NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
e Dynamletmannen van Parijs.
lie Jaargang:
Vrijdag 24 November 1893,
No. 3190C.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADYERTENTIËN:
Inkomstenbelasting.
Zaterdagavontammer.
j. c.
STADSNIEUWS.
„ZANG EN VRIENDSCHAP".
Arrondissements-Reclitlmnk
L tz.UlL.i_ET O NL
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden f 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37|.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicilé Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSwcc.,* Parijs Blbis Faubourg Montmartre.
van liet Geïllustreerd Zondagsblad bevat behalve
het vervolg op den roman van Rider Haggard,
getiteld: Het Testament van Mr. Meeson, we
derom tal van belangwekkende illustratiën en
boeienden tekst, als
Verontwaardigd voorbijganger (met illustratie).
Japansche messenwerpers (met illlustratie).
Verlaten (illustratie). Garacalla's intocht in Alexandrië (met illus
tratie). De Kaffers in Delagoa-baai (met illustratie). De inbreker.
Pleiziertochtjes in Kaapland (met illustratie), De nieuwste smaak.
Mooie namen. Twee zielen maar geen gedachte (met illustratie).
Tien regelen van Jefferson. Bekende woorden van beroemde mannen.
Verkeerd beoordeeld (met illustratie). De macht, der mode (met il
lustratie). Hoe het woord intendant in de wereld komt. Weer wat
nieuws.
Voorts Anecdoten.De Prijswinnaar van Raadsel LXVI.Nieuw
prijsraadsel LXXIII. Oplossing Prijsraadsel LXIX.
DE UITGEVER.
Zooals onzen lezers bekend is, had
de heer M. O. de Kanter ter elfder
ure in den Raad een aantal amende
menten ingediend op de redactie van
het beschrijvingsbiljet der nieuwe
belastingverordening naar het inko
men. Toen de Raad de vorige week
enkele dier amendementen had be
handeld, begon het hem te duizelen
en werden de amendementen gedrukt
en in handen gesteld van de Com
missie van financiën om advies.
Deze Commissie heeft ze nu alle
overgenomen en er bestaat dus kans,
dat Vrijdag wanneer de behandeling
zal worden voortgezet, geen noemens
waardig debat meer noodig wezen en
eindelijk de eindstemming over het
geheele ontwerp volgen zal. Het wordt
inderdaad hoog tijd en door allen die
daarbij annex zijn zal wel de grootste
spoed moeten worden betracht, wan
neer men den eersten Januari 1894 als
datum van invoering der nieuwe be
lasting wil handhaven.
Oüdergcfeekemd© verzoekt beleefd
•om SPOEBIWE toezemding van Adver
tentiën, welk© men in het ©erstvol
gond Kalcrdagavoudituuimer wenscht
te hebben geplaatst.
Met het oog op den drukken tijd,
kan bij late inzending voor opname
niet worden ingestaan.
De Directeur- Uitgever
Haarlem23 Nov. 1893.
Graaf von Rantzan, de duitsche
gezant in onze residentie, heeft heden
hier ter stede eenigen tijd vertoefd,
en zou hedenavond 7 uur met drie
heeren van zijn gevolg in de restau
ratie van het station alhier dineeren.
Van wege het Ministerie van Wa
terstaat, Handel en Nijverheid werd
heden aan het gebouw van het Pro
vinciaal bestuur alhier aanbesteed
Het driejarig onderhoud derKeul-
•sche vaart in de provincie Noord-
Holland.
Raming 3100 per jaar.
Van de 6 ingekomen inschrijvings
biljetten was dat van den heer C. Bos
te Haar emmermeer het laagst voor
ƒ3284 per jaar.
Als opbrengst der onlangs gehou
den loterij, is door het Damescomité
in de kas der vereeniging „Weldadig
heid naar Vermogen" gestort 2235.
KONINKL. LIEDERTAFEL
Bij het vele goede dat, betreffende
het muzikale leven in onze stad, se
dert den aanvang van het nieuwe
concertsaisoen reeds viel aan te tee
kenen, sloot zich op meer dan waar
dige wijze aan het concert door de
Koninkl. Liedertafel „Zang en Vriend
schap op Woensdag 1.1. in de groote
zaal der „Vereeniging" gegeven.
Voor dit concert was een program
ma samengesteld, behelzende, wat het
aandeel van het koor betreft, niet
minder dan vier groote nummers,
n. m. Des Heeren Huis van Boers,
Hymne aan den Vre le en Gerechtig
heid van Hol en Es muss doch Fr'uh-
Ung werden van Bram bach. Behalve
deze belangrijke werken, werden nog
door hst koor ten gehoore gebracht
Wiegelied van Brahms en Spinn
Spinn! van Hugo Jiingst. De beide
laatstgenoemde werkjes bleken het
meest met den smaak van het publiek
overeen te komen het eerste althans
moest op aanhoudend verlangen wor
den herhaald. Het mag dan ook ge
zegd worden, dat beide liederen on
berispelijk werden voorgedragen en
dat het zijn eigenaardig genot oplevert,
een groot koor met een klankgehalte
als „Zang en Vriendschap" beschikt,
zulke eenvoudige melodiën door even
evenvoudige harmoniën gedragen, te
hooren zingen op zoo zeldzaam schoone
wijze als hier geschiedde.
Toch sluit, zooals voor de hand
ligt, de goede uitvoering van werken
als de vier eerstgenoemde voor het
koor grootere verdiensten in. Het is mij
daarom een genoegen te kunnen mel
den, dat ook op de vertolking der groo
tere koren zeer weinig viel af te dingen.
Het allerbest slaagden, naar mijne
meening, Des Heeren Huis en\Gerecli-
tigheid. In deze werken waren niet
enkel de talrijke moeilijkheden ge
heel en al overwonnen, maar ook met
betrekking tot textuitspraak, adelen
warmte van klank, nuanceering en
opvatting staan deze nummers voor
mij het hoogst. De veeleischende
Hymne aan den Vrede kon mij, on
danks het vele verdienstelijke in de
uityoering, niet geheel voldoen. Ge
deeltelijk schrijf ik dit toe aan de
compositie, die mij te gemaakt en te
overladen voorkomt; voor het overige
mag niet ontkend worden dat de te
noren hier een zwaren kamp hadden
te voeren tegen de voortdurende, af
mattende toonhoogte, waardoor de
voortgebrachte toon iets overspannens
kreeg en ook de textwoorden fniet
volkomen tot hun recht konden ko
men.
Het ffissche en kleurige Es muss
doch FrvMing loerden van Brambach
besloot op zeer waardige wijze het
geheel. Het werd met gloed en be
schaafd voorgedragenook het solo
kwartet, waarmede het kwartetOn
der Onsbelast was, droeg er veel toe
bij om aan het geheel relief bij te zetten.
De Koninkl. Liedertafel heeft met
dit laatste concert haar reputatie
schitterend gehandhaafd. Eere daar
voor aan den ijver der koorleden en
aan het talent van den directeur, den
heer Robert.
Als solisten werkten bij deze uit
voering medeonze stadgenoote mej.
Jeanne Landré en de heer H. v.
Breemen, pianist te 's-Gravenhage,
terwijl de heer L. Schlegel zich met
de pianobegeleiding had belast.
Mej. Landré droeg een zestal lie
deren voor, waaronder eene compo
sitie van den heer W. Landré, een
verdienstelijk geschreven lied in den
geest van Jensen, getiteldAus deinen
Aug en. Hare voordrachten beantwoord
den meerendeels aan hetgeen wij van
deze talentvolle zangeres gexvoon zijn.
Alleen in Schubert's Gretchen am
Spinnrade had ik wat breeder klank
ontwikkeling gewenscht. Daartegen
over staat echter de uitnemende ver
tolking van La Séguêdilla uit Bizet's
Carmenwelk nummer een hoogen
dunk gaf van wat mej. Landré ook
in dit genre vermag te geven. Op
verlangen van het publiek werd het
door de zangeres herhaald.
De heer H. v. Breemen, die reeds
voor eenige jaren hier ter stede zich
deed hooren, trad thans voor ons als
een jeugdig kunstenaar, wiens natuur
lij k talent zich onder zorgvuldige
leiding gelukkig heeft ontwikkeld.
Zijn technische vaardigheid is tot een
goede hoogte opgevoerd en dit, ge
voegd bij de muzikale gaven die hem
geschonken zijn, maken het tot een
genot naar zijn spel te luisteren. In
het eerste deel trad hij op met Fan
tasie van Chopin, waarmede hij al
aanstonds een goeden indruk teweeg
bracht door zijn bezielden, zangerigen
toon, juiste phraseering en duidelijk
heid in de dikwerf zeer ingewikkelde
toonfiguren. De numme.s welke hij
in het tweede deel ten gehoore bracht,
bezorgden hem nog meer en even
welverdiend succès. Het waren
Allegro nit op. 1 van L. Schlegel,
Romanze van Rubinstein en Toccata
de Concert van A. Dupont. In dit
laatste werkje gaf hij een welgeslaagd
proefje zijner meer dan gewone be
hendigheid, waaraan nochthans het
muzikale der voordracht niet werd
opgeofferd.
Ook hem noopte het aanhoudend
applaus tot een toegiftje.
Zoo behoort ook „Zang en Vriend-
schap's" eerste concert weer tot het
verleden. Moge de liedertafel bij haar
volgende concerten even gelukkig zijn
als bij dit laatste
PHILIP LOOTS.
Zitting van Donderdag 23 Nov.
Hedenmorgen stond zekere Johan
na Melieste, eene vrouw van 56jaar,
voor de rechtbank, beklaagd van
diefstal van een paar stukken on
dergoed bij twee personen in de
Haarlemmermeer.
De waarde van die goederen was
inderdaad heel gering. De vrouw ver
klaarde, dat ze al Jang van plaats
tot plaats gezworven had en niets
meer dan een cent en eenige lucifers
doosjes bezat, zoodat ze ten einde een
onderdak te krijgen, de twee klee-
dingstukken had weggenomen zoo
dat de menschen het moesten zien.
Dat een vrouw van dezen leeftijd
steelt om maar een onderkomen te
krijgen, is oppervlakkig bekeken een
feit, waar gevoelige zielen de tranen
van in de oogen zouden krijgen. De
zaak krijgt wel een eenigszins ander
aanzien, wanneer men hoort welk
verleden deze vrouw achter zich heeft.
Nadat zij aanvankelijk aan den bur
gemeester van Haarlemmermeer had
opgegeven dat zij nog nimmer ver
oordeeld was geworden, legde zij te
genover deze subs. off'. ,v. just, den
heer Mr. v. Outeren, de bekentenis
af reeds zoo vaak veroordeeld
te zijn, dat ze zelf niet wist hoe vaak
wel. Mr. Van Outeren heeft het toen
onderzocht en van Z.E.A. heeft be
klaagde kunnen hooren dat ze was ver
oordeeld Den 2den Nov. 1886 door
de Rechtbank te Amsterdam, tot 9
maanden gevangenisstraf, 9uSept. 1890
tot 1 jaar en 24 Februari 1891 tot 1 jaar;
door de Rechtbank te Haarlem den 10
April en 4 Sept. 1877 en den 27 Dec.
1878 en door die te Rotterdam 10
Nov. 1887 en 10 Juli 1888 resp. tot
straffen van een maand, drie maan-,
den, een halfjaar, zes maanden
anderhalf jaar, negen maanden en
een jaar.
Zoodat deze vrouw sinds 1877 niet
minder dan 7 jaar en 4 maanden in
de gevangenis heeft doorgebracht en
dat wel altijd wegens diefstal.
De subs. off. van just, eischt hare
veroordeeling voor den nu beganen
diefstal, tot gevangenisstraf ^an een
jaar.
De ambtshalve toegevoegde verde
diger, Mr. C. G. von Reeken, betoogde
dat de noodzakelijke voorwaarde voor
het constateeren van diefstal dat wil
zeggen: het voornemen om zich het
genomene wederrechtelijk toe te eige
nen, niet was gebleken. De vrouw
had de stukken goed alleen wegge
nomen om onder dak te komen, niet
om zich te verrijken. Overigens beval
HOOFDSTUK I.
De drie vrienden.
„Ik herken je gewone scherpzinnigheid niet," zei Loup
Garou minachtend. „Er ontbrak nog maar aan, dat je naar
de politie waart geloopen om daar aangifte te doen dat je
bestolen waart."
„Wie kon denken dat de schurk valsch speelde?" vroeg
Charpentier en zijn stem beefde van drift bij de herinnering
aan de wijze waarop hij bestolen was. Het was merkwaardig
om te zien, hoe deze man die zelf bij de politie een lang
zondenregister had, zich boos maakte op een anderen schelm,
die wat slimmer was geweest dan hij.
Op dit oogenblik bracht een bediende eenige dampende
schotels binnen met nog een paar flesschen wijn en ging,
toen hij een en ander op de tafel had gezet, dadelijk weer
heen. Ais een wild dier viel Charpentier op de schotels aan
en verslond groote- stukken vleesch met zulk een honger,
dat zelfs de onbewogen Loup Garou hem met medelijden
aankeek.
„Drommels," zei hij, „ik kwam nog juist bijtijds, zie ik. Je
gelukkig gesternte heeft je mij doen ontmoeten, vriend. Ga
iij je gang maar. Eet maar zooveel als je lust. Straks zullen
we wel eens praten. Ik heb je veel te zeggen."
Charpentier hield even op en staarde den ander strak aan.
„Dat wil zeggen dat je mij noodig hebt
„Natuurlijk."
„Waarom natuurlijk
„Zou je denken, dat ik je anders zoo'n vorstelijk onthaal
zou hebben laten voorzetten?"
„Ah ja," zei Charpentier langzaam en den blik weer van
de koude, grijze oogen van zijn makker afwendende, ging
hij, maar nu wat minder gulzig, met eten voort.
Loup Garou keek voor zich en blies de rook van een groote
sigaar in kringetjes voor zich uit. Het was een man met
regelmatige trekken, die zich zelden of nooit bewogen. Vooral
sprak de wreedheid uit zijne oogen, die altijd strak en kalm
en onbewogen waren, maar die den opmerkzamen toeschou
wer onwillekeurig deden huiveren.
„Nu zul je wel willen weten waarom ik hier terug ben,"
zei hij tot Charpentier. „Mon cher, mijn geluk heeft mij ook
nu weer niet in de steek gelaten. Zooals je weet was ik be
trokken in die zaak van de valsche munterij en ik begreep
wel, dat de rechtbank weer zou denken dat ik er de hand
in had gehad. Ik ging dus naar Londen en daar hoorde ik
dat Toto juist een uur nadat ik was weggegaan, door de
politie hier was geknipt. Er was van de fabricage nogal een
aardige duit overgeschoten en zoo kleedde ik mij netjes aan
en ging als vreemdeling, met een Baedeker onder den arm,
de steden in Engeland bekijken, die heel aardig zijn, maar
zulke rare namen hebben dat geen mensch ze uitspreken of
onthouden kan. Toen dat een dag of wat geduurd had, be
gon het me te vervelen en schreef ik naar een van de kame
raden te Parijs om nieuws. Na een week kreeg ik ten ant
woord, dat ik gerust terug kon komen. Toto was door ge
brek aan bewijs weer losgelaten. Er was dus ook voor mij
geen gevaar meer."
Charpentier legde nu eindelijk zijn vork en mes neer en
dronk gulzig eenige glazen wijn achter elkander uit. Daarop
strekte hij de hand uit naar een sigaar die Loup Garou hem
toewierp en begon, met de voeten op tafel, behagelijk te
rooken, zoodat weldra de twee elkander door de dikke rook
wolken niet meer konden zien.
„Ik ben onvoorzichtig geweest door te spelen," zei hg
eindelijk, „ik zal het niet ontkennen, maar jij bent toch ook
wel wat lichtvaardig teruggekomen, Loup Garou
„Hoe zoo
,,'tKon wel een valstrik wezen."
„Van wien?" zei Loup Garou, kalm zijne koude oogen op
hem richtende.
„Van den man die jou den brief schreef."
„Oumogelijk, het was Fifi die heult niet met de politie
en bovendien heb ik Toto alweer ontmoet. Hij is werkelijk