De duistere zaal-De Jont
K o 1 o a i u,
Politiek 0 verziekt.
GEMENGD NIEUWS.
Donderdagavond, even
over zessen, wilde een jongen van
een jaar of 14 uit een telefoonpaal op
het Rokin te Amsterdam eenige vlie-
■gerpijlen losmaken. Hierbij had hij
'evenwel het ongeluk naar beneden
te tuimelen. De jongen viel op de
straatsteenen en rolde van den wal
in het Rokin. De arme knaap werd
bij een particulier binnengedragen-,
doch de ontboden arts gelastte over
brenging naar hetjgasthuis. Daar aan
gekomen, was de jongen echter reeds
overleden.
Men schrijft van Terschel
ling dd. 19 Sept.
In den voormiddag vftfi dezen dag
hielden de ranimonitors Guinea en
Schol-pioen over den Noordsvaarder
oefeningen met hun zwaar geschut.
Eerstgenoemde bodem lag zeer dicht
achter de haven. Alle gebouwen op
het westelijke dorp schudden van de
hevige schoten en in verscheiden wo
ningen werden glasruiten verbrijzeld,
Zelfs noemt men twee huizen, waar
van de voorgevel gescheurd is en een
regenbak, welke lek werd. Niettegen
staande de schietoefeningen op de ge
wone wijze officieel waren aangekon
digd, schrikten een paar vrouwen zoo
danig, dat geneeskundige hulpmoest
worden ontboden.
Woensdagnacht is te Ba-
rendrecht een bejaard man ongesteld
geworden onder verschijnselen die
doen vermoeden dat hij aan cholera
lijdende is. Hij woont aan den Koe-
dood, eene buitenwijk der gemeente,
langs de Oude Maas op de grens van
Room De man is overleden.
Te Geertruidenberg is een geval
van Aziatische cholera voorgekomen
bij eenen sehippersknecnt. Het schip
kwam uit België en is ontsmet..
Woensdagochtend heeft zich te
Gorinchem weder een verdacht ge
val voorgedaan bij den schipper
Koek, wiens vrouw een paar dagen
te voren aan Aziatische cholera was
overleden.
Het eerste geval van cholera
asiatica heeft zich te Dordrecht voor
gedaan. De lijder bevindt zich in het
gasthuis en is herstellende.
Een tweede geval van twijfelaeh-
tigen aard deed zich Woensdagavond
voor bij eene oude vrouw. Deze is
kort daarop overleden.
Te 's-Gravendeel heeft zich een
geval van cholera voorgedaan bij
eenen werkman van middelbaren leef
tijd. Het is het eerste geval in deze
gemeente.
Ook het tweede zoontje van J.
Bakker, wonende nabij Zwartsluis, is
overleden aan cholera asiatica; de
derde is nog zeer bedenkelijk. De
echtgenoote van F. Fransen aldaar is
aan de beterhand.
Sedert 13 dezer hebben zich te
Jutfaas geene gevallen van^ cholera
meer voorgedaan. Van de drie lijders
zijn twee overleden, terwijl één her
stellende is.
Woensdagnacht deed zich in de
Groote Lindt (gemeente Zwijndrecht)
weder een geval van cholera voor.
De aangetaste, die in hevige mate
lijdende was, in de 34-jarige vrouw-
van Cornelis van Breugel, en woont
naast Dingeman van Breugel, van
wien reeds drie kinderen aan die
ziekte overleden zijn. De andere lijder
is nog iu leven.
De tram die om 12.54 uit
Oosterbeek naar Arnhem vertrekt,
reed Donderdag op den hoek van den
Oosterbeekschen en den Schelmschen-
weg een kar met hit aan. Een op
den kar zittende man, een grijsaard
van 80 jaar, Te Winkel geheeten,
werd gedood, evenals het paard. De
andere voerman werd gewond naar
dr. Rensen te Arnhem vervoerd.
Tijdens de landbouwer B.
en diens vrouw, wonende aan den
's-Gravenpolderschen straatweg te
Middelburg, afwezig waren, heeft de
veertienjarige zoon des huizes die op
vogels schoot, bij ongeluk zich zelf
doodgeschoten.
Men schrijftuitVolendam:
De uitslag van de visscherij op de
Noordzee is in de laatste dagen zeer
onbevredigend, zoodat de vloot, voor
verreweg het grootste deel, weer naar
hier terugkeert. Wilde men nog iets
verdienen, dan moesten de botters
zóó ver uit den wal, dat het bedrijf
(in dezen tijd des jaars) gevaarlijk
moest geacht worden. De vaartuigen
zijn niet geschikt om bij ruw weer
in volle zee te zijn. Het jaar 1893 is
voor het dorp hoogst onvoordeelig.
De lSjarige L. J. te Baren-
dreeht kwam Donderdag van de jacht
en ontmoette zijnen broeder W., die
hem vroeg behulpzaam te zijn bij het
opbeuren van eenen zak aardappelen.
De jager gaf daarop zijn geweer aan
eenen jongen, die bij hem was, om
het even vast te houden, terwijl hij
zijnen broeder hielp. Het schot ging
op welke wijze weet men niet
af en trof den broeder van den jager,
een 26-jarig man, in het gezicht. De
man werd zóo zwaar gewond dat hij
aan de gevolgen is overleden.
Woensdag werd ineen der
achterbuurten te Venloo een tapperij
door eenige woestelingen als 't ware
bestormd, waarbij alle ruiten werden
verbrijzeld. Om zich te verdedigen
loste de eigenaar twee schoten uit
een revolver. Een der kogels trof een
steen, sprong terug en verwondde
hand en arm van den schutter. Dooi
de marechaussees is proces-verbaal
opgemaakt.
De verslaggever van het Hbld. te
Hilversum deelde Woensdag mede,
dat juffrouw Schmitz nog in 't laatst
van Augustus te Hilversum zou zijn
gezien met een te Amsterdam woon
achtig heer, die volgens de van hem
gegeven beschrijving De Jong niet
zijn. Naar hij vernam, zou de heer
"Van Brakel Schimmel aldaar dien
bewusten persoon toen met juffrouw
Schmitz gezien hebben. De heer Van
Brakel Schimmel, dien wij Donderdag
bezochten, meldt het Hbld. verder,
wist ons omtrent de zaak echter wei
nig mede te deelen.
Hij had in 't laatst van Juli, begin
Augustus te Hilversum vertoefd en
pension bij den tol aan den Bussum-
schen weg. Daar stond in de nabij
heid van het buiten des heeren Heij-
broek, grenzende aan een bloemisterij
daarbij, een kleine villa, die naar hij
meende door twee of drie dames was
bewoond, welke naar het hem voor
kwam „niet veel bizonders waren"
De heer Schimmel, die veel wandel
de, kwam nogal eens voorbij die wo
ning, waarbij het hem steeds opviel
dat zij altijd geheel gesloten was.
Een dier vrouwen schijnt volgens de
beschrijving Marie Sybilla Schmitz
te zijn geweest, en op een goeden
avond in het laatst van Juli of het
begin van Augustus heeft de heer
Schimmel haar met een heer zien
wandelen, dien hij niet van naam
kende, doch dikwerf te Amsterdam
had gezien en dien hij, kwam hij hem
tegen, hoogstwaarschijnlijk zou her
kennen. De vrouw met wie hij liep,
en die dan juffr. Schmitz zou geweest
zijn, meende hij vroeger wel in de
garderobe van het Paleis voor Volks
vlijt te hebben gezien, doch volgens
door ons ingewonnen informatiën is
daar nooit eene juffr. Schmitz ge
weest.
Terwijl de heer Schimmel nog te
Hilversum toefde, waren de dames
op een goeden ochtend opeens ver
dwenen, waarheen wist men niet. De
huisheer, de makelaar Mouw te Hil
versum, had daarvan echter geen na
deel, daar de huur vooruit betaald
werd. Vermoedelijk waren de meubels
het huis gehuurd van den ver
huurder van meubels, enz., den heer
Frank in de Heerenstraat te Hilver
sum.
Onder geleide van majoor Lamens
en een rijksveldwachter werd De Jong
Donderdagochtend in een afzonder
lijke coupé met den sneltrein van 7
50 m. uit Amsterdam geboeid naar
A-rnhem overgebracht.
Hij onderscheidde zich door wel
verzorgd uiterlijk en groote kalmte.
Bij zijne aankomst daar ter stede
praatte hij met zijne begeleiders en
stapte lachend in den gevangeniswa
gen. die hem, onder toezicht van drie
rijksveldwachters, naar de Beekstraat
bracht.
De hotelhouder Sluis, de machinist
van de Ooster stoomtram Parent^ de
stoker Viset, de conducteur Plantenga,
de hoteLhoudster Wentink, bij wie
De Jong na 7 Juli zijn intrek nam.
een kellner en de huishoudster van
het Hotel-Sluis waren gedagvaard, ten
einde in zijne tegenwoordigheid ge
hoord te worden door den officier
van justitie mr. Scheltema.
De zitting werd bijgewoond door
den rechter-commissaris mr. B. Si
mons en den officier van justitie uit
Amsterdam.
De machinist Parent, de stoker
Viset en de conducteur Plantenga
werden het eerst in De Jongs tegen
woordigheid gebracht. Zij meenden in
hem den heer te herkennen, die op
eenigen afstand stond te lachen toen
eene dame zich op 6 Juli op korten
afstand van de locomotief op het
spoor bevond tusschen Oosterbeek en
Heelsum; doch zij zijn niet zeker.
De hotelhouder Sluis werd niet ge
confronteerd, doch legde zijne reeds
vroeger meêgedeelde verklaringen af
betreffende De Jong's verblijf in zijn
hotel, het vergeten en nadragen van
het valiesje, enz.
De officier van justitie te Amster
dam heeft Donderdagavond eene
bekendmaking doen verspreiden met
zincographische afdrukken van de
portretten van Hendrik de Jong en
de beide vermiste vrouwen Sara Juett
en Marie Sybilla Schmitz.
Pleden zouden door bemiddeling
van het hoofdcommissariaat van
politie soortgelijke bekendmaking aan
de redactiën van provinciale bladen
worden verzonden. Bij elk der por
tretten is de beschrijving gevoegd
van de kleeding, waarin de drie per
sonen het laa.st gezien zijn. Het
portret van De Jong doet dezen zien
met hoogen hoed en eene sigaar in
den mond.
De Europeesche landbouw- en nij
verheidsondernemingen op Borneo in
het algemeen en ter residentie Oost-
Borneo in het bijzonder, schijnen
nog niet zoo vast en zeker te bloeien
als men wel had durven verwachten
bij den aanvang vooral, dat is bij het
rondzenden van het prospectus, waarop
de aandeelen plegen genomen te
worden.
Bewijs van die stelling wordt op
nieuw gegeven door de „Sunda-Ge-
sellschaft", welks administrateur spe
ciaal hier overkwam om, tengevolge
van een nieuwe oo0st-mislukking, te
telegrafeeren aan zijne principalen of
het maar niet beter was uit te
scheiden
Op deze vraag wordt antwoord ge
wacht. En dat antwoord kan haast
niet twijfelachtig zijn, want niemand
zal er pleizier in hebben om het
goede geld nog langer letterlijk in
de rivier te smijten of naar het kwade
te werpen.
Want de gronden deugen niet voor
de tabakscultuur.
In verband met de dreigende
geruchten omtrent de opheffing of
aanzienlijke inkrimping der genie,
moeten verscheiden officieren van dat
wapen verzoek gedaan hebben, om
in andere takken van staatsdienst
over te gaan.
RECHTSZAKEN.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Donderdag uitspraak doende in de
zaak van H. B., die door de recht
bank te Dordrecht tot zes maanden
gevangenisstraf is veroordeeld wegens
verduistering, gepleegd als voogd ten
opzichte van effecten die hij als zoo
danig onder zich had, heeft niet
bewezen geoordeeld dat beklaagde
eene geldsom verduisterde als voogd.
Beklaagde is veroordeeld wegens ver
duistering tot zes maanden.
15—18 Aug.
De De,li Ct. schrijft
In den nacht van 9 op 10 dezer
heeft op de Onderneming „Kwaia
Bingeij" een gruwelijke moord, ge
volgd door diefstal, plaats gehad.
Vijf Bengaleesche broodbakkers wer
den aldaar in hunne woning over
vallen en letterlijk getjintjangd.
Daar de bakkerij nog al ver afge
legen is van het hoofd-etablissement,
wist men eerst den volgenden morgen
wat er dien nacht gebeurd was.
Als buit hebben de dieven, alias
moordenaars, een kleine 200 aan con
tanten en een zak suiker medege
nomen.
Gistermorgen (10 dezer) vertrok de
adjudant-onderofficier Pierie met vier
oppassers derwaarts, ten einde de
zaak te onderzoeken, en is het hem
mogen gelukken drie Javanen en vier
Maleiers uit de kampong daar in de
buurt als vermoedelijke daders te
arresteeren.
Borneo. De Soer Ct. schrijft:
Het wisselen van vriendschappe-
lij ke telegrammen tusschen den duit-
schen keizer en Bismarck, den ex-kan
selier, wordt als een gewichtig feio
door alle duitsche bladen besproken.
Alle dagbladen, met uitzondering
van de sociaal-democratische Vorwarts
en de radicale Volks-Zeitungbegroe
ten met vreugde de toenadering van
den Keizer tot prins Bismarck. Vol
gens het Berl. Tageblatt zou de on
middellijke aanleiding tot het tele
gram des Keizers gelegen zijn in aan
drang van keizer Frans Joseph en
van den koning van Saksen, die bo
vendien beiden bijna dagelijks per
telegraaf te Kissingen naar den toe
stand van Bismarck lieten vragen. De
meeste bladen spreken er hunne ver
wondering over uit, dat de Keizer
zoo laat kennis gekregen heeft van
den toestand waarin Bismarck ver
keerde. Als gedeeltelijke verontschul
diging voeren zij de vele drukten en
verplichtingen aan, met delegeroefe-
ningen gepaard gaandemaar tevens
wordt aan de omgeving des Keizers
grof plichtverzuim ten faste gelegd.
Heden is het engelsche Lagerhuis
uiteengegaan tot 2 November a. s.
Sidney Buxton heeft Donderdag in
het Lagerhuis het volgende verklaard:
Het is bijna zeker, dat met alle
ernstige moeielijkheden in Mashona-
land de vrede zal gemoeid zijn in
Bechuana-land en dat zij zeer ge
wichtige gevolgen zullen hebben voor
geheel Zuid-Afrika. De regeering is
daarom verplicht, te waken dat de
oorlog tegen Lobengula niet overijld
begonnen worde. De onafhankelijke
Maatschappij heeft de aanvallen der
Matabelen weerstaan en is thans
krachtiger dan zes weken geleden,
zoowel om zich te verdedigen als om,
jzoo noodig, aanvallender wij ze te werk
te gaan.
Volgens telegrammen uit Monte
video luiden betreffende den opstand
in Brazilië de berichten gunstig voor
de revolutionaire partij.
Admiraal Mello wil, alvorens het
bombardement van Rio te hervatten,
de stad door uithongeren dwingen
zich over te geven. Hij belet de sche-
Een met levensmiddelen de haven
innen te loopen en maakt ze zelf
buit.
Doo.t de inneming van Nichteroy
is De Mello in het bezit gekomen
van eene groote hoeveelheid kolen,
levensmiddelen en munitie. De re-
geeringstroepen verloren 60 man aan
dooden en 120 aan gewonden.
De telegraphische gemeenschap met
alle streken van Brazilië is hersteld
politieke telegrammen echter worden
niet toegelatenhandelstelegrammen
in duidelijke taal vervat worden zon
der dralen overgeseind.
De provincie San Pa.ulo moet zich
voor den opstand verklaard hebben.
Alle teekenen zijn gunstig voor zijn
welslagen.
Het fort van Rio Grande is gereed
den aanval der opstandelingen te
weerstaanmen veronderstelt dat zij
de stad tegelijkertijd van zee-en land
zijde zullen aanvallen.
De federale troepen in Rio Grande
do Sul zijn den aanval begonnen op
San Eugenie, dat door 600 Castilhis-
ta's verdedigd wordt.
De vloot der opstandelingen telt
nu 6 oorlogsschepen, 8 torpedoboo
ten en een aantal kanonneerbooten,
allen ruimschoots van het noodige
voorzien.
De Britsche gezant zal protesteeren
tegen het verbreken van de telegra
phische gemeenschap door de regee-
ring.
Omtrent den opstand in Argentinië
wordt nader gemeld, dat de opstan
delingen Cabillo hebben aangevallen,
maar met groote verliezen zijn terug
geslagen.
De president der argentijnsche re
publiek en de ministers hebben
den "Woensdagnacht in he fc regeerings-
gebouw te Buenos Ayres doorgebracht.
Pellegrini is des morgens te 2 uur
met 15,000 man per spoor naar Tu-
cuman vertrokken, teneinde in die
provincie de rust te herstellen. De
opstandelingen bedreigen Santiago
del Estero.
De bladen,die te Buenos-Ayres
verschijnen, zijn aan een strenge cen
suur onderworpen. Te Ordoba is alles
rustig. De goeverneur heeft de natio
nale garde mobiel verklaard. De re
geering heeft de generaals Levelle en
Arredondo naar Mendoza en Cordova
gezonden.
Er worden zeer strenge voorzorgs
maatregelen genomen. Dertig voor
name radicalen en verscheidene offi
cieren zijn in hechtenis genomen en
aan boord van kanonneerbooten ge
bracht. De radicale leider Alem is niet
te vinden.
De troepen in de provincie Cor-
rientes zijn in opstand gekomenook
de kanonneerbooten Republicaen Ber-
meir die op de Parana zijn gestation-
neerd, hebben de partij der opstande
lingen gekozen.
De beide Franschen, Du
bois en Daguet, die onder verdenking
van spionnage te Kiel zijn aange
houden, zitten er nog altoos in hech
tenis. Het onderzoek wordt te Ber
lijn voortgezet, en wanneer dit uit
loopt op eene aanklacht, moet de
zaak bij het rijksgerechtshof te Leip
zig worden behandeld. De procureur-
generaal, die te Kiel is geweest om
bij de- politie nadere inlichtingen in
te winnen, heeft aan de daarbij be
trokken politiebeambten gezegd, dat
zij eventueel ook naar Leipzig zul-
al te eentonig vonden.
„Het is niet zeer amusant," zeide Myrtle; „voortdurend
is het hetzelfde."
„Maar men heeft ons uitgenoodigd om in de tent een kop
thee te komen drinken," zeide Olive.
„Gij zult toch niet zoo onverstandig zijn om daarop te
wachten? Weet gij wel wat gij dan krijgt tenminste als
gij gelukkig zijt? Een kop koude thee en een vervelende
toespraak. En als gij niet gelukkig zijt alleen de toespraak
zonder een kop koude thee. Neen. ga maar met mij mee,
dan zal ik u naar eene plaats brengen, waar men beter voor
u zal zorgen."
De twee niets kwaads vermoedende meisjes waren maar al
te zeer hiertoe bereid, maar de beide oudste meisjes talmden.
Zij wilden aan den man, die zich zoo onaangenaam aan hen had
opgedrongen, geen verplichtingen hebben. De twee jongere
meisjes lieten zich natuurlijk door den ervaren man van de
wereld beetnemen; hij nam Olive en Myrtle ieder bij een
arm, en alvorens iemand tusschenbeide kon komen, verliet
hij met hen in snellen pas het terrein, waardoor hij de ouder
meisjes dwong, hen met Edward te volgen.
„Waar brengt hij ons heen?" vroeg Jane plotseling, toen
zij na eenige minuten in de richting van het zeestrand te
hebben geloopen, Branson voor eene schoone villa zagen stil
staan, waarvan het front op de zee uitzag, terwijl de verandah
onder bloemen en planten was bedolven.
„Ik weet het waarlijk niet," zeide Edward norsch. „Ga
maar mee!"
Er was niets aan te doen. Die onvoorzichtige tw eelingzusjes
waren reeds aan den anderen kant der verandah verdwenen.
„Wie woont hier?" vroeg Jane op scherpen toon, toen zij
tot de voordeur waren genaderd, welke open stond, zoodat
men het gezicht had op een vestibule, versierd met oostersche
draperieën en gemakkelijke stoelen.
Edward was evenwel van zijn zusters weggevlucht en de
anderen naar de verandah gevolgd.
Pamela en Jane zagen elkander aan.
„Wij moeten er nu ook heengaan," zeide Pamela, „alleen
maar om Olive en Myrtle te halen. Houd u als het eenigs-
zins kan maar kalm Jane. Wij moeten er ons zoo goed mo
gelijk maar in schikken." Zij begrepen nu, dat zij in een hin
derlaag waren gelokt.
De arme Jane had uit ergernis wel kunnen schreien. Ter
wijl zij zich naar den anderen kant van het huis begaven,
liet zij Pamela voorgaan. Toen zij daar aangekomen waren,
zagen zij een schouwspel, dat in andere omstandigheden hen
van bewondering zou hebben vervuld. De breede verandah
was als het ware een groot bloemstuk, in het midden waar
van twee kleine tafeltjes stonden, met hagelwitte lakens be
dekt, waarop schotels verleidelijke frissche aardbeziën stonden
Een half dozijn lage, gemakkelijke stoelen, waarvan er twee
reeds door de opgewonden, gelukkige tweelingen waren in
genomen, stonden half verborgen achter palmen hydrangius,
groote varens en slanke, witte lelieën, terwijl tusschen de
pilaren van het dak manden vol geraniums en andere bloe
men hingen.
„Ziehier een zetel voor u, miss Hoad-Blean de eere"
plaats," zeide Branson, en noodigde Jane met de manieren
van een gastheer uit plaats te nemen in een armstoel, be
kleed met prachtige brocade.
Na een lichte buiging met het hoofd te hebben gemaakt,
ging het meisje zitten zonder een woord te hebben gesproken.
Haar stilzwijgen had echter onopgemerkt kunnen blijven te
midden van het gebabbel der jongste zusjes, -waarin Pamela
ook weldra aandeel nam.
Zoodra allen waren gezeten, tikte Branson op een zilveren
bel, die op een der tafels stond en twee nette dienstboden
kwamen uit de villa, met borden, gevuld met boterhammen,
sandwiches, fijne theekopjes en een glinsterend, zilveren
theeservies in haar hand.
„Miss Hoad-Blean," zeide de gastheer, en wendde zich tot
Jane, „mogen wij u lastig vallen met het verzoek thee te
willen schenken?"
Zij trachtte te zeggen „Met genoegen," maar hoewel zij de
woorden met hare lippen vormde, kwam er geen geluid over.
Zij werd zoo bang voor dien man, dat wanneer zij de klank
zijner stem hoorde, als hij haar aansprak, er eene rilling door
hare leden ging. Hij was zonder genade.
„Ik weet, dat ik daarbij op uwe goedheid speculeer," zeide hij
buitengewoon vriendelijk, „maar ik ben een van die lastige
menschen, die nooit voldaan zijn. Zoodra ik een gunst heb ge
noten, denk ik alweer aan een andere. Geeft gij mij een
vinger, dan neem ik de geheele hand!"
Wordt vervolgd.)