Rechtszaken.
Koloniën,
Gemengd. Nieuws
Politiek Overzicht.
haar bestaan op de Wester-suikerraf-
finaderij te Amsterdam 50,000,000
kilogram suiker zijn gesmolten in
den tijd van een jaar, heeft de directie
als blijk harer tevredenheid ƒ10,000
aan het pensioenfonds der werklieden
geschonken. Met deze vermeerdering
is dit fonds thans tot ƒ20,000 ge
klommen.
weinig licht, daar de man de Jong
niet herkende.
Werkloozen te Amsterdam.
Tot drie a vierhonderd werkloozen,
die Maandag in „Constantia" te Am
sterdam bijeenkwamen, en onder wie
thans ook enkele, meest allen net
gekleede diamantbewerkers, en een
tiental vrouwen waren op te merken,
had het comité, om eens een anderen
vorm dan die van redevoering te heb
ben, een manifest opgemaakt, dat
Geel voorlas. Daarin werd o. a. ge
zegd, en dit geschiedde in overleg
met de comités üi 48 gemeenten, dat
men alle werkloozen uit heel het land
aan den hongeroptocht naar den Haag
wenschte te doen deelnemen. Die
tocht wordt tegen medio Januari a. s.
voorbereid en zou zooveel mogelijk
te voet plaats hebben.
Men zou dan gezamenlijk de re
geering. volksvertegenwoordiging en
ook de Koningin wijzen op de nooden
en de ellende der werklieden, als
mede op hare verplichtingen om door
werkverschaffing in den nood te voor
zien. Die tocht moest evenwel in de
grootste kalmte geschieden, om des
te meer indruk temaken. Het comité
zou vooraan gaan en alle moeielijk-
heden en gevaren trotseeren, mits de
werkloozen maar steun verleenden.
Men zou, in Den Haag aangekomen,
niet om eene aalmoes, maar om werk
vragen, om bijvoorbeeld dorre heide
in vruchtbare akkers tej herscheppen
enz. En om dien hongertocht zoo goed
mogelijk te doen slagen, werd de
hulp der vrouwen, van kantoorbe
dienden en onderwijzers ingeroepen,
en ten slotte aangemaand valsehe
schaamte om aan de wandelingen
deel te nemen af te leggen en zich
nauwer aaneen te sluiten.
Geel noodigde hierna de werkloozen
uit om Donderdagmiddag in „Plan-
cius" bijeen te komen, waar Domela
Nieuwenhuis Woensdag voor de
werkloozen zou optreden. Hij bracht
hulde aan de dagbladen voor de
wijze waarop daarin verslag werd ge
geven over de bijeenkomsten en wan
delingen van werkloozen, doch waar
schuwde tegen blaadjes als Extra
Tijding.
Eene vrouw en twee mannen
meenden ook nog een woordje in het
midden te moeten brengen, waarna
Wollring een langen brief voorlas,
dien het comité aan den Raad wilde
richten, om nogmaals te wijzen op
den plicht der overheid om den werk
loozen werk te verschaffen, ten einde
honger en dood te voorkomen. In
dit schrijven wordt telkens het woord
„edelachtbare" gebezigd, wat velen
door „medeburgers" wilden veranderd
zien. Hierover ontstond een lang
durig debat waarbij het comité het
woord „edelachtbare" verdedigde, op
grond dat men hier te doen had met
werkloozen van alle gezindten en
niet met sociaal-democraten.
Vervolgens werd eene wandeling
gemaakt, waaraan ongeveer 300 £t 400
personen deelnamen en die ordelijk
verliep.
Zaak-de Jong.
Het getuigenverhoor, dat Maandag-
te Amsterdam in de zaak-de Jong
plaats heeft gehad, betrof een zekeren
de Vries, aldaar woonachtig, en die
destijds te Arnhem in gezelschap van
de Jong zou zijn gezien.
Deze de Vries is met de Jong ge
confronteerd een en ander gaf echter
Cholera aan boord.
Naar wordt bericht heeft aan boord
van het ss. Deucalionte Amsterdam
aangekomen, onder de bedevaartgan
gers, die van Mekka naar Indië terug
keerden, de cholera geheerscht. Velen
hunner stierven. De ziekte tastte ook
drie man der equipage aan, die ins
gelijks daardoor den dood vonden.
Ook heeft dit schip zwaar weer ge
had, waardoor drie der opvarenden
ernstig werden verwond, zoodat zij
Zaterdag per as naar het Binnen-gast-
huis moesten worden vervoerd.
Braad in het Amalia-Hotel
te Baarn.
Zondag omstreeks 5 uur ontstond
er een begin van brand in het Amalia-
Hotel te Baarn in een lokaal, waai
de heer Van Amerongen uit Hilver
sum met een zijner knechts bezig
was goederen uit te pakken voor een
veiling, die Dinsdag a. s. zou plaats
hebben. Hoe de brand ontstaan is,
begrijpt men nietde Baarnsche
brandweer,die direct aanrukte, blusch-
te het vuur in den aanvang, waar
door grooter onheil werd voorkomen.
Van het hotel leden deuren en ramen
belangrijke schade. Eenige personen
zijn ten raadhuize ontboden.
Nachtelijk gerucht.
In den nacht van Donderdag op
Vrijdag te circa 12J4 uur werden ver
scheidene bewoners der Melkmarkt
te Zwolle opgeschrikt en in hunne
nachtrust gestoord, hetgeen veroor
zaakt werd door verscheidene Midder
nachtzendelingen, die eenen heer ach
tervolgden en daarbij zoo luidruchtig
riepen, schreeuwden en tierden, dat
eenige bewoners verschrikt buiten
kwamen, waarom twee politieagenten
het noodig achtten tegen drie der
Middernachtzendelingen, wegens het
verwekken van nachtelijk burenge
rucht, proces-verbaal op te maken.
Onder dit drietal bevond zich een
20-jarige jongen, wiens ouders de po
litie verzocht hebben dien minderja
rige niet langer bij die nachtelijke
optochten toe te laten. (Z. C
Eene ovatie.
De officieren van schutterij, weer
baarheid en marine brachten Maan
dagavond een serenade aan den nieuw-
benoemden burgemeester van Rotter
dam, den heer F. s'Jacob.
Voorop ging de stafmuziekde
hoornblazers en de afdeeling weer
baarheid sloten zich hierbij aan.
De kolonel-commandant der schut
terij, de heer Blankenheijrn, wenschte
den burgemeester hartelijk welkom
en verzekerde, dat hij steeds op den
steun der schutterij kan rekenen.
Na eenige oogenblikken van gezel
lig samenzijn bedankte de heer s'Jacob
voor de hem bewezen eer.
Vooral op den terugtocht omstuwde
een menigte volks de muziekkorpsen
en riep herhaaldelijk„Leve den bur
gemeester.
Watersnood.
Men meldt uit TietjerkAls in het
najaar de zuidelijke en westelijke
winden zich krachtig uiten is inden
tijd van een paar dagen een groot
gedeelte van Friesland in een binnen
zee herschapen. Ook nu is dit weder
om het geval. De hevige stormen der
laatste weken hebben de lage veen
achtige streken doen verdwijnen en
eene watervlakte, van minstens vijf
uren lengte, te voorschijn geroepen.
Die toestand duurt in elk geval tot
Maart van het volgende jaar. En in
heel dien langen tijd is het water
onbeperkt gebieder en zijn er talrijke
voorzorgen noodig om de hooger ge
legen streken tegen overstrooming te
vrijwaren. Tegen dezen, op den duur
onhoudbaren toestand hebben zich
reeds vele stemmen verheven, tot nog
toe echter niet met het gewenschte
gevolg. Het oprichten van waterschap
pen, het eenig afdoende middel, is
uit den aard der zaak zeer kostbaar.
Daarbij komt, dat er veel landbouwers
zijn, die in deze jaarlijksche overstroo-
mingen eene soort bemesting zien en
ze daarom niet willen missen, ook
al bestond de mogelijkheid dat er
eene andere en betere orde van za
ken in het leven werd geroepen.
26 kippen verscheurd.
Zondag 3 dezer vond de dagportier
op het terrein van het openbaar
slachthuis te Rotterdam een groot
aantal kippen vermoord en verscheurd
bij de hokken liggen. Alle moeite,
aangewend om den dader op het
spoor te komen, was vruchteloos
men moest zich tevreden stellen met
de gedachte dat een of ander ver
scheurend dier de dader was geweest.
De kippen waren eigendom van de
beide portiers en den boekhouder.
Zondagnamiddag half twaalf ure hoor
de de portier Bal een vreeselijk ge
schreeuw bij het kippenhok van op
zichter Keijlhij spoedde zich der
waarts en zag toen twee honden,
waarbij een brak, het kippenhok ont-
loopen. Bij onderzoek bleek dat er
reeds 4 kippen vermoord waren. Als-
toen ging men op surveillance het
terrein rond, en vond 26 kippen ver
moord en verscheurd in de ren bij
het kippenhok van den machinist
liggen. Het is gebleken dat de honden
eigendom van den heer v. Kooten
zijn, die zijne fabriek daar op het
terrein heeft, enonbeheerd rondliepen.
De arrondissements-rechtbank te
Maastricht heeft J. B., wonende te
Sittard, thans gedetineerd, die bij de
loting voor de nationale militie zijnen
mede-loteiing Daniels eenen messteek
aan het hoofd heeft toegebracht, aan
de gevolgen waarvan deze is overleden,
veroordeeld tot 4 jaren gevangenisstraf.
Gasontploffing.
Te Blerik bij Venloo heeft Maan
dagmorgen in de gloeilampenfabriek
Coustantia eene gasontploffing plaats
gehad, waardoor twintig meisjes meer
of minder gekwetst zijn.
ATJEH.
Aan de Java-Bode werd den 9en
uit Kotta-Radja geseind
In verband met een voorwaartsche
beweging wordt heden Tjot-Rang
iet en de post Taklat verlaten.
Een detachement is gereed om uit te
rukken.
Uit een brief aan de J.-B. over
de gevechten bij Kroeng-Kali
Nog rest mij te vermelden, dat
zich onder de Atjehers een gewezen
hoornblazer schijnt te bevinden, daar
alle signalen bij de kolonne Picard
geblazen, onmiddellijk bij den vijand
werden herhaald. Dit is ook de reden,
dat de signalen bij het transport
van den luitenant Vosmaer geblazen,
onbeantwoord bleven, hoewel zij wel
werden gehoord. Men verkeerde n.l.
in de meening, dat de vijand die sig
nalen liet blazen.
De resident van Sumatra's Oost
kust, zoo schrijft de Loc., heeft den
Kedjoeroean van het landschap Ka-
rang (Tamiang) Toekoe Bin Radja
ingevolge de verleende machtiging
en onder nadere goedkeuring der re
geering vervallen verklaard van het
bestuur over dat landschap en zulks
wegens zijn voortdurend verzet tegen
het gezag van het gouvernement van
Ned. Indië. Verder zijn wegens deel
neming en aanmoediging van dat
verzet zijn afstammelingen uitgesloten
van de opvolging in het bestuur over
dat landschap. Deze maatregelen zijn
door middel eener proclamatie ter
kennisse gebracht van de betrokke
nen en van de hoofden en de bevol
king der Tamiangsche landschappen.
Over de keuze van een anderen in-
landschen bestuurder over het land
schap Karang wordt door den con
troleur van Tamiang met de stem
gerechtigde hoofden beraadslaagd.
KOTTA-RADJA, 8 Nov.
De Atj. Ct. van den 4en meldt
Buiten de linie wordt nog steeds
op onze voorposten gevuurd, doch ge
lukkig zonder resultaat. Toekoe Djo-
han, die nu eene troepenmacht van
ruim 1000 man bij elkaar heeft ver
zameld bij Kroengkali, heeft weten
te bewerken dat zijnvro igere hoeioe-
balang, Toekoe Hoesin Longbatta.
zich weder bij hem heeft aangesloten!
Den 8n schrijft het blad:
Werd in de vorige week slechts het
geschiet van den vijand op onze voor
posten vernomen, op Zondagavond
gaf ons zwaar geschut op de posten
in de Oosterlinie weder blijken van
leven.
Kanonschoten en mortierworpen
wisselden elkander af om het legioen
van Toekoe Djohan te steunen bij een
aggressief optreden tegen de kwaad
willigen in de XXVI moekims. Den
volgenden dag werd het concert van
onze vuurmonden herhaald en reeds
des avonds van dien dag vernamen
wij dat eenige versterkte plaatsenen
loopgraven door Djohans troepen op
den vijand zijn veroverd. De vijand
werd nog verder bestookt en ont
ruimde eenige kampongs, die onmid
dellijk bezet werden door de aanval
lende troepen, die van daar vooruit
gingen.
Wij ontvingen gisteren avond het
bericht dat Missigit Lepong, Lam-
goet, Tjot Rang en Lam Triëng reeds
door de hulptroepen van T. Djohan
zijn bezet.
In de laatst ge-noemde versterkte
kampong maakte men in eene wo
ning, die den vijand tot magazijn
diende, eene hoeveelheid vivres, mu
nitie, geweren en blanke wapens buit.
T. Djohan is gisteren namiddag van
het gevechtsterrein alhier gearriveerd,
en zal zich weder met den vijand
meten, zoodra Lamgoet door onze
troepen zal worden bezet, 't welk ver
moedelijk nog heden zal gebeuren.
voorgestelde maatregelen. Hij vreesde
dat de vrijheid verkort zou worden.
Goblet verliet de tribune te midden
van „huées". De uiterste linkerzijde
juichte hem toe. Een voorstel van
Pelletan, maar door de regeering af
gewezen om de beraadslaging tot
Dinsdag te verdagen, werd verwor
pen met 404 tegen 143 stemmen.
Verworpen werd ook de schorsing
der zitting, voorgesteld door Julien,
met 387 tegen 56 stemmen.
De wijzigingen in de artikelen 24
en 25 van de wet van 1881 op de
pers werden aangenomen. Een amen
dement van Pourquery de Boisserin
op art. 49, betrekking hebbende op
de inbeslagneming van geschriften,
werd verworpen. Casimir Perier zeide,
dat de regeering elke wijziging in den
tekst, welken zij voorstelde, verwierp.
Het geheele wetsontwerp op de pers
werd met 413 tegen 63 stemmen, on
der toejuiching van het centrum,
aangenomen.
Sir William Harcourt heeft in het
engelsche Lagerhuis, onder toejuiching
der leden, verklaard, dat de regeering
uit naam van het Huis aan de
Franse he Kamer en haren voorzitter
zal schrijven, om van hare sympathie
en van afschuw van de misdaad,
welke Zaterdag bedreven is, te doen
blijken. Balfour betuigde zijne instem
ming met dat voornemen.
Brand te Antwerpen.
Omtrent de gevolgen van den vree-
selijken brand, die in den nacht van
Zaterdag op Zondag te Antwerpen
heeft gewoed, kunnen wij nogmede-
deelen dat door het instorten van
een muur een agent van politie en
een brandweerman de slachtoffers
van hun plicht zijn geworden. Eerst
genoemde is dood gevondende laat
ste wordt nog steeds gemist'. Betref
fende de oorzaak is nog niets naders
ontdekt.
Voorstelling geBtoord.
Eene voorstelling van Ibsen's „Vij
and des Volks" in het Parktheater
te Brussel is door anarchisten ge
stoord. Zij begonnen de „Marseillaise"
te zingen en „Leve de anarchie!" te
roepen. Toen de politie hen ten slotte
verwijderd had, trokken zij zingend
door de stad, nadat ze talrijke bro
chures onder het publiek hadden uit
gestrooid.
Maandagavond heeft Crispi eene
samenkomst met den koning van
Italië gehad. Hij heeft nog geen mi
nisters voor binnenland sche zaken,
oorlog en marine gevonden.
Het oproer te Gardinello heeft een
ernstigen loop genomen. De bersag-
lieri waren genoodzaakt voor het
raadhuis vuur te gevener vielen 8
dooden en 14 gewonden. Nadat de
soldaten waren vertrokken, werden
de gemeentesecretaris en zijne vrouw
vermoord, hunne afgehouwen hoof
den op pieken gestoken, en werd zoo
een optocht gehouden.
In de goedbezochte bijeenkomst
van de fransche Kamer werd Maan
dag Dupuy nogmaals hulde gebracht
voor zijne houding bij de gebeurte
nissen van Zaterdag.
Casimir Perier stelde een wetsont
werp voor waarbij met vijf jaren ge
vangenisstraf worden gestraft aanspo
ring tot plundering, brandstichting
en aanslagen tegen de veiligheid van
den staat, en verheerlijking van mis
daden. Goblet bestreed heftig de
Dynamiet in de Fransche
Kamer.
Behalve Vaillant zijn 10 personen
in hechtenis genomen, waarvan 4 in
afzondering gehouden worden. Een
Hollander, correspondent van duit-
sche bladen, en redacteur van de
Pere Peinard en van de En-dehon is
gearresteerd.
De huiszoeking had de ontdekking
van een duizendtal brieven, verdachte
koperen buisjes en een geladen re-
volger tengevolge.
De overblijfselen van de door Vail
lant geworpen bom zijn in het ge
meentelijk laboratorium te Parijs on
derzocht. Hieruit is gebleken, dat de
helsche machine geen dynamiet be
vatte.
Zij was volgens opgave van den
misdadiger samengesteld uit eene
tinnen doos, die gevuld was met spij
kers en gekapt lood. Midden daarin
bevond zich een buisje gevuld met
twee vloeistoffen, welke door watten
gescheiden waren. Zoodra de stoffen
zich door de watten met elkander
vermengd zouden hebben, moest de
ontploffing volgen. Reeds de reuk
had doen onderkennen dat men hier
niet met dynamiet te doen had. De
bom was er overigens niet minder
op en scheen van plan te zijn, zich daarover niet uit te
laten. Om Elise te sparen wilde de jonge man op dit punt
ook niet verder ingaan.
„Hoe groot was uw gezin?"
„Ik had maar eén kind."
Albert fronste de wenkbrauwen bij dit antwoord, daar het
steeds meer bevestigde dat werkelijk deze man Elises va
der was.
„En enhoe heette dit kind
„Elise," antwoordde Charpentier onmiddellijk.
Met een moedeloos gebaar keerde Albert zich van hem
af. De jonge man begreep nu, dat er niets aan te doen was
en dat het werkelijk Elises vader was, dien hij voor had.
„Vader, vader!" riep het meisje terwijl ze zich naast hem
op een knie liet neerzinken. „Waar is moeder?"
„Dood," zei Charpentier met doffe stem.
„Doodherhaalde Elise zachtjes en terwijl hare tranen
vloeiden, boog zij het hoofd en deed een vurig gebed. Spra
keloos en eerbiedig stonden de baron en zijn zoon daarbij.
Toen zij weer was opgestaan, wendde zij zich dadelijk tot
dten baron.
„Mijnheer," zei zij vastberaden," ik herhaal nu mijn ver
zoek om mij met dezen man te laten spreken."
„Ik mag het u niet weigeren, mademoiselle, maar ik kan
u niet met hem alleen laten. Nadat uw vader u jaren lang
aan uw lot heeft overgelaten en een leven heeft geleid, waar
naar niemand die hem ziet behoeft te raden, zou het onver
antwoordelijk zijn u met hem alleen te laten."
„Toch zou ik mijn vader gaarne onder vier oogen spreken,
mijnheer," antwoordde de gouvernante vastbesloten.
„Dat kan dan ook geschieden, modemoiselle. Ga met mij
in de bibliotheek: mijn zoon en ik zullen dan wachten in
de studeerkamer die er aan grenst en de deur open laten,
zoodat wij u als dat noodig is, onmiddellijk te hulp kunnen
komen."
Het was een zonderling schouwspel, eenige oogenblikken
later, om in de fraaie bibliotheek deze bandiet te zien
zitten op een zwaren eikenhouten stoel, zijn voeten opgetrok
ken om de parquetvloer niet aan te raken en tegenover hem
het meisje, dat zijn dochter was.
„Wat wilt gij van mij," mompelde hij, half eerbiedig, half
barsch en zonder den moed te hebben haar met het ver
trouwelijke „jij" en „jou" aan te spreken.
„Vader," zei zij en vouwde de handen, „waarvan leeft gij
„Waarvan?" zei hij met een gemaakt lachje. „Van los werk
en zoo wat."
„Ik geloof u niet," antwoordde ze droevig. „Uit mijn jeugd
herinner ik mij niet veel, maar dit weet ik toch wel, dat u
toen.... stal en inbraak pleegde...."
Hij antwoordde niet, maar keek voor zich.
„U antwoordt niet, dan zal ik het er maar voor houden,
dat u liever niet antwoorden wilt."
Charpentier antwoordde nog altijd niet.
„Vader, hoe kwam u hier, in den nacht, op dit huis
„Waartoe dienen al die vragen?" riep Charpentier nu
driftig uit. „Wat geeft u het recht...." Hij zweeg, want op
den drempel van de tusschendeur verscheen Albert de Rétigny
om te zien wat er gaande was. Een geruststellende wenk van
het meisje deed hem, hoewel aarzelend, weer in de studeer
kamer terugtreden.
„Vader," zei Elise, „ik heb geen recht, maar het is mijn
plicht om u voor verder kwaad te bewaren. Dat alleen is
de reden waarom ik u dit alles vraag. Als ik u nu weer
liet gaan en mij er niet over bekommerde of u weer in het
kwaad verviel, dan zou mijn geweten mij verwijten dat ik
mijn plicht niet had gedaan en mijne moeder zou van hier
boven niet meer met liefde op mij neer kunnen zien. Vertel
mij dus alles, ik smeek er u om, tot uw eigen bestwil."
„Wat baat het!" mompelde Charpentier met een wanhopig
ophalen van de schouders.
„Veel. Zeg mij alles, mij, uw dochter. Ik kan niet meer
doen dan u steunen om niet weer in het kwaad te vallen
maar de baron kan veel doen en als ik hem daarover spreek,
zal hij u zeker willen helpen om weer een braaf mensch te
worden."
„De baron? een officier van justitie?"
„Des te beter kan hij beoordeelen, wat het zeggen wil uit
de zonde terug te keeren tot het goede pad."
Wordt vervolgd