NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. BeDynamietmannen van Parijs. lie Jaargang. Donderdag 7 December 1893. No. 3201 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. Drie Hollandsche Meisjes. BINNENLAND. FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DATJBE Co., JOHN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre. Haarlem6 Dec. 1893. £|Het eerstvolgende Bachconcert op Dinsdag a. s. belooft zeer belangrijk te zullen zijn. Alsdan zal als soliste medewerken mej. Charlotte Huhn uit Keulen, die te oordeelen naar den roep, die er over haar in Duitsch- land is opgegaan, met recht Duitsch- land's eerste alt-zangeres genoemd kan worden. Het is voor de eerste maal dat mej. Huhn ons land be zoekt. Ook zal de medewerking van het orkest van het concertgebouwen den bekenden cellist, den heer Mos sel, eene aantrekkelijkheid te meer voor dit concert zijn. Het programma vermeldt als orkestnummers Sym- phonie No. 2, van L. v. Beethoven; Voorspel uit de opera „Die Hexe" van A. Enna; Largo van Handel met obligaat viool-solo door den con certmeester, den heer L. Kramer en Liszt's Hongaarsche Rhapsodie No. 1. Mej. Huhn zingt behalve eenige liederen eene aria nit „Achilles" en de heer Mossel zal o. a. het concert voor violoncel van W. Kes ten j brengen. fin de laatste weken kan men geene courant in handen nemen zonder een bericht te lezen over drie hollandsche meisjes. Wat zij dan doen Zij veroveren de wereld. ||De muzikale wereld wel te ver Niet met geweer en harnas zij voort, van oord tot oord hare bedoelingen zijn vreedzaam, wapenen zijn hare keeltjes, kelen zangvogeltjes. [De aanval die zij is dan ook gericht op het tnenschelijk gemoed en, naar van ille kanten wordt verzekerd, weten dj het menschenhart stormenderhand in te nemen. Jeannette de Jong, Anna Corver en Marie Snijders zijn, na eene degelijke te hebben genoten, voor eerst in Berlijn voor het voet getreden. Alle bladen zongen lof en brachten hulde aan de stemmen en de goede voor „die drei schmucken was het drietal wel dra gedoopt, waaruit blijkt dat zij ook van uiterlijk schoon niet verstoken rijn gebleven, een feit dat voor haar succes geen kwaad kan. Ja, zelfs viel haar te Berlijn de eer beurt, door keizerin Friedrich op soirée te worden genoodigd. Met deze lauweren beladen kwam het drietal in het vaderland terng, en treedt in de laatste dagen nu hier, dan daar met het meeste succes op. Vóór ons liggen berichten uit den Haag en Leeuwarden, die voor de jonge dames zeer vleiend zijn. Zon het wel aangaan, dat onze zoo muzikale stad dan werd gepasseerd? Immers neen. Zoo vonden de dames de Jong, Corver en Snijders ook en in dit blad kan men eene adverten tie vinden, waarbij haar optreden in de Sociëteit Vereeniging wordt aan gekondigd. Dat de zaal flink bezet zal zijn, {is wel zeker. Wij Hollanders zijn wat traag in de waardeering van onze eigen talenten, maar nu men die in Duitschland geprezen heeft, zullen wij ons wel door onze bewondering laten vervoeren. Op de aardappelen- en botermark ten alhier zijn in de maand Nov.jl. aangev. verkoclit laagste hoogs.pr. Boter 716 Kg. 716 Kg. fl,50 f 1,70 Aardapp.1876 Hl. 1765 Hl. f 1,20 f2,75 Appelen 1507 Hl. 1800 Hl. f 2,— f4 Peren 492 Hl. 351 Hl. f2— f5,— Biggen 573 st. 573 st. f6,— f12,— Schramm. 336 st. 336 st. f12,f18, Het plan bestaat om het spoor wegterrein bij het station Halfweg te vergrooten. Op de in de richting naar Haarlem te verbroeden baan zal eene veelading, los- en ladingplaats worden gemaakt, daar de thans be staande dringend verbetering eischt. Door de vereeniging tot werkver schaffing te Sloten (N.-H.), zijn aan de ingezetenen om finantieelen steun circulaires gezonden. Over eene uitvoering van de Bever wij ksche Zang vereeniging de vorige week te Beverwijk gehouden, onder leiding van den heer K. F. van Maas Jr., lezen wij het volgende: De zaal was niet geheel bezet; eigenlijk jammer, want geen der aan wezigen zal iets anders getuigen dan dat de uitvoering der Zangnommers zeer goed is geslaagd, en meer dan een nommer voor instrumentale mu ziek in waarheid verdienstelijk heeten mocht. Wat de eerste betreft, troffen het meest de nommers, onder 3 van het programma, nl. het: „Boven de Sterren" en „Lentegloed", die a ca- pella werden gezongen, 't Zij men 't eerstgenoemde het liefelijkste vond, of meer gevoelde voor het tweede, dat meer zwarigheden te overwinnen gafdaarover was men het eens, dat het duidelijk bleek geen vermetel waagstuk te zijn zoo iets te onder staan, maar ijverige studie de aan wezige krachten tot een goed geheel had gevormd, waarmede men voor den dag kon komen. Het hoogste wordt van eene vereeni ging van dilettanten door niemand gevergd, en daarom waar gewerkt is als hier en gebleken dat vastheiden zuiverheid van toon in groote eere worden gehouden, daar is een woord van lof niet ongepast. Daarvan ech ter komt geen gering deel den direc teur toe, wien wij geluk wensehen met zijn succes, bij de eerste uitvoe ring, danken voor zijn vioolspel, dat uitstekend geaccompagneerd, velen mede sleepte. En waar kunstlievende leden der Zangvereeniging getuigen waren en bewonderaars van den jeug digen violist, leerling van den heer van Maas, willen zij zeker wel den wensch uitspreken, dat het hem ge geven moge zijn te hooren van zijne vereeniging wat menigeen zeide van den talentvollen knaap„dat kan wat worden De Japansche prins Ko- matsu is Dinsdagmorgen, vergezeld van een der leden van zijn gevolg en den adjudant van den minister van marine, jhr. Yan der Staal, te Helder aangekomen, aan het station opge wacht door den schout-bij-nacht Uhlenbeck met zijn staf. Bij het be treden van maritiem grondgebied werd de prins door de met vlaggen getooide oorlogsschepen met saluut schoten en door de in het want para- deerende bemanning met een driewerf hoera begroet. De voor de woning van den schout-bij-nacht opgestelde eerewacht, welke werd gevormd door de mariniers en schepelingen der marine, werd door den prins geïn specteerd, terwijl het stafmuziekkorps het Japansche volkslied speelde. De prins bezichtigde vervolgens verschil lende maritieme inrichtingen en ver dedigingswerken en keerde in den namiddag naar Den Haag terug. Naar uit Den Haag wordt gemeld, zijn, behalve de benoeming van baron Von Goltstein tot gezant te Londen, de volgende veranderin gen bij onze buitenlandsche gezant schappen te verwachten: De door het ontslag nemen van den heer Mazel opengevallen gezant- schapspost te Weenen zal worden be zet door jhr. Van der Hoeven, thans gezant te Berlijn. Naar Berlijn zal worden verplaatst jhr. Van Tets, thans gezant te Kon- stantinopel. Jhr. van der Staal van Piershil, minister-resident, wordt als zoodanig benoemd te Konstantinopel en zal als chef van het Kabinet van den minis ter van buitenlandsche zaken vervan gen worden door den heer Ruijsse- naers, minister-resident ter beschik king. De algemeene Voorzitter van den Nederlandschen Bond van Oud-Onderofficieren, de heer J. B. Meere, is hedennacht te Delft over leden. Men schrijft a an het Schoolblad uit Delft Een onderwijzer aan een der open bare scholen alhier werd opgeroepen tot het geven van een proefles aan een school te Rotterdam. Het aange vraagde verlof werd door het betrok ken hoofd geweigerd, daar deze meen de, dat het niet aanging telkens en telkens voor sollicitatie de school te verzuimen. Toch gold het hier een verbetering van salaris voor den on derwijzer. Neemt men echter in aan merking, dat het hoofd dezer school dit jaar bijna twee maanden ver zuimde, omdat hij deel uitmaakte van een examen-commissie, dan rijst onwillekeurig de vraag of het billijk is zoodanig verzoek van de hand te wijzen. Het rapport der commis sie van Neerbosch dat op een zeer omvangrijk onderzoek berust, zal waarschijnlijk niet vóór Januari het licht zien. De vergadering der werk- loozen in „Constantia" te Amsterdam was Dinsdag, naar de voorzitter er kende, weder geringer bezocht dan die van den vorigen dag. N.i.ar werd medegedeeld was de anarchistische vergadering van Maandagavond van weinig beteekenis geweest. Alleen was daar gezegd, dat wie honger heeft, brood moet stelen. Deze raad viel Geel, den secretaris van het comité, tegen. Wie zoover is, dat hij moet stelen, zoo zeide Geel, moet meer doen en de maatschappij zoo schok ken dat zijn naam vereeuwigd wordt. Dat is heter dan als gewone brood dief uit de gevangenis te komen. Er werd besloten, Dinsdagavond te zeven uur weer in „Constantia" bij een te komen en dan eene honger de monstratie in Kalvers traat en Nieu- wendijk te houden; want zoo werd gezegd zoolang één mensch hon ger heeft, mogen de rijken het meel niet tot lekkernijen doen verbakken. Het comité beloofde de zaalhnnr van Dinsdagavond te betalen en spoorde aan, botsingen met de politie te ver mijden. Een deel der weinige aanwezigen maakte na afloop der vergadering weer eene wandeling door eenige straten. De hongerdemonstratie had des avonds weinig bijval. Het lijk van den sedert enkele weken vermisten directeur van den „Salon des Variétés", den heer M. Kreukniet, werd Dinsdagmorgen in de Prinsengracht bij de Leidsche- straat te Amsterdam drijvende ge vonden. Het lijk werd naar het po litiebureau aan de Oudebrugsteeg overgebracht. Men zal zich herinneren, dat de Synode der Ned. Herv. Kerk dit jaar hare afkeuring uitsprak over het optreden van ds. Bax, te Zaandam. Op voorstel van ds. Bronsveld werd daarvan het classicaal bestuur van Haarlem kennis gegeven. Naar de Hervorming thans meldt, heeft dit classicaal bestuur daarop het volgende antwoord aan de Synode gezonden Wij ontvingen overeenkomstig be sluit der Synode dezes jaars afschrift van de motie, door haar in zake den predikant Bax te Zaandam aange nomen. Wij gevoelen ons gedrongen u te berichten, dat het ons, ook na de Acta Synodi te hebben geraadpleegd, niet duidelijk is, wat door de Synode met die kennisgeving is bedoeld. Immers, terwijl door ons in de wijze van optreden van den heer Bax niets gezien is wat ons zou kunnen nopen langs kerkrechtelijken weg tegen hem op te treden, is de Synode in gebreke gebleven ons de redenen harer afkeuring te ontvouwen. Wij hadden dit toch mogen ver wachten, indien de synodale kennis geving moet beschouwd worden als een zijdelingsch verwijt, dat het clas sicaal bestuur van Haarlem in zijnen plicht zou zijn te kort geschoten en een zijdelingsche wenk om alsnog dit beweerd verzuim te herstellen. Uw college vergunne ons hieraan de opmerking toe te voegen, dat de wijze waarop het reeds ten vorigen jare en thans weder in dit jaar door motiën van zijn gevoelen doet blijken, ons wel aan eenige bedenking onder hevig schijnt. Indien er al geenbezwaar tegen bestaat, dat uw college over onder werpen van algemeenen aard bij motie zich uitspreekt, anders wordt dit wanneer daarin, gelijk ten vorigen jare en thans weder is geschied, over handelingen van personen en kerke- lij ke besturen een af keurend oordeel HOOFDSTUK III. De gouvernante. Maar na dat bericht kwam de armoe in ons huis. Eerst verhuisden we al naar een kleiner kamertje, toen naar een zolder waar het zóo woei, dat ik 's nachts onder mijn dunne deken lag te rillen en riep om brood, want ik had soms een geheelen dag niets gegeten. Maar moeder had het ook en dan schreiden we samen, totdat ik in slaap viel. Als het donker werd, gingen we maar op onzen stroozak liggen, want er was geen olie. Moeder kon die niet koopen." Het meisje praatte door, eentonig met onbewogen stem, turend in het vunr, alsof zij in den droom sprak. Albert de Rétigny, die wellicht nog nimmer de ellende van den arme had hooren beschrijven, zag haar vol medelijden en ontzet ting aan. „Op zekeren dag was ook mijn deken weg, die van moeder was er al lang niet meer. Moeder had ze weggebracht naar een groot kantoor, waar ze er een beetje geld voor kreeg. Het is zeker de bank van leening geweest. Dien dag hadden we wat gegeten en het lampje had een poosje gebrand, maar 's nachts blies moeder het uit. Dien nacht was het ook zoo donker op den zolder. Het waaide verschrikkelijk we lagen allebei te rillen onder een oude lap, die we van een buur vrouw hadden gekregen. Het raampje rammelde voortdurend heen en weer. Moeder lag maar te snikken in het donker en als ik vroeg, waarom ze huilde, dan nam ze mijn hand en drukte die stijf tegen haar lippen. We sliepen dien nacht geen van beiden, het was al te koud, we konden maar niet warm worden. Den volgenden dag aten we weer wat brood en voor het laatste geld kocht moeder wat warme soep, die we 's avonds opaten. Toen sliep ik door het warme voedsel een poos. Toen ik wakker werd, hoorde ik moeder zacht spreken en toen ik nieuwsgierig luisterde, bad ze tot God. Ik weet nog bijna woordelijk wat ze zei„God, Gij die mij ziet in mijn ellende, ontferm U over mijn kind en vergeef mij wat ik ga doen." Elise zweeg eenige oogenblikken. Aandoening overmees terde haar en met eerbiedig zwijgen luisterde Albert de Ré- tigny naar het verhaal van dit groote lijden. „Ik moet kort zijn," vervolgde Elise, zich wederom bedwin gende. „Toen de dag aanbrak, een droevige sombere winter dag, waarop geen zonnestraaltje doorbreekt, nam mijn moeder mij bij de hand en gingen wij de straat op, rillende in onze lompen. Ik schreide, want ik had honger en was te klein om mij te bedwingen, maar moeder zei maar telkens„stil maar, stil maar, Liesje, je zult gauw brood hebben en vieesch en alles wat je maar lekker vindt." We kwamen een slagerij voorbij, een grooten winkelwaar een dikke vrouw in de deur stond. Moeder zei mij dat ik even moest blijven wachten en ging toen naar die dikke vrouw toe en praatte fluisterend tot haar, alsof ik het niet hooren mocht. De vrouw keek moeder wantrouwend aan en toen naar mij en daarop schudde ze het hoofd. Moeder hield nog aan, maar toen riep de vrouw: „Neen, zeg ik. Ik heb genoeg aan mijne eigene. Ga weg We gingen verder, band in hand. Ik begreep niet wat moeder toch aan die vrouw gevraagd had en toen ik het vroeg, begon moeder te schreien en rolden de dikke tranen over haar gezicht. Maar ik kreeg geen antwoord. Het duurde niet lang of ik begreep het: moeder wilde afstand van mij doen en mij geven aan goede menschen, die mij wilden ver zorgen. Gij schrikt, mijnheer de Rétigny, gij weet niet dat er zooveel ellende en ongeluk is in de wereld. Ik heb dat al vroeg ondervonden. Die dag althans zal mij nooit uit de gedach ten gaan. Mijn moeder ging overal binnen, ze werd overal verjaagd. Ik denk, dat men haar wel voor eene ontaarde moeder gehouden moet hebben, die zoo maar afstand wou doen van haar kind. En toch, ik weet dat zij een brave vrouw was en het alleen deed om mijn geluk en zeker ook wel, om mij to onttrekken aan de slechte omgeving thuia

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1