NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. eDynam'ietmannen van Parijs. lie Jaargang; Donderdag 14 December 1893. No. 3207 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN: Een Sclioiiwbün-Baflinriclitiiitt. STADSNIEUWS. Oirde lachconcert. H t u I L L E T O N_ HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Eijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37^. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers, Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publidté Etrangêre G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31&is Faubourg Montmartre. jjgOp uitnoodiging van de redactie fan dit blad heeft een onzer haar- architecten Zondag een kijkje van de door den beer Thoo- ontworpen en geëxposeerde tee- van een schouwburg, die des tot badinrichting zou kunnen opgericht. Deze deskundige deelt zijne bevin ding aldus mede „Met een plan van stoute opvatting maakten wij Zondag jl. kennis, waar fan wij in breede trekken de uitleg ging laten volgen. Dë plannen ver- door den heer J. J. Tboolen 's-Gravenhage, stelden eene gecom Schouwburg- Bad-en Zwem voor, zooals voor onze stad ook voor vele andere, van prac- nut zou moeten zijn, en boven bestaande toestanden van beide, te verkiezen. "Het eigenaardige plan van een Schouwburg, namelijk dat gedeelte wat de benedenruimte (parterre) en daarom, liggende gaanderijen (baleons) langaat, leidt den lezer immers ge er toe om zich van bet een groot solied bassin en van loges, de kleedkamertjes te denken. beeft de ontwerper dit ook aan publiek voorgeteekenden de gaat met zeer geringe gepaard; wanneer het speel seizoen voorbij is, worden de stalles, parquet en parterre die te zamen eene groote tribune uitmaken, uit den ge- metselden kom weggenomen, de borst wering der loges van hare betim mering ontdaan, de ijzeren estrade als romp bedekt bleef, komt hier te voorschijn; de gang rondom bassin komt vrij door het weg der tusschenschotten van de en de ijzeren of houten kolom hierachter gelegen, die de daar liggende gaanderij dragen, vor men de afscheiding der kleedkamer tjes. In het plan is het ook duidelijk zichtbaar dat achter deze draagkolom- men voldoende ruimte voor deze kleed kabinetten overblijft. Ook de afzonderlijke badkamers zijn het zwembassin gegroepeerd, doch de beganegrond-verdieping gelegen van uit de groote vesti De toevoer van water geschiedt twee nortonpijp-wellen doch water komt alvorens in het groote bassin te worden gelaten in ruime gemetselde reservoirs, vanwaar bet dan weder overgepompt wordt. Tot dusver wat de inrichting aan gaat. De centrale verwarming en elektrische verlichting, toch reeds voor den dienst van den nieuwen Schouwburg noodig, komen hier dub bel te pas voor de stoom- en andere baden. De vervaardiger heeft echter door zijne uitgewerkte studie en rekenkun dige tabellen naar eene bestaande Bad en Zweminrichting opgemaakt, aan ons de vraag gesteldZou de exploi tatie van eene dergelijke bovenbe schreven inrichting met cijfers toe gelicht voor Haarlem niet gewild zijn Ook niet bet minst richt de ont werper de vraag tot doctoren en auto riteiten, met bet oog op bet baden in levende wateren, waarvan de zui verheid door allerlei oorzaken zoo weinig betrouwbaar is. Hierbij verliest de ontwerper even wel uit het oog, dat het baden in stroomend water frisscher en heilza mer is dan in stilstaand, zoogenaamd dood water. Hierbij komt, dat mag rivierwater gevaar opleveren van be smet te zijn, de zuiverheid van Nor- tonwater ook niet in alle omstandig heden boven bedenking verbeven is. Er is veel goeds in het ontwerp, veel practische voordeelen, die de combinatie Schouwburg - Badinrich ting in de hand werken. Ook de wijze waarop de beer Thoolen zijne ideeën aanschouwelijk heeft gemaal-1, zijn hoogst duidelijk, en dwongen velen een woord van lof af. Wat den Schouwburg aangaat, deze zon meer in overeenstemming met zijn tweeledig doel gebracht moeten worden; alles is niet gezegd met de beneden verandering, een wegschui vend koepeldak, of bestendig boven licht, alsook een afneembaar zaal-deco ratief zouden zoo er niet ingespeeld, en dus de dienst van het zomerseizoen begonnen wordt, zeer gewenschtzijn. Ernstiger bezwaar zouden onzes in ziens de kostbare machineriën voor pompen, dynamo's en verwarming zijn, voor de exploitatie aan de eene zijdezon men bovendien voor de enorme watermassa's niet te groote verwachtingen hebben van Norton- wellen Met den ontwerper zijn wij het in zooverre eens, dat men zich aan die wijze van waterverschaffing moet houden, omdat de aanwending van de duinwaterleiding veel te duur zou worden. Men zou met eene dergelijke inrich ting ook geen te groote opkomst van jongelieden mogen verwachten, omdat deze uit den aard der zaak goedkoo- per in de bestaande gelegenheden zullen terecht kunnen, en zij toch vormen het belangrijkste deel van de zwemmers. Het zouden de volwasse nen zijn, op wie men bet oog geves tigd moest houden, en of die in hun betrekkelijk klein getal de zaak voort durend levensvatbaarheid zouden schenken, is eene tweede quaestie Nog enkele opmerkingen ten slotte. In den winter zonden de liefhebbers geene baden kunnen nemen en nu mag van een badhuis in den zomer een veel drukker gebruik gemaakt worden dan in den winter, de volsla gen sluiting in den winter zou voor de klanten der inrichting een groot bezwaar wezen. Het niet onbelangrijke voordeel, dat de exploitatie van den schouwburg in de kermisweek oplevert, gaat voor een gecombineerd gebouw verloren, omdat in die dagen het interieur voor badhuis is ingericht. En eindelijk betwijfel ik de behoefte aan een badhuis en een schouwburg in Haarlem. Dat de bestaande schouw burg te klein wezen zou, namelijk te weinig plaatsen zou bevatten, is eene dwaling van den ontwerper. Rij de meeste voorstellingen blijkt onze schouwburg in de Jansstraat eer te groot, dan te klein. De zweminrich ting aan de Houtvaart verheugt zich in de sympathie van vele zwemmers, vooral ook omdat de eigenaar al het mogelijke doet om voor goed water en geregelde verversching te zorgen. De schouwburg-badinrichting is dus m. i. in Haarlem nuttig noch noodig." A. J. S. Haarlem13 Dec. 1893. Bij den Raad is ingekomen een voorstel van. B. en W. tot verande ring der indeeling van de gemeente secretarie en tot vermeerdering van het aantal ambtenaren, daaraan werk zaam. Wij beleven in de laatste maanden muziekuitvoeringen, die menige groo- tere stad dan ons goede Haarlem ons mag benijden. Het derde Bachconcert, dat ons Dinsdag naar de concertzaal voerde, stond bij zijn beide voorgangers zeker niet ten achteren in rijkdom en uit gezochtheid van muzikale genietingen. Kan men zich, daar waar Kes op treedt aan het hoofd van zijn uitge lezen kapel, immer verzekerd bonden de edelste uitingen van het muzikaal genie op de waardigste wijze te hoo- ren vertolken, ditmaal werd hij in dit eervol streven terzijde gestaan door een kunstenares „von Gottes Gnade" de altzangeres mej. Charlotte Huhn. Zeldzaam inderdaad is het orgaan dezer ^bevoorrechte zangeres, zoowel door gehalte en kracht als door om vang, maar niet minder zeldzaam is de schat van muzikale beschaving die deze kunstenares op hare roem volle loopbaan is meêgegeven. Over de liederen door baar in bet tweede deel voorgedragen DieAll- maclit van Schubert, Mainacht van Brahms, Widmung van Schumann en een mij onbekend extra-nummer wil ik zwijgen, hoeveel voortreffelijks hiervan ook zon te vermelden zijn. Ik wil alleen wijzen op het hoofd nummer van baar program, nl. de aria uit Achilles van Max Brucb, waar zij zich aan ons vertoonde in al haar uiterlijke en innerlijke kracht. Deze beide krachten zijn bij mej. Huhn volkomen geëvenredigden boven velen is bet baar door de natuur ge geven een krachtig gevoel krachtig te uiten. Dat die kracht nooit of nergens in botsing komt met de schoonheid, waar heid onwaardigheid der uiting, getuigt van een degelijke muzikale vorming en een levendig dramatisch gevoel. Dit laatste is, m. i., de sterkstspre- kende karaktertrek in deze artistieke persoonlijkheid; boe bad zij anders met bovengenoemde aria zulx een onbeschrijflijk diepen indruk kunnen te weeg brengen. Zoo vaak wij inde toekomst deze aria zullen hooren zal ongetwijfeld de herinnering aan mej. Huhn in onzen geest levendig worden. Het zou onbillijk zijn hier niet te gelijk gewag te maken van de veilig kan men zeggen voorbeeld e- looze wijze, waarop bet orkest zijn, in dit nummer zoo belangrijke rol ver vulde. In hoeverre hierbij van voorberei ding kan sprake zijn weet ik niet, maar ik acht bet steeds eend er hoogst te waardeeren eigenschappen van den beer Kes en zijn orkest, dat zij in begeleidende partijen doorgaans een nauwkeurigheid in acht nemen en een gloed ontwikkelen die inderdaad bewonderenswaardig zijn. Nu ik toch over 't orkest spreek, wil ik meteen zijn overige werkzaam heden van Dinsdagavond in herin nering brengen en daarbij het meeste licht doen vallen op de keurige en hoogst karaktervolle vertolking van Beethoven's Tweede Sinfonie. Wat kwamen in dit werk weerde adel van klank der instrumenten en de eenheid van opvatting en uitvoe ring der spelers heerlijk aan den dag! Alleen deze sinfonie loonde dubbel den gang naar de concertzaal. Dat er zelfs hier ook op kleine vlekjes zon kun nen worden gewezen, behoef ik wel niet aan te stippen; zij zijn echter van zoo weinig beteekenis, dat zij op den indruk van 't geheel niet den minsten invloed uitoefenen. Als ik een aanmerking wilde ma ken zou het zijn op de zuiverheid der trombones in het Voorspel uit de opera Die Hexe van Enna vrij ge- copiëerd naar Wagners „Lohengrin"- Voorspel maar in ditzelfde werkje waren, bij wijze van vergoeding de violen en het houtbetooverend schoon. Uit het oogpunt van klankschoonheid vooral moet ook vermeld worden het fraaie arrangement van Handels Lar go, met obligaat-vioolsolo door den heer L Kramer, terwijl in de geest en gloedvolle Rhapsodic No. jl van Liszt het orkest gelegenheid had zich te doen kennen als eene volmaakt ineenslnitende vereeniging van vaar dige artisten. De aanvoerder der violoncellen, de heer J. Mossel trad in een drietal nummers als solist op; in het eerste deel met een Concert van W. Kes, in het tweede deel met Nocturne van Chopin en Papilion van Popper. Kes' concert was het werd na de aria uit „Achilles" en met piano uit gevoerd in ongunstige conditie. Als ik er iets van zou zeggen, zou dit allicht ongunstiger klinken dan het werk en de vertolking daarvan verdienenik zwijg dus daarover. De keuze der in het tweede deel voorge dragen violoncel-nummers vond ik niet al te gelukkig. Dat echter de heer Mossel tot de uitstekende violon cellisten in ons land behoort, bewees hij ook nu, zooals hij 't hier ter stede reeds meermalen deed. PHILIP LOOTS. Dinsdagavond trad de beer Willem van Zuylen op in den Schouwburg voor de leden van het departement Haarlem van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Met de negen stukjes die bij voordroeg, en die op een uitzondering na hetzelfde pro gramma vormden, waarmee de heer van Zuylen voor eenige weken voor de leden van „Cremer" optrad, be haalde hij weer veel succes. De zaal was flink bezet. Dinsdagavond is in de woning zij ner ouders alhier aangehouden An- thonius Sieraad, oud 24 jaren, die des morgens te Heemstede een zw- lakensche broek had ontvreemd. De vorige week is hij door de Arr. Rechtbank insgelijks ter zake dief stal tot 2 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Voor eene goed bezochte vergade ring trad Dinsdagavond in „Felix 27 HOOFDSTUK V. Vader en Dochter. „Welnu," zeide Charpentier eindelijk, „ik zal spreken. Ik ben zóo diep ellendig, dat het niet erger meer worden kan. Ik weet niet hoe het komt, maar gij boezemt mij vertrou wen in. Kom hier, dicht bij mij, dat anderen het niet hoo ren. „En daar in den nacht, fluisterend aan het oor van zijn dochter, beleed hij zijn geheele treurige levensgeschiedenis. Daar hoorde het bevende meisje boe haar vaders leven ver deeld was geweest tusschen misdaad en straf hoe na eiken diefstal de politie haar zware hand op zijn schouder had weten te leggen en hoe hij telkens bij het verlaten van de gevangenis weer nieuwe inbraken had gepleegd. Aanvankelijk kwamen de woorden er hortend en stootend uit, maar weldra ging het gemakkelijker en ten slotte fluis terde hij de misdaden van zijn treurig leven met een zekere haast baar toe, alsof het hem goed deed alles eens te kunnen vertellen. En dat was ook inderdaad zoo. De ellendige man, die zijn gansche bestaan in misdaad had doorgebracht, had ook al de ellende gevoeld die daaraan verbonden was de armoede en het gebrek die zoo vaak hem waren komen kwellen na enkele dagen van dwazen overvloed. De laatste dagen die hij zonder dak, zonder voedsel, zwervende in het slechte weer, op de straten had doorgebracht, hadden de maat doen overloopen. Hij was dit gevaarlijke leven moede. Toen hij ophield slaakte Elise een diepe zucht. Het kostte haar (wien zou het verwonderen) eenige moeite om niet weg te schuiven van dien man, die nimmer iets nuttigs, maar wel veel kwaads in de maatschappij had gedaan. Haar energie overwon evenwel dat oogenblik van zwakheid. Was deze man niet haar vader. Als zij hem nu losliet, dan zou hij voorzeker reddeloos verloren zijn. „En is dit alles, vader?" vroeg zij langzaam. „Ja," antwoordde Charpentier, maar de toon waarop hij het zei, gaf het meisje de overtuiging dat hij nog iets ver zweeg. „Hebt u niets verzwegen? Is u voor alles gestraft?" Charpentier antwoordde niet, maar keek angstig naar de deur van de bibliotheek, als vreesde hij dat de baron iets hooren zou. Het meisje herhaalde hare vraag en toen hij haar verschrikt aanzag en een smeekend gebaar maakte als om haar te vragen daarop niet aan te dringen zei ze: „Vader wees openhartig. Zeg nu alles. Gij zult van alles wat ge mij verteld hebt, nog geen voldoening hebben als gij iets verzwijgt. Denk eens na wat een genot dat wezen zoualles te hebben geboet wat misdaan was, weer een mensch te zijn als anderen, uw hoofd weer hoog te kunnen dragen en anderen weer in bet gezicht te kunnen zien." „Maar als ik het vertel, ga ik weer in de gevangenis," fluisterde Charpentier, bijna onhoorbaar. „Als gij het niet boet dan is nw berouw niet volkomen en dan zult ge u nooit veilig gevoelen. Eiken dag kan dan de justitie de misdaad ontdekken en u vatten. Beken, vader, beken alles en de rechters zullen u behandelen met genade. Baron de Rétigny zal uw voorspraak zijn, daarvan ben ik zeker." „De laatste zaak was een inbraak," zei Charpen tier zacht. „Wanneer „Zes weken geleden." „Waar?" „In de Rue du Bac." „Weet de justitie dat niet?" „De justitie heeft een onderzoek gedaan, maar de daders niet kunnen vinden." „Ik dank u, vader" zeide zij en zij drukte hare kleine, blanke hand op de ruwe hand van haar vader. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1