lie Jaargang: Donderdag 2 November 1893. No, 3171 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. Onze Gemot ntebegrootïng. Da kleine Hertog. BINNENLAND, FEUILLETON. ii iimiR HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het gekeele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37^. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 12S van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentie:: worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOI. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BAUBE CoJO-HN F. JONESSuccParijs Blbis Faubourg Montmartre. Haarlem1 Nov. 1893. Gedurende de maand October werd het stedelijk museum alhier bezocht door 602 personen, waarvan 182 tegen betaling. Heden was het 35 jaar geleden, dat denbeer J. C. Gerlings het ambt van ontvanger dezer gemeente aanvaardde. Ieder die dezen welwillenden en be leefden ambtenaar kent, zal het zich volkomen kunnen begrijpen, dat tal van gemeente-ambtenaren zich ge drongen gevoelden, hem met dezen dag gelnk te wenschen. De luitenant-kolonel N. W. Hof stede, commandant van het 3e ba taljon 4e regiment infanterie alhier, is belast met het commando van het 4e regiment infanterie en zulks in verband met de benoeming tot waar nemend commandant der 2e divisie infanterie van den kolonel-comman dant van het 4e regiment infanterie F. Cl. C. Bloem. Bij de heden gehouden stemming ter verkiezing van 22 gemachtigden in het kiescollege der Nederd. Her vormde Gemeente alhier, zijn uitge bracht 749 stemmen Is De candidaten voorgesteld door de kiesvereeniging „Evangelie en Belij denis" zijn allen verkozen. De „Protestantenbond" had geene candidaten gesteld. Donderdag 9 November zal door de nu 7 jaar bestaande vereeniging „De Muzikale Vriendenkring" in de groote zaal van de sociëteit „de Kroon", eene uitvoering worden gegeven onder leiding van den heer K. F. van Maas Jr. Dat nog altijd niet de begrooting aan de orde komt, ligt natuurlijk aan den wensch van den Raad om eerst gereed te komen met de in komstenbelasting. Dit kan ook wel niet anders. Wanneer men eenmaal met deze belasting gereed zal zijn en aan de begrooting begonnen, dan zal onzes inziens de behandeling van laatstge noemde nog niet zoo vlot kunnen geschieden als wij dat in vorige jaren wel eens hebben gezien. Allereerst bestaat er blijkbaar verschil van ge voelen over de vraag, of de 100 op centen op de personeele belasting zul len blijven gehandhaafd of verminderd worden.Hierover is een lang debat niet onwaarschijnlijk. Voor het behoud der 100 opcenten pleit de overweging van de noodige voorzichtigheid bij het invoeren der nieuwe inkomstenbelas ting voor de vermindering dier op centen de ontheffing van de midden klasse en de noodzakelijkheid om Haarlem niet al te duur te doen schijnen in de oogen van de velen, die nn of later hier mochten willen komen wonen. Een punt vanbetrekkelijkgeringen omvang zal naar wij gezien hebben evenzeer bestrijding vinden. Iiet is de traktementsverhooging van enkele ambtenaren ter secretarie, eene yer- hooging die zich bepaalt? tot een som van ƒ250.d. i. 100.voor een ambtenaar en 50.voor drie anderen. Waar BurgemeesterJ en Wethouders die verhoogingen noodig en billijk achten en de bedoelde amb tenaren reeds langen tijd de gemeente voor een waarlijk niet hoog trakte ment hebben gediend, daar vragen wij ons met verbazing af, welke mo tieven de bestrijders van deze ver hoogingen wel tot hun verzet kunnen hebben geleid. De afdeelingsverslagen geven door den laconieken vorm waar in zij gegoten zijn, hieromtrent weinig licht, zoodat de motieven^ uit het debat zullen moeten blijken. Was het zuinigheid alléén, die hier toe drong? In dat geval achten wij haar toch hier onjuist toegepast en zonden dan liever gezien hebben, dat al de af- deelingen tegen het nieuwe hek om de fontein waren opgekomen. De goede bedoeling van deze verfraaiing waar- deerende, gelooven wij dat zij bij deze fontein weinig effect maken zal. Misschien ook zal er gediscussieerd worden over de vraag, of uitbesteding van de gemeente-reiniging voor de gemeente voordeeliger wezen zal dan eigen exploitatie.Ons komt deze vraag, zóo gesteld, wel wat naïf voor. Het hangt er immers maar van af, wat men van den pachter vergen zal. Verlangt men den reinigingsdienst minder goed, dan die nu is ja, dan zal het uitbesteden goedkooper wezen. Maar wenscht men dien dienst op de tegenwoordige hoogte gehouden te zien en niet terug te gaan tot vroegere dagen, toen men met minder tevreden was, dan, wij zijn er van overtuigd, zal de uitbe steding misschien wel nddeeliger, maar nimmer voordeeliger kunnen zijn. Buiten deze overweging om, ver moeden wij dat in dezen tijd nu een gevaarlijke ziekte alleen met kracht en energie onderdrukt wordt, de Raad de gemeente de kans niet zal willen doen loopen van een slechteren reinigingsdienst. De bibliotheek der stad wenschen sommigen op meerdere dagen voor het publiek open te stellen. Zou daar van geen traktementsverhooging het gevolg moeten zijn? Indien dit zoo is, zou o. i. beter geargumenteerd moeten worden waarom men het voorstel doet en of inderdaad geble ken is, dat het publiek te weinig gelegenheid heeft, om van de biblio theek gebruik te maken. Eenige cij fers omtrent het bezoek van de bi bliotheek zouden daarbij kwalijk kun nen worden gemist. {Slot volgt. De commissie van financiën heeft geene algemeene beschouwingen over de begrooting gehouden. De minder heid barer leden kon niet meegaan met de voorgestelde traktements-ver- hooging van enkele ambtenaren ter secretarie. Een dér leden had heden- kingen ook tegen de traktements verhooging van een deurwaarder bij de belastingen. Naar aanleiding van de post van ƒ120 tot verbetering der muziektent, wenschte een der leden een stap ver der te gaan, en het voetstuk van het orkest te verhoogen, waardoor de muziek beter en verder klinken zal. De geheele commissie was hiervoor, mits de kosten niet te hoog zijn. Ook in deze commissie werd de vraag geopperd, of uitbesteding der gemeentereiniging niet voordeeliger wezen zou, en of men de Stadsbiblio theek niet vaker zou openstellen. De meerderheid van de commissie acht het, met het oog op de waarschijnlijk in te voeren inkomstenbelasting ge- wenscht, ook dit jaar weder 100 op centen op het personeel te heffen. Op zekeren zonnigen morgenstond zat Orpheus, de god der muziek, op zijn troon en peinsde. Om hem heen was alles licht en leven, de vogelen dartelden in de lommerrijke hoornen en zonden uit hunne heldere keeltjes de mooiste trillers in het luchtruim. De god der muziek wilde iets voort brengen. Daarom peinsde hij. Opeens terwijl hij aldus in naden ken verzonken voor zich uittuurde, kwam Dartelheid te voorschijn en danste in het gouden zonnelicht dat heur blonde haren rond hare blozen de wangen zwierden. Tegelijk kwam van den anderen kant hare zuster Mimiek die zonder een woord te spreken met treffende gebaren lof bracht en hulde aan de schoone na tuur. Toen sprak Orpheus„Ik heb het gevonden. Gij heiden, Dartelheid en Mimiek, haalt uwen broeder Zang hier en begeeft u daarna op de aarde. Zoekt een man die het talent der muziek heeft, inspireert hem gezamen lijk Gaat Dé beide zusters met haren broe der voldeden aan het bevel en gingen, op aandringen van Dartelheid, die zich in Parijs het best op hare plaats gevoelde, naar die stad. Daar vonden zij weldra een musicus, arm maar met talent begaafd en hem in spireerden zij zooals Orpheus gezegd had. De arme musicus schreef de gedachten neer die hem door het hoofd gingen ende eerste operette was vervaardigd Zoo zegt de legende. Sinds dien tijd hebben Dartelheid, Mimiek en Zang menigen componist eene operette in de pen gegeven. Was het omdat dit drietal zelf niet rec^t gestemd was, dan wel omdat de com ponist niet kon neerschrijven wat hem ingegeven werd, zeker is het dat sedert de verschijning van die eerste operette velen geschreven zijn, die onbeduidend waren of die, erger nog, op elkander leken. Aan geen dier beide euvelen lijdt de operette „de kleine Hertog" van Lecocq. Het is er een die in weerwil dat elk de melodieën ervan kent, al tijd gewild en altijd frisch blijft. Het gezelschap van de heeren Kreeft Buderman voerde deze operette Dinsdagavond zeer goed tentooneele. Mevrouw Buderman zong en speelde met veel entrain de rol van den kleinen Hertog, en het is hare schuld niet, dat in een travesti-rol als deze de toeschouwer zich wel eens geweld moet aandoen om de illusie te be waren dat hij een hertog voor zich ziet en niet eene hertogin. De heer Kreeft als Frimousse was kostelijk en wist door de komische kracht van voordracht en gebaren het publiek in vroolijke stemming te houden. Een woord van hulde aan de directrice van de kostschool in het tweede bedrijf (Mej. Westerhoven) is niet meer dan plicht. Zij maakte zeer veel van het tooneeltje der repetitie en wat daarop volgt. De heer Wil- lemsens (Montlandry) zingt verdien stelijk, maar behoeft wat meer los heid. Moge in de oogen van velen de operette als kunstuiting niet zeer hoog staan, als amusement en uitgevoerd door een gezelschap als dat van Kreeft en Buderman is zij volkomen waard er zich eenige uren mee te verpoozen. Dinsdagnamiddag is in een sloot aan den Spaarndammerweg onder de gemeente Schoten, opgehaald het lijk van een onbekend man, oud ongeveer 50 jaren, middelmatig lang, donker haar, zonder baard, gekleed met zwar te broek, blauw boeseroen, zwarte das, zwarte kousen, lage schoenen en zwart laken pet. Het lijk is naar de be graafplaats te Schoten overgebracht. De burgemeester dier gemeente ver zoekt zoo spoedig mogelijk inlichtin gen. De orgeldraaier, M. v. G. is op den Kruisweg bij Hoofddorp overreden, door een paard en tilbury, waarop 2 personen zaten. De man is ernstig verwond. Het orgel werd letterlijk door midden getrapt. Onderzocht wordt wie de bestuurders van het rij tuig waren. Te Haarlemmermeer is afgebrand het huis bewoond door de Wed. C. Vermeer. Van den inboedel is niets gered. Oorzaak onbekend. Alles was tegen brandschade verzekerd. Bij koninklijk besluit is benoemd, bij het wapen der infanterie, bij den staf van het wapen, tot commandant der 2de divisie, de kolonel F. C. C. Bloem, thans commandant van het 4de regiment Infanterie en is eervol ontheven van het bevel over de 2de divisie infanterie onder dankbetui ging voor de daarin door hem be wezen diensten, de generaal-majoor A. Kool, sous-chef van den gene- ralen staf. Het bestuur der Vereeni ging tot Christelijke verpleging van krankzinnigen stelde in zijne jongste algemeene vergadering, op Veldwijk gebonden, de bouwplannen vast voor de derde stichting te Zuid-Laren. Men zal daar beginnen met den bonw van een administratiegebouw, 4 pa viljoens 3e klasse, keuken, dokters woning, ziekenbarak, lijkenhuis met sectiekamer, werkplaatsen en water toren. Zoodra de koninklijke goed keuring daarop is ontvangen, zal men tot aanbesteding overgaan. Men hoopt daar met 1 Januari 1895 weer ruim 100 patiënten te kunnen opnemen. 48) Naar het engelsch van FLORENCE WARDEN. HOOFDSTUK XIX. „En gij Jane, van wie ik werkelijk zooiets niet had ver wacht, gij hebt uzelve zoo in opspraak gebracht door u de attenties van dien Branson te laten welgevallen, dat ik nn Biet weet hoe gij hét kunt vermijden met hem te huwen!" Het meisje was geheel verplet toen hare moeder vervolgde „En dat is nog niet alles. Gij hebt mij nooit verteld, dat gij uit Londen zijt teruggereisd in gezelschap van een dier ellendige St. Rhadegunds; men heeft u echter gezien, en iedereen heeft den mond vol van u. En wat voor jongelie den zijn het bovendien door en door slecht, die niet zijn te vertrouwen I" Dit was inderdaad eene zonderlinge afleiding van het zeer ©nvèrtróuwbare bericht van lady Constantia, dat een der St. Rhadegunds in het geheim gehuwd moest zijn. De arme mevrouw Hoad-Blean was echter zoo opgewonden, prikkel baar en geërgerd, dat zij zich nu in eene stemming bevond om zonder na te denken haar tong te gebruiken. De meisjes waren te zeer ontsteld om naar aanleiding van deze woorden haar om nadere verklaringen te vragen. Zij trachtten haar zoo goed mogelijk tot kalmte te brengen, noemden lady Constantia eene trotsche, bemoeizieke vrouw, wat mevrouw Hoad-Blean eenigszins troost schonk, hoewel zij nog zwak daartegen protesteerde. De beide meisjes vonden het vooruitzicht op de buiten partij verre van aangenaam. Pamela kon een huwelijksaan zoek van Alfred Fitzjocelyn, Jane een van Branson verwach ten. Terwijl eerstgenoemde zich echter voorbereidde op eene besliste weigering, wist de arme Jane, dat haar tegenover haar gehaten aanbidder een moeielijker strijd te wachten stond. „Waarom zondt gij hem niet bedanken Jane?" vroeg hare meer levendige zuster ongeduldig. „Gij houdt niet van. hem nu dan is het zeer eenvoudig gij neemt hem niet!" Jane zuchtte echter. De invloed door hare omgeving op haar uitgeoefend werd meer door haar gevoeld dan door de meer vluchtige Pamela. Zij wist, dat zij door Bransons aan zoek niet aan te nemen, niet alleen ieder tegen zich in het harnas zon jagen, maar ook iets zou doen, wat haar in haar eigen oog erger toescheen Jim St. Rhadegund namelijk blijk geven, dat zij op hem wachtte. Dit vond Pamela be spottelijk. Wanneer zij van iemand hield, dan wilde zij lie ver tot hem gaan en hem geknield vragen of hij weer tot haar wilde komen dan hem verliezen. „Ja, maar ik ben er zoo zeker niet van of hij wel van mij houdt!" riep Jane uit. „Gij vertrouwt de menschen niet genoeg," zeide hare zus ter lachend. „Wanneer een man zegt, dat hij van mij houdt, d^n geloof ik hem." Aldus gingen de dagen voorhij, maar niet voor iedereen bizonder genoegelijk, want zelfs Pamela begon hare opge wektheid te verliezen, toen- zij bemerkte, dat de oude heer St. Rhadegund inplaats van over haar hoofd te kijken, wan neer zij elkaar ontmoetten en deed alsof zij er niet was, haar steeds met boosaardigen blik aanzag, die haar en Dick niets goeds voorspelde. Dick zelf veranderde ook ten haren op zichte en niet ten goede, terwijl zijn toestand beter werd. Niet dat zijne liefde verminderde integendeel, hij scheen hongerig de minuten te tellen, die zij in zijn gezelschap doorbracht, terwijl hij somber en ontstemd werd als het oogenblik van vertrek naderde, en zooveel jaloezie aan den dag legde, dat zij het maar het verstandigst vond om hem niet over de buitenpartij te spreken. Voor zijne ziekte flad hij er waarschijnlijk wel over hooren spreken, maar daar hij het blijkbaar geheel had vergeten, herinnerde zij er hem niet weer aan. Zij was steeds op haar hoede om geen kwaad van. zijn vader te spreken, maar onwillekeurig kwam het denk beeld bij haar op, dat de invloed van dén ouden man zulk eene verandering in Dieks stemming ten haren opzichte teweegbracht. Zoo was de stand van zaken toen de dag van de lang verwachte gebeurtenis aanbrak. Pamela deed nog al haar best

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1