BINNENLAND. Bij kon. besluit zij n b e noemd tot militaire leden der militie raden en hunne plaatsvervangers: in N -Holland: le Amsterdam, Rutten, maj„ 7e reg. inf.; plaatsv. Van Wijk, maj., id.2e Haarlem. Van den Bosch, luit.-kol., prov.-adj. in N.-H.plaatsv. Mansveldt, kapt., 4e reg. inf.; 3e Alkmaar. Van Maaren, maj., 7e inf., plaatsv. De Jong van Lier, kapt., id. V r ij d a g herdacht prof. A. Hertz den dag, waarop hij voor 25 jaren als hoogleeraar in de genees kunde aan de Universiteit te Amster dam werd benoemd. Uit zijne leer lingen en oud-leerlingen had zich eene commissie gevormd om den geleerde Te Utrecht is ook de vrouw van den Donderdag vermelden patient door cholera aangetast. Bij een on weder dat V r ij - dagochtend woedde, werd te Wester- nieland een arbeider die langs den zeedijk naar zijnen boer ging, doode- lijk getroffen. Ut Breda meldt men aan de Bossche Ct.: Dat de kennis der uniformen van vreemde mogendheden bij ons leger nog wel wat te wenschen overlaat en men soms personen militaire eer be wijst, die hierop geen aanspraak heb ben, bleek dezer dagen in een onzer grootste Noord-brabantsche garni zoensteden alwaar een assistent stationschef bij de Pruisische Staats spoorwegen te W., als ware hij een officier, door de mindere militairen bij deze gelegenheid een geschenk aan omcier, aooi ue m J rL ir..ricr „„L.A deftig gegroet werd. te bieden. (Zie vorig nummer). Zij bestond uit de heeren H. P. Baudet, C. F. .J. Blooker, G. van Bra- kel, H. R. G. J. Brongersma, W. N. G. Coenen, J. van Deventer, J. Dover, L. J. Driessen, C. H. Kühn, F. A. A. Laarman, H. C. C. Y. Z. Ribbink, C. J. SchreuderJ. Ed. Stumpff E. H. U. Thijssen, Ch. Vermeulen, A. Vonk, C. van Wayenburg en Ch. Zegers. In het Amstel-Hotel waren des mid dags, aldus meldt het fflbldvele hoogleeraren, geneesheeren en studen ten saamgekomen om den jubilaris hunne gelukwenschen aan te bieden en hem zijn portret in olieverf, ge schilderd door Jan Veth, over te reiken. Namens de commissie voerde prof. C. H. Kühn het woord, die met een enkel woord de groote verdiensten van den hoogleeraar schetste, gedurende den langen tijd, dien hij aan de hooge- school is verbonden. Spr. wees daarbij er op, dat de receptie meer betoogde dan louter vertooning, getuige de be langstelling van zoovelen. Daarna bood spr. prof. Hertz diens welgelijkend portret aan. Onder de beeltenis staan de woordenCarissimo Henrico Herz grati discipuli. Die woor den zijn, besloot spr., thans nog over bodig, maar zij zullen het nageslacht toonen hoe geacht prof. Hertz was. Langdurige toejuichingen.) Hierop nam prof. Hertz het woord, die in herinnering bracht, dat een werkkring van 25 jaren een lange tijd is, maar 't lijkt spr. of hij eerst op den dag van gisteren zijn profes soraat aanvaardde. Spr. bracht een woord van warmen dank aan prof. Kühn, die een zijner eerste leerlingen en adsistenten was. Verder richtte spr. een woord van dank tot de adsistenten, de leerlingen en de oud-leerlingen. Dr. J. A. Korteweg, rector-magnificus van de Universiteit, wenschte namens de senaat, den jubilaris geluk. Spr. noemde het professoraat van prof. Hertz een der gewichtigste aan de hoogeschool, dat hij, naar hij hoopte, door den jubilaris nog vele jaren in goede gezondheid met werkkracht en werklust zal zien bekleeden. Nadat prof. Hertz voor deze woorden bedankt had, nam prof. B. J. Stokvis het woord, om namens de medische faculteit, de hoop uit te spreken, dat het den jubilaris gegeven zou zijn nog datgene te volbrengen, waartoe hij geroepen was. Hij werd gevolgd door de vertegen woordigers van het Amsterdamsch Studentencorps, den Amsterdamschen Studentenbond en de medische facul teit van het Amsterdamsche studenten corps, die ook hunne gelukwenschen aanbodenwaarna Dr. JZeeman curator der hoogeschool, den jubilaris nog met een enkel woord gelük- wenschte. Ten slotte overhandigde Dr. C. H. Kühn namens de commissie prof. Hertz een fraai album, waarin de namen der gevers, die bijdroegen tot het portret, waren opgenomen. Wederom heeft een tref- fend ongeluk plaats gehad op het werk van den Maasmond, onder de gemeente Bezooijen. Een léjarige jon gen, bezig op eene 1% M. hooge stel ling eene kraan van eene pomp dicht te draaien, viel en kwam met het hoofd op eene spoorstaaf terecht. Met verbrijzelden schedel lag hij neer en de dood was onmiddellijk. Dit is nu het zesde geval, hetwelk op het Maas mond-traject HeusdenDussen is voorgekomendrie daarvan waren met doodelijken afloop. Als een staaltje van die renmishandeling meldt men uit Ven- loo, dat in het Villapark aldaar onder een paard, dat een kar, zwaar beladen met steenen en waarvan een wiel in den grond was gezakt, niet in bewe ging jkon krijgen, een bos stoo in brand werd gestoken om het dier uit angst en pijn tot een buitengewone krachtsinspanning te dwingen. Dit gelukte echter niet, zoodat het dier noodeloos gepijnigd was. Te Oudepekela is de letter zetter De H. aan cholera asiatica overleden. Men meldt uit Nieuwe Pekeia; dat de vrouw van Oosting thans ook lijdende is aan Aziatische cholera. De man verklaarde nimmer geweten te hebben, dat de Hollandsche mili tairen zulke „fein gebildete Leute" waren. Of hij hierbij een even hoogen dunk van hun ontwikkeling had, willen wij in het midden laten. O. i. zou het ter vermijding van dergelijke onnoodige eerbewijzen aan beveling verdienen indien in chambrée of cantine, althans van de aangren zende landen platen werden opge hangen, waarop verschillende uniform- dragenden, aan wie militaire eer ver schuldigd is, aanschouwelijk werden afgebeeld. Tel. De telephoon blijkt te Breda in een behoefte te voorzien. Zooals het altijd gaat, hebben eenige aangeslotenen gemeend, dat ze een kostelijk middel was om er den een of ander te doen inloopen. Zoo ook twee winkeliers, we zullen ze maar A. en B. noemen, die elkanders concurrenten zijn in wekkerklokken, terwijl A. bovendien onder meer ook poppen verkoopt. A. verzoekt aan sluiting met B. en vraagt daarna, of deze nog voorraad van die prulwek kers heeft, hij moet die dan maar aan S. op zicht zenden. B., erg kwaad, looptj' naar het centraalstation (het geen niet noodig was) en informeert met wien hij is aangesloten geweest. Thuis komend vraagt hij aan A., na te zijn aangesloten, of hij mooie pop pen heeft, de fraaiste zijn zelfs nog te min, en zegt ten slotte, dat A. ze op zicht moet zenden aan S. A. staat verbluft, loopt naar het centraalsta tion en wordt daar ingelicht dat B. weet wie A. is. GEMENGD NIEUWS. Een neger, door een Bel- gisch officier uit den Congostaat medegebracht, is zoodanig aangegre pen door de wonderen, die hij te Brussel aanschouwde, dat hij het verstand verloor. Het ongelukkige slachtoffer der beschaving is in een krakzinnigegensticht opgenomen. De laatste berichten, die te Londen over de Matabele-quaestie ontvangen zijn, logenstraffen het ge rucht van een verschil tusschen sir Henry Loch en Cecil Rhodes, het hoofd der Chartered Company. Indien het waar was geweest, dat sir Henry met Lobengula vrede wilde sluiten, buiten de Chartered Company om, zou het reeds tegen den Matabele koning opgetrokken leger onver richter zake terug hebben moeten keeren en was voor de Chartered Company de kans, om in het bezit te komen van het rijke land, voor het oogenblik althans verkeken. Sir Henry heeft dan ook verklaard, dat hij de- leiding van den veldtocht aan de Company zal overlaten; alleen be houdt hij zich het recht voor, dat de eventueele vredesvoorwaarden met Lobengula aan zijne goedkeuring worden onderworpen. Sir Henry Loch zal slechts enkele dagen te Mafeking blijven en dan naar Kaapstad terugkeeren. Woensdag hield hij eene inspectie over 250 man vrijwilligers, die onmiddellijk daarop naar de grenzen trokken. Er worden uitgebreide maatregelen genomen om. het vervoer zoowel van man schappen als van proviand te bevor deren. Een afdeeling veldtelegrafisten is op weg naar Bechuanaland, met het noodige materiaal om eene lijn te leggen. Door de groote requisities ten behoeve der troepen, zijn de prijzen van vervoermiddelen en proviand in Bechuanaland verbazend gestegen. Lobengula heeft een zekeren Daw son, een koopman die lang te Bulu- wayo heeft gewoond, met zijn broeder en twee iduna's naar sir Henry Loch gezonden. Men houdt het er voor, dat deze zending een slimme zet van Lobengula is, om de opera- tiën uit te stellen totdat het regen seizoen begonnen is. Hij weet zeer goed, dat hij in den regentijd weinig te duchten heeft van een expeditie der Engelschen. Wat ook de bedoeling van dit ge zantschap moge zijn, het schijnt zeker, dat de beide iduna's door de politie der Company gearresteerd zijn, en toen zij zich verzetten, werden neergeschoten. De Daily News vraagt met verontwaardiging, waarom zij ge arresteerd werden, daar hunne zen ding toch van vredelievenden aard was en waarom men hen in koelen bloede vermoordde. Het blad dringt er op aan, dat de Company zich hierover verantwoorden zal. Vrij dagmorgen had te Pa rijs de plechtige uitvaart van Gounod plaats. Te 11 uur verliet de stoet de woning der familie Gounod op de Place Malesherbes en richtte zich naar de Madeleinekérk, waar de lijk dienst plaats had. Door de troepen werd de militaire eer bewezen, daar Gounod groot-officier van het Legioen van Eer was. Onder de menigte kransen, die gezonden waren, mogen vooral ge noemd worden die van de koningin van Engeland, van de gravin van Parijs, van prinses Bibesco, van Adeline Patti, van de Groote Opera; voorts waren er kransen van de meeste Fransche en vele buitenland- sche schouwburgen. De lijkbaar werd gevolgd door de familie van den overledene, dooreen vertegenwoordiger van den president der republiek, door minister Poincarré, de leden van het Instituut, verschei dene deputatiën en eene ontelbare menigte vrienden en vereerders, be kende personen op het gebied van kunst, letteren en wetenschap. Overal langs den weg, dien de stoet volgde, stond eene dichte eerbiedig zwijgende menigte geschaard. Gedurende den dienst in de Made- leinekerk werd het orgel bespeeld door Dubois en Saint-Saëns. De heer Poincarré, minister van onderwijs en schoone kunsten, spre kende uit naam der regeering, schet ste de artistieke loopbaan van den overledene en de hooge plaats, die hij in de Fransche kunst innam. Voorts werd nog gesproken door Ambroise Thomas, Jules Barbier, Gailhard uit naam der Opéra, Saint- Saëns uit naam der Fransche muziek, en door enkele andere vereerders. Na den lijkdienst had de teraarde bestelling plaats op het kerkhof van Auteuil. De Fr ank f. Zt g. zegt, dat de bevolking ;in Elzas-Lotharingen hoe langer hoe meer Duitsch wordt, doordien Franschen het land uit trekken, terwijl hun plaatsen worden ingenomen door Duitschers. Dit blijkt wanneer men de statistiek raadpleegt en daarbij in aanmerking neemt, dat de Franschen meest Katholieken, de Duitschers meest Protestanten zijn. En dan is sedert 1870 het aantal Ka tholieken verminderd van 1.804.000 tot jl.227.000 en het aantal Protes tanten vermeerderd van 245.000 tot 387.000. De Fr ank f. Zeit. verneemt, dat er zeer veel kans is voor het tot stand komen eener maatschappij met een volgestort kapitaal van 60,000,000 francs ter voltooiing van het Panama kanaal. De industrieel Bongardel zou daaraan deelnemen, maar het slagen van dit plan hangt af van de houding der groote banken. Het verzoek van den ver dediger van Albert Hess, een der be klaagden in het groote woekerproces dat t-e Hannover in behandeling is, die schorsing der zaak ten opzichte van de cliënt had gevraagd, omdat deze door de Nederlandsche regee ring in strijd met de bepalingen op dit stuk zou zijn uitgeleverd, is door het Hof afgewezen. De uitleverings-verdragen schep pen een verbintenis tusschen de Sta ten, niet tusschen de individuën wier rechten daardoor niet geschaad kun nen worden. Het verhoor der getuigen in deze zaak is Donderdag begonnen35 officieren waren gedagvaard. Er blijkt dat een der beschuldigden loten in plaats van geld gaf aan hen, die geld van hem wilden leenen, en die loten tegen kolossaal hooge prijzen in rekening bracht. Het schijnt dat de duitsche offi cieren zich zeer gemakkelijk lieten oplichtenomtrent de loten en hunne waarde waren zij volstrekt niet op de hoogte en zij weten zelfs niet of die loten hun voor de volgende, voor- deeligste klassen al of niet vernieuwd zijn> Blijkbaar zijn zij voor deze han dige gauwdieven een gemakkelijke prooi geworden. Zestig groote kisten, ge vuld met geschenken aan den Rus- sischen admiraal en zijne officieren zijn DinsdaguitParijs naarDuinkerken verzonden om aldaar ingescheept te worden naar Kroonstad en verder naar St. Petersburg te worden verzonden. Doch deze zestig kisten bevatten slechts het kleinste deel der geschenken, die den Russen ten deel gevallen zijn. Honderden andere zullen nog volgen. Er zal wel iets geborgen worden aan boord der schepen van het Russische smaldeel, maar dit is betrekkelijk weinig. De gepantserde vaartuigen hebben daarvoor geen ruimte beschik baar. Nu nog, terwijl de Russen morgen van Toulon vertrekken, wordt gemeld dat het nuis Bertrand Boulla te Nimes, uit naam van al het aan zijne fabriek verbonden werkpersoneel, aan Avel- lane een prachtig en volledig kamer ameublement, stijl Louis XV, met daarbij behoorende tapijten ten ge schenke heeft gezonden. Het geschenk is vergezeld van een adres der werklieden aan den admi raal, waarin het verlangen wordt te kennen gegeven, dat de meubelen bestemd worden ter versiering van het vaartuig Czaar Nikolaas I, het vlaggeschip van Avellane. "TY3 In Armenië moeten weder nieuwe onlusten voorgevallen zijn tusschen Armeniërs en Turksche troe pen. Toen eenige Turksche soldaten te Marsivan een der leden van een geheim Armenisch genootschap uiteen- iagen wilden, werden zij uit het huis waar de samenzweerders vergaderd waren, met revolverschoten en dyna- mietpatronen ontvangenwaardoor velen van hen gedood werden. De ver bitterde soldaten bestormden daarop het huis, drongen binnen en doodden of verwonden de meeste daar bijeen zijnde Armeniërs. JZ Kapitein Anderson, diehet Viking-schip van Noorwegen naar de tentoonstelling te Chicago gebracht heeft, heeft het vaartuig president Cleveland ten geschenke aangeboden op voorwaarde, dat het een blijvende plaats zal krijgen onder de beziens waardigheden van de stad Philadel phia. - ,^i :1 o o Het observatorium den hoogbejaarden professor Jansen op den top van den Mont Blanc ge bouwd, is met een zeer belangrijke waarneming ingewijd. Deze waarne ming betreft de vraag of in den dampkring van de zon ook zuurstof aanwezig is. Ontleden wij door middel van een spectroscoop het zonlicht, dan ver- toonen zich in het spectrum de ken schetsende strepen, die op de aan wezigheid van zuurstof wijzen. Dit bewijst echter nog niets omtrent de aanwezigheid van dat gas in den dampkring der zon. daar het een be standdeel is van onzen eigen damp kring, dien de zonnestralen door dringen moeten voordat ze in den spectroscoop kunnen onderzocht wor den. Verheft men den toestel boven de oppervlakte der aarde, dan worden de strepen minder scherp, en de zwakste verdwijnen langzamerhand, Kan men nu aan toonen dat dit minder scherp worden en verdwijnen even redig geschied met de verwijdering van de aardoppervlakte dan zou daaruit volgen, dat aan de grens van onzenidampkring alle zuurstof strepen geheel verdwenen zouden zijn m. w. dat in den dampkring van de zon geen zuurstof aanwezig is. Uit de waarnemingen nu gedaan in het observatorium op den Mont Blanc, op 4800 M. hoogte, meent dr. Jansen te mogen opmerken, dat dit inderdaad het geval is en dat bijgevolg de damp-1 kring van de zon vrij moet zijn van het gas, dat zich, vereenigd met waterstofgas, tot waterdamp zou kun nen vormen. Dit is juist het belangrijke punt in de quaestie. De zon, onze bron van warmte en licht, is omgeven door een omhulsel van gassen,waaronder de Corona de voornaamste plaats be kleedt. De Corona bevat in hoofdzaak waterstofgas, het lichtste en meest doorschijnende der bekende gassen. Was nu ook zuurstof aanwezig in den dampkring van de zon, dan zou dit gas zich met waterstofgas vereenigen tot waterdamp, die meer dan eenig gas de eigenschap bezit stralende warmte op te slorpen. Deze water damp zou de oppervlakte der zon alzoo met een sluier kunnen bedek ken, die ons een zeer groot deel der zonnewarmte ontnemen zou. geen rooden duit te hebben vertrouwd Aan eiken uitgang stond, in de zaal zelf, gedurende het diner een post van politieagenten, en toen de tafel was opgeheven, marcheerdeeen detachement republikeinsche garden binnen, dat zich, het geweer aan den voet, om de tafel schaarde. Er is dan ook iemand geweest, die om ten minste iets voor zijne tien fran ken te hebben, het zilveren couvert in zijnen zak heeft gestoken. Omtient het eskader-bezoek van president Carnot te Toulon, wordt gemeld, dat hij dadelijk bij zijne aan komst Vrijdag zich, te midden van een dichte menigte die hem toejuichte, aan boord van de Formidable begaf. Hier werd hij begroet door den mi nister van marine, admiraal Rieu- nier, die hem de verzekering gaf van de groote toewijding der marine aan de republikeinsche instellingen. Car not antwoordde daarop, dat het land vertrouwen stelt in de marine. Vervolgens kwam admiraal Avel lan, in gezelschap van vijf comman danten van het Russische eskader, aan boord van de Formidable en na derde blootshoofds Carnot, die hem hartelijk de hand drukte. Na een onderhoud van enkele minuten ver lieten de Russische officieren deKor- midable weer. In een sloep hield Carnot daarna de revue over het Russische eskader. Toen dit afgeloopen was, begaf Carnot zich aan boord van het Rus sisch admiraalschip Keizer Nicolaas I, waar hij met groot ceremonieel door Avellan ontvangen werd, terwijl de muziek de „Marseillaise" deed hooren. Na het admiraalschip bezichtigd te hebben, bracht Carnot een bezoek aan de Nachkimoff. Hier trok het zeer de aandacht, dat de Russische de Fransche gezant, baron von Mohrenheim en graaf de Montebello, zich geruimen tijd met den president der republiek onderhielden. Vervolgens bracht Carnot een be zoek aan het arsenaal. Aan het diner in de „Préfecture Maritime" hield Carnot een toost op den keizer en de keizerin van Rus land daarna dronk hij op de vriend schap der beide groote volken en door haar op den wereldvrede. Admiraal Avellan antwoordde op dezen toost als volgt „Mijnheer de presidentHet is met een hart vol aandoening en eeuwige dankbaarheid jegens de overheid en alle klassen der bevolking, dat wij u danken voor de warme ontvangst, voor de geestdrift en de hartelijk heid waarmede wij ontvangen zijn. Ieder oogenblik van ons verblijf in Frankrijk is ons oneindig dierbaar en aangenaam. Uit naam van het dankbare Rusland betuig ik aan het Fransche volk onze erkentelijkheid voor deze edele daad. Ik doe dit met groot genoegen, en ik veroorloof mij nog eens, de gezondheid te drinken van president Carnot en van het edele Frankrijk, de vriendin van Rus land!" Toejuichingen Deze toosten werden staande aan gehoord. Na den eerste speelde de muziek het Russische volkslied, na den tweede de „Marseillaise". Het bezoek der Russeo in Frankrijk. Het valt niet te ontkennen, zegt de Figarohet vertrek van onze vrien den de Russen „a jeté. un froid". De temperatuur is namelijk eenige gra den gedaald, en vooral in den nacht van Dinsdag op Woensdag, volgende op het vertrek der Russen, is het vinnig koud geweest. Maar nog in een ander opzicht heeft dit heengaan eene verkoeling teweeggebracht: men begint over de geweldige kosten te sprekenMen verlangt eene reke ning en verantwoording o. a. van het journalisten-comitéHet zoogenaam de volksdiner op het Champ de Mars, waarvan de drie duizend deelnemers met eene hongerige maag zijn opge staan, hoewel elk hunner tien fran ken had betaald om ze gevuld te krijgen, moet b.v. honderd en tien duizend franken hebben gekost. De ontevredenen, en die zijn er bijna evenveel als er deelnemers waren, vragen zich af hoe dat mogelijk is. Ook schijnt men de gasten, hoewel zij hun tientje geofferd hadden, voor VARIA. Een oud hoedje! Klant (zijn ouden hoed toonende). Ik wou een hoed hebben van dezelfde kleur als deze. Juffrouw. Herinnert ge u nog, welke kleur 't geweest is? Na de liefhebberij-comedie. Mevrouw het was keurig Die rol paste u als het ware als een handschoen Foei, wat een complimentjes! Ik weet goed, helaas, dat deze rol een jonge, schoone vertolkster behoeft. U heeft het tegendeel bewezen, mevrouw Hij redde er zich uit. Keizer Nicolaas van Rusland kwam eens in een zijstraat van St. Peters burg een beschonken dragonder tegen, die zich in een open wagentje liet rijden. Dronkenschap werd toen ter tijd zeer streng gestraft en de dragon der verschrikte dus niet weinig, toen hij den keizer gewaar werd. Maar spoedig herstelde hij zich, trok de sabel en salueerde zooals het behoort- Wat voer je uit in dien wagen snauwde de keizer hem toe. Een dronken soldaat naar de hoofdwacht brengen, sire! was het leuke antwoord, De keizer lachte en gaf den dragon der vijf gulden. Breng hem nu maar meteen naar huis, zeide hij,— in plaats van naar de hoofdwacht! Hoe kan men, niet alleen een brand de nd nachtpit] e, maar ook het drij- vertje en de olie, waarop het drijft, inslikken. Men maakt een drijvertje van een amandel, een klein stukje van den amandel, gestoken fin het drijvertjes

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 6