NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
11 BUBÏ&
lie Jaargang.
Zaterdag 21 October 1893.
No. 3161.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIE N:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,G5.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Bit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 12-.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. JDAUBE CoJOHN F. JONESSlice,Parijs 31 fris Faubourg Montmartre.
De Bijvoegsels van het blad dat
Zaterdagavoncl verschijntzullen bevatten
Bij den weerhaan- Haarlemmer Halle
tjes CLXXVII. Binnen- en Buiten-
landsche berichten. Varia. Adver-
tciitien enz.
Haarlem20 Oct. 1893.
B. en W. adviseeren gunstig op
een tweetal verzoekschriften tot weg
neming van twee gesloten pompen
in de Hagestraat hoek Spaarnwouder-
gtraat en in de Breestraat.
Op voorstel van de Commissie van
fabricage stellen B. en W. Yoor de
algemeene voorwaarden, behoorende
bij de bestekken voor de verschillende
werken der gemeente, te vervangen
door de Algemeene voorschriften voor
de uitvoering en het onderhond der
werken voor de Rijksregeering vast
gesteld.
In tegenstelling van de opinie van
B. en W. die den koopprijs te hoog
achtten, stelt de Comm. v. Fin. voor,
ter verbreeding van den weg een
stukje grond van ITh M2 aan den
Zijlweg aan te koopen van R. Slot
d 15.per M2.
De heer M. O. de Kanter, wethou
der, heeft het navolgende schrijven
aan den Raad gericht:
(f Even als bij meerdere leden van
Uwe Vergadering is ook bij mij de
vraag gerezen, of de progressie door
de commissie van financiën in haar
ontwerp tot heffing eener inkomsten
belasting voorgesteld, ver genoeg gaat
en goed is te noemen?
De overweging van die vraag deed
mij inzien daarop alleen een juist ant
kan worden gegeven, wanneer
de uitkomsten zoo wel van de
voorgestelde als van andere progres
sies in cijfers brengt en met elkander
Dat heb ik gedaan, en
nu dat het misschien eenig nut
kan hebben, indien Uwe Vergadering
gelegenheid heeft daarvan kennis te
waarom ik de eer heb mijne
aan U in te dienen.
Mijns inziens blijkt er uit, dat het
voorstel der commissie van financiën
ver genoeg gaat, want gaat men ver
[dan wordt het doel wel voorbij
maar niet bereikt, daar in
geval heffing van eene hoogere
percentage noodzakelijk wordt en
de lagere klassen, niet minder
meer zullen moeten betalen.
Wellicht verdient aanbeveling om
den aanslag der 1ste klasse te bere
kenen niet naar 10%, maar naar 5%
het belastbaar inkomen, dan elke
klasse 5% om van af de
20ste klasse, 100% te vorderen*"
Bij dit schrijven is een zeer uit
voerig staatje gevoegd, aangevende
de uitkomsten bij verschillende pro-
De heer W. Wernik biedt aan den
Raad te koop aan een pakhuis in de
Lange Wijngaardstraat, grenzende aan
het tegenwoordig postkantoor, dat
zooals men weet, later voor politie
bureau zal worden ingericht en vraagt
daarvoor ƒ2500.
B. en W. adviseeren afwijzend op
het verzoek met het oog op den finan-
cieelen toestand van de gemeente.
Uitslag examen vrije en orde-oefe
ningen der gymnastiek. Alhier zijn
Donderdag geëxamin.6 vrouwelijke
cand. Afgewezen 3. Geslaagd de da
mes C. J. Hüter en M. E. van dei-
Laan, van AmsterdamW. Klinkert,
van Leiden,
Yoor eene niet gevulde zaal trad
Donderdagavond in onzen Schouw
burg het gezelschap van Van Lier
uit Amsterdam op met het drama
van Rosier Faassen „Anne-Mie", wel
is waar een oud stuk, maar dat door
zijn goeden naam nog wel geschikt
is vele bezoekers te trekken. Ver
dienstelijk als de bezetting der voor
naamste rollen was, hacl het dan ook
nu weer veel succes. Wat, het stuk
betreffende, hiertoe vooral veel bij
bracht, is, dat „Anne-Mie"* uit dra
matische stof opgebouwd en met een
dramatisch verloop toch vele aardige
taffeeltjes telt, welke in een blijspel
konden tehuis behooren.
De titelrol werd vervuld door Mevr.
Ellenberger, die uitstekend speelde,
vooral in de treffende scènes, tot het
vertolken waarvan haar stem zich be
ter leent, dan als het meer een ge
woon gesprek geldt. Met het hem
eigen talent vervulde de heer Velt-
man de rol van den zwaarbeproefden
vadèr. Goed gespeeld werd o. a. het
eerste tafereel in het laatste bedrijf
tnsschen de twee verliefden, Koenraad
Deel (de heer Ducaju) en Lise (mevr.
DonsAlbregt). De heer Ducaju gaf
door zijn los, onbevangen spel, een
goed beeld van den rondborstigen
vroolijken Zeeuw, een geheel tegen
overgesteld type van dat, hetwelk
door clen heer Potharst werd voor
gesteld in de rol van Jan Schuif.
Deze stelde uitstekend voor den cy-
nischen, uitwendig konden en voor
geen betere gevoelens vatbaren ver-
stooteling der maatschappij, als ver
worpeling geboren en verworpeling
gebleven door zijne menschenhaat, ge
lijktijdig verachting en medelij den op
wekkende. Het tooneel tusschen Anne-
Mie en Lise, waar de moeder zich aan
haar kind laat kennen, werd met ta
lent gespeeld. Ook de minder belang
rijke rollen werden goed vertolkt- o.a.
die van Kwak en Rijnhof, vervuld
resp. door de heeren van Nieuwland
en Lageman.
Op verzoek van den heer dr. P. H.
Rifter, die Donderdagavond voor de
afdeeling Haarlem van den Nederl.
Protestantenhond in de groote zaal
der sociëteit „de Kroon" voor een
talrijk' en aandachtig auditorium,
eene boeiende spreekbeurt vervulde,
zullen wij hiervan geen verslag geven,
uit hoofde, dat spreker voornemens is
over het onderwerp, zijndegodsdienst-
looze deugd, deugdelooze godsdienst
en godsdienst èn deugd, in eene of
meer plaatsen meer voordrachten te
houden.
Zie zitting van den Gemeenteraad 3epag.
De eerste naj aars veemarkt te Sloten
was druk bezocht, er heerschte le
vendige handel.
Aangevoerd waren bijna 500 koeien
en ruim 100 kokkelingen; de prijzen
liepen van ƒ130 tot ƒ225 en van
40 tot 75.
Voor het kantongerecht te Haar
lemmermeer stond Donderdag terecht
J. G. te Haarlemmermeer, wegens 7
jachto ver tredingen, waarvoor hem
door den ambtenaar van het Open
baar Ministerie werd opgelegd 7 maal
14 dagen gevangenisstraf.
De horlogemaker S. te Hoofddorp
is de dupe geworden van eenslnwen
oplichter. S. heeft de gewoonte de
in reparatie zijnde uurwerken met
den naam van den eigenaar voor de
glazen te hangen, tot ze hersteld wor
den afgehaald.
Toen de eigenaar dezer dagen zijn
uurwerk in ontvangst dacht te nemen,
bleek dat dit reeds door een ander
was afgehaald.
Als vergoeding kreeg de man een
nieuw horloge.
Op de groote paardenmarkt Don
derdag 19 October te Hoofddorp, ge
houden waren aangevoerd 312 paarden
en veulens benevens 12 hitten.
Er waren vele buitenlandsche koop
lieden aanwezig.
De prijzen waren zeer gedrukt.
Graan- en Zaadmarkt gehouden te
Hoofddorp Haarlemmermeer 19 Octo
ber 1893.
Roode wintertarwe f0.a 0.
Jarige tarwe fO,a f5.50. Witte
tarwe f5.80, a f 6.-50, Zomer ristarwe
5.25, a f 5.50, Rogge f4.25, a f 4.75.
Haver f0.a 0.Chevaliergerst
f 5.a f 5.25, Wintergerst f4,40 a
4.75, Zomergerst f0.a f0.Dui
ven boonen f6.25, a f'6.50, Paarden-
boonen f 5.50, a f 5.70, Bruine boo
nen f 0.a f 0.Groene erwten
f6.a f7.50, Grauwe erwten f0.
f0.Capucijners f0.a 10.
Kanariezaad f 6.60, a f7.
Haarlem-Zandvoort Spoorweg-Maat
schappij.
Gedurende de maand Juni 1893:
Opbrengst reizigers 4441.24;/,
idem goederen 645,87
idem diversen 85,61
Te zamen 5,172,72^
Per dag en per kilometer f 20.28%.
De chef-veldwachter te Sloten heeft
proces-verbaal opgemaakt tegen ze
keren A. S. aldaar, die zich ongeveer
250 K.G* ijzer had toegeëigend en te
Amsterdam had verkochthet ijzer
is door den politie-beambte in beslag
genomen.
Omtrent het geval van
den ffanschen koopmandie te
Utrecht 24 uur in gijzeling gezeten
heeft, verneemt het U. D. nader nog,
dat bedoelde Franschman op zijn
eigen en zonder dat uit iets bleek
dat hij een agent van de fransche
regeering zou zijn, in Juli van dit
jaar een contract sloot met den heer
H. Wolkers, koopman in fourages al
daar, waarbij deze aan hem verkocht
eene aanzienlijke hoeveelheid hooi,
te leveren in partijen, met bepaling-
dat bij de firma Vlaer Kol zou ge
deponeerd worden door den Fransch
man een bedrag als zekerheid voor
de betaling, en tevens dat elke la
ding dadelijk zou worden betaald
zoodra het schip den wal verlaten
had. Nu voldeed de kooper al dade
lijk niet aan zijne verplichting om
de cautie hij de firma V. K. te
deponeeren, en verder vergat hij eeni-
ge malen achtereen de geleverde par
tijen hooi op tijd te betalen, vooral
die van 26 September en vijf volgen
de, zoodat hij op 9 October schuldig-
was 9182 fr. Als de heer W. hem om
betaling vroeg, werd dit steeds uit
gesteld en werd hem gezegd over 2
dagen komt het geld, doch na 2 da
gen was het er nog niet. Na op deze
wijze den heer W. eenige malen te
hebben teleurgesteld, begon hij hem
te brutaliseeren en hem eenvoudig
voor den gek te houden. Toen begon,
de heer W. te meenen met eenen
oplichter te doen te hebben, waarop
hij bij Mr. A. A. Pit advies inwon.
Bevreesd voor zijn geld, wanneer de
Franschman, die toen juist te Utrecht
vertoefde en zijnen intrek genomen
had in het hotel Bellevue weer naar
zijn land zou teruggekeerd zijn, maak
te de heer W. gebruik van het eiken
Nederlander tegen eiken vreemdeling
bij de wet toegekende recht om zij
nen debiteur te beletten zonder be
taling met de Noorderzon te vertrek
ken, en liet hem, na verkregen ver
lof van den president der rechtbank
aldaar, voorloopig gijzelen. Niet door
bemiddeling van den Franschen con
sul, maar door die van Mr. Th.
Stuart, advocaat te Amsterdam, die
zich tot zijn Utrechtschen collega
wendde, en dezen dadelijk bereid
vond om mede te werken ten einde
aan den gijzelaar zijne vrijheid terug
te geven, tegen het stellen van ze
kerheid voor de betaling, werd de
Franschman den volgenden dag in
vrijheid gesteld. Niet cle Franschman
heeft eene civiele actie tegen den
heer W. ingesteld, maar deze tegen
zijnen debiteur, die getoond heeft het
met de betaling zijner schuld niet
zoo heel nauw te nemen.
Er is hier dus niets onwettigs ge
schied, maar alles heeft zich formeel
en overeenkomstig de wet toegedra
gen. Van eene klacht van de Fransche
regeering bij de onze kan geen spra
ke zijn.
De fles sell en trekker in
den val te Amsterdam over wien wij
het in het vorig nummer hadden, is
nu heusch in den val. De politie
heeft Donderdagavond eerst het hor
loge teruggevonden op de Geldersche
de waar het beleend was en daarna is
ze er weer op uitgegaan om den dader
zelf te snappen. Hij werd aange
troffen in een herberg op de Linden-
gracht bij de Zaterdagschebrug, maar
liet zich met groote handigheid af
zakken in een kelder, waar hij met
de bewoners bevriend was.
De politie moest weer op de wacht
blijven; eerst kwam de helper van
den dief er uit en werd gevat, maar
hij zelf wilde er niet uit, totdat hij
eindelijk verklaarde zich te willen
overgeven.
Maar nauwelijks was hij uit den
kelder te voorschijn gekomen, of hij
sloeg zich door de politie en de om
standers heen en vluchtte. Wie hem
in den weg kwam, smeet hij neer,
maar dank zij de flinke hulp, die
het publiek uit de buurt de politie
bood, werd hij niettemin tegenge
houden en na krachtigen tegenstand
Naar het engelsch
van
FLORENCE WARDEN.
HOOFDSTUK XVI.
Haar toon was nederig, zelfs smeekend. Kapitein Hoad-
zou er door getroffen zijn, wanneer hij niet een van
lie personen was, te veel verdiept in zijne eigen belangen
>m nog eenige aandacht te kunnen schenken aan die van
Hij was echter wel bereid om haar smeekende woor-
als eene verontschuldiging op te vatten, zoodat hij ant
woordde alsof hij vergiffenis schonk op een hem gedaan
jrievend onrecht.
„Nu mijn kind, ik wil niet al te gestreng zijn, maar gij
op mij vertrouwen als ik de verhouding tnsschen n
>eiden wil goedmaken, en gij kunt alles aan mijne beschei-
lenheid overlaten."
Bescheidenheid! Dit woord klonk Jane als bittere ironie
de ooren, toen de bediende na de deur voor hen te heb
ben geopend „Ja mijnheer," antwoordde op kapitein Hoad-
Bleans vraag of zijn meester thuis was. Hierna traden vader
en dochter de vestibule binnen van het huis, vroeger door
hen bewoond. Kapitein Hoad-Blean gevoelde geen droef heid
over het verlies van het hnis, ofschoon hij somtijds het
tegendeel veinsde. Hij had het altijd een ongezellig, vervallen
huis gevonden, en kon wanneer hij het zag nooit anders dan
vreugde gevoelen over het feit, dat hij er zoo geschikt af was
gekomen. Toch vond hij het voegzaam om te zuchten, toen
hij een blik wierp op het eikenhouten trapportaal en de
trofeeën aan den wand, en tot Jane op teederen toon te zeg
gen, terwijl hij wees op eene versiering boven eene der deu
ren, bestaande uit buffelhorens en indische speren:
„Die trofeeën wekken oude herinneringen op, niet Jane?"
„Deze niet papa," antwoordde Jane met kalme stem. „Die
buffelhorens zijn van mijnheer St. Rhadegund."
„O ja juist!" antwoordde haar vader, volstrekt niet
beschaamd over zijne vergissing. „Ik weet echter stellig, dat
wij ook horens hebben gehad hier in de vestibule. En hier,"
vervolgde hij, en gevoelde zich nu op zekerder terrein, toen
zij in de ontvangkamer werden binnengelaten, waar hij, naar
hij zich herinnerde, zoovele ontzettend vervelende, lange avon
den had doorgebracht, „is de kamer, waar uwe moeder en
ik menig gelukkig uur hebben doorgebracht."
Jane sprak hem niet tegen. Zij ging zwijgend naast een der
vensters zitten, terwijl haar vader in de kamer op en neer liep en
zijn oordeel over de omgeving waarin hij zich bevond, en de
bewoners van dit huis, uitsprak.
„Wat een zonderling denkbeeld van zulke parvenus om in
huizen van deftige familiën te gaan wonenMen zou meenen,
dat zij veel meer gesteld waren op nieuwe huizen van rooden
steen opgetrokken, met een duitsch torentje en een pagode
aan beide kanten. Een zonderling denkbeeld, maar gelukkig
voor ons, arme duivelsEn zonderling is het, dat zij somtijds
juist op het mooiste hun oog laten vallen. Een ander maakt
er hen zeker op opmerkzaam, denk ik," vervolgde hij, terwijl
zijn aandacht viel op een mooi bronzen beeld, een ruiter te
paard voorstellende.
Op dat oogenblik veranderde zijn toon zoo plotseling, dat
Jane zonder om te zien wist, dat St. Rhadegund de kamer
was binnengetreden.
De spottende en beschermende toon was eensklaps ver
dwenen in het volgende woord. Dat woord was „Haen
zeide zeer veel. Zonder om te kijken wist Jane ook, dat haar
vader nn zijne hand met overdreven vriendelijkheid uitstrekte
naar den man, dien hij eigenlijk eenigszins had bespot. Zij
huiverde bij het bewustzijn, dat de aangeboden hand werd
geweigerd.
„Mijnheer St. Rhadegund, wij moeten vrienden worden,"
hoorde Jane haar vader zeggen met een bizonder vriendelijke,
overredende stem.
Er ontstond eene korte pauze, waarna een ruwe stem zon
der eenige beleefdheid zeide:
„Wanneer gij kapitein Hoad-Blean zijt, dan zie ik niet in
waarom."
„Inderdaad? Nu, laat ik dan trachten u dit duidelijk aan