BINNENLAND.
Rechtszaken.
Wedstrijden.
Politiek 0verziekt.
'pleiter de beklaagde ia de clementie
van de Rechtbank aan.
Men meldt ons uit Zandvoort dd.
22 November.
In de heden gehouden openbare
raadsvergadering, waarin alle leden
tegenwoordig waren, werd de begroo
ting over iS94 aangeboden. Daarna
bracht de commissie tot het nazien
der rekening bij monde van den heer
Draijer verslag uit, waarna de reke
ning over 1892, na eene wijziging
voorloopig vastgesteld werd in ont
vangst tot een bedrag van 23945.66
en in uitgaaf tot een bedrag van
23914.21V2 batig saldo 31.44^. Het.
kohier van den houfdelijken omslag-
voor den dienst 1893 werd, na eenige
wijzigingen, vastgesteld tot een bedrag
van ongeveer 4900. Tot onderwijzer
met hoofdacte bij het openbaar lager
onderwijs werd benoemd de heer R.
Nolen te Bloemendaal.
Met den benoemde stonden op de
voordracht de heeren R. Koopmans
te Juthaas en H. G. A. Verhaart te
Weh.1. Na vaststelling van een staat
van af- en overschrijving en mede-
deeling van eene aanvrage tot aan
koop van eenigen gemeentegrond werd
een ingekomen voorstel van den heer
Draijer, om het Burgerlijk Armbe
stuur op te heffen, gesteld in handen
van Burgemeester en Wethouders om
praeadvies. Op een request van den
üeer T. Sanders te Amsterdam om
subsidie voor het weder in exploitatie
brengen van de tramway van het
station Zandvoort-Bad naar Oud-
'Zandvoort werd, na breedvoerige be
raadslaging, in principe aangenomen
subsidie te geven. Het bedrag daar
van zal nader worden vastgesteld.
Nadat besloten was eene geldleening
aan te gaan, groot 2000 werd de
vergadering gesloten.
De toestand van het Twee
de Kamerlid, mr. Keuehenius, is
achteruitgaande. De krachten van den
patiënt verminderen.
De flesschentrekker De Di
kes, die voor eenige dagen aangehou
den is, was voor een dag naar Den
Haag overgekomen. Geruimen tijd
hielcl hij zich reeds schuil in Amster
dam, waar evenals vroeger te 's-Gra-
venhage verschillende winkeliers dupe
werden van zijne kwade practijken.
Alles was naar Demkes'gading, doch
in den laatsten tijd scheen hij een
zekere voorliefde voor rijwielen te
hebben gekregen. Hij ging daartoe
naar een magazijn, verlangde een rij
wiel te probeeren alvorens het te koo-
pen en weg was het rijwiel.
Demkes is ter beschikking van den
officier te Amsterdam gesteld.
Iets uit den gemeenteraad
van Naarden. De heer Van Rhijn
De steenen, die benoodigd zijn ge
weest, zijn gekocht door den wethou
der en niet door den opzichter.
De heer König (Weth.): Geloof je
mij dan niet Ik heb ze niet
kocht, dat wordt aan den opzichter
overgelaten."
De heer Van Rhijn: Dat is niet
waar. Den opzichter wordt alles
•uit de hand genomen.
De heer König: Dat noem ik on-
beschoft, dat je mij niet gelooft. Dat
is vrij onbeschoft van je.
De heer Van RhijnLaat den op
zichter ontbieden of laat dien hier
spreken, dan kunt ge hooren of ik
waarheid zeg.
De Voorzitter: Als er iets noodig
is dan wordt dit altijd aangeschaft
en wordt de opzichter daarmede be
last.
De heer Van RhijnDe gemeente
móet sieehen in voorraad hebben. De
manier van handelen, zooals nu plaats
heeft, is zeer duur.
De Voorzitter wil tot een ander
punt overgaan, doch de heer Van
Rhijn is daarmede niet tevreden.
De heer König heeft mij onbeschoft
genoemd, zegt de heer Van Rhijn,
daarmee neem ik geen genoegen.
Want onze reporter zit er ook bij en
die neemt alles woordelijk op, zoodat
men overmorgen in de courant kan
lezen van die zeurkousenfamilie en
onbeschoft en als ik dan in Hilver
sum of in Weesp kom, vragen zij
Ben jij die onbeschofte kerel Laat
de opzichter hier komen, dan zal
men kunnen hooren of ik leugens
spreek.
De voorzitter: Ja, dat moet men
er dan maar op wagen, daar ps niets
aan te doen.
De opzichter wordt echter niet ont
boden.
Als bewijs, dat nog niet
allen aan de waarde van bank- en
muntbiljetten gelooven, diene, dat
dezer dagen door een ouden land
bouwer te Vuren bijGorinchem eene
vette koe verkocht werd aan een sla
ger te Her wijnen. De kooper betaalde
met bank- en muntbiljetten, maar dit
werd door den verkooper geweigerd,
„om rede hij die pampiere klungels
niet vertrouwde". Hij moest riksdaol-
ders hebben.
Te Hengeloo is Dinsdag
de boerderij van Welmers afgebrand.
Het vee is gered. E<m en ander was
gedeeltelijk verzekerd.
Zekere Fritz Tölle uit
Duitschland, zou Dinsdagavond in een
koffiehuis te Oldenzaal eene verloting
van schilderijen, horloges en vreemde
vogels houden, nadat hij sedert
weken in de omstreken werkzaam
was geweest om loten te verkoopen.
sn hem ook goed gelukt was.
(ieder lot kostte 60 cent). Toen nu
Dinsdagavond verscheidene belang
stellenden derwaarts gingen om te
vernemen of hun nommer met een
prijs was uitgeloot, werd hun verteld
dat de man met zijne prijzen reeds
verdwenen was. Nog kort te voren
had hij door de stadsomroeper de
verloting laten aankondigen.
Te Berge li- Op-Zoom is de
oudstrijder van 1830/31, H. Lint. dra
ger van het Metalen Kruis, in den
ouderdom van 86 jaren overleden.
Jochem Pleket, zeerbekend
bij politie en justitie, werd j.l. Vrij
dag uit de strafgevangenis te Assen
ontslagen en bevond zich Zaterdag
weer te Meppel. Te Assen was hij
vooraf door de daar bestaande af-
deeling der Vereeniging tot zedelijke
verbetering van gevangenen voorzien
van boven- en onderkleeding en eenig
geld. Te Meppel maakte hij zich nog
dienzelfden dag weer schuldig aan
diefstal van eene jaaglijn van een
vaartuig, ter zake waarvan hij door
de politie werd gearresteerd. Na zich
den geheelen nacht in het arrestan
tenlokaal als een krankzinnige te
hebben aangesteld en daar eenige
toevallen te hebben gehad, werd hij te
gen den morgen kalmer, en wist, na
dat de nachtpoli tie het lokaal had
verlaten, de gegrendelde celdeur stuk
te maken, en daarna daar ook de
buitendeur gesloten was op on
verklaarbare wijze en zonder iets te
beschadigen, door het tuimelraam
boven de deur te ontvluchten. Het
is tot heden niet gelukt hem weder
te vinden.
deze opkomst voor het doel wel wat
klein bleek te zijn.
Zooveel mogelijk van de beschik
bare ruimte gebruik makende, was
er toch, naar de Arnli. Ct. meedeelt,!
nog gelegenheid een aantal tafeltjes1
zóó te plaatsen, dat een drie-en-twin-
tig-tal schaakliefhebbers gezeten ach
ter even zooveel borden, daaraan
plaats vondende overigen verge
noegden zich met als aandachtige
toeschouwers het spel te volgen van
den heer N. W. van Lennep, die
zich bereid had verklaard, simultaan
te spelen. Kalm en bedaard, slechts
zelden een oogenblik langer vooreen'
bord verwijlende, doch daarentegen
meermalen zelfs aan geoefende spelers
toestaande hun bedenktijd met een
ronde te verlengen, schreed de heer
v. L. langs de borden, totdat na een
strijd van ongeveer 2% uur, het
laatste mat weerklonk.
Van de 23 partijen won de heer
van L. er 19, maakte 2 remise en ver
loor er 2, een resultaat, waarover de
simultaanspeler zeer zeker tevreden
kan zijn, doch dat hij willicht had
wel toe te passen. Twee feiten wor-
den ten laste gelegd. Het eerste
kwam hierop neder dat de bekl. zich
op een goeden dag vervoegde in den
winkel van de heeren Peek en Clop-
penburg en zich aldaar een kostuum
uitkoos. De koop geschiedde a con
tant. De knecht van de firma kreeg
het kostuum mede benevens eene
quitantiehij zou dan met Eernink
naar diens woning gaan en moest
daar het kostuum tegen betaling en
uitreiking der quitantie afgeven. De
knecht hield zich echter niet stipt
aan de instructie van zij ne patroons
In de fabriek van chemicaliën
aan den Haarlemmerweg te Amster
dam eigenaar de heer A. J. van
Houten worden reeds een keer of
drie kleine diefstallen gepleegd. De
daders konden maar niet gesnapt
worden. Aan de achterzijde van de
fabriek, die des nachts geheel verla
ten is, sneden zij telkens eene glas
ruit en drongen door de gemaakte
opening naar binnen.
Elke maal liet de heer Van Hou
ten de ruit weer maken en elke maal
was het weer d i e ruit, welke verwij-
'j derd werd. Dat bracht den fabrikant
r- I -ÏA-.TT.n T.1
hij gaf nl. het goed aan beki. af voor-10p een goeden inval. Toen inden
dat hij het geid ontvangen had en
natuurlijk volgde toen wat volgen
moest hij kreeg geen geid en het
kostuum werd door eenen handlanger
van bekl. terstond in een huis van
beleening gebracht.*
Het tweede feit was van gelijksoor-
tigen aard.
De feiten aan bekl. ten laste ge
legd, vielen naar het O. M. meende,
in de termen der strafwet. Het eerste
feit moest, dus meende jhr. Baud.
kunnen verbeteren, indien hij met de j als verduis.ering beschouwd worden,
krachten der verschillende spelers De hh. Peek en Gloppenburg hadden
beter op de hoogte ware geweest. |het kostuum verkocht ct contant. In
De heer v. L. die eerst 20 jaar telt! dat geding zag de spr. eene stilzwij
en een kleinzoon is van den gevier-
den schrijver, wordt na zijn match
met jhr. A. E. v. Foreest, waarbij hij
als overwinnaar uit den strijd trad
en. dien met den heer Loman, waarin
hij remise maakte, terecht als een
der beste Nederlandsche schaakspe
lers beschouwd .en belooft nog veel
voor de toekomst.
Breda aan Het
Om getuigen te zijn van den schaak
wedstrijd, waren Zaterdagavond ruim
een dertigtal leden en geïntroduceer-
den bijeen in de directiekamer van
Musis Sacrum, te Arnhem, die bij
Men schrijft uit
Centrum
Wellicht zal men zich herinneren,
dat wij in het vorig jaar melding
maakten van het geval, dat de heer
M. op jacht zijnde, op een noodlot
tig oogenblik den door hem ter jacht
genoodigden basculenfabrikant M. in
het oog schoot. De gevolgen waren
verlies van het oog en een proces.
Verschillende keeren werd gepleit
voor den eischer door den heer mr.
Van Dam, terwijl voor den ongeluk-
kigen schieter, mr. Van Maasdijk op
trad.
Eindelijk heeft de rechtbank be
slist, dat de zaak voor minnelijke
schikking vatbaar is en bevolen, dat
beide partijen op 6 December, dus op
Sinterklaas, des morgens ten half elf
zullen verschijnen voor den heer mr.
Sassen, rechter in de Arrondissements
rechtbank aldaar, om te trachten tot
een vergelijk te komen.
Over de kosten van het proces fzal
door de rechtbank nader worden be
slist.
Een gevaarlijke flesschentrekker
stond Dinsdag voor de arrondisse-
ments-rechtbank te Amsterdam te
recht. Het is Bernardus Nicolaas
Eernink, 31 jaar, wonende aan de
Lindegracht en van beroepfles-
schen-koopman. Eernink is een in
dividu dat er zijn beroep van maakt
de winkeliers op te lichten en te be
driegen, en dat daarbij te werk gaat
met een driestheid en virtuositeit die
zonder wederga zijn. Dag aan
komen er bij den commissaris van
politie klachten in van benadeelde
personen en het is eene uitzondering
als er eens een dag verloopt zonder
dat zich iemand beklaagt. Toch scheen
er niets tegen den man te onderne
men, want de wijze waarop hij te
werk ging scheen van dien aard te
zijn, dat de strafwet tekort schoot.
Het kunstje was doodeenvoudig, maar
I slaagde herhaaldelijk: koopenen niet
betalen. Intusschen, mag men het O,
M. gelooven, dan was er thans voor
den rechter gelegenheid, om de wet
gende conditie van dezen inhoucï
geen levering zal geschieden vóórdat
betaald is. Daarmede was in overeen
stemming de opdracht aan den loop
jongen om het goed niet af te geven
vóórdat hij geld had. Ongelukkig ge
noeg gaf de jongen het toch af, vóór
dat hij geld had. Is nu beklaagde
door die afgifte eigenaar geworden?
Is die afgifte te beschouwen als de
levering door of namens den verkooper
aan den kooper? Neen, de stilzwij
gende conditie wasgeen levering
vóór de betaling. De daad van den
morgen van den 27sten October wedei
op dezelfde manier stukken van wa
terleidingbuizen uit de fabriek waren
ontvreemd, deed de heer Van Hou
ten eene electrische geleiding aanleg
gen, welke de ruit verbond met eene
schel in het huis van den veehoudei
Salentijn, die in de nabijheid der fa
briek woonde. Dit had ten gevolge
dat op den morgen van 31 Öctobei
drie jongens, door de electrische sche.
verraden, in de fabriek op heeterdaac
werden betrapt. Een hunner had ziel
in den nok van het dak verscholen
Een vierde werd op hunne aanwij
zing gearresteerd als de eigenlijk
hoofdaanlegger, die ditmaal aan cï
onderneming geen deel had, doch be
trokken was geweest in den dieista
van zink op den 27en jl. En deze
jeugdige boosdoener, die reeds meer
malen gevonnisd werd, is zestien jaar
Ter terechtzitting van Woensdag
onderscheidde hij zich door de onver
schilligheid waarmede hij met eei
lachend gelaat in de zaal rondzag
Zijne medeplichtigen, klaarblijkelijl
door hem verleidt, toonden in meer
dere of mindere mate berouw. Voora
de jongste twaalf jaar oud -
loopknecht was dus eene daad in j g^een onder den indruk van hetgeei
strijd met de opdracht der patroons] misdreven heeft.
An tiTH C /l 11 C' rilüt rl A lrtTTAi-mr. **n v» V* r\4- I "vt a.
en was dus niet de levering van het!
verkochte. Door de overgave werd
beklaagde geen eigenaar, maar kreeg
het goed alleen feitelijk onder zich.
Door het te beleenen verduisterde hij
dus eens anders goed.
Het tweede feit beschouwde mr.
Baud als diefstal. Ter zake van beide
feiten werd, met het oog op beklaag-
de's jammerlijke antecedenten, eene
gevangenisstraf van vijf jaren gevor
derd.
De toegevoegde verdediger, mr. B.
E. Asscher, meende dat de inspecteur
van politie juist geoordeeld had, toen
hij verklaarde dat er niets aan de
zaak te doen was. Immers, wat het
eerste feit betreft in de clausule
„verkocht a contant" zag spreker geen
stilzwijgende conditie, maar wel een
hoofdbeding van het koopcontract.
De firma P. C. moest leveren.
Wel had zij de bedoeling te leveren
eerst na of tegelijk met de betaling,
maar haar gemachtigde, de .knecht,
leverde vóór de betaling. Die daad
was z.i. wel degelijk levering, want
de onbevoegdheid van den knecht
om die daad te verrichten kon aan
den kooper (den bekl.) niet tegenge
worpen worden. Deze had zich alleen
te houden aan hetgeen de gemach
tigde van den verkooper deed, en die
gemachtigde leverde, met dat gevolg
dat bekl. daardoor eigenaar werd.
Voor het tweede misdrijf kan hij
niet gestraft worden, omdat de dag
vaarding diefstal en geen verduiste
ring ten laste legt. Pleiter meende
derhalve dat voor geen der beide
feiten eene veroordeeling kon uitge
sproken worden.
Na re- en dupliek, vroeg de voor
zitter aan den bekl. of hij nog iets
in het midden te brengen had, na
hetgeen zijn verdediger had aange
voerd. Het antwoord van bekl. ge
tuigde van waardeering „Neen,
ik heb niets meer te zeggenmeneer
heeft zeer goed gesproken."
Het O. M. requireerde tegen hen
eene gevangenisstraf van 9 maanden
twee zijner mede-beklaagden resp.l
maanden en 1 jaar gevangenisstrai
en tegen den zestienjarigen recidivis!
die de booze demon der anderen i
geweest, 2 jaar gevangenisstraf.
Nadat de vier verdedigers ieder eei
woordje ter verzachting van het ooi
deel der rechtbank gesproken hadden
bepaalde deze hare uitspraak O]
Woensdag a. s.
Het Openbaar Ministerie bij dei
Hoogen Raad concludeerde Dinsdaj
in de zaak van den Ilaagschen inge
zetene, die tot geldboete werd ver
oordeeld wegens het niet verhinderei
dat zijn hond 's nachts rumoer ver
wekt, tot vernietiging van 's kanton
rechters vonnis en verwijzing de
zaak naar de rechtbank te 's Graven
hage, op grond dat de kantonrechte
een onwettig bewijsmiddel bezigde
De verdediging dat de toegepaste be
paling der politieverordening alleei
betrekking zou hebben op honden
die zich op de openbare straat be
vinden, achtte het O. M. onaanni?
melij k.
Ds. Thijm is heden door d(
Haagsche rechtbank veroordeeld tol
5 jaar gevangenisstraf, met ontzetting
van het ambt van predikant envooi
10 jaar van het recht om voogd te
zijn.
uit gebrek aan bewijs losgelaten."
„Dan een streek van de politie," zei Charpentier. „Ik weet
niet hoe het komt, maar het lijkt me verdacht dat de rech-
ter-commissaris na enkele dagen al begrijpt, dat er geen
voldoend bewijs is."
„Je ziet spoken op helderen dag," zei de ander onverstoor
baar, „ik voel me even veilig hier als in Londen. Aanstonds
komt Toto, dan kun je het hem zelf vragen."
.„Mij goed. Als jij het vertrouwt wil ik het ook wel doen.
Maar je hebt straks gezegd, dat je mij voor een onderneming
noodig hadt. Wat is dat voor een zaak?"
Loup Garou keek hem strak aan. „Ben je heel begeerig
om het te weten?"
„Niet om het te weten, maar om iets te verdienen. Ik ben
nu verzadigd, maar zonder een cent op zak. Als gij mij mor
gen in de steek laat, kan ik weer beginnen met van honger
te sterven
Loup Garou trok een lachend gezicht, in werkelijkheid
was dit een zoo afschuwelijk kwaadaardige grijns, dat zelfs
Charpentier schrikte.
„Je hebt gelijk," zei hij toen. „Ik heb je op dit oogenblik
in mijn macht. Als ik je laat gaan, moetje den nacht buiten
doorbrengen: in een leege kar ol onder een brug. Als ik je
geld geef, kun je van nacht heerlijk slapen in een warm bed.
Wat een verschil, nietwaar!"
„Waarom zeg je me dat?" vroeg Charpentier woest. „Zeg
me maar hoe ik wat verdienen kan, dan zal ik om jou geld
niet vragen 1"
„Nog niet, nog niet," antwoordde de ander spottend, zich
vermakende met de toorn van zijn makker. „Je bent nog
niet rijp, om dat te hooren, mijn jongen
Charpentier keek hem aan, aanvankelijk zonder te begrij
pen. Daarop was het alsof plotseling een licht voor hem op
ging. Een uitdrukking van afschuw verspreidde zich over zijn
gezicht. Toen, zich over de tafel naar Loup Garou buigende,
zeide hij bijna onverstaanbaar:
„Een moord?"
Loup Garou haalde de schouders op en antwoordde niet
op de vragen, die lagen in de verschrikte oogen van zijn
makker. Na een minuut of wat gezwegen te hebben, kruiste
hij de beenen over elkander en zei op den luchtigsten toon
„Hoe kan een volwassen man zoo kinderachtig wezen? Hij
is zelf bijna van honger gestorven en beeft van angst als
men hem over den dood praat."
„Nooit," zeide Charpentier beslist. „Ik ben een schelm, een
dief, een inbreker goed, maar een moordenaar zal ik nooit
worden!" Hij stond op van de tafel als wilde hij heengaan.
„Ga dan heen, brave man!" zeide Loup Garou spottend.
„Ga heen en sterf van kou. Als morgen de politie ie bevro
ren vindt, zal ze zeggen dat er gelukkig weer een minder is.
En dat omdat je gewetenswroeging had! Ja wel, het baat je
heel veel, om gewetensbezwaren te hebbenNietwaar je
komt er ver mee. Kijk eens, hoe ver wel toen ik je van
avond ontmoette, stierf je van honger. Maar ga dan toch,
brave man, ga dan toch
Maar Charpentier ging niet. Hij boog het hoofd en daeht
De oostenrijksche ministers voi
Plener en Wurm brand hebben ti
Weenen eene vergadering van di
Duitsehe linkerzijde bijgewoond, waai
zij met geestdrift ontvangen zijn. Dt
heer von Plener gaf te kennen dal
hij het gemis van eene homogene
meerderheid betreurt voor de ont
wikkeling der staatsinstellingen. Hij
voegde er bij dat hij trachten zou
de moeilijkheden te boven te komen,
met schrik terug aan de laatste twee dagen, die hij in hon
ger, kou en ellende had doorgebracht.
„Welnu?" zei Loup Garou.
Charpentier trok met een beweging, half van wrevel, hall
van wanhoop, de schouders op en antwoordde niet. Zoo zaten
ze een poos tegenover elkaar, de een een strijd voerende in
zijn binnenste, de ander hem gadeslaande met zijne wreede,
koude oogen.
Nu werd de deur van de kamer zacht geopend en ver
schenen er twee personen, van wie de een een grootenhoed
met slappen, breeden rand over de oogen had getrokken.
„Kijk," zei Loup Garou, „daar heb je Toto zelf. Vraag
hem nu maar eens, of hij nog aan de geschiedenis denkt
waar we over spraken."
Toto was een man met een onbeduidend, bleek gezicht.
Zijne roode neus en waterige oogen gaven duidelijk genoeg
te kennen, dat hij gaarne aan Bacchus offerde. Hij had een
gluiperige manier van rondkijken wat hem den bijnaam van
„Hyena" had verschaft onder zijne kameraden. Op een slui
pende mamer, niet ongelijk aan de gedragingen van het dier
waarnaar men hem genoemd had, kwam hij naar Loup Garou
toe en schudde eerst dezen en daarna Charpentier de hand.
„Wie is daar bij je?" vroeg Loup Garou naar den vreemde
met den grooten hoed ziende, die inplaats van naar veren
te komen, bij de deur bleef staan en zich niet op zijn gemak
scheen te gevoelen.
Wordt vervolgd