NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De pkifflziiip zaal.
11e Jaargang. Maandag 16 October 1893. No. 3156.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADYERTENTIËN:
Ilit nummer bestaat uit
drie bladeu.
STADSNIEUWS.
HET ONDERZOEK
Toestanden op Neerboscb.
De Jong gehypnotiseerd.
BINNENLAND.
Politiek Overzicht.
Hoofdagenten voor het. Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. BAUBE Co., JOHN F. JONESSuccParijs 3l&is Faubourg Montmartre.
Directeur-Uitgever J. C. PEESEBOOI.
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
EERSTE Bt.AD.
Bij clit nummer der Courant wordt
aan 'hen, die op bet Geïll. Zondagsblad
inteekenden, No. 42 van het tijdschrift
toegezonden.
J. C. PEEREBOOM.
Haarlem14 Oct. 1898.
Gedurende de maand September
werd het Museum van Kunstnijver
heid alhier door 707 personen be
zocht.
Aanstaanden Zondag zullen voor het
laatst de afbeeldingen betrekking heb
bende op de Wereldtentoonstelling
te Chicago tentoongesteld blijven.
Des Zondags is de toegang vrij.
De avondcursus der School voor
Kunstnijverheid is 2 October weder
begonnen met 66 leerlingen die de
lessen in bet vak- en ornament-tee-
kenen en bet pleisterteekenén en in
het boetseeren volgen.
NAAR DE
Nadat de verschillende Commis-
sieën benoemd tot het onderzoek van
de weesinrichting te Neerbosch, tot
einde September inlichtingen hebben
verzameld, zullen zij aan het einde
dezer maand in algemeene vergade
ring bijeenkomen te Amsterdam. De
verschillende rapporten zullen alsdan
worden ingediend en tot een geheel
vereenigd, spoedig in het licht kunnen
verschijnen. Ongeveer half November
zal dit, waarschijnlijk lij vige boekwerk,
derhalve wel de wereld ingaan.
De algemeene indruk, dien de ver
schillende Commissiëen van de wees
inrichting hebben gekregen, zal naar
wij uit goede bron vernamen, hierop
neerkomen.
De schoollokalen en het onderwijs
zijn zeer goed. Er zijn negen flinke
lokalen en een groote teekenkamer
en het onderricht wordt gegeven door
voor hunne taak berekende personen.
De werkplaatsen zijn zeer fraai, zoo
wel de meubelmakerij als de binde
rij, zetterij en drukkerij maken een
uitstekenden indruk. Misschien kun
nen de kleermakerij en de schoen
makerij voor de jongens van minder
nut zijn, omdat uit den aard der zaak
op die werkplaatsen alleen wordt, ge
maakt wat voor de inrichting zelve
noodig is en geen fijner werk.
Het oordeel over de slaapzalen
moet evenwel zeer ongunstig luiden.
Zij zijn veel te klein (in een kamer
van *80 M3. inhoud slapen bijvoor
beeld 45 kinderen) en de bedden lig
gen daardoor veel te dicht bij elkan
der. Bovendien is de surveillance niet
voldoende. Er ontbreken in de onmid
dellijke nabijheid urinoirs, ja, op de
zalen zelf is een zeker onmisbaar meu
bel afwezig.
Hetzelfde ongunstige oordeel wordt
geveld over de privaten. De inrich
ting daarvan is primitief en ouder-
wetsch, zelfs van die bij de zoo uit
stekende schoollokalen en de atmos
feer die er heerscht, is onverdraaglijk.
Het eten is karig en het schijnt dan
ook wel, dat de diefstallen en roove-
rijen waarvan uit vroegeren tijd mel
ding wordt, gemaakt, hetzij in de
woning van den directeur door middel
van inbraak, of wel van te veld
staande vruchten, altijd het gevolg
waren van den honger van kinderen,
die in hun groei zijn.
De stemming onder de kinderen is
niet gedrukt. Er werd vroolijk ge
speeld en op school hoort men een
kind, evengoed als elders, wel eens
een guitig antwoord geven.
Wat evenwel in zulk eene groote
inrichting ten eenenmale ontbreken
moetdat is de opvoedende kracht
van het huiselijk leven. Daarvan is
dan ook] op Neerbosch geen sprake,
en mocht, wat vele leden der Com-
missie hopen omdat er veel goeds in
de inrichting is, het onderzoek leiden
tot verbetering dan zou een der meest
noodige maatregelen zeker zijn, dat,
zij het dan ook onder een hoofd, tien
weeshuizen werden gemaakt, zoodat
elk niet meer dan 100 kinderen be
vatte.
Ten slotte schijnt te zijn gebleken,
dat alles toebehoort aan de vereeni-
ging Neerbosch, uit eenige personen
bestaande en dat slechts een a twee
bunders land ten name van den heer
Yan ;t Lindenhout zei ven staan.
Zijne woning, behalve de studeer
kamer, waarvan het meubilair style
Louis XV is (denkelijk een cadeau)
is ruim maar niet overdreven, net
maar niet weelderig gemeubileerd.
Vrijdagavond, hield de haarlemsche
Middernachtzending-vereeniging, in
het bijzijn van een matig, opgekomen
publiek, baar vijfde jaarfeest in de
groote zaal van Felix-Favore.
Het feest werd geopend met gebed
,en bet aanheffen van een gezang.
Vervolgens werd een overzicht gege
ven van de werkzaamheden, het doel
en de resultaten der vereeniging, zoo
wel op geestelijk als financieel gebied,
waaruit wat dit laatste betreft
volgens opgave van den penning
meester blijkt dat de kas een nadeelig
saldo oplevert van 40,01.
Na de fraaie rede van den heer
Dr. L. Wagenaar te Arnhem, die als
feestredenaar optrad en naar aanlei
ding van een bijbeltekst uit Paulus,
de leden der vereeniging aanspoorde
tot onvermoeiden strijd, tot een wor
stelen als het ware, trad de heer Stap,
reizend zendeling der vereeniging op,
om een overzicht te geven van de
eerste schreden der Middernachtzen
ding af, tot heden, waaruit blijkt dat
zij steeds meer en meer de sympathie
en ondersteuning geniet. In een tiental
steden, over het geheele land verspreid,
mocht de vereeniging reeds met succes
arbeiden.
Het jaarfeest werd met gezang en
gebed besloten, terwijl door de wel
willende medewerking der Zangver-
eeniging „Hozanna," de avond met
zang werd opgeluisterd.
De vertaling van het duitschetoo-
neelspe! „Schlimme Saat" werd Vrij
dagavond door van Liers gezelschap
in onzen schouwburg opgevoerd.
Dat het aantal toehoorders niet zeer
groot was, zal wel hebben gelegen
aan de omstandigheid dat in de laatste
dagen al meer in de komedie te doen
is geweest. Stuk en spel hadden een
flinke opkomst verdiend.
Slecht Gezaaid" staat alstooneel-
product boven het middelmatige en
de spelers deden hun best op een
manier, geëvenredigd aan de waarde
van het stuk.
Mevrouw Ellenberger als juffrouw
Hartman, de moeder die het slechte
zaad in de harten barer kinderen
heeft uitgestrooid, speelde zeer ver
dienstelijk, hoewel misschien nu en
dan wat al te luidruchtig; hare pleeg
dochter Martha (mevrouw Potharst
Grader en hare zoons Bruno, de mis
lukte schilder (Potharst) en Willem,
do verongelukte fabrikant (Veltman)
kweten zich mede goed van hun taak.
Het komische element was Kolowsky,
de kleermaker, natuurlijk voorgesteld
door den heer van Nieuwland.
Eene aanmerking zij ons vergund.
Mevrouw Ellen berger of de vertaler
hebben in het stuk een flauwiteit'
gebracht, die er niet in behoort.
Wanneer Martha, gewagende van de
wijze waarop een jonge losbol haar
heeft toegesproken, zegt„Maar moe
der zijn toondan antwoordt
hare moeder: „Zijn toon? Wat gaan
ons zijn to(o)nen aan?"
Dit is een flauwe aardigheid, die
zooals wij zeiden de vertaler of de ac
trice er heeft ingebracht, daar in het
duitsch teen „Zeh" is en toon „Ton,"
zoodat in die taal de aardigheid niet
opgaat.
De firma Schlatmann Gründemann
doet dit jaar groote dingen. Nauwe
lijks is haar nieuw mantelmagazijn
in de Lange Veerstraat geopend of
wij ontvangen bericht van de ope
ning van een confectiemagazijn naast
haar magazijn van manufacturen in
No. 48 van de Koningstraat.
Ook van dit nieuwe gebouw zijn
de heeren Roog en van den Ban de
architecten. Typisch smaakvol, zij het
ook eenvoudigrijst de gevel
omhoog, en inwendig is het zeer
praktisch ingericht. Beneden een
nette winkel met een flinke etalage,
daarachter een paskamer.
Boven op de eerste verdieping is
het mantelmagazijn, behoorende bij
den manufactuurwinkel want (het
behoeft wel niet gezegd) op alie ver
diepingen hebben de beide perceelen
communicatie met elkander.
Op deze zelfde verdieping bevindt
zich ook de coupeurskamer, terwijl
de derde weder voor magazijn is in
gericht.
Terwijl dit nieuwe huis werd ge
bouwd, is de gevel van het manu-
faeturenmagazijn vernieuwd en met
het nieuwe perceel in overeenstem
ming gebracht. De Koningstraat, die
als winkelstraat steeds vooruitgaande
is, wordt er des te fraaier door.
Wat de bouwkunst in dezen tijd al
niet vermag, blijkt uit het feit dat
alles en alles in een tijdsverloop van
circa vier maanden is geschied. Des
te meer eer is het voor den aanne
mer, den heer A. F. Captein, dat de
firmanten zeer over het door hem
geleverd werk voldaan zijn.
De welbekende firma H. Lamp, in
de Barteljorisstraat heeft hare zaken
zeer uitgebreid. Door den aankoop
van het perceel No. 24 is zij in de
gelegenheid gekomen de afdeeling
huishoudelijke artikelen daarheen
over te brengen en natuurlijk zeer
uit te breiden.
Jongelieden die trouwen gaan, kun
nen er zich dan ook geheel in hun
huishouden zetten.
De winkel is grooter dan vroeger,
daar er een kamer is bijgetrokken.
Een keurige winkelbetimmering, ge
leverd door den heer J. J. van Öcheijn-
del, en geschilderd door den heerH.
F. van Beijnen, geeft aan het maga
zijn een aangenaam voorkomen.
In den bestaanden winkel daar
naast No. 22, worden nu voortaan
aHeen de luxe-artikelen, galanterieën
etc. verkocht.
Bij vonnis der arrondissements
rechtbank alhier dd. 13 October 1893
is in staat van faillissement verklaard
Herman Rudolphus Buddenborg,
bloembollenhandelaar te Hillegom
met ingang van 12 October 1893 en
benoeming van den rechter mr. W.
A. 't Hooft tot rechter-commissaris
en van mr. 0. G. von Reeken, advo
caat en procureur te Haarlem tot
curator.
Wij kregen op ons verzoek van
geneeskundige zijde eenige inlichtin
gen over het al of niet mogelijke, en
het nuttige van het hypnotiseeren
van beklaagden, ten einde een be
kentenis te verkrijgen of aanwijzingen
die eenig licht op de zaak werpen.
Ieder begrijpt dat de eerste voor
waarde die vervuld moet worden,
die is, dat de verdachte in voldoende
mate hypnotisabel is. Ten tweede
dat hij op gestelde vragen antwoordt
en de waarheid spreekt. j
Ieder is niet even gevoelig voor het
hypnotisme. Voor de lichtere graden
zij n weinigen geheel onvatbaar, maar
waar het geldt een persoon te doen
spreken in hypnotischen slaap hebben
we een later stadium noodig. En
hierin zijn niet allen te brengen. In
tegenspraak met het algemeene idee
dat zenuwachtige vrouwen het ge
makkelijkst te hypnotiseeren zijn
leert de ervaring dat juist zij die in
het dagelij ksch leven hun geest en
fantasie het minst den vrijen teugel
laten, die gewoon zijn te gehoorzamen
en een ondergeschikten stand in
nemen, zooals soldaten, landlieden,
arbeiders het gemakkelijkst in een
der verdere stadiën van hypnotischen
slaap te brengen zijn. Dit zijn dezulken
hij wie, zooals Beauvais het uitdrukt
de gedachte gemakkelijk kristalliseert.
Alle misdadigers zijn niet onder
een der twee soorten, die der gemak
kelijk of die der moeilijk te hypno
tiseeren personen, te brengen. Het is
evenwel niet aannemelijk dat iemand
die met ongeëvenaarde slimheid en
koelbloedigheid een geheele serie
misdrijven en misdaden begaat, waar-1
van hij de sporen Lzoo weet uit te
wisschen dat de justitie het hypno
tisme te hulp zon moeten roepen, tot
de eerste afdeeling behoort. Maar wij
herhalen het, regels zijn daaromtrent
niet te geven.
Wat het tweede punt betreft zij
opgemerkt dat een gehypnotiseerd
individu, dat op de vragen van den
hypnotiseur antwoordt, een wezen is
dat denkt. Om het antwoord op een
vraag te geven moet de geest kunnen
kiezen, en wie waarborgt ons de juist
heid van het antwoord van een mensch
die er in normalen toestand op uit
is zijn gedachten te verbergen, en de
waarheid te verzwijgen.? Ook zal som
tijds de beklaagde elk antwoord wei
geren en als hem wordt bevolen te
spreken, kan de schok van deze sug
gestie tegen de tegengestelde spanning
in zijn geest een zoodanige zijn dat
ontwaken, een hevige nervositeit of
eeii te diepe slaap er het gevolg van
zijn.
Vele proeven zijn genomen om na
te gaan of het mogelijk was iemand
in hypnose of ook later, dingen te
laten doen die hij in normalen toe
stand zou nalaten, iets stelen b. v., en
hierbij is gebleken dat dit dikwijls
mogelijk is, maar dat het sujet als
het opgedrongen idee zeer tegen zijn
overtuiging strijdt, het ook vaak niet
doet. Daarbij komt dat zulke proeven
alleen gelukken met personen, welke
een lange hypnotische educatie heb
ben genoten, zoodat de vrees die eenige
jaren geleden onze maatschajipij over
viel dat niemand meer veilig zou zijn
voor de aanvallen van personen die
onder den invloed van derden zouden
staan, zeer zeker niet gemotiveerd was.
Weet men ook, door wetenschap
pelijke proefnemingen dat men iemand
zulk een daad kan laten verrichten,
niet zoo is het gesteld met onze
kennis over het uithooren van een
gehypnotiseerde. Geen medicus zal
zoo onbescheiden of misdadig zijn
laatstgenoemde een geheim te ont
futselen dat in normalen toestand
een geheim zou zijn gebleven. Van
dergelijke proeven is dan ook niets
bekend.
Rijst nog de vraag of iemand tegen
zijn wil is te hypnotiseeren. Dit hangt
meer af van de suggestibiliteit van
zoo iemand, dan van zijn wil, tenzij
de laatste tot allerlei physische mid
delen zijn toevlucht neemt, en ook
van de persoon van den hypnotiseur.
In 't algemeen is de vraag evenwel
met ja te beantwoorden, en kan zij
worden teruggebracht tot de eerste
kwestie, of het sujet hypnotisabel is.
De juridische en moreele zijde van
de kwestie daarlatende is dus de con
clusie dat het verkrijgen van juiste
aanwijzingen in hypnose niet onmoge
lijk is. Dat evenwel alle verklaringen
leugenachtig kunnen zijn door opzet
van beschuldigde of ook, om dit nog
even kort te noemen, door onwille
keurige suggestie van de zijde der
onderzoekers, en dus zelden betrouw
baar zullen zijn.
Te Leiderdorp |hebben 2
jongens, een van 9 en een van 11
jaar, geen hunner schoolmakkers op
onmenschelijke wijze verminkt. Toen
zij hun gruwelstuk volbracht hadden
dreigden zij den ongelukkigen knaap,
als hij er iets van aan zijne stief
moeder vertelde, hem te zullen ver
moorden. Voordat zij hun werk be
gonnen, hadden zij hem handen en
voeten gebonden en een doek inden
mond gestopt. SSSUS
Bij het voorloopig rechterlijk ver
hoor legde een der jeugdige onverla
ten de grootste verdorvenheid en
onverschilligheid aan den dag. Als
hem b.v. gevraagd werd, of hij dit
of dat had gedaan, antwoordde hij
steeds zonder eenige schaamte, dat
het wel mogelijk was, enz.
Vijf dagen had de ongelukkige
knaap de zwaarste pijnen doorstaan,
zonder dat er naar hem was omgezien.
Integendeel kreeg hij van zijne stief
moeder nog een pak slaag op den
koop toe.
De ongelukkige verminkte jongen
is in het academisch ziekenhuis te
Leiden opgenomen en zal waarschijn
lijk er het leven bij verliezen. De heide
jeugdige bedrijvers der wandaad be
vinden zich in arrest.
Vrij dag geraakte het 7-jarig
zoontje van den watermolenaar A.
Gorissen, te Bleiswijk, met het hoofd
tusschen twee raderen van den in
werking zijnden molen beklemd. Het
kind vond onmiddellijk den dood.
De ijverig zoekende correspondent
van de New-York Herald deelt in het
nummer van Vrijdag een geval mede,
dat zoo het niet voortkomt uit
zijn rijken fantastischen geestweer
een feit is, om rekening mee te hou
den.
In een soort logement in de bos-
schen bij Renkum had hij den waard
gevraagd, of hij ook iets wist van de
zaak-De Jong. Vrijwel bedremmeld
antwoordden hij en zijn vrouw ont
kennend. Na echter mijlen ver te
hebben gedwaald door de meest ver
wilderde streken kwam hij in een
herberg te Renkumwaar iemand
hem vertelde dat er een lijk was ge
vonden.
De vrouw had het gehoord yan
den burgemeestervan een klein plaatsje
in den omtrek en deze had het ge
hoord van den weinig spraakzamen
waard, wien de journalist inlichtin
gen had gevraagd.
Dadelijk keerden zij naar het loge
ment terug en nadat de baas met
zijn vrouw had overlegd, vertelde hij
„Eenigen tijd geleden logeerden
hier een paar Amsterdamsche stu
denten. Toen dezen eens aan het
wandelen waren in de Doornweerth-
sche bosschen, stuitten zij plotseling
op een vrouwelijk lijk. Een van hen
werd ongesteld van schrik en zeer
ontsteld snelden zij huiswaarts".
De datum waarop dit geschiedde
is niet bekend. Zouden het, zoo
vraagt de reporter, misschien de jon
gelieden geweest zijn, die De Jong
deden opschrikken, die hem stoorden
in zijn werk, waarop hij later terug
keerde om het te voltooien?
Het geheele verhaal schijnt zeer
vreemd. Zouden die studenten dan
van huil vondst geen kennis hebben
gegeven aan de justitie Dan waren
zij toch zeker daaraan wel herinnerd,
toen de zaak-De Jong bekend werd.
Er is een boek verschenen, geti
teld „De oostersche reis van den rus-
sischen grootvorst troonopvolger".
Dit werk is eene officieele reisbeschrij
ving, welke in het duitsch en ook in
het fransch is verschenen. In ver
band met eene door Paul Leroy aan
de fransche vertaling gegeven voor
rede wijst het officieele blad der rus.