Ramp te Wierum. Rechtszaken. Letteren en Knnst. Politie k Overzicht. wordt uitgesproken, buiten de waar borgen om die door de kerkelijke reglementen voor een juist oordeel worden gegeven, en zonder dat den daardoor getroffene de mogelijkheid verblijft om zich tegen een onjuist oordeel te verweren. Bovendien komt het ons voor, dat eene dergelijke incidenteel door u uit gesproken afkeuring niet kan strek ken tot vermeerdering van den geest van welwillendheid, die tusschen de verschillende kerkelijke besturen be hoort te bestaan, en, wanneer derge lijke motiën geen practisch gevolg hebben, evenmin tot verhooging der waardigheid van het hoogste kerke lijke college. Wij veroorloven ons dit ons ge voelen met de ons betamende be scheidenheid aan uw oordeel te onder- Daar de ontsporing juist plaats had op dat gedeelte van den spoor weg dat kruist met de tramlijn Win schotenStadskanaal, moesten ook de trams den geheelen voormiddag buiten de plaats üe reizigers voor Winschoten uitlaten. Nog eene bi- zonderheid eiken morgen komen de kinderen van den wissel wachter dezen den morgen-boterham brengen en blijven ze hem dan een poosje in 't wachthuisje gezelschap houden. Juist Dinsdagmorgen hadden ze dit niet gedaan en daaraan hadden ze 't be houd van hun leven te danken. De oorzaak van het déraillement is nog altijd niet bekend. Dr. J. H. van 't flof. werpen. Ver n i e t i g d e I o ting. Te Katwijk heeft bij de loting voor de nationale militie een vergissing plaats gehad met twee lotelingen van den zelfden naam. Toen het de beurt van den eerste was, heeft de tweede geloot en vervolgens de eerste. Twee lote lingen met dienstplichtige nummers, waaronder ook één van het genoemde tweetal, hebben hiertegen geprotes teerd met het gevolg, dat een deel der loting is nietig verklaard. De twee bovengenoemde en de daaropvolgende lotelingen zullen dus opnieuw moeten loten. Binnen korten tijd is drie maal in den nacht van Zondag op Maandag te St. Anna Parochie brand uitgebroken. Deze week was het een groote schuur van den landbouwer J. de Jong, die met een aanzienlijke hoeveelheid granen en hooi in lich terlaaie stond. Een jongeling, die toe vallig het dorp passeerde, ontdekte den brand. Een oppervlakte van eenige vierkante meters der natte rietbedekking had vuur gevat. Van blusschen geen sprake meer. De be woners waren spoedig gewekt, doch voor deze in de schuur konden zijn, had de jonge man reeds al het vee, 17 stuks, gered. Snel breidde zich het vuur uit. Door den gunstigen wind en de spoedige aanwezigheid der brandweer bleef het woonhuis be houden. Alles was voldoende verze kerd. Op het erf moet een flesch zijn gevonden, die petroleum moet heb ben bevat. Sedert eenigen tijd reeds hoorden men zoo nu en dan, natuurlijk zon der dat een bepaalde bron kon worden aangewezen, dat de schuur van den heer De Jong wel eens in vlammen kon opgaan. En buiten dezen werden nog meer landbouwers op dezelfde wijze genoemd. Sedert geruimen tijd wordt door de talrijke politie aldaar zeer ijverig gesurveilleerd. Men begrijpt, hoezeer ieder weldenkende, er naar haakt, dat ze eindelijk eens succes mocht hebben op haar streven. Tegen den heer Kalm a,die den 27n Nov. te Assen heeft gespro ken, zijn twee processen-verbaal op gemaakt, naar aanleiding van zijn gezegde, dat er een fonds voor wape nen moest gesticht worden en dat dolle honden worden doodgeschoten en men zoo ook de marechaussées moest doen. De van Groningen komen de trein is Dinsdagmorgen om half acht te Winschoten bij het binnen komen gederailleerd. Drie waggons liepen uit het spoor, waarvan er twee werden verbrijzeld. In hun vaart sloegen zij het steenen wachthuis tot puin. Persoonlijke ongelukken had den niet plaats. De passagiers kon den in plaats van om acht uur eerst om tien uur met den uit Groningen ontboden trein vortrekken. De oorzaak van het ongeval ligt alsnog in het duister. Dr. J. H. van 't Ho ff, hoogleeraar in de scheikunde, geologie en mine ralogie aan de Amsterdamsche uni versiteit, werd Maandagmorgen, toen hij in het chemisch laboratorum aan de Roeterstraat verscheen om zijn gewoon college te geven voor zijne studenten met eene warme ovatie be groet. Wat was^ van dit bijzonder blijk vanvereering en hoogachting de reden? Aan dr. Van 't Hoff is dit jaar de Davy-medaille ten deel gevallen, een eereteeken, dat door de „Royal Society" te Londen eenmaal iu de vijf jaren wordt toegekend aan den geleerde, die zich in de laatste vijf jaren op het gebied der natuur wetenschappen het meest verdienste lijk heeft gemaakt. Dr. Van 't Hof heeft deze medaille Donderdag jl. te Londen persoonlijk in ontvangst genomen en ondervond Maandag, na zijnen terugkeer, hoe zeer zijne leerlingen ingenomen zijn met deze erkenning der groote ver diensten van hunnen leermeester. Dr. Van 't Hoff heeft zijne aan spraak op de Davy-medaille verkre gen door de publiceering zijner theori eën over de atomen in de ruimte, welke de ustereochemie" deed gebo ren worden. den diender op het midden van den wagen stond, moest een beeld geven van ons kiesrecht-ontwerp. Een wa gen en een handkar die er achteraan kwamen sukkelen getrokken en ge duwd door een ezel, torsten den last der tallooze amendementen door de Tweede Kamer op het ontwerp voor gesteld. Een tilbury voorop een dandy in fluweelen jas en wit vest en verge zeld van een haast even sierlijken lakei gaf een „kapitalist" te zien vóór de vermogensbelasting en een vol gende sjees met een aan den vilder ontsnapt paard vertoonde dienzelf den kapitalist, in een versleten jasje en met een verloopen lakei na de invoering dier belasting. Ons „be roemde" straatlied „trek maar aan het touwtje en de wieg zal (gaan" was ook door een groep in beeid ge bracht. Eene dame met een witten boezelaar zit met een vreeselijk ge- blanket gezicht tusschen „evergreen" in zoo hartstochtelijk te trekken „dat het touwtje brak" wat evenwel niet belette dat een paar als ridders ver- kleede studenten met zware knevels Op hunne op den wagen staande paarden bleven „doorhobbelen" en een paar muzen broeders maar steeds op hunne trompetten door bliezen. De Russen te Toulon, op een met vele vlaggen behangen wagen werden ook aardig gepersifleerd, evenals een geheel onthoudersvereeniging, die op een kar, met lange pijpen in den mond en flesschen spuitwater vóór zich en niettemin met roode neuzen, zich liet rondrijden. De stoet werd met gejuich begroet en de orde werd geen oogenblik gestoord. opgemaakt, behoorden zij allen] tot één familiegrootvader, zoons en kleinzoons. Op twee weduwen en een zoon nais deze geheele familie thans uitgestorven. Van de aak No. 36, F. H. Kamma, oud 39 jaar, nalatende eene vrouw en 7 kinderen van 14 tot 5 jaar; U. H. Kamma, oud 36 jaar, na latende eene vrouw en 2 kinderen, een van 6 en een van 3 jaar; P. S. Sikkema, oud 29 jaar, nala tende eene vrouw en een dochtertje van 2 jaar; K. S. Sikkema, oud 32 jaar, nala tende een vrouw en 2 kinderen, een van 4 jaar en een van 8 maanden; S. S. Sikkema, oud 26 jaar, nala tende eene zwangere vrouw. De leden der commissie ter onder steuning der nagelaten betrekkingen van de in 1883 verongelukte visschers van Paesens en Moddergat, versterkt met den burgemeester van Westdon- geradeel, hebben, naar men verneemt, gemeend, zich ook het lot van hen, die door deze sneeuwramp zijn ge troffen, te moeten aantrekken. Daar zij evenwel niet bevoegd zij nuit het uitsluitend voor deze betrekkingen be stemde fonds te putten, zuilen zij voor de nagelaten betrekkingen van de slachtofiërs dezer nieuwe ramp een beroep doen op den weldadigheids zin van Nederlands ingezetenen. Het vertrouwen der commissie op dezen weldadigheidszin zal zeker thans evenmin als in 1883 worden be schaamd. St. ïïicolaasïsest te Utrecht. Men schrijft uit Utrecht De éénige wijze waarop hier in onze academiestad al sedert jaren het Sint Nicolaasfeest telkens gevierd wordt verdient zeker wel bizondere ver melding Niet alleen bewegen zich dienten gevolge gedurende de middaguren duizenden wandelaars langs de druk ste winkelstraten, doch de menigte is dikwijls zoo opeengepropt en on doordringbaar, dat de overheid dit jaar wijselijk besloten had het tram verkeer van twee tot vijf uur Dins dagmiddag te doen staken. Op dien tijd rijden namelijk de studenten gewoonlijk in verschillende phantastische groepen rond, en Dins dag was het weer drukker dan we het in jaren gezien hadden. Zooals van zelf spreekt was Sint Nicolaas met zijne zwarte knechts, die gewoonlijk mild is met de uit- deeling van geschenken en bouquet- ten langs den weg waar hij voorbij ,at, ook thans niet afwezig. Voorts was er een groep die behalve de verschillende „gevonden voorwer pen" ook de beide „dames" van den reeds zoolang preventief zittenden De Jong triomfantelijk door de stad voerde met juichende dienders en rechercheurs op de twee planken. Eene kar met magere paarden be spannen, met Tak van Poortvliet als liberaal en een heer met steek en pruik als conservatief op den „ach tergrond" en Domela Nieuwenhuis op den bok, terwijl eene zeer verliefde dame (Ka Blommers vertaalde de menigte) aan den arm van Foesel De nadere berichten omtrent de groote ramp, waardoor het visschers- dorpje Wierum bij den sneeuwstorm van Vrijdag jl. is getroffen, zijn in derdaad hartverscheurend. Blijkens nadere berichten, is het |getai ach tergebleven weezen niet 29, maar 32. De verongelukte personen zijn: Van de aak No. 38, J. S. Hiem- stra, oud 30 jaar, nalatende eene vrouw en een dochtertje van 3 jaar; J. J. Visser, oud 25 jaar, nalatende eene vrouw, een zoontje van 4 jaar, een dochtertje van 2 jaar en een van 3j£ maand C. L. Hiemstra, oud 30 jaar, nala tende eene vrouw en een dochtertje van ruim 5 maanden T. B. Boschgra, oud 32 jaar, onge huwd; S. T. Visser, oud 26 jaar, onge huwd. Van de aak No. 30, T. S. van der Bos, oud 4'jaar, nalatende eene vrouw en vijf kinderen, waarvan de oudste 12 jaar en de jongste 2% maand oud is. J. L. Hiemstra, oud 39 jaar, nala tende eene vrouw en drie kinderen van 12, 9 en 2 jaar D. J. Jongeling, oud 41 jaar, wedn. nalatende vier kinderen van 13, 12, 10 en 6 jaar T. T. Hiemstra, oud 70 jaar, na latende eene vrouw; J. P. Kamma, oud 28 jaar onge huwd K. P. Kamma, oud 27 jaar, onge huwd Van de aak no. 31, H. A. Prins, oud 80 jaar, weduwna ir A. H- Prins, oud 57 jaar, nalatende eene vrouw en een zoon 22 jaar H. A. Prins, oud 26 jaar, ongehuwd A. A. Prins, oud 19 jaar, ongehuwd S. J. Prins, oud 48 jaar, nalatende eene vrouw; J. S. Prins, oud 22 jaar, ongehuwd Gelijk uit de namen van de per sonen, die zich op de laatstgenoemde aak bevonden, zal kunnen worden Allen zijn dan ook dankbaar van mij gescheiden en bereid bij de eerste oproeping direct weer bij mij te ko men. Het gevolg daarvan wasdat ik mijn engagementen te Riga en Petersburg moest afschrijven en nu voor 't oogenblik geheel zonder enga gement ben. Voor de arrond.-rechtbank te 's-Gra- venhage werd Maandag behandeld de zaak van den 11-jarigen A. v. A. uit Leiderdorp, die een 8-jarig kameraadje handen en voeten had gebonden, eenen doek in den mond had gestopt en hem toen niemand begrijpt hoe daartoe gedreven op zeer gevaar lijke manier had mishandeld. Na eene maand in het ziekenhuis te Leiden te zijn behandeld, is het kind geluk kig hersteld en zijn ook voor het verdere leven geen gevolgen te duch ten. Het O. M., de speciale omstandig heden in aanmerking nemende, vor derde f7 boete of 7 dagen hechtenis. De rechtbank te Assen deed Dinsdag uitspraak in de zaken tegen Adriaan Jacob Rotman, vroeger wo nende te Meppel, thans te Amsterdam, en tegen Harm Geerlings, wonende te Meppel, die in September van dit jaar te Meppel eene handelsvennoot schap onder den naam van „Noorde lijke Handelsvereening Toco" hebben opgericht, welke Vereeniging slechts een kort bestaan heeft gehad. De rechtbank heeft Rotman schul dig verklaard aan oplichting voor eene hoeveelheid haring, rondvisch en le dige fusten gepleegd ten nadeele van den koopman Rokus Ommering te Vlaardingen, en hem deswege veroor deeld tot eene gevangenisstraf van 3 maanden, voorts Rotman en Geerlings De heer J. A. Kwast, vroeger or kestdirecteur te Arnhem, deelt inde Arnh. Ct. het een en ander mede over zijn lotgevallen in het buiten land. Hij had met zijn orkest voor tie wintermaanden engagementen af- sohlüdi verklaard aan verduistering gesloten, en wel van 1 Oct. tot 25|,ro„ xj p q I w J Ivan geme^e goederen, in verzending 111 de ^source-Saul te Warschau, gepie|gd> en deswege veroordeeld ieder tot eene gevangenisstraf van 3 maanden, eindelijk Geerligs schuldig verklaard aan poging tot oplichting voor 300 gulden, ten nadeele van Al- bert van Veen te Meppel gepleegd en hem daarop veroordeeld tot 3 van 1 Dec. tot Febr. inhetWirman- sche park te Riga (concertzaal), van 3 Febr. tot 6 April te St. Peters burg en van daar weer naar Warschau. Voor de concerten in de Resource- Saai te Warschau echter, zegt de heer Kwast, is de vereischte toestemming niet gegeven, omdat de intendant van het Kaiserl. Theater aldaar be vreesd was voor de concurrentie, die ik met mijne concerten het Theater zou aandoen. Op dien grond werden mijne concerten eenvoudig verboden. Onze Hollandsche consul te Warschau de heer Willekes Mac-Donald, heeft bij den gouverneur-generaal van Po len (generaal Gourko) alle middelen beproefd om de geweigerde toestem ming «te verkrijgen, doch alles zonder succes. De gouverneur deelde geheel en al het gevoelen van den inten dant, dat het Kaiserl. Theater gedu rende het opera-seizoen geen concur rentie mocht worden aangedaan. Wat nu te doen om het orkest staande te houden tot het engage ment te Riga begon Met veel moeite kreeg ik ge daan, dat de concerten te Riga reeds 15 Nov. konden beginnen. Het bleef echter nog een kwestie van 6 weken, De eenige stad, die mij voor het oogenblik overbleef, was Lödz, een fabrieksstad, vier uren sporen van Warschau, waar ik geheel voor eigen risico moest spelen. De zaken gingen aldaar zoo slecht, dat ik 15 Oct. aan het orkest moest mededeelen, dat ik genoodzaakt was het orkest te ont binden, maar dat ik ter wille der ar- tisten nog tot 1 Nov. zou trachten vol te houden. Hierin heb ik woord gehouden. Alles wat ik bezat, heb ik verkocht en verpand, alles verloren om de leden van het orkest tot op den laatsten cent toe uit te betalen. Buitendien heb ik hen nog op 1 Nov. een benefice-concert afgestaan, dat eigenlijk voor mij bestemd was. maanden. Zooals door het O. M., waargeno men door den substituut-officier van justitie mr. Scholten, bij zijn requisi toir was opgemerkt, had Rotman on geveer op denzelfden tijd, waarop hij zich aan de oplichting en verduiste ring schuldig maakte, in deMeppeler Courant onder den titel van „zwen- delarij" een door hem onderteekend stuk ingezonden, waarin hij het pu bliek waarschuwde tegen flesschen- trekkers en zich bereid verklaarde, de namen der beruchte firma's in die courant bekend te maken, terwijl honderde mansportretten, levensge schiedenissen en bestellingsbrieven van de zwarte bende in zijn bezit waren. De fr ansche bladen zijn het er over eens, d at het nieuwe ministerie in de zitting van Maandag nauwelijk aan een nederlaag is ontkomen, en wel naar aanleiding van Groussets voor stel om eene amnestie uit te vaardi gen. Met 257 tegen 226 stemmen werd geweigerd tot de beraadslaging van het artikel over te gaan. De schuld er van wordt geworpen op de rede van den minister van binnenlandsche zaken, die, schrijft Magnard in de Figaroom er van te zeggen wat ieder denkt, snijdend scherp èn onhandig was. Het resul taat wordt er niet beter op, wanneer men de stemmen, ten gunste van het standpunt der regeering uitgebracht, gaat ontleden. Onder het cijfer 257 Voelt gij het verschil, mijnheer de Rétigny, tusschen uw jeugd en de mijne? Terwijl mijn arme moeder met mij rond dwaalde, om mij die ze toch zoo liefhad, weg te schenken, waart u op datzelfde oogenblik in een mooi huis, in een aangenaam vertrek, met mooi speelgoed. Dienstboden letten op uw wenschen, liefhebbende ouders gaven u wat uw hart maar kon begeeren. Wat een afstand, niet waar?" Ze dacht een oogenblik na en toen opeens zei ze: „Neem uw brief terug 1" „Minder dan ooitantwoordde de jonge man. „Ga voort met uw verhaal." „Welnu dan op dien dag waarvan ik sprak, liepen mijne moeder en ik en zij belde overal aan, vruchteloos. Eindelijk konden wij niet meer. In een voor den wind be schut hoekje, rustten we een poos uit, totdat een barsche man ons verjoeg. Toen begon het opnieuw: we kwamen in een straat, waar prachtige huizen stonden en moeder ging telkens hier of daar binnen, maar ze werd met scheldwoor den weggejaagd. Ik was uitgeput en verkleumd van kou, zoodat moeder, die zelf haast niet meer kon, mij nog dra gen moest. We vroegen aan voorbijgangers om een aalmoes, maar durfden niet recht en de menschen liepen maar haas tig voorbij, ze hoorden ons niet eens het was ook zóo koud. Het werd langzamerhand donker. We waren in een stille straat en stonden voor een groot gebouw, waar mannen met sabels en blinkende knoopen in- en uitgingen. Het was een politiebureau. We stonden stil. Opeens pakt moeder mij op, kust mij hartstochtelijk, telkens en telkens weer zoodat ik ervan schrikte. Hare tranen bevochtigden mijn gezicht, ik wilde vragen wat er was, maar opeens had zij mij in den gang gezet en was hard weggeloopen. Ik riep„moeder I moeder!" en wou haar na, maar ik was verstijfd van kou en viel op den drempel neer. Agenten vroegen mij wie ik was en waar ik woonde. Ik wist het niet, wist niet eens hoe ik heette, meer danLiesje. Moeder had het mij nooit gezegd, misschien wel opzettelijk vader werd door zijn kameraden altijd met bijnamen aan gesproken ze noemden hem „de Groote Held" en „César" en zoo meer. Van de buren had ik het ook nooit gehoord. Als ze met of over ons praatten, was het altijd om ons te beleedigen. Een medelijdende politieagent nam mij mee naar huis en toen zijn vrouw mij hebben wilde, ben ik bij hen gebleven. Ze hadden geen kinderen. Aan hen heb ik het te danken, dat ik een goede opvoeding heb gehad, zoodat ik nu mijn brood verdienen kan. De brave lieden hebben alles gespaard wat zij konden om mij zóóver te brengen. Mijn pleegvader is nu dood en mijn goede oude pleegmoeder leeft in bekrompen omstandighedenik kan niet zooveel voor haar doen als ik wel wilde." „En.... uw moeder?" vroeg de Rétigny. „Ik heb haar nog éénmaal weergezien," zeide het meisje zacht. „Het was een paar jaar later, dat ik naar school gaande, een armoedig gekleede vrouw zag, die mij aankeek met zoo'n zonderlingen blik.Het was mijn moeder „Moeder riep ik en wilde naar haar toesnellen, maar er kwam juist een rijtuig voorbij en toen ik daarna de straat overstak, was zij verdwenen. Ik heb haar nooit weergezien." „En weet gij verder van uwe ouders niets?" „Mijn pleegvader kwam op zekeren dag thuis en zeide dat hij dacht dat moeder dood was. Ik vroeg hem waar vader was en hij antwoordde, dat die ook niet meer leefde. Dat laatste zei hij aarzelend ik weet niet, of het wel waar is geweest. Als ik mijn vader ooit weerzie hier rilde het meisje zichtbaar dan zal ik hem kunnen herkennen. Toen hij jong was, had hij op zee gevaren en ik weet nog wel, dat hij altijd een lossen zeemansdas droeg om een groot blauw anker te bedekken, dat hij vroeger op den hals had laten tatoueeren." Elise zweeg en tuurde met door tranen benevelde oogen in de vlam. Albert de Rétigny wilde iets zeggen, toen een bel klonk en zij verschrikt opsprong. „Al half zeven en ik heb mij nog niet voor het diner gekleed. Mijnheer de Rétigny ik ben.... ik ben wat geschokt door die oude herinneringen- Gij zult wel zoo goed willen zijn, mij bij uwe mama te excuseeren, Na het diner zal het wel beter zijn." Albert de Rétigny boog zwijgend en opstaande, opende hij voor haar de deur alsof zij eene grande dame ware geweest. De dochter van den dief ging hem voorbij, groetende met een gracieuse hoofdbuiging. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 2