren stonden, de Ma
liebaan binnenstrompelen.
Een kranig figuur maakte de ge
neraal Van der Heijden, commandant
van Bronbeek, die zich te paard naar
zijn plaats begaf. De generaal Van
der Schrieck verkoos zijne plaats bij
de metalen kruisridders, zijne kame
raden in den tiendaagschen veldtocht,
zoodat hij zich niet bij zijne mede
afgevaardigden aansloot.
Uit den aard der zaak zag men in
het veld niets dan uniformdragenden,
met uitzondering slechts van de ver
slaggevers der dagbladen, aan wie,
op last van den minister van oorlog,
eene der beste plaatsen was aange
wezen, van waar zij alles konden
overzien.
Dames waren er slechts enkelen.
Photografen namen afbeeldingen
van het terrein en van verschillende
groepen.
Te kwart vóór eenen roffelden de
trommen, weerklonken hoornsignalen
en snelden de reeds aanwezige staven
naar den ingang van het Malieveld.
De troepen namen positie aan. Het
was de minister van oorlog die aan
kwam, gevolgd door zijn adjudant,
kapitein Sabron, alsmede luit.-kolonel
Snijders en kapitein De Meester. De
ze verschijning was merkwaardig door
hare zeldzaamheid, omdat het ver
antwoordelijk hoofd van het oorlogs
departement zelden of nooit eene pa
rade bijwoont. De beleefdheid van
minister Seyffardt om dadelijk zijne
opwachting te maken bij de genoo-
digde autoriteiten, en allen, op de
tribune geschaard,te komen begroeten,
werd hoog gewaardeerd.
De plechtige uitreiking der vaandels
geschiedde geheel overeenkomstig het
programma.
Te 1 uur verschenen Hare Maje
steiten, de jeugdige Koningin in het
wit gekleed en met eenen hoed met
witte veer, en de Regentes in het
zwart, in een rijtuig la Daumont
gereden, met Hdr. gevolg in drie rij
tuigen.
Na de uitreiking der vaandels en
standaarden door de Koningin Wil-
helmina, hield de Koningin-regentes
eene toespraak tot de kolonels der
regimenten.
Deze toespraak luidde:
„Officieren, Onder-officieren, Korpo
raals en Soldaten De plechtigheid
waarvoor wij hier te zamen kwamen,
geeft mij eene welkome aanleiding u
de verzekering te geven der oprechte
gehechtheid van de Koningin en van
mij aan het leger. God geve dat de
nieuwe vaandels en standaards zoo
even door de koningin uitgereikt
slechts in tijden van vreden voorspoed
mogen worden gedragen als bet zinne
beeld van datgene wat ons allen heilig
isde eer van het leger, dat is de
eer van het vaderland.
„Maar indien ooit, wat God ver
hoede, een zwaardere taak van u
worden gevraagd, dan, ik ben er van
overtuigd, zal geen offer u te groot
zijn voor de handhaving van ons on
afhankelijk volksbestaan. Niemand
onze zaj voorzeker dat plechtig oogen-
blik ooit vergeten toen Neêrland's
jonge Koningin, omringd door een
getrouw leger en ten aanschouwe van
een getrouw volk, de nieuwe vaan
dels en standaards uitreikte. Die
vaandels en standaards, gij zult ze
hoog houden onder alle omstandig
heden tot eer van ons volk, tot heil
onzer Koningin en van het ons allen
dierbaar vaderland."
Hierop gaf de minister van oor
log het navolgende antwoord
„Het is mij een onschatbaar voor
recht aan uwe Majesteiten, namens
het leger, eerbiedig en -oprecht dank
te mogen betuigen voor de groote
eer, zooeven aan de landmacht be
wezen.
„Het plechtig oogenbik van de uit
reiking der vaandels en standaards
door de hand van Neerlands bemin
de jeugdige Koningin, en van de hoog
gewaardeerde toespraak van onze
geliefde Koningin-regentes zal ons on
vergetelijk zijn.
„Wij zullen die vaandels en stan
daardsbewaren als een heilig onder
pand aan onze Koningin in tijden van
vrede en voorspoed, maar ook
mocht het noodig zijn in de ure
des gevaars. Dan zal de aanschouwing
van die vaandels en standaars ons
bezielen tot navolging van de groote
daden waarin de vorsten ons dierbaar
stamhuis van Oranje-Nassau sinds
eeuwen zijn voorgegaan.
„Rondom die vaandels geschaard,
zullen wij steeds onzen plicht doen
tot heil des volks, tot eer van Ko
ningin en vaderland.
„Wij allen hier tegenwoordig
bezegelen deze belofte met den uit
roep jCvc de Koning n Leve de Ko
ningin-Regentes Hoerah hoerah
hoerah
Deze juichtoon vond luiden weer
klank in en om het veld.
De geweren werden gepresenteerd
en de nieuwe vaandels wuifden de Ko
ninginnen toe.
Vervolgens werd luitenant Dreiber,
die zich zoo manhaftig gedroeg bij
de krijgsbedrijven te Garoet, aan de
Koninginnen voorgesteld.
Daarna defileerden de troepen voor
Hare Majesteiten, die, luide toege
juicht, te half drie liet terrein verlieten.
De vaandels en standaardvlaggen
zijn vervaardigd van echte, zware
oranjekleurige Lyonsche zijde. Die
voor het reg. grenadiers en jagers en
de 8 regimenten infanterie zijn een
vierkanten meter groot, de standaard
vlaggen voor de huzaren een halven
vierkanten meter.
De vaandels en standaardvlaggen
zijn aan de ééne zijde beschilderd met
het Nederl. wapen, aan de andere
zijde met de gekroonde W., waaron
der vermeld staat de naam van het
regiment.
Het geheel is aan beide zijden om
lijst met een krans van oranje en
eikenbladeren. Al de vaandels zijn
omzet met gouden franje. Aan den
stok, vergulde standaard met op
schrift: Voor Koningin en Vaderland
hangen gouden kwasten aan gouden
koorden.
Het vaandel van het regiment gre
nadiers en jagers is daarenboven aan
beide zijden nog afgezet met gouden
galon.
Te A i x-1 e s-B ains is overle
den op ruim zestigjarigen leeftijd C.
M. E. G. graaf van Bylandt, buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd mi
nister van Nederland bij de britsche
regeering.
17)
Naar het engelsch
van
FLORENCE WARDEN.
HOOFDSTUK VII.
Na aldus geslaagd te zijn in zijn voornemen, om tenminste
drie der dames voor zich in te nemen, nam BrUnson afscheid,
daar hij zijn rijtuig in de „Three Tuns" had achtergelaten.
En zeer tegen den wensch van Edward, die hem gaarne op
zijn terugreis had willen vergezellen, ging Branson alleen
naar huis.
Dienzelfden avond nog ondervroeg mevrouw Hoad-Blean
haar zoon, zeer tegen zijn wil naar de juiste verhouding,
waarin hij tot Branson stond.
„Ik wil weten Edward, wat gij dien man schuldig zijt."
Toornig wendde hij zich tot haar.
„Niets ik ben hem niets schuldighij zal mij geen cent
vragen, wanneer Jane met hem huwt, Gij weet dat hij op
haar verliefd is; zijne bewondering voor haar is hier in den
omtrek al geruimen tijd het onderwerp der gesprekken ge
weest, en door uwe ouderwetsche, onzinnige begrippen, bleef
het aan mij over om er voor te zorgen, dat hij met de familie
kennis maakte. Hoe kunt gij meenen van de meisjes af te
komen, als gij geen gebruik maakt van de gelegenheden, die
zich aanbieden?"
„Edward, bedenk dat gij tot uwe moeder spreekt. Gij weet
ongetwijfeld hoe de reputatie van dien man is? Bovendien
een woekeraar! En dan de vervolging waaraan Jane van zijn
kant blootstond hij korgt steeds in de kerk en gaat in
eene bank zitten, vanwaar hij haar voortdurend bewonderend
kan aanstaren, wat, zooals gij zelf zegt, in den omtrek het
onderwerp der gesprekken vormt."
„Wat voor kwaad steekt daar in, als hij met haar wil
trouwen?"
„Ik wil mijne dochter niet aan zulk een man geven."
„OnzinGij kunt niet alles krijgen; en Branson is een goede
vent. Wanneer hij eenmaal getrouwd is, zal hij zich wel kalm
houden. Wilt gij, dat alle meisjes ongehuwd blijven, dat gij
zoo beslist alle kansen afwijst, die zich voordoen?"
„Edward, ik verzoek u nogmaals vriendelijk te bedenken
met wie gij spreekt. Jane heeft een afschuw voor dien man."
„Uitstekend. Dan zal ik het land moeten verlaten, want
ik zal hem nooit kunnen terugbetalen, wat ik hem schuldig
ben. CoedennachtEn zonder verder een woord te spreken
verliet hij de kamer, zoodat zijne moeder dien dag verder
niets te weten kwam.
Zeer tegen haar zin begaven hare vier dochters zich den
volgenden dag allen op weg naar Birchington in gezelschap
van hun broeder. Op het tennisveld ontmoetten zij een paar
kennissen vervelende oude heeren en doove oude dames
voor het meerendeel, zoodat de meisjes zich al spoedig bij
den wedstrijd begonnen te vervelen, toen een fraaie phaeton
met een kap op het terrein verscheen, en Branson, zeer zorg
vuldig gekleed en gestreeld door den indruk, die zijne prach
tige kastanjebruintjes maakten, de teugels aan zijn palfrenier
toewierp en uit het rijtuig sprong, begeerig om hen te ver
welkomen.
Het was onmogelij k om niet meer vreugde dan verdriet te
gevoelen over zijne komst. Alleen Jane was het werkelijk
onaangenaam hem te zien, terwijl de drie anderen, die fluis
terend opmerkingen onder elkaar wisselden toen hij kwam
aanrijden, voorgaven te hopen, dat hij hen niet zou zien.
„Het doet mij inderdaad genoegen u hier te zien," zeide
hij op vroolijken toon, terwijl hij Pamela het eerst de hand
reikte. „Alleen in de hoop om u te zien, heb ik nog mijn
best gedaan om hier te kunnen verschijnen, en ik vreesde
reeds, dat het twijfelachtige weer van hedenmorgen u afge
schrikt zou hebben om hier te komen. Hoe gaat het miss
Blean?" vervolgde hij en reikte Jane de hand.
Jane, die zich achter de tweelingzusjes had verschanst,
boog echter alleen, en gaf h®m op zulk een koelen toon ant
woord, dat de jongste zusjes, die geheel door den vijand waren
overrompeld, werkelijk boos op haar waren. Zooals gewoon
lijk scheen Branson niet te beseffen, hoe koel zij hem behan
delde, en ging voort met hun te vragen, of zij het niet wat