1>ERI)E BLAD De papieren van wouw Jeannette. Gemengd Nieuws. BEHOOBENDB BIJ HAARLEM'S DAGBLAD. YA.N Maandag 9 Oct. 1893. Naar het Fransch van ERCKMANN CHATRIAN. In mijn jeugd ging ik eiken dag naar het einde van het dorp om Jan Pieter Loustel, den draaier te zien werken. Het was een oud, half kaal man, met de voeten in groote ge scheurde laarzen, en een pruik op met rattestaart, die op zijn rug hing te bengelen. Hij vertelde gaarne van zijne veldtochten langs den Rijn, de Loire en in de Vendée. Dan zag hij u aan en lachte stilletjes. Zijn vrouwtje, Jeannette, spinde achter hem in de schaduw j zij had groote, zwarte oogen, en zulke witte haren, dat men ze voor linnen zou hebben gehouden. Nog zie ik haar: zij luisterde en hield altijd op met spinnen, wanneer Jan Pieter van Nantes sprak; daar waren zij in '98 gehuwd. Deze dingen zie ik, alsof het gisteren gebeurd ware, de twee venstertjes, door kamperfoelie om ringd, de drie bloempotten op een plankje boven de vermolmde, oude deur, de bijen die in een zonnestraal boven het dak van de hut dansten. Des avonds kwamen er wel ook anderen: de houtkooper met zijne zwaren, rooden knevel en zijn stok on der den arm de boschwachter Be- nasis, met zijn tasch op zijde en de kleine pet met den jachthoorn op een oor; mijnheer Nadasi, de deur waarder, die vroolijk voortwandelen- de met de gebrilde neus in de lucht, en de handen in de achterzakken, scheen te willen zeggen„Ik ben meneer Nadasi, de deurwaarder." Vervolgens mijn oom Eustache, dien men brigadier noemde, omdat hij in den Chamboran had gediend en nog vele anderen, zonder te spre ken van de vrouw van het snijdertje, Rigodin, die na 9 uur haar man kwam halen, om zich te laten uit- noodigen, een glaasje mede te drin ken, want, behalve zijn handwerk van draaier, hield Coustel een herberg, en des winters, wanneer het regende of de sneeuw voeten hoog lag, kwam men gaarne in de hut zitten, en luis terde naar het loeien vun den wind. en het snorren van Jeannette's spinne wiel. Ik, die toen een klein kind was, kwam niet uit mijn hoekje, totdat oom Eustache de asch uit zijn pijp schudde, en tot mij zeide: „Kom Frans, naar huis. Goeden avond sa men." Hij stond op en wij gingen te zamen heen, nu eens door slijk dan door sneeuw. Grootvader wachtte dan op onze komst. Die ver verwijderde dingen staan mij nog helder voor den geest. Wat ik mij vooral herinner, is de geschie denis der landerijen van de oude Jeannette, van de landerijen die zij aan de kust der Vendee had gehad, en die Coustel rijk zouden hebben gemaakt als hij ze eerder had opge- eischt. Het schijnt dat men in 1793 te Nan tes Yele menschen verdronk, en vooral de voormalige edellieden. Men bracht ze, aan elkaar gebonden, op schuiten, en stuurde die daarna op de Loire, waar men de schuiten liet zinken. Het was in den tijd van het schrik bewind, en de vendeesche boeren schoten ook al de republikeinsche sol daten, die zij krijgen konden, dood van beide zijden werd er woedend ge vochten medelijden kende men niet. Maar als een republikeinsch soldaat een dier adellijke meisjes, die ver dronken moest worden, ten huwelijk vroeg en de ongelukkige toestemde, hem te volgen, liet men haar dade lijk los. Zoo was Jeannette CousteF vrouw geworden. Zij stond op een dier schuiten op den leeftijd van 16 jaar, een leeftijd waarop men zeer be vreesd is voor den dood. Zij keek ang stig rond, of niemand medelijden met haar zou hebbentoen zag Jan Pieter Coustel, die daar met het geweer op schouder voorbijging, dit jonge meisje en riep: „Halt! een oogenblik. Bur geres, wilt ge me hebben? Ik zal redden." En Jeannette was bewuste loos hem in de armen gevallen; hij had haar medegenomen, en zij waren naar het stadhuis gegaan. De oude Jeannette sprak nooit over die oude geschiedenis. In haar jeugd was zij zeer gelukkig geweestzij had knechts, meiden, paarden en rijtuigen gehad en was toen eene soldaten vrouw geworden, de vrouw van een armen republikein; zij had zijn eten gekookt en zijne kleeren verstelddie gedachten over kasteelen, wandelpar ken, den eerbied der vendeesche boe ren, dat alles was voorbij. Zoo gaan de dingen op deze aarde voorbij. En zelfs spotte die schelm van een deurwaarder, Nadasi, soms met haar, door haar toe te roepen j>Edele dame, geef eens een kan een glaasje!" Hij vroeg ook, of zij misschien bericht had van hare do meinen; dan kneep zij de lippen op elkander en keek hem aan; hare bleeke wangen kleurden een weinig, men meende, dat zij hem zou ant woorden, maar daarna boog zij het hoofd en spon stil voort. Als Nadasi geene verteringen had gemaakt in de herberg, zou Coustel hem zeker de deur uit gegooid hebben; maar de armen moeten over veel ellende heen stappen, en dat weten die schelmen ook wel. Zij spotten nooit met degenen, die hen daarvoor konden afranselen, zooals mijn oom Eustache bepaald zou gedaan hebben; daartoe zijn ze te voorzichtig. Hoe ongelukkig dat men dergelijke wezens moet verdra gen Maar ieder kent lieden van die soort; dus vervolg ik mijne ge schiedenis. Op een avond, toen wij de herberg zaten, tegen het einde van den herfst van 1830, en toen het stortregende, kwam de wachter Be- nassis binnen en riep„Wat een hon denweer Als dat zoo voortgaat zullen de drie vijvers overstroomenHij sloeg zijn pet af, en trok zijnjachtkiel over zijn hoofd uit, om dien achter de kachel te laten drogen. Eindelijk ging hij aan het einde der bank zitten en zeide tot Nadan„Kom, schik wat luiaardik wil tegenover den brigadier zitten*" Nadasi schoof op. Benassis scheen, in weerwil van den regen, tevredenhij zeide dat vandaag eene groote troep wilde ganzen uit het Noorden was gekomen, dat zij een groot geschreeuw aanhieven, en neergestreken waren op de vijvers der drie houtzagerijen, dat hij ze van erre had gezien, en dat de moeras- jacht zou beginnen. Benassis lachte wreef zich in de handen, terwijl zijn glas brandewijn leeg dronk. Ieder luisterde naar hem. Oom Eus tache zeide, dat hij in een luchtbal lon ook gaarne op die wijze zou ja maar dat hij liever niet met groote laarzen door den modder zou loopen, met gevaar tot over de ooren er in te zakken. Toen zeide elk zijne meening en de oude Jeannette mom pelde peinzend: „Ik had ook moe rassen en vijvers„Aha 1" riep Na dasi spottend, „luister toch, mevrouw Jeannette bezat moerassen „Zonder twijfel!" zeide zij, „ikhad zei" „Waar dan edele dame „In de Vedee, dicht bij zee." En daar Nadasi de schouders om haalde met een gezicht, alsof hij dacht„die oude is gek," ging vrouw Jeannette den kleinen trap achter in de hut op, en kwam toen weer be neden met een mandje vol oude lor ren, draden, naalden, klossen en gele perkamenten, die zij op tafel legde. „Dit zijn onze papieren," zeide zij „daarin zijn beschreven de vijvers, moerassen en het kasteel met de rest. Onder Lodewijk XVIII hebben wij opgeëischt; maar de bezitters hebben ze ons niet willen teruggeven, daar ik de familie had onteerd door een repu blikein te huwen. Wij zouden hebben moeten procedeeren en hadden geen geld om de advocaten te betalen, dat niet waar Coustel?" „Ja," zeide de draaier, zonder op houden. Onder al de aanwezigen bekom merde zich niemand om die dingen, evenmin als om de pakjes assignatiën. uit den tijd van de eerste republiek, die soms nog in oude kasten zwerven. Nadasi, nog altijd spottend, opende een der perkamenten, hief den neus op en wilde het lezen, om ten koste van Jeannette te kunnen lachen, toen eensklaps zijn gelaat ernstig werd; hij veegde zijn bril af, keerde zich naar het arme oudje, dat weer was gaan spinnen en zeide„Zijn dat uwe papieren, vrouw Jeannette?" „Ja meneer." „Mag ik ze eens inzien." „Mijn God, doe er mee wat wilt," zeide zij, „wij hebben ze niet meer noodig, en bovendien kunnen Coustel en ik niet lezen." Toen vouwde Nadasi, die zeer bleek was geworden, het perkament op, sak het met verscheidene andere in zijn jaszak en zeide„Ik zal er eens naar kijken. Het slaat 9 uur, goeden avond?" Hij ging heen en weldra volgden hem de anderen. Maar acht dagen later was Nadasi op weg naar de Vendee; Coustel en vrouw Jeannette hadden hem' volmacht gegeven, om al hunne zaken te regelen, goederen te verkoopen, enz. Hij nam de kosten op zich. Sinds dien tijd verspreidde het gerucht zich in het dorp, dat vrouw Jeannette van edelen bloede was, dat zij een kasteel in de Vendee bezat en dat Coustel veel geld zou ont vangen maar toen schreef Nadasi, dat hij 6 weken te laat was gekomen, dat vrouw Jeannette haar eigen broeder hem papieren had getoond, die zonne klaar bewezen, dat hij sedert 30 jaar de opbrengst der landerijen genoot, en wanneer men 30 jaar van eens anders goederen geniet, heeft men er recht op, zoodat Coustel en zijne echtgenoote, daar hunne bloedverwan ten zichhunne goederen hadden toege ëigend, niets meer te vorderen hadden. niet meer gegraven, èn wegens gebrek schikken er Toen die arme lieden hoorden dat aan geld èn omdat men niet gelooft, hare scharen, niets kregen, zij, die zich rijk ge-1 dat de resultaten van een verder on- aand hadden en door het geheele I derzoek tegen de kosten daarvan zul- dorp gefeliciteerd en gevleid waren, len opwegen. zooals de gewoonte was, gevoelden „T a s c i" is een nieuw woord nog meer hunne armoede en I dat in de Italiaansche bladen de weinig tijd daarna stierven beiden na ronde doet ter aanduiding van de ge- elkander. Iheime socialistische genootschappen Nadasi liet zijn deurwaarders ambt I die sedert 3 maanden op Sicilië be- verkoopen, en kwam nooit meer in I staan en reeds meer dan 3000 leden het land terug; hij had ongetwijfeldItellen, allen behoorende tot de hef- iets gevonden, dat hem beter aanstond I tigste en meest onverzoenlijke socia- dan het aanmanen. Vele jaren ver-1 listen. Zij zijn verdeeld in afdeelin liepen; Louis-Philippe was heengegaan I gen, elke afdeeling staat onder een en vervolgens kwam de republiek de I leider en elk van die leiders gehoor- echtgenooten Coustel rustten op den I zaamt aan een onbekend hoofd, heuvel en hunne gebeenten was reeds I De „Tasci" trachten ook voor Si zeker tot stof vergaan. Ik had grootva-1 cilië afscheiding te verkrijgen van der iin het posthuis vervangen en oom Italië. Eustache had, zooals hij zelf zeide, I Aan den voetvan den Ro- ook zijn paspoort genomen, toen op senlaui-gletscher zijn de overblijfse- een morgen, gedurende het badsei-hen van een lijk gevonden. Daar in zoen van Baden en Homburg mij j de laatste jaren niemand dit deel der iets bizonders overkwam dat mij nog Alpen bestegen heeft, gelooft men te stof tot denken geeft. Verscheidene I doen te hebben met de overblijfselen postkoetsen waren des morgens voor-1 Van een lid der in 1880 verongelukte waren des morgens voorbijgegaan, I expeditie van dr. Halier, die met de toen tegen elf uur een voorrijder mij I twee gidsen spoorloos verdwenen was. kwam berichten, dat de heer baron 1 Het bericht uit San Fran- ran Roselières, zijn meester naderde. 1 cisco dat de walvischvaarder Newport Ik was aan tafel en stond dadelijk I gebruik makende van een goed ijsjaar op om voor het verwisselen te zorgen. I tot op 360 Engelsche mijlen van den Toen de berline aangespannen werd, Noordpool gestoomd is, kan waar zijn, kwam er een oud, dor gerimpeld I maar waarschijnlijk is het niet. De hoofd uit te voorschijn, met ingeval- naam van den kapitein wordt niet len wangen en een gouden brilhet I genoemd, maar wel dat toen hij op was Nadasi's gelaat maar oud, ver-1 zes graden van den Pool door het vallen en vermoeid. Achter hem zat een I pakijs werd tegengehouden hij „ge- ,-i- makkelijk" den Pool had kunnen bereiken indien hij sleden en honden aan boord had gehad. Hoe men „gemakkelijk" over het ebroken heuvelachtig ijs 360 mijl Op de zoldering van een der kamers Sans-Souci, het bekende paleis van Frederik den Grooten, is een spin met haar web geschilderd. De oor sprong van deze vreemde versiering wordt als volgt opgegeven: Dit vertrek was de ontbijtkamer an den grooten koning en grensde aan zijn slaapkamer. lederen morgen, wanneer zijne majesteit binnenkwam, was hij gewoon een kop chocolade te inden, maar eens, teen hij op het punt stond te drinken, bedacht hij, dat hij iets vergeten had en hij keerde naar zijn slaapkamer terug. Toen hij weer in zijn ontbijtkamer kwam, ontdekte zijn majesteit, dat- een groote spin middelerwijl van de zoldering in den kop gevallen was; hij gaf natuurlijk bevel, dat een andere kop zou klaargemaakt worden. Een oogenblik daarna werd de ko ning verschrikt- door den knal van een pistool. Zoodra de kok het bevel gekregen had, schoot hij zich voor het hoofd. Niet, omdat de koning de chocolade geweigerd had, deed hij dit, maar omdat hij den kop vergiftigd had en zich nu ontdekt waande. Ter herinnering aan deze ontko ming, beval de vorst, dat de spin met haar webbe op de zoldering zou geschilderd worden. jong meisje en ik was zeer verrast. „Hoe heet dit dorp vroeg mij de grijsaard, in zijn handen wrijvende. „Laneuville mijnheer." Hij herkende mij niet en ging weer zitten. Toen zag ik eene oude dame I heen en 360 mijl terugtrekken kan, achter in de berline. De paarden wa-1 is zoo ondenkbaar, dat dit reeds het ren aangespannen en zij vertrokken, bericht onwaarschijnlijk maakt. De Hoe verbaasd was ik en hoeveel ge-1 vraag of de breedte wel goed berekend dachten vlogen mij door het hoofd. I werd, oppert zich dan. De walvisch- Nadasi, baron van Roselière. God ver-1 vaarders gaan niet dikwijls ver van geve mij als ik mij vergis, maar nulde kust af en is de sextant wel een nog kan ik niet de gedachte van mij I nauwkeurig instrument geweest, dat weren, dat hij de papieren van de arme door een andere sextant in kundige Jeannette verkocht, en daarop zich in I handen gecontroleerd werd? een nieuwe huid heeft gestoken door, 1 Tot nu toe is een schip niet verder zooals zoovele schelmen doen, een j doorgedrongen dan tot de breedte van adellijken naam aan te nemen om|81 graden, 12 minuten, 42 seconden, de nieuwsgierigen van het spoor tel Over het ijs met sleden trekkende brengen. Wie kon het hem beletten J bereikte de tegenwoordige admiraal Had hij niet al de titels, al de per kamenten, al de volmachten? En| heeft hij nu geen 30 jaar van de goe deren genoten? Markham 83 gr. 20 min. 26 sec. en Lockwood - de luitenant van Greely 83 gr. 24 min. Groot is de sprong van 81 graden tot 86 graden! Het verbruik van sinaas- appelen is in den laats ten tijd sterk toegenomen in Engeland. Een koop-I Bij de jongste kermis hebben de man die zich 30 jaren lang met niets I bezoekers in Casino en Liedertafel anders dan den handel in sinaasap-1 den Slangendans kunnen zien, die pelen had beziggehouden, vertelde I goed uitgevoerd en goed belicht een mij dat de invoer van Spaansche si-1 schilderachtig effect maakt. Deze dans naasappelen uit Valencia en Denial nu is bij toeval uitgevonden, in Londen 18911892 822,135 kisten I Miss Loie Fuller, een danseres te bedroeg tegen 531,825 in het vorige I Londen, ontving van een vriendin uit jaar en 629,236 kisten van 18891890.1 Britsch-Indië een Nautch-meisjes-co- En in Liverpool wordt een bijnalstuum. Zij wist niet wat er mee te evengroote hoeveelheid ingevoerd doen, doch uit nieuwsgierigheid trok Vooral pelen de invoer van Valencia-ap-| veel vermeerderd zij het aan. Het was haar veel lang. Zij vatte het einde van van door middel 25 jaren, terwijl van de Azoren weinig lange witte kleed tusschen de toppen of geen appelen meer ter markt ge-1 der vingeren en maakte zoo voor een bracht worden. Sinaasappelen uit I grooten spiegel verschillende posen. Palermo en Messina komen nog in I Terwijl zij daarmee bezig was kwam groote hoeveelheden voorzij worden 1 de avond-zon door de wolken, meest aan stalletjes in de City en de I mooi ondergaande zon, die een roo- voorsteden verkocht. Uit de Levant I den gloed kan werpen en alles in worden ze slechts tot een onbeteeke-l brand zetten. Het effect was, wan nend bedrag ingevoerd. Ineer zij met de armen wuifde, ver- Verleden jaar kwamen hier de eerste blindend. Zij sprong op van vreugde appelen uit Florida, het overschot I Zij had een nieuwen dans uitgevon- van den oogst nadat aan de vraag in I den. de Vereenigde Staten voldaan was, I waar zij de Spaansche appelen ver-1 Professor Waldon heeft onlangs in drongen hebben. leene verhandeling over krabben en In tegenstelling met een 25 jaren hunne gewoonten verklaard, dat eeni- geleden, toen alleen van November I ge soorten zich zorgvuldig kleeden tot April ingevoerd werd, komen nul door stukjes zeegras op te zamelen, het geheele jaar sinaasappelen. Zijn del de einde daarvan te kauwen en ze op Spaansche appelen gedaan midden I de schaal te plakken, zoodat zij er in den zomer dan worden de Bra-1 uitzien als een steen, met zeegras ziliaansche te Liverpool aangevoerd overdekt. Urenlang brengen zij met en van daar over het geheele land I de meeste volharding door, om die verspreid. stukjes te doen kleven, door hetzelf- De vooruitzichten voor dien tak de stukje telkens weer te probeeren, van den handel staan uitstekend. I totdat zij slagen. Zij hebben een fijn Eerst was er een run voor sinaasappelen I gevoel van symmetrie en leggen altijd toen bekend werden, dat hun sap leen rood stukje op den eenen poot, vergif was voor den jongen influenza- om geëvenredigd te zijn met het kiem en nu melden de bladen, dat stukje op den anderen, en een groen door het gebruik van sinaasappelen stukje tegenover een ander groen de cholera-bacil gedood wordt; de stukje, ofschoon het bezwaarlijk te verwachtingen der handelaars zijn dus 1 zeggen is, hoe zij in de donkeren hoog gespannen. I poelen, waarin zij leven rood van Uit Athene wordt aan het groen kunnen onderscheiden. Journal des Dcbats geschreven, dat het I Als hun toilet eenmaal voltooid sensatie-bericht over de Attische stad, is, wordt het hoe ouder hoe beter, die bij Thanikos ontdekt zou zijn, de omdat het zeegras werkelijk op hen wereld ingezonden is door een ver- groeit. Eene andere soort, met dezelfde slaggever, die gebrek aan stof had gewoonten en een bepaalden smaak en toevallig vernam, dat een profes- voor opschik, werd in een vergadering sor in de oudheidkunde aan dehoo- van een zoölogisch genootschap ook geschool te Odessa in gezelschap van beschreven, als zich te kleeden met twee andere geleerden een bezoek helderkleurig zeegras, spons en der- bracht aan de rivieren van Mexgala gelijke. Penka bij Laurium, volgens een Rus- Als men de krab van hare kleeding sisch geleerde Locper de overblijfse- berooft, gaat zij zich dadelijk weder len van een oud dorp Potamion ge- met zorg en overleg kleeden, wat niet heeten. '~TÏ Sinds Dr. Trask, de beroemde ij veraar tegen het gebruik van tabak, voerde het woord in een druk bezochte bijeen komst op een zeker dorp. O. a. zeide hij daar, dat geen man, die gewoon was te rooken en whiskey te drin ken, kon verwachten, dat hij lan ger dan vijf of zes jaar, nadat hij daarmee begonnenwas, zou leven. En zoo ernstig en stellig was hij in zijn toespraak en zoo oplettend was zijn gehoor, dat hij bij het einde degenen, die nog een vraag te doen hadden, daartoe uitnoodigde. Nadat een korten tijd een doodsche stilte geheerscht had, stond een man op en zeide: Ik ben het met u eens maar ik wou u toch nog eens een vraag doen. Een van mijn buren iseenoua man, zoowat 75 jaar en hij rookte en dronk whiskey, zooveel als hij krijgen kon van zijn 35e jaar af. Hoe brengt gij dat overeen, met hetgeen gij gezegd hebt? Dr. Trask was wat van zijn stuk gebracht, en om tijd te winnen, vroeg hijHoe oud zegt ge, dat die man wasZoo wat 75. En hij rookte en dronk whiskey van zijn 35e? Ja geregeld en tamelijk veel. Zoo, wat voor een man is hij Stelt hij belang in zijn zaken en in hetgeen er in de wereld gebeurt? Neen, ik geloof niet veel. Schijnt hij van iemand veel te houden Neen. Schijnt hij iemand bizonder te haten? Neen, dat geloof ik niet; hij is eerder zou ik meenen onverschillig voor alles. Nu, zeide Dr. Trask, die intusschen er over had gedacht hoe zich er uit te helpen, nu, uw oude man is blijkbaar al 40 jaar dood; ge hebt alleen vergeten hem te begraven. Van de ex-Keizerin Eugenie wordt het volgende verhaald: Op haar villa „Eugenie" te Biar ritz, doorleefde de Keizerin eens ge lukkige uren. Op zekeren dag, toen Hare Majes teit en Haar gevolg den namiddag op het strand doorbrachten en zich vermaakten met de wonderlijke fi guren der voorbijgangers, traden drie dames op de hooge vrouw toe en vroegen den kamerheer aan de Kei zerin te worden voorgesteld. Haar namen luidenMevrouw en de freules von Bismarck. Dadelijk in den keizerlijken kring toegelaten, meenden ze te bemerken dat de aanwezige dames haar in stilte bespotten over haar toilet. De drie dames toch, eerst den vorigen dag uit Berlijn aangekomen, droegen zwarte stroohoeden japonnen van een slechten smaak.zoodat de dames Porsigny, de Poutales de Monchy en andere niet konden nalaten te lachen. Men gilde het haast uit, toen die dames de schoenen van mevrouwT von Bismarck zagen schoenen met dubbele zolen! en de keizerin kon niet weerhouden uit te roepen„He mel, wat 'n voeten!" iets waarin ze ten eenenmale tact miste, want de familie van den grooten kanselier trok zich spoedig terug, terecht on aangenaam getroffen door die ont vangst. Mevrouw von Bismarck verhaalde het avontuur aan haar gemaal, die zich in 1870 de beleediging herin nerde zijne vrouw door het Keizerlijke Hof aangedaan en zich na Sedan ge wroken verklaarde. alleen blijkt uit de keus van del niet 3 jaren wordt in die streek Ikleedingartikelen, maar ook in heti Jack (een ondeugende jongen, die alle dagen straf krijgt). „Zeg eens Louis! ik zou zoo| graag eens de schuld krijgen van iets dat ik heusch had

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 9