NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
lis Jaargang.
Zaterdag 11 November 1893.
No. 3179.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADYERTENTIEN:
STADSNIEUWS.
Koloniaal Museum.
FEUILLETON.
II 1
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door bet geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
jHoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs Blbis Faubourg Montmartre.
De Bijvoegsels van het blad dat
verschijntzullen bevatten
man met den Stierennek. Ver
slag van den Gemeenteraad. Bin
nen- en \Buitenlandsche berichten.
Varia. Advertentiën enz.
Haarlem, 10 Nov. 1893.
Geslaagd zijn voor de acte band-
teekenen lager onderwijs de beeren
F. Broere, J. Corver, R. -J. Roden
en C. Jalink, allen te Haarlem.
Vrijdag zijn alhier geëxamineerd
voor de examens vrije en ordeoefe
ningen 6 vrouwelijke candidaten van
wie zijn geslaagd: de dames: J. A.
de Hoog, alhier; J. A. Roorda, van
West-Terschelling; E. Klinkert, van
J. H. Verhaag, van] Amster
W. A. G. Kruijff, alhier en H.
Thai Larsen alhier.
Voor de houtverzameling ontving
bet Museum dezer dagen belangrijke
Dij dragen. Door de Steenkolen-Maat
schappij Oost-Borneo te Amsterdam,
iverd namelijk een kolossaal stuk
ivortelhout, haar door den Sultan van
Koetei ten geschenke aangeboden,
het Museum afgestaan. Dit wor
(van Kajoe Bengeris) schijnt
groote afmetingen voor te komen,
minste het ontvangen monster is
10 cM. dikke plank van 2 M.
cM. en 1 M. 70 cM. hoog ruw
den stam of zij platen daarvan
Het gewicht van deze plank
wordt berekend op 500600 K. G.
Volgens mededeeling van de boven
genoemde Maatschappij wordt deze
houtsoort door de inboorlingen tot
het maken van prauwen aangewend.
De fraaie teekening van het hout
overeen met clie van het zeld
echte wortelhout van Pterocar-
saxatilis dat echter nooit in zulke
afmetingen gevonden wordt.
fraaie stukken van deze laatste
werden door de Moluksche
aan onze ver
zameling afgestaan, evenals een groot
stuk ebbenhout, ijzerhout, lassiehout
en een flink monster lingoahout van
Pterocarpus indicus.
Dit hout, ook nog bekend als ang-
sauahout, wordt in Britsch-Indië an-
daman redwood of padouk genoemd
het is een uitmuntend bouwmateriaal,
hard en taai van structuur, laat zich
fraai bewerken eu is in alle opzich
ten gelijk te stellen met het Britsch
Indische teakhout. Buitendien levert
het een uitstekend materiaal voor
geweerkolven en wordt het voor dit
doeleinde sedert 1873 van Birma naar
Madras uitgevoerd. Goed toebereid
padoekhout is geheel ongevoelig voor
wisseling van temperatuur en vocht,
en komt dan ook sedert de groote
Koloniale en Indische Tentoonstel
ling te Londen in 1885, geregeld op
de Engelsche markt. In 1892 was de
prijs die daarvoor te Londen betaald
werd ongeveer £710 p. ton, terwijl
blokken padouk in Calcutta 67 K. p.
ton en planken 76 K. p. ton op
brachten. Deze boomsoort is ook in
onze Koloniën zeer algemeen ver
spreid in de vlakten en lagere berg
streken.
Ook voor de tabakverzameling
werd een belangrijke bijdrage ontvan
gen. De Heer P. Brusse te Amster
dam zond een zeer volledige collectie
bladeren afkomstig van Deli, Lang-
kat, Serdang, Asahan, Britsch Noord-
Borneo, Soerakarta en Bezoeki, te sa
men 15 monsters welke thans in
het Museum zijn tentoongesteld.
Chrispijns gezelschap gaf gisteren
avond in onzen Schouwburg het
drama „Jeugd" van Max Hal be, dat
door den heer C. F. van der Horst
in het liederlandsch is overgebracht.
Dit stuk is er een van de nieuwste
richting in de tooneelliteratuur en
heeft dan ook het onbevredigende en
zwaarmoedige, dat zoo vaals: en terecht
aan de producten der jongere schrij
vers wordt verweten. Toch is het een
stuk met vrij wat dramatische kracht.
Wat den opzet betreft, doet het den
ken aan Ibsen bijna geen intrigues,
weinig personen, hoogst eenvoudige
omgeving en hetgansche verloop voor
gesteld in enkele dagen.
Tot het goed spelen van dergelijke
stukken zijn uit den aard der zaak
goede acteurs noodig. Zoodra de too-
neelspeier noch in krasse effecten,
noch in schitterende décors steun kan
vinden, is hij geheel aan eigen krach
ten overgelaten en heeft de beste
gelegenheid om te toonen of hij talent
heeft.
De heer Schwab (Gregoor) heeft
daarvan opnieuw de blijken gege
ven. Met blijkbare zorg heeft hij de
rol bestudeerd. Mej. van der Lugt
(Anna) mag een woord van lof mede
niet worden onthouden. Zij weet dik
wijls zeer goed te zeggen en beweegt
zich gemakkelijk, hoewel hare hou
ding (met opgetrokken schouders)
somtijds niet mooi is.
De heeren Chrispijn en Wester ho
ven (Hans en Hoppe) sloten zich wat
hun spel betreft, waardig bij de twee
;enoemden aan.
Het was in den schouwburg zeer
leeg, wat ons voor de spelers leed
deed. Niet gebrek aan waardeering
mag daaruit worden geconstateerd
maar wel dat dit gezelschap wellicht
wat al te vaak naar Haarlem komt.
Trop de perdrix wanneer de heer
Chrispijn door niet zoo dikwijls te
komen, de vruchten wat hooger hangt,
zal het publiek er allicht gretiger naar
grijpen.
Provinciale Staten van Noord-Holland.
Zitting van Vrijdag 10 Nov. 's ■na
middags half een.
Toegestaan worden de navolgende
subsittiën
ƒ300 jaarlijks voor 3 jaar aan de
Vormschool van bewaarschool-onder
wijzeressen te Amsterdam ƒ300 voor
één jaar aan de afd. Haarlem van de
Holl. Maats, van Landbouw 1000
jaarlijks voor 3 jaar aan de vereeni-
ging Hollands Noorderkwartier tot
aanstelling en bezoldiging van een
zuivelconsulen t.
Afgewezen werd een verzoek om
subsidie van de Prinses Wllhelmina-
school te Oudeschiid op Texel.
Goedgekeurd werd eene eerste sup-
pletoire begrooting dienst 1894 voor
het gesticht Meerenberg (zie hierne
vens het uittreksel uit het praead-
vies der Comm. van rapporteurs; even
zoo de voordracht tot overbrenging
van een renteloos voorschot van de
Noordholl. Tramweg Maats, ten name
van de Tweede Noordholl. Tramweg-
Maats. evenzoo het voorstel van Ged.
Staten om over te gaan tot eene her
druk van het werk van Mr. G. de
Vries Azn. de Waterschappen en Zee
weringen in Noordholland.
Goedgekeurd werden voorstellen tot
goedkeuring van afkoop van bebouw
de gronden, tot dusver behoorende
tot den Zuiderpolder en tot den Bin-
nendijkschen Buitenveldschen polder
en tot slotte de adhaesie der verga
dering verleend aan de wijzigingen in
enkele huishoudelijke polderregle
menten.
Hierna werd de najaarszitting van
Prov. Staten gesloten.
Onder leiding van den heer K. F.
van Maas Jr. alhier gaf de muziek-
vereeniging„Muzikale Vriendenkring"
Donderdagavond in de groote zaal
van „De Kroon" eene uitvoering voor
leden en genoodigden. Ook dit concert
gaf weer het bewijs, dat deze vereeni-
ging als dilettanten-vereeniging een
goede hoogte heeft bereiktook kwam
het ons voor, dat het orkest in ge
talsterkte is vooruitgegaan.
In de meeste stukken was het en
semble zeer goed, vooral in de num
mers voor strijkquintet. Op het pro
gramma kwamen eenige solo-num
mers voor, waaronder een voor vio
loncel, dat goed voldeed en een voor
viool. De solist voor viool wist uit
zijn instrument een warmen toon te
ontlokken, en behalve dat een paar
maal eenige krassende tonen werden
ten gehoore gebrachtkan slechts
met lof van zijn spel worden gespro
ken. Mejuflr. v. Maas leverde bij de
verschillende nummers een zeer be
vredigend accompagnement op de
piano.
Voor het zijvenster van ons bureau
is ter bezichtiging gelegd een brief
kaart, die door de fransche regeering
is uitgegeven bij gelegenheid van het
bezoek der Russen.
Aan de eene zijde prijkt het portret
van den Czaar, aan den anderen kant
eene gravure voorstellende het rus-
sisch eskader. Reeds nu worden deze
briefkaarten duur betaald.
Donderdagmiddag te vier uur (te
laat om nog in ons vorig nummer
te vermelden) was onze redactie uit-
genoodigd de prijzen van de loterij
voor „Weldadigheid naar Vermogen",
op de bovenzaal van het Nutsge-
bouw te komen bezichtigen.
Door de Presidente der commissie,
mevrouw Rethaan Macaré, werd ons
op een en ander traais gewezen. De
tentoonstelling is zeer uitgebreid en
gelijkt een bazar. Men vindt er keu
rige schilderijen, aquarellen en teeke-
ningen, een rijke schat van dames-
handwerken, talrijke voorwerpen van
luxe, ja zelfs allerlei dranken in
flessehen en eetwaren in pussen. Er
zijn in het geheel niet minder dan
1298 prijzen. De zaal kan dan ook
slechts ternauwernood dit alles be
vatten.
Zooals in clit blad is aangekondigd,
is de tentoonstelling tegen een klei
nen entreeprijs te bezichtigen. Heden
(Vrijdag) voor f 0.25, morgen en Zon
dag voor tien cents. Gaarne recom-
mandeeren wij een bezoek aan deze
expositie, niet enkel omdat de op
brengst der entreegelden aan W.
naar V. ten goede komt, maar ook
omdat zij inderdaad een kijkje waard is.
Aan een der wanden is, zeer en
vue, opgehangen een zeer mooi en
gaaf tijgervel, dat te koop is voor de
som van tweehonderd gulden. Slaagt
de Oommissie erin, deze huid voor
dien prijs te verkoopen, dan zal de
eigenaar een vierde van het bedrag
in de kas van W. naar V. storten.
Het damescomité voor de verlo
ting bestaat uitMevrouw Jhr. Mr.
A. J. Rethaan Macaré, presidente;
mevr. Haitsma Muiier, secretarisse
mevr. Del Court van Krimpen, pen-
ningm.-secretmevr. De Clercq
Berkhout; freule Schorer en mej,
Copes van Hasselt.
Loten zijn a 1 in de zaal verkrijg
baar.
Het vonnis van den haarlemschen
kantonrechter in de zaak van de zes
bestuursleden der Sociëteit „de Kroon"
die terecht stonden wegens overtre
ding der politieverordening, berustte
o. a. op de volgende overwegingen
o., dat door den eersten beklaagde
ter terechtzitting A. is verklaard,
dat hij lid is van het bestuur der
Sociëteit „de Kroon" te Haarlem, en
als zoodanig met zijne medebeklaag-
den, die medeleden zijn van dat be
stuur, op 12 Augustus 11., des na
middags te 8 uren, in een der loka
len dier Sociëteit een feest of verma
kelijkheid, bestaande in eene uitvoe
ring van het specialiteiten-gezelschap
van den heer Frits van Haarlem, heeft
doen geven, waartoe tegen betaling,
behalve aan de leden, slechts is toe
gang verleend aan geïntroduceerden,
en waarbij niet onderscheiden werd
tusschen inwoners van Haarlem of
omwonenden van Haarlem, gelijk
zulks bij het reglement der Sociëteit
was toegestaan, welk reglement was
gewijzigd in de algemeene. vergadering
van 11 Augustus 1893;
dat voor de bedoelde uitvoering de
vergunning van den burgemeester niet
was verkregen, daar die ook niet was
gevraagd, aangezien zij naaf het oor
deel van het bestuur niet werd ver-
eischt
o., dat ieder der andere beklaagden
ter terechtzitting eene verklaring heeft
afgelegd, volkomen eens luidend aan
die van den eersten beklaagde
o., dat door de volgende getuigen
is verklaard
lo. door W. J., in overeenstemming
met het voorgelezen, door hem opge
maakt, ambtseedig proces-verbaal, dat
hij op 12 Augustus 11., des middags
te ongeveer 12 uur, zich heeft bege
ven naar de Sociëteit „de Kroon" te
Haarlem en aldaar eene plaats heeft
besproken voor 1 de uitvoering, die
dien avond in die Sociëteit zou wor
den gehouden, dat hij voor het be
spreken 10 cents heeft betaalddat
hij daarop des avonds te 7% uur zich
heeft begeven naar de bedoelde Socië
teit, alwaar hij in de koffiekamer, op
vertoon van het bewijs zijner bespro
ken plaats, en nadat hem naar zijn
naam was gevraagd en of hij Haar-
M M TL
Naar het engelsch
van
FLORENCE WARDEN.
55)
HOOFDSTUK XXII.
„Het is nu onmogelijk. Mijne dochters hebben een gast."
„Wie?" vroeg Dick kortaf.
„Mijnheer Alfred Fitzjocelyn," antwoordde mevrouw Hoad-
Blean, verheugd, dat zij hem door deze mededeeling pijnlijk
kon treffen.
Tot hare verwondering barstte Dick, die zeer uitgeput was
door het langdurig en opwindend gesprek, na een dag. van
voor hem groote, lichamelijke inspanning, in lachen uit. ITij
leunde tesren den wand tot hij weer was bedaard en begaf
zich v.ervolgens naar de voordeur.
Pamela had echter zijne stem gehoord en zij wierp de
kamerdeur open, juist toen hij waggelend zich nit huis wilde
verwijderen.
„O Dick Dick!" riep zij jammerend nit toen zij zag,
hoe spookachtig bleek hij zag en hoe onvast hij liep.
Hij bleef onmiddellijk staan. Met eene hand tegen den
muur leunende, terwijl hij met de andere haar wenkte om
niet naderbij te treden, vroeg hij kortaf:
„Gij gelooft wat er van mij verteld wordt? Gij weet wat
ik bedoel. Gij gelooft het natuurlijk, anders had ik n niet
een briefje van een anderen jongen man zien aannemen."
„O Djck!" was alles wat Pamela zeide, terwijl zij diepbe
droefd hare handen samenvouwde en door hare tranen heen
naar zijn bleek gelaat keek.
Hij drong evenwel aan en verhief toornig zijne stem
„Gelooft gij het?"
„O, ik weet het niet, ik weet het niet. En ik bekommer
er mij niets om Dick!"
Overstelpt door angst voor hem, door schaamte over die
afschuwelijke geschiedenis, door twijfel en teederheid, be
dekte Pamela het gelaat met beide handen. Zelfs mevrouw
Hoad-Blean, die onopgemerkt meer op den achtergrond was
blijven staan, was getroffen door de ontroering van hare
dochter zoowel als die van Dick. Zij bemerkte, dat, terwijl
zij de oogen bedekt hield, hij zijne handen te'eder naar haar
uitstrekte.
„Luister Pamela," zeide hij ten laatst^, zoo zacht fluiste
rend, dat zij hem nauwelijks kon verstaan „het is niet
waar geen woord er van! Gelooft gij mij?"
„Ja."
„Geef mij dan eefi kns als gij wilt."
Deze uitnoodiging werd onmiddellijk aangenomen.
Mevrouw Hoad-Blean, die niet tusschenbeide durfde komen
zij had met den een reeds moeite genoeg gehad, en zou
het dus tegen hen beiden moeten afleggen verdween. Zij
hadden nog maar een paar woorden gewisseld, toen de deur
van de zitkamer werd geopend en Alfred, na afscheid te
hebben genomen, vermoedende, dat er in de gang iets bizon-
ders voorviel, te voorschijn kwam.-
„O," riep Alfred droogjes uit, „zijt gij weer beter mijnheer
St. Rhadegund?"
„Niet geheel en al," antwoordde Dick, wiens uiterlijk deze
woorden geheel bevestigde, „ik ben vandaag voor het eerst
buiten. Buiten staat de dogcart van mijnheer Finch op mij
te wachten en ik kan zelf niet sturen. Wilt gij mij een eindje
vergezellen?"
Zijne stem, kalm als gewoonlijk, klonk zoo gebiedend, dat
Alfred, na hem een oogenblik verbaasd te hebben aange
staard, in zijn verzoek toestemde.
Pamela drukte hen beiden bescheiden de hand en liet hen
uit; zij zag vervolgens hoe Finch, die Dick waarschuwde,
dat hij te veel van zijne krachten vorderde, zijne plaats in
het rijtuig aan Alfred afstond.
„Ik moet u waarschuwen," zeide Dick, toen zij een oogen
blik hadden gereden in de door hem aangegeven richting,
„dat ik u een zeer onaangenaam bezoek zal laten afleggen."
Alfred ontstelde, en het was duidelijk, dat hij de waar
heid eenigszins begon te beseften.
„Wat bedoelt gij? Wat hebt gij er mee te maken Daarna
voegde hij er bij, terwijl hij plotseling de teugels introk,