De leMmnip
W edstrijden.
Rechtszaken.
Koloniën,
onder de reddingsboot.
Dit mechaniek bestaat uit twee
assen, door raderen verbonden. Door
draaiing van deze assen wordt de
boot geheel vrij van het dek, en rol
len de daaronder geplaatste ruststoe
len weg, terwijl de ijzeren hoeken,
waarmede de boot aan dek staat vast
gesjord, bij deze beweging geheel los
gaan. Door een tweede draaiing der
davids is de boot gereed om testrij
ken. Iedere reddingboot, van deze
constructie voorzien, vereischt slechts
de bediening van één man geduren
de eene minuut; het werk van de
zen man bestaat uitsluitend in het
in beweging brengen van één han
del.
Om zeker te zijn, dat zijne uitvin
ding bepaald nieuw is en aanbeve
ling verdient, had de heer De Vos
dezer dagen eene conferentie met ver
schillende scheepskapiteins, onder
welke de gebroeders Henderson, ge
zagvoerders van de Harwichbooten
Colchester en Chelmsforddie verklaar
den, dat deze uitvinding ontegenzeg
gelijk voorziet in eene reeds lang ge
voelde behoefte, en bij ongelukken op
zee zeer zeker niet alleen het redden
van menschenlevens zal bespoedigen,
maar ook veel vergemakkelijken.
De heer De Vos vertrok Donder
dag, voorzien van de noodige beschei
den, naar Londen om patent voor
deze uitvinding te nemen.
Zooa 1 s b 1 ij k t uit demede-
deeling van den burgemeester van
Rotterdam is Donderdag een nieuwe
lijder aan cholera asiatica aangege
ven. Sterfgevallen hadden niet plaats,
Een lijder is_ van de ziekte hersteld,
Het nieuwe ziektegeval deed zich voor
bij eenen machinist van de sleepboot
Colonia liggende in de Noorder
haven, die naar het hulpziekenhuis
te Crooswijk is overgebracht.
Donderdagvoormiddag is te
Zwolle de 21-jarige S. J. van Marle.
zoon van den kuiper J. van Marlet
wonende in de Waterstraat tusschen
de Steenstraat en Vischpoortenplaats,
door cholera aangetast. Hij wordt te
zijnen huize verpleegd.
Het eerste geval van cholera
heeft zich Donderdagochtend te Lei-
muiden voorgedaan. De uitwerpselen
zijn in het dorpswater terechtgeko
men, zoodat dit besmet is verklaard.
Inde Kamper Cour. komen
de heeren M., H. en J. H. Modders,
broeders van de vermiste Aaltje
Modders, op tegen de verklaring van
den kolonel Oliphant van het Leger
des Heils, dat hij nooit getracht heeft
het meisje te verbergen of anderen
daartoe geholpen heeft. Een kapitein
van het Leger kent die schuilplaats,
namelijk de zuster van Aaltje, en nu
eischen de broeders, dat kolonel Oli
phant justitie en politie zal helpen in
het opsporen van de vermiste.
Eene circulaire van het hoofdkwar
tier dd. 30 Sept. jl. zegt o. a.„Door
ons opsporingsbureau zijn vele ver
loren echtgenooten, zonen en dochters
weer teruggevonden en aan hunne
familieleden teruggegeven." De heeren
Modders willen dat dit ook in letter
lijken zin worde opgevat door het
Leger des Heils. Er is inderdaad eene
groote tegenstelling tusschen de circu
laire van het hoofdkwartier en zijne
houding tegenover de moeder van de
1/-jarige Aaltje.
„Zij zeggen o. a.„Sinds twee
maanden wordt hier te lande gezocht
naar twee vermiste vrouwen, waar-
v.^n vermoedt, dat zij vermoord
zijn. Welk bewijs heeft onze moeder,
dat hare sedert vijf maanden verlo
ren dochter niet eveneens in verkeer
de handen is gevallen? Het Leger is
ons daartegen geen waarborg meer
het Leger des Heilsdat voor onzen
familiekring en wie weet voor hoe-
vele anderen, een vloek is geworden",
e t Haantje, inde gemeen
te Sleen, heeft een zestienjarige jon
gen zijn twaalfjarig zusje bij ongeluk
met een geweer doodgeschoten. Het
volle schot trof het ongelukkige kind
in de borst, waarna onmiddellijk de
dood volgde.
Bij den overvloed vanf
boomvruchten kan het zijn nut heb
ben mede te deelen hoe appels een
geheel jaar kunnen bewaard worden.
Zuiver zand wordt goed gedroogd
en de bodem eener kist of van een
vat wordt eenige c.M. hoog met het
zand bedekt. Nu legt men mooie,
onbeschadigde appels op het zand,
maar zorge ervoor, dat ze elkaar niet
raken. Tusschen die appels en eenige
c.M. daarboven komt weer zand,dan
weer een laag appels en zand en zoo
verder, tot het vat vol is; eindelijk
een laag zand. Het vat wordt toege
maakt en op een droge plaats be
waard, waar vooral de vorst niet kan
doordringen. Het ooft wordt steeds
eerst kort vóór het gebruik er uit
genomen, want reeds na twee of drie
uur wordt het in de vrije lucht zwart.
Het verliest bij deze manier van be
waren niets aan smaak en geur.
De berichten over het onderzoek,
die de Daily Graphic verder mede
deelt, hebben wij reeds vroeger ge
geven. Het verdient opmerking, dat
dit blad zulke juiste berichten heeft,
in tegenstelling met andere engelsche
bladen, die noch van de feiten noch
van onze wijze van rechtspleging bi
zonder op de hoogte blijken te zijn.
Aan de Weesperzijde ter hoogte
van de Boerhaavestraat te Amsterdam
heerschte Donderdagmorgen heel wat
drukte. Van mond tot mond ging
het praatje „dat thans werkelijk een
der vrouwen van De Jong was opge
haald. Nu was ze heusch herkend.
'tWas wat te zeggen, zoo'n knap
mensch!" Anderen beweerden „dat
het die vermiste Engelsche dame"
Van een en ander bleek niets
waar te zijn. Wat was het geval. Een
der jollenmannen, die van den Amstel-
dijk overvoer naar do Weesperzijde
van het calé „d'IJsbreker," geraakte
vlak bij den oever met een zijner
riemen in iets verward, en een oogen-
blik later kwam het lij keener net ge-
kleede dame boven drijven. Zij was on
berispelijk gekleed, scheen nog niet'
lang in Het water te hebben gelegen
en had handschoenen aan. Naar gis
sing was zij tusschen de 25 en 30
jaar oud. Het lijk werd voorloopig
in het belastingkantoortje aan de
Weesperzijde neergelegd en later naar
het schouwlokaal vervoerd.
Familieleden zouden in het lijk
herkend hebben een vermiste bloed
verwante die in de Albert Guypstraat
woonachtig was. Kb ld.
De Daily Graphic, een geïllustreerd
dagblad, dat zijne meeste berichten
en artikelen met houtsneetjes op
luistert, houdt zich in een goedge
schreven correspondentie bezig met
de zaak-De Jong. De berichtgever van
het blad vertelt hoe hij meeging met
de mannen, die in den omtrek van
Bussum naar het lijk van Maria
Schmitz gingen zoeken. Hij beschrijft
in enkele woorden het landschap en
voegt er terstond een prentje lbij, dat
een goed idee geeft van de bekende
eiken boschjes aan den heikant bij
Laren. Eenige mannen zijn bezig dat
struikgewas ijverig te doorzoeken.
Op een ander plaatje geeft de cor
respondent eenige typen van de
mannen, die met de veldwachters uit
trokken op hun ontdekkingstocht.
Het waren flinke, ruwe kerels, schrijft
hij, mannen, die gewoon waren in
wind en weer door bosschen en vel
den te dwalen. Wat hun beroep was,
weet hij niet; de meesten hadden
het air van stroopers en toonden, dat
zij niet onbekend waren met het uit
graven van konijnenholen. Velen van
hen gebruikten puntige ijzers voor
zien van weerhaken, die zij herhaal
delijk in den grond staken. Van zulk
een ijzer geeft de correspondent een
afbeelding.
Woensdag werd te New-York de
derde wedstrijd tusschen de jachten
Vigilant en Valkyrie gehouden. Daar
de verleden Maandag beschadigde
boegspriet van de Vigilant slecht
hersteld was, kon de wedstrijd eerst
te 1 u. 45 des namiddags een aan
vang nemen. De af te leggen afstand
was 15 mijlen tot het draaipunt en
15 mijlen terug. De tijdruimte werd
op zes uren bepaald.
De stoombooten en andere vaar
tuigen, met een groot aantal nieuws
gierigen aan boord, hielden zich thans
verder van de jachten verwijderd, ten
einde ze niet te hinderen.
De Valkyriedoor den wind be
gunstigd, was geruimen tijd de Vi
gilant vóór, doch eindelijk gelukte
het aan laatstgenoemd jaent om vóór
te komen en het eerst het draaipunt
te bereiken.
De duisternis begon intusschen te
vallen en bij de onmogelijkheid om
den tocht in den bepaalden tijd af
te leggen, werd de wedstrijd verder
opgegeven,
De Pall Mall Gazette weet nog mede
te deelen, dat de Coloniahet schip,
dat ais verdediger van de America
Cup gebouwd was, maar in deproef-
wedstrijden door de Vigilant geslagen
is, aangeboden heeft, dadelijk na de
wedstrijden om de Cup tegen de Val
kyrie te zeilen. De verslaggever van
het blad vernam ook te New-York,
dat na de waarschijnlijke nederlaag
der Valkyrie een engelsch zeiler Ame
rika het volgend jaar zou uitdagen.
Het was niet lord Dunraven, ook niet
de duitsche keizer; wie het wel was
kon hij niet zeggen.
Terron, de Fransche wielrijder,
die van St. Petersburg naar Parijs
rijden, is Woensdag middag te
half vijf aan het Velodrome Buffalo te
Parijs aangekomen. Den afstand van
300U K. M. heeft hij in 14 dagen en
uren afgelegd. Terron werd door
eene groote menigte opgewacht en bij
zijne aankomst toegejuicht.
Kolonel Cody (Buffalo Bill) heeft
Terront, uitgedaagd tot een wedstrijd.
Hij wil dat zij 10 uren zullen rijden,
hij te paard en Terront op zijn rij
wiel, terwijl beiden zoo vaak als zij
willen van „rijmiddel" mogen ver
wisselen. Hij beweert dan een groo
teren afstand te zullen afleggen dan
Terront en wil den prijs op 10,000
of 20,000 firs, stellen.
Donderdag stond voor de rechtbank
te Amsterdam terecht H. Gr. Schroder;
volgens de dagvaarding had hij zich
schuldig gemaakt aan het navolgende
tusschen 1 April en half Juli had hij
door hem nagemaakte 5 cents post
zegels (blauwe), die in vorm, kleur,
teekening en verdere kenmerken, be
houdens enkele afwijkingen, geheel
overeenkwamen met echte Nederland-
sche postzegels van 5 ets., uitgegeven,
en als echt verkocht en in zijne wo
ning in voorraad gehad.
Als eerste getuige in deze zaak werd
gehoord de heer Antonie Joh Stieding,
commissionair in effecten, die van
eenen collega, den heer Tammenga.
4 pakjes van 50 postzegels ieder, voor
10 overnam en z0nder eenig kwaad
vermoeden gebruikt0? totdat de poli
tie zich bij hem vervoegde en hetgeen,
Jer van over had in beslag nam.
De heer Tammenga deelde mede,
clat in het laatst van Mei bekl., die
boekdrukker is en met wien hij drie
jaren lang steeds tot zijn genoegen
aken had gedaan, bij hem was ge
komen en hem voor 5 postzegels te
koop had aangeboden. S. zeide, dat
zij hem door zijne cliënteele in beta
ling waren toegezonden. Get. Tam-
nnn ga nam de postzegels over, een
week ongeveer^ later kocht hij weer
van b. voor 5; nog later voor 10
en eindelijk voor f25. Voor ƒ10 had
hij 4 pakjes aan den heer Stieding over
gedaan. Het waren pakjes van 50 en
nooit waren er meer dan 5 aan el
kaar gehecht. Bekl. had steeds vol
gehouden, dat hij al die postzegels in
betaling had ontvangen tot hem in
den loop der instructie duidelijk was
gemaakt, dat dit moeilijk was aan te
nemen; toen heette het dat hij twee
pakken a ff 60 van eenen onbekende
had gekocht. Nog verklaarde de heer
lammmga, dat S. niet in het bezit
was van eene perforeermachine, want
drukwerk, dat bekl. wel aan getuige
jeleverd had, was dezen gebleken
buitenshuis geperforeerd te zijn.
Als derde getuige verscheen voor
ue rechtbank de rechtercommissaris
jhr. mr. Van Doorn.
Door aan het postkantoor verzon
den postwissels met valsche zegels
bedrukt, was men te weten gekomen
wie de afzenders waren, en door dezen
kwam men op het spoor van beklaagde,
In zijne woning in de St. Janstraat
werd huiszoeking gedaan op 12 Juni.
S. was niet thuis. De brigadier Lou-
rens vond in eene keukeniade
postzegels, grootendeels lichter van
kleur dan echte gewoonlijk zijn. Toen
b. thuis kwam, werd hem door den
rechtercommissaris gevraagd, of hij
postzegels had. S. vertoonde een stuk
of wat echte. Meer had hij niet.
j 1 oen werden hem echter de gevon
den tachtig voorgelegd, wat hem zicht-
I baar deed ontstellen. De verklaringen,,
die hij van de aanwezigheid der ver
moedelijk valsche postzegels gaf, lie
pen zoozeer uiteen, dat zij geen vertrou
wen konden verdienen.
De huiszoeking werd den volgenden
dag voortgezet in het bijzijn van eenen
deskundigede reek ter-commissaris
vond toen eenige brieven van den heer
J. Malveaux, photograveur, Molen
beek St. Jean. In één van hen kwamen
drie afdrukken, voor van clichés voor
postzegels. Verder werd in de drukkerij
gevonden j een steen, waarop wat blau
we inkt, eene bus met blauwe verf
en op de pers een onderlegpapier,
waarop zich een moet vertoonde, ter
grootte van een postzegel.
Drie deskundigen werden door de
rechtbank gehoord. De heeren mr.
Johannes Enschedé en A. J. Enschedé
leden der firma Enschedé, welke door
het rijk uitsluitend de levering van
postzegels is opgedragen, en jhr. v. d.
Bol, controleur van het zegel,
constateerden de valschkeid der pust-
zegels. De heer Malveaux uit Molen
beek St. Jean erkende de door nem
met Schroder gevoerde en deels aan
den rechter-commissaris te Brussel
overgelegde correspondentie als echt.
Schroder was niet de eenige waaraan
hij dergelijke clichés leverde. In het
geheel had hij 7 clichés aan bekl.
verzonden.
Beklaagde, ten slotte ondervr .agd,
ontkende het hem ten laste gelegde
met even groote volharding als on
beschaamdheid, ondanks het scherpe
verhoor, dat de president, mr. Wig-
gers Hoed, hem deed ondergaan,
Het O. M., waargenomen door mr.
E. Baud, betoogde dat de postzegels,
aan huis van bekl. gevonden endoor
hem aan den heer Tammenga ver
kocht, in zijne werkplaats vervaar
digd zijn naar door den heer Mal-
vaux geleverde cliché's. Dat er ooi
cliché's besteld waren geworden voo
Suriname en voor Duitsehland, blij
kens eenen brief van bekl. aan Mal
vaux, was een voorzichtigheidsmaat
regel. Helder stelde spreker in he
licht, dat bekl. geen enkele aannemt
lijke opheldering had gegeven voo
tegen hem gerezen bezwaren e:
wees in het bijzonder op de omstan
digheid, dat het geperforeerde, ge
gomde papier, hoewel zeer stelli
aan S. bezorgd en dat, volgens heir
voor etiketten was gebruikt, doo
geen der knechts was gezien. D
hoeveelheid valsche postzegels, doo
bekl. vervaardigd, berekende spreke
op minstens 1150. Eisch 3 jaar gt
vangenisstraf.
De toegevoegde verdediger, mr. J
Texeira d'Andrade, achtte het bewij
niet geleverd, dat werkelijk S. cl
valsche postzegels zou vervaardig)
hebben. PI. concudeerde tot vrijspraat
Uitspraak over 14 dagen.
BATAVIA, 12 Sept.
A tj eh.
Aan het verslag in de Jan. Cl. on
trent de voornaamste gebeurtenisse
in het goevernement Atjeh en onde:
hoorigheden, loopende van den 16e
tot en met den 29en Augustus, wore
het volgende ontleend:
G r o o t-A t j e h. Onze posten we:
den niet beschotenwel jdaarentege
de tijdelijke posten Boekit Terii
Boekit Daroek en Tjot Bagaroetbu
ten de linie, welke laatste den 16e
dezer door onze troepen is bezet gi
worden.
Het vijandelijk vuur bracht or
echter niet het minste nadeel toe.
Met het schoonkappen van het voo:
terrein werd gestadig voortgegaai
voor zooverre dit niet belet werd doe
veie zware en langdurige regens.
Allerwege is men op de sawah
aan het werk. Op het eiland Weh g<
beurde niets meldenswaardigs.
Onderhoorigheden Oos
kust. De politieke toestand onde:
ging geene wijziging.
Noordkust. In den nacht va
20 op 21 dezer ongeveer 12J£ uur dror
gen eenige Atjehers, die voorgave
door den Maharadja op patrouille i
zijn gezonden, op het erf van de
controleur te Telok Semawé door. Me
de politie-oppassers, die hen trachtte,
terug te drijven, geraakten zij hand
gemeenzij verwondden één oppasse
en den postbode doodelijk, en ee:
tweeden oppasser benevens eene vrou\
licht, en sloegen daarna ijlings op d
vlucht, toen de militaire wacht toe
snelde. De daders, onder aanvoerin
van zekeren T. Hassan van Blang Man
gat, wiens vader bij de expeditie naa
Gedong in 1878 sneuvelde, -wisten al
len te ontkomen.
Tusschen Samalanga en Merdoe
welke rijkjes met elkaar oneenighe
den hebben, is de vrede nog nie
hersteld. De kustvaart is er than
verboden.
In de Pedir-streek heerscht onde
de bevolking groote ontevredenhek
tegen hare hoofden tegevolge vaiijdi
door het bestuur volgehoudene slui
ting der kust.
Tusschen de federatiën Pedir ei
Gigieng is het sedert 15 dezer nie
tot feitelijkheden gekomen.
Westkust. Zoowel te Poeloe Ra
ja als te Melaboe heerschte volmaakt)
rust.
Elders ter Westkust viel niets bij
zonders voor.
De weersgesteldheid was koel ge
paard met hevige westelijke windei
en zware regens, terwijl de lucht be
dekt was.
Ter reede Olehleh was de zee zeei
trok de groote huisbel flink over. Nog voor de echo's
waren weggestorven, opende de oude St. Rhadegund, in rij
gewaad, de voordeur.
De andere zoons hadden hem uitgelachen om zijn angst
over Dicks wegblijven, maar de oude man had er niet toe
toe kunnen komen om naar bed te gaan zoolang hij afwe
zig was.
Toen hij Pamela zag, maakte de uitdrukking van gerustel-
ling op zijn gelaat plaats voor eene van groote ongerustheid.
„Mijn jongen mijn zoon Dick!" was alles wat de oude
man kon zeggen.
Pamela, die verschillende manieren om hem het bericht
mede te deelen, had overwogen, verloor hare kalmte bij den
grooten angst, dien zij in de oogen van den vader las. Zij
barstte weer in tranen uit terwijl zij fluisterde:
„O, hij is niet dood!"
Zijn gelaat onderging eene verandering. Bij het gele licht
van de lamp, die hij voor zich hield, scheen het haar toe,
alsof het plotseling vaal en gerimpeld was geworden.
„Niet dood?"
„Maar hij is gekwetst ernstig gekwetst. Men heeft op
hem geschoten. Hij bevindt zich op de Roode Boerderij, hier
drie mijlen vandaan. Dit kwam ik u juist vertellen. De dok
ter is reeds bij hem geweest en zal wel spoedig terugkomen."
Gedurende deze korte mededeeling had het gelaat van St.
Rhadegund groote veranderingen ondergaan. Eerst drukten
zijne trekken alleen angst, daarna verbazing, argwaan en
eindelijk eene zoo heftige woede uit, dat Pamela de schrik
om het hart sloeg.
„Mijn zoon Dick heeft nooit eenig man, vrouw, kind of dier
kwaad gedaan. Wie heeft dat gedaan? Welke duivel heeft
dat gedaan?"
„Mijnheer," stamelde zij, „ik denk, dat ik het weet, maar
ik durf het niet vertellen."
Alvorens hij kon antwoorden zag Pamela zijne jongste drie
zoons de trap afkomen. Toen zij echter den toon van hun
vaders stem hoorden, hielden zij zich met hun drieën op den
achtergrond en luisterden. De oude man uitte een schorren
lach, als het geluid, dat zijne ontzetting aanduidde tenminste
een lach kon worden genoemd.
„O, ik weet het reeds. Zooiets moest wel gebeuren. Uwe
trotsche familie heeft mij gegriefd, beleedigd, en als een hond
behandeld; gij ongelukkige meisjes kijkt verachtelijk neer op
mijne flinke jongens, terwijl die onbeteekenende broeder van
u hen beleedigt. En nu is hij door u vermoord! Ja, ik weet
het door u vermoord! Mijn jongen was tweemaal meer
waard dan gij allen te zamen!"
Hij keerde zich haastig om en liet haar alleen bij de deur,
terwijl zij hem hoorde mompelen toen hij de gang doorliep
om zich naar den stal te begeven.
„Dat moest er nog juist bijkomen! Dat moest er nog bij
komen 1"
Jiin trad op Pamela toe en reikte haar de hand.
„Wij weten, dat het uw schuld niet is miss Pamela," zeide
hij, terwijl de kleine Bob openlijk zijne verontwaardiging be
tuigende en Tom met een norsch, toornig gelaat dichterbij
kwamen om te hooren wat er met hun broeder was voorge
vallen.
„Wilt gij ons de geheele toedracht der zaak vertellen?"
Zij deed hun een kort verhaal van het gebeurde, en ver
telde op diep bedroefden toon, dat zij vreesde, dat het haai
eigen broeder was, die het kwaad had verricht. Jim knikft
medelijdend.
„Gij weet wel miss Pamela," zeide hij vriendelijk, „dat zijn
hoofd reeds eenigen tijd niet in orde is zoodat hij onder
toezicht had moeten staan. De arme Dick heeft dat gisteren
zelf nog gezegd."
„Ik weet het. Mijne moeder wilde er echter niets van hoo
ren," begon zij, toen plotseling de stem van den ouden St.
Rhadegund, zoo krachtig, dat zij door het geheele huis weer
klonk, hen allen zich ontsteld deed omwenden.
„Wie heeft „Ah Sin" vandaag bereden?"
Tom antwoordde onmiddellijk.
„Niemand vader; hij heeft den ganschen dag op stal ge
staan."
„Nu is hij er toch niet!" riep St. Rhadegund en verscheen
met de sleutels van den stal in zijne hand. „Het hok is ledig.
Hij is gestolen!"
„Wel neen," zeide Jim geruststellend, „hij zal op eene
andere plaats staan!"
„Ga dan zelf maar eens kijken!" antwoordde zijn vader
laconisch.
Wordt vervolgd.)