1>ERI)E BLAD
De papieren van wouw Jeannette.
Gemengd Nieuws.
BEHOOBENDB BIJ
HAARLEM'S DAGBLAD.
YA.N
Maandag 9 Oct. 1893.
Naar het Fransch van
ERCKMANN CHATRIAN.
In mijn jeugd ging ik eiken dag
naar het einde van het dorp om Jan
Pieter Loustel, den draaier te zien
werken. Het was een oud, half kaal
man, met de voeten in groote ge
scheurde laarzen, en een pruik op
met rattestaart, die op zijn rug hing
te bengelen. Hij vertelde gaarne van
zijne veldtochten langs den Rijn, de
Loire en in de Vendée. Dan zag hij
u aan en lachte stilletjes. Zijn vrouwtje,
Jeannette, spinde achter hem in de
schaduw j zij had groote, zwarte oogen,
en zulke witte haren, dat men ze voor
linnen zou hebben gehouden. Nog zie
ik haar: zij luisterde en hield altijd
op met spinnen, wanneer Jan Pieter
van Nantes sprak; daar waren zij in
'98 gehuwd. Deze dingen zie ik, alsof
het gisteren gebeurd ware, de twee
venstertjes, door kamperfoelie om
ringd, de drie bloempotten op een
plankje boven de vermolmde, oude
deur, de bijen die in een zonnestraal
boven het dak van de hut dansten.
Des avonds kwamen er wel ook
anderen: de houtkooper met zijne
zwaren, rooden knevel en zijn stok on
der den arm de boschwachter Be-
nasis, met zijn tasch op zijde en de
kleine pet met den jachthoorn op
een oor; mijnheer Nadasi, de deur
waarder, die vroolijk voortwandelen-
de met de gebrilde neus in de lucht,
en de handen in de achterzakken,
scheen te willen zeggen„Ik ben
meneer Nadasi, de deurwaarder."
Vervolgens mijn oom Eustache,
dien men brigadier noemde, omdat
hij in den Chamboran had gediend
en nog vele anderen, zonder te spre
ken van de vrouw van het snijdertje,
Rigodin, die na 9 uur haar man
kwam halen, om zich te laten uit-
noodigen, een glaasje mede te drin
ken, want, behalve zijn handwerk
van draaier, hield Coustel een herberg,
en des winters, wanneer het regende
of de sneeuw voeten hoog lag, kwam
men gaarne in de hut zitten, en luis
terde naar het loeien vun den wind.
en het snorren van Jeannette's spinne
wiel. Ik, die toen een klein kind was,
kwam niet uit mijn hoekje, totdat
oom Eustache de asch uit zijn pijp
schudde, en tot mij zeide: „Kom
Frans, naar huis. Goeden avond sa
men." Hij stond op en wij gingen te
zamen heen, nu eens door slijk dan
door sneeuw. Grootvader wachtte dan
op onze komst.
Die ver verwijderde dingen staan
mij nog helder voor den geest. Wat
ik mij vooral herinner, is de geschie
denis der landerijen van de oude
Jeannette, van de landerijen die zij
aan de kust der Vendee had gehad,
en die Coustel rijk zouden hebben
gemaakt als hij ze eerder had opge-
eischt.
Het schijnt dat men in 1793 te Nan
tes Yele menschen verdronk, en vooral
de voormalige edellieden. Men bracht
ze, aan elkaar gebonden, op schuiten,
en stuurde die daarna op de Loire,
waar men de schuiten liet zinken.
Het was in den tijd van het schrik
bewind, en de vendeesche boeren
schoten ook al de republikeinsche sol
daten, die zij krijgen konden, dood
van beide zijden werd er woedend ge
vochten medelijden kende men niet.
Maar als een republikeinsch soldaat
een dier adellijke meisjes, die ver
dronken moest worden, ten huwelijk
vroeg en de ongelukkige toestemde,
hem te volgen, liet men haar dade
lijk los. Zoo was Jeannette CousteF
vrouw geworden. Zij stond op een
dier schuiten op den leeftijd van 16
jaar, een leeftijd waarop men zeer be
vreesd is voor den dood. Zij keek ang
stig rond, of niemand medelijden met
haar zou hebbentoen zag Jan Pieter
Coustel, die daar met het geweer op
schouder voorbijging, dit jonge meisje
en riep: „Halt! een oogenblik. Bur
geres, wilt ge me hebben? Ik zal
redden." En Jeannette was bewuste
loos hem in de armen gevallen; hij
had haar medegenomen, en zij waren
naar het stadhuis gegaan.
De oude Jeannette sprak nooit over
die oude geschiedenis. In haar jeugd
was zij zeer gelukkig geweestzij had
knechts, meiden, paarden en rijtuigen
gehad en was toen eene soldaten
vrouw geworden, de vrouw van een
armen republikein; zij had zijn eten
gekookt en zijne kleeren verstelddie
gedachten over kasteelen, wandelpar
ken, den eerbied der vendeesche boe
ren, dat alles was voorbij.
Zoo gaan de dingen op deze aarde
voorbij. En zelfs spotte die schelm
van een deurwaarder, Nadasi, soms
met haar, door haar toe te roepen
j>Edele dame, geef eens een kan
een glaasje!" Hij vroeg ook, of zij
misschien bericht had van hare do
meinen; dan kneep zij de lippen op
elkander en keek hem aan; hare
bleeke wangen kleurden een weinig,
men meende, dat zij hem zou ant
woorden, maar daarna boog zij het
hoofd en spon stil voort. Als Nadasi
geene verteringen had gemaakt in de
herberg, zou Coustel hem zeker de
deur uit gegooid hebben; maar de
armen moeten over veel ellende heen
stappen, en dat weten die schelmen
ook wel. Zij spotten nooit met degenen,
die hen daarvoor konden afranselen,
zooals mijn oom Eustache bepaald
zou gedaan hebben; daartoe zijn ze
te voorzichtig. Hoe ongelukkig dat
men dergelijke wezens moet verdra
gen Maar ieder kent lieden van
die soort; dus vervolg ik mijne ge
schiedenis. Op een avond, toen wij
de herberg zaten, tegen het einde
van den herfst van 1830, en toen het
stortregende, kwam de wachter Be-
nassis binnen en riep„Wat een hon
denweer Als dat zoo voortgaat zullen
de drie vijvers overstroomenHij sloeg
zijn pet af, en trok zijnjachtkiel over
zijn hoofd uit, om dien achter de
kachel te laten drogen. Eindelijk ging
hij aan het einde der bank zitten en
zeide tot Nadan„Kom, schik wat
luiaardik wil tegenover den
brigadier zitten*" Nadasi schoof op.
Benassis scheen, in weerwil van den
regen, tevredenhij zeide dat vandaag
eene groote troep wilde ganzen uit
het Noorden was gekomen, dat zij
een groot geschreeuw aanhieven, en
neergestreken waren op de vijvers der
drie houtzagerijen, dat hij ze van
erre had gezien, en dat de moeras-
jacht zou beginnen. Benassis lachte
wreef zich in de handen, terwijl
zijn glas brandewijn leeg dronk.
Ieder luisterde naar hem. Oom Eus
tache zeide, dat hij in een luchtbal
lon ook gaarne op die wijze zou ja
maar dat hij liever niet met
groote laarzen door den modder zou
loopen, met gevaar tot over de ooren
er in te zakken. Toen zeide elk zijne
meening en de oude Jeannette mom
pelde peinzend: „Ik had ook moe
rassen en vijvers„Aha 1" riep Na
dasi spottend, „luister toch, mevrouw
Jeannette bezat moerassen
„Zonder twijfel!" zeide zij, „ikhad
zei"
„Waar dan edele dame
„In de Vedee, dicht bij zee."
En daar Nadasi de schouders om
haalde met een gezicht, alsof hij
dacht„die oude is gek," ging vrouw
Jeannette den kleinen trap achter in
de hut op, en kwam toen weer be
neden met een mandje vol oude lor
ren, draden, naalden, klossen en gele
perkamenten, die zij op tafel legde.
„Dit zijn onze papieren," zeide zij
„daarin zijn beschreven de vijvers,
moerassen en het kasteel met de rest.
Onder Lodewijk XVIII hebben wij
opgeëischt; maar de bezitters hebben
ze ons niet willen teruggeven, daar ik
de familie had onteerd door een repu
blikein te huwen. Wij zouden hebben
moeten procedeeren en hadden geen
geld om de advocaten te betalen,
dat niet waar Coustel?"
„Ja," zeide de draaier, zonder op
houden.
Onder al de aanwezigen bekom
merde zich niemand om die dingen,
evenmin als om de pakjes assignatiën.
uit den tijd van de eerste republiek,
die soms nog in oude kasten zwerven.
Nadasi, nog altijd spottend, opende
een der perkamenten, hief den neus
op en wilde het lezen, om ten koste
van Jeannette te kunnen lachen,
toen eensklaps zijn gelaat ernstig
werd; hij veegde zijn bril af, keerde
zich naar het arme oudje, dat weer
was gaan spinnen en zeide„Zijn dat
uwe papieren, vrouw Jeannette?"
„Ja meneer."
„Mag ik ze eens inzien."
„Mijn God, doe er mee wat
wilt," zeide zij, „wij hebben ze niet
meer noodig, en bovendien kunnen
Coustel en ik niet lezen."
Toen vouwde Nadasi, die zeer bleek
was geworden, het perkament op,
sak het met verscheidene andere
in zijn jaszak en zeide„Ik zal er
eens naar kijken. Het slaat 9 uur,
goeden avond?"
Hij ging heen en weldra volgden
hem de anderen. Maar acht dagen
later was Nadasi op weg naar de
Vendee; Coustel en vrouw Jeannette
hadden hem' volmacht gegeven, om
al hunne zaken te regelen, goederen
te verkoopen, enz. Hij nam de kosten
op zich. Sinds dien tijd verspreidde
het gerucht zich in het dorp, dat
vrouw Jeannette van edelen bloede
was, dat zij een kasteel in de Vendee
bezat en dat Coustel veel geld zou ont
vangen maar toen schreef Nadasi, dat
hij 6 weken te laat was gekomen, dat
vrouw Jeannette haar eigen broeder
hem papieren had getoond, die zonne
klaar bewezen, dat hij sedert 30 jaar
de opbrengst der landerijen genoot,
en wanneer men 30 jaar van eens
anders goederen geniet, heeft men
er recht op, zoodat Coustel en zijne
echtgenoote, daar hunne bloedverwan
ten zichhunne goederen hadden toege
ëigend, niets meer te vorderen hadden. niet meer gegraven, èn wegens gebrek schikken er
Toen die arme lieden hoorden dat aan geld èn omdat men niet gelooft, hare scharen,
niets kregen, zij, die zich rijk ge-1 dat de resultaten van een verder on-
aand hadden en door het geheele I derzoek tegen de kosten daarvan zul-
dorp gefeliciteerd en gevleid waren, len opwegen.
zooals de gewoonte was, gevoelden „T a s c i" is een nieuw woord
nog meer hunne armoede en I dat in de Italiaansche bladen de
weinig tijd daarna stierven beiden na ronde doet ter aanduiding van de ge-
elkander. Iheime socialistische genootschappen
Nadasi liet zijn deurwaarders ambt I die sedert 3 maanden op Sicilië be-
verkoopen, en kwam nooit meer in I staan en reeds meer dan 3000 leden
het land terug; hij had ongetwijfeldItellen, allen behoorende tot de hef-
iets gevonden, dat hem beter aanstond I tigste en meest onverzoenlijke socia-
dan het aanmanen. Vele jaren ver-1 listen. Zij zijn verdeeld in afdeelin
liepen; Louis-Philippe was heengegaan I gen, elke afdeeling staat onder een
en vervolgens kwam de republiek de I leider en elk van die leiders gehoor-
echtgenooten Coustel rustten op den I zaamt aan een onbekend hoofd,
heuvel en hunne gebeenten was reeds I De „Tasci" trachten ook voor Si
zeker tot stof vergaan. Ik had grootva-1 cilië afscheiding te verkrijgen van
der iin het posthuis vervangen en oom Italië.
Eustache had, zooals hij zelf zeide, I Aan den voetvan den Ro-
ook zijn paspoort genomen, toen op senlaui-gletscher zijn de overblijfse-
een morgen, gedurende het badsei-hen van een lijk gevonden. Daar in
zoen van Baden en Homburg mij j de laatste jaren niemand dit deel der
iets bizonders overkwam dat mij nog Alpen bestegen heeft, gelooft men te
stof tot denken geeft. Verscheidene I doen te hebben met de overblijfselen
postkoetsen waren des morgens voor-1 Van een lid der in 1880 verongelukte
waren des morgens voorbijgegaan, I expeditie van dr. Halier, die met de
toen tegen elf uur een voorrijder mij I twee gidsen spoorloos verdwenen was.
kwam berichten, dat de heer baron 1 Het bericht uit San Fran-
ran Roselières, zijn meester naderde. 1 cisco dat de walvischvaarder Newport
Ik was aan tafel en stond dadelijk I gebruik makende van een goed ijsjaar
op om voor het verwisselen te zorgen. I tot op 360 Engelsche mijlen van den
Toen de berline aangespannen werd, Noordpool gestoomd is, kan waar zijn,
kwam er een oud, dor gerimpeld I maar waarschijnlijk is het niet. De
hoofd uit te voorschijn, met ingeval- naam van den kapitein wordt niet
len wangen en een gouden brilhet I genoemd, maar wel dat toen hij op
was Nadasi's gelaat maar oud, ver-1 zes graden van den Pool door het
vallen en vermoeid. Achter hem zat een I pakijs werd tegengehouden hij „ge-
,-i- makkelijk" den Pool had kunnen
bereiken indien hij sleden en honden
aan boord had gehad.
Hoe men „gemakkelijk" over het
ebroken heuvelachtig ijs 360 mijl
Op de zoldering van een der kamers
Sans-Souci, het bekende paleis van
Frederik den Grooten, is een spin
met haar web geschilderd. De oor
sprong van deze vreemde versiering
wordt als volgt opgegeven:
Dit vertrek was de ontbijtkamer
an den grooten koning en grensde
aan zijn slaapkamer. lederen morgen,
wanneer zijne majesteit binnenkwam,
was hij gewoon een kop chocolade te
inden, maar eens, teen hij op het
punt stond te drinken, bedacht hij,
dat hij iets vergeten had en hij keerde
naar zijn slaapkamer terug.
Toen hij weer in zijn ontbijtkamer
kwam, ontdekte zijn majesteit, dat-
een groote spin middelerwijl van de
zoldering in den kop gevallen was;
hij gaf natuurlijk bevel, dat een andere
kop zou klaargemaakt worden.
Een oogenblik daarna werd de ko
ning verschrikt- door den knal van
een pistool.
Zoodra de kok het bevel gekregen
had, schoot hij zich voor het hoofd.
Niet, omdat de koning de chocolade
geweigerd had, deed hij dit, maar
omdat hij den kop vergiftigd had en
zich nu ontdekt waande.
Ter herinnering aan deze ontko
ming, beval de vorst, dat de spin
met haar webbe op de zoldering zou
geschilderd worden.
jong meisje en ik was zeer verrast.
„Hoe heet dit dorp vroeg mij de
grijsaard, in zijn handen wrijvende.
„Laneuville mijnheer."
Hij herkende mij niet en ging weer
zitten. Toen zag ik eene oude dame I heen en 360 mijl terugtrekken kan,
achter in de berline. De paarden wa-1 is zoo ondenkbaar, dat dit reeds het
ren aangespannen en zij vertrokken, bericht onwaarschijnlijk maakt. De
Hoe verbaasd was ik en hoeveel ge-1 vraag of de breedte wel goed berekend
dachten vlogen mij door het hoofd. I werd, oppert zich dan. De walvisch-
Nadasi, baron van Roselière. God ver-1 vaarders gaan niet dikwijls ver van
geve mij als ik mij vergis, maar nulde kust af en is de sextant wel een
nog kan ik niet de gedachte van mij I nauwkeurig instrument geweest, dat
weren, dat hij de papieren van de arme door een andere sextant in kundige
Jeannette verkocht, en daarop zich in I handen gecontroleerd werd?
een nieuwe huid heeft gestoken door, 1 Tot nu toe is een schip niet verder
zooals zoovele schelmen doen, een j doorgedrongen dan tot de breedte van
adellijken naam aan te nemen om|81 graden, 12 minuten, 42 seconden,
de nieuwsgierigen van het spoor tel Over het ijs met sleden trekkende
brengen. Wie kon het hem beletten J bereikte de tegenwoordige admiraal
Had hij niet al de titels, al de per
kamenten, al de volmachten? En|
heeft hij nu geen 30 jaar van de goe
deren genoten?
Markham 83 gr. 20 min. 26 sec. en
Lockwood - de luitenant van Greely
83 gr. 24 min.
Groot is de sprong van 81 graden
tot 86 graden!
Het verbruik van sinaas-
appelen is in den laats ten tijd sterk
toegenomen in Engeland. Een koop-I Bij de jongste kermis hebben de
man die zich 30 jaren lang met niets I bezoekers in Casino en Liedertafel
anders dan den handel in sinaasap-1 den Slangendans kunnen zien, die
pelen had beziggehouden, vertelde I goed uitgevoerd en goed belicht een
mij dat de invoer van Spaansche si-1 schilderachtig effect maakt. Deze dans
naasappelen uit Valencia en Denial nu is bij toeval uitgevonden,
in Londen 18911892 822,135 kisten I Miss Loie Fuller, een danseres te
bedroeg tegen 531,825 in het vorige I Londen, ontving van een vriendin uit
jaar en 629,236 kisten van 18891890.1 Britsch-Indië een Nautch-meisjes-co-
En in Liverpool wordt een bijnalstuum. Zij wist niet wat er mee te
evengroote hoeveelheid ingevoerd doen, doch uit nieuwsgierigheid trok
Vooral
pelen
de invoer van Valencia-ap-|
veel vermeerderd
zij het aan. Het was haar veel
lang. Zij vatte het einde van
van door middel
25 jaren, terwijl van de Azoren weinig lange witte kleed tusschen de toppen
of geen appelen meer ter markt ge-1 der vingeren en maakte zoo voor een
bracht worden. Sinaasappelen uit I grooten spiegel verschillende posen.
Palermo en Messina komen nog in I Terwijl zij daarmee bezig was kwam
groote hoeveelheden voorzij worden 1 de avond-zon door de wolken,
meest aan stalletjes in de City en de I mooi ondergaande zon, die een roo-
voorsteden verkocht. Uit de Levant I den gloed kan werpen en alles in
worden ze slechts tot een onbeteeke-l brand zetten. Het effect was, wan
nend bedrag ingevoerd. Ineer zij met de armen wuifde, ver-
Verleden jaar kwamen hier de eerste blindend. Zij sprong op van vreugde
appelen uit Florida, het overschot I Zij had een nieuwen dans uitgevon-
van den oogst nadat aan de vraag in I den.
de Vereenigde Staten voldaan was, I
waar zij de Spaansche appelen ver-1 Professor Waldon heeft onlangs in
drongen hebben. leene verhandeling over krabben en
In tegenstelling met een 25 jaren hunne gewoonten verklaard, dat eeni-
geleden, toen alleen van November I ge soorten zich zorgvuldig kleeden
tot April ingevoerd werd, komen nul door stukjes zeegras op te zamelen,
het geheele jaar sinaasappelen. Zijn del de einde daarvan te kauwen en ze op
Spaansche appelen gedaan midden I de schaal te plakken, zoodat zij er
in den zomer dan worden de Bra-1 uitzien als een steen, met zeegras
ziliaansche te Liverpool aangevoerd overdekt. Urenlang brengen zij met
en van daar over het geheele land I de meeste volharding door, om die
verspreid. stukjes te doen kleven, door hetzelf-
De vooruitzichten voor dien tak de stukje telkens weer te probeeren,
van den handel staan uitstekend. I totdat zij slagen. Zij hebben een fijn
Eerst was er een run voor sinaasappelen I gevoel van symmetrie en leggen altijd
toen bekend werden, dat hun sap leen rood stukje op den eenen poot,
vergif was voor den jongen influenza- om geëvenredigd te zijn met het
kiem en nu melden de bladen, dat stukje op den anderen, en een groen
door het gebruik van sinaasappelen stukje tegenover een ander groen
de cholera-bacil gedood wordt; de stukje, ofschoon het bezwaarlijk te
verwachtingen der handelaars zijn dus 1 zeggen is, hoe zij in de donkeren
hoog gespannen. I poelen, waarin zij leven rood van
Uit Athene wordt aan het groen kunnen onderscheiden.
Journal des Dcbats geschreven, dat het I Als hun toilet eenmaal voltooid
sensatie-bericht over de Attische stad, is, wordt het hoe ouder hoe beter,
die bij Thanikos ontdekt zou zijn, de omdat het zeegras werkelijk op hen
wereld ingezonden is door een ver- groeit. Eene andere soort, met dezelfde
slaggever, die gebrek aan stof had gewoonten en een bepaalden smaak
en toevallig vernam, dat een profes- voor opschik, werd in een vergadering
sor in de oudheidkunde aan dehoo- van een zoölogisch genootschap ook
geschool te Odessa in gezelschap van beschreven, als zich te kleeden met
twee andere geleerden een bezoek helderkleurig zeegras, spons en der-
bracht aan de rivieren van Mexgala gelijke.
Penka bij Laurium, volgens een Rus- Als men de krab van hare kleeding
sisch geleerde Locper de overblijfse- berooft, gaat zij zich dadelijk weder
len van een oud dorp Potamion ge- met zorg en overleg kleeden, wat niet
heeten. '~TÏ
Sinds
Dr. Trask, de beroemde ij veraar
tegen het gebruik van tabak, voerde het
woord in een druk bezochte bijeen
komst op een zeker dorp. O. a. zeide
hij daar, dat geen man, die gewoon
was te rooken en whiskey te drin
ken, kon verwachten, dat hij lan
ger dan vijf of zes jaar, nadat hij
daarmee begonnenwas, zou leven.
En zoo ernstig en stellig was hij in
zijn toespraak en zoo oplettend was
zijn gehoor, dat hij bij het einde
degenen, die nog een vraag te doen
hadden, daartoe uitnoodigde. Nadat
een korten tijd een doodsche stilte
geheerscht had, stond een man op
en zeide: Ik ben het met u eens maar
ik wou u toch nog eens een vraag
doen. Een van mijn buren iseenoua
man, zoowat 75 jaar en hij rookte
en dronk whiskey, zooveel als hij
krijgen kon van zijn 35e jaar af. Hoe
brengt gij dat overeen, met hetgeen
gij gezegd hebt?
Dr. Trask was wat van zijn stuk
gebracht, en om tijd te winnen, vroeg
hijHoe oud zegt ge, dat die man
wasZoo wat 75. En hij rookte
en dronk whiskey van zijn 35e?
Ja geregeld en tamelijk veel. Zoo,
wat voor een man is hij Stelt hij
belang in zijn zaken en in hetgeen
er in de wereld gebeurt? Neen,
ik geloof niet veel. Schijnt hij van
iemand veel te houden Neen.
Schijnt hij iemand bizonder te haten?
Neen, dat geloof ik niet; hij is
eerder zou ik meenen onverschillig
voor alles. Nu, zeide Dr. Trask,
die intusschen er over had gedacht
hoe zich er uit te helpen, nu, uw
oude man is blijkbaar al 40 jaar
dood; ge hebt alleen vergeten hem
te begraven.
Van de ex-Keizerin Eugenie wordt
het volgende verhaald:
Op haar villa „Eugenie" te Biar
ritz, doorleefde de Keizerin eens ge
lukkige uren.
Op zekeren dag, toen Hare Majes
teit en Haar gevolg den namiddag
op het strand doorbrachten en zich
vermaakten met de wonderlijke fi
guren der voorbijgangers, traden drie
dames op de hooge vrouw toe en
vroegen den kamerheer aan de Kei
zerin te worden voorgesteld. Haar
namen luidenMevrouw en de freules
von Bismarck.
Dadelijk in den keizerlijken kring
toegelaten, meenden ze te bemerken
dat de aanwezige dames haar in stilte
bespotten over haar toilet. De drie
dames toch, eerst den vorigen dag
uit Berlijn aangekomen, droegen
zwarte stroohoeden japonnen van een
slechten smaak.zoodat de dames
Porsigny, de Poutales de Monchy en
andere niet konden nalaten te lachen.
Men gilde het haast uit, toen die
dames de schoenen van mevrouwT von
Bismarck zagen schoenen met
dubbele zolen! en de keizerin kon
niet weerhouden uit te roepen„He
mel, wat 'n voeten!" iets waarin ze
ten eenenmale tact miste, want de
familie van den grooten kanselier
trok zich spoedig terug, terecht on
aangenaam getroffen door die ont
vangst.
Mevrouw von Bismarck verhaalde
het avontuur aan haar gemaal, die
zich in 1870 de beleediging herin
nerde zijne vrouw door het Keizerlijke
Hof aangedaan en zich na Sedan ge
wroken verklaarde.
alleen blijkt uit de keus van del niet
3 jaren wordt in die streek Ikleedingartikelen, maar ook in heti
Jack (een ondeugende jongen, die
alle dagen straf krijgt). „Zeg eens
Louis! ik zou zoo| graag eens de
schuld krijgen van iets dat ik heusch
had