BINNENLAND
lijke Fabriek van stoom- en andere
werktuigen? Waar de Atlas en zoo
vele andere? waar de oude roem van
Haarlem als fabrieksstad? Het is
alles verdwenen en verloren gegaan.
vvaaraoor uat Komt?
Volgens den heer Beijnes, omdat
Nederland alleen staat met zijne
doctrinaire beginselen voor den vrijen
handel, alleen staat met de wijsheid
dat een octrooiwet Nederland zou
schaden, omdat Nederland afhanke
lijk is van alle omstandigheden in de
nijverheid. Geen bescherming wil
spreker, maar evenredige rechten en
eerlijke reciprociteit.
Stelselmatig wordt een groot deel
van het werk, dat hier even goed zou
kunnen worden verricht, naar het
buitenland gezonden. Nederlandsche
firma's geven voor hare aanbestedin
gen bestekken in vreemde talen, met
het kennelijk doel het werk in het
buitenland te doen maken. Nog pas
heeft een groote koopstad in ons land
(Rotterdam?) een werk in het bui
tenland doen uitvoeren, omdat zij on
bekend scheen met de nijverheid in
haar eigen land. De buitenlanders
weten wel beter, die gunnen hun
arbeid liever aan de eigen burgers,
al zijn dier inschrijvingen niet de
laagste, omdat zij weten dat. zij anders
straks meer en veel meer dan dat
verschil zullen moeten offeren tot on
dersteuning van werkloozen.
De Maatschappij moet dit alles
verhoeden, maar dan dient haar naam
te worden veranderd.
Tot nu toe bestaat zij helaas niet
alleen uit mannen van nijverheid
maar voor een groot deel uit koop
lieden en belangstellenden, ja zelfs
uit agenten van buitenlandsche hui
zen. Tusschen de belangen van han
del en nijverheid is er in den regel
botsing. Onze naburen hebben maat
schappijen onder den naam van so-
cieté générale pour favoriser l'indus-
trie nationale het schijnt dat onze
Maatschappij zou moeten heeten
Société pour favoriser l'industrie
étrangère.
Concludeerende komt spreker tot
de slotsom, dat de Maatschappij tot
bevordering der Nederl. Nijverheid
van de regeering zou moeten trachten
te verkrijgen
Gelijke voorwaarden bij openbare
aanbestedingen in ons land zoowel
als in den vreemde en wel voor ieder
land afzonderlijke reciproque gelijke
invoerrechten voor Nederland en de
koloniënwederinvoering van de dif
ferentiaalrechten wedervaststelling
eener goede octrooiwet, opdat met
het oog op recht en billij kheid iemand
niet ongestraft de vruchten zal pluk
ken van eens anders arbeid, eens an
ders uitvinding.
In den loop zijner rede had spreker
uitdrukkelijk verklaard, niet te spre
ken in het belang zijner eigen indus
trie, maar in het algemeen belang
der Nederlandsche Nijverheid.
Hierop volgde een vrij levendig
debat. De waarn. voorzitter, mr. Joh.
Enschdé Jr. betoogde dat verandering-
van den naam der Maatschappij zou
stuiten op een formeel bezwaar.
De heer Lieftinck was het daarmee
niet eens. Naamsverandering kwam
hem zeer wel mogelijk voor. Hij wees
er echter den heer Beijnes op, dat
het niet overal der industrie zoo slecht
gaat. De Maatschappij de Schelde
bijvoorbeeld heeft zooveel werk, dat
zij een gedeelte heeft moeten afwijzen.
Het spreekt vanzelf, dat minder goed
geadministreerde instellingen voor
scheepsbouw zijn te gronde gegaan,
dit is bij de felle concurrentie onver
mijdelijk. Eén ding heeft spreker
evenwel zeer verwonderd en wel dat
de heer Beijnes, die voor zichzelven
geene bescherming verklaart noodig
te hebben, die vraagt voor anderen,
Overigens begrijpt spreker, dat het den
inleider voornamelijk is te doen om
verandering van den werkkring der-
Maatschappij.
De heer Th. Figee zag dit laatste
ook in. Blijkbaar wil do u.eer x>eijnes
eerst trachten andere industrieele
vereenigingen samen te smelten met
de Maatschappij en daarna den werk
kring wijzigen. Hij vreest echter
dat het voorstel zooals het daar ligt,
door al de departementen zal worden
afgewezen.
Nadat de heer Beijnes had geant
woord, o. m. aan den heer Lieftinck
verzekerd dat hij geen bescherming
wenscht, maar alleen bevordering van
de nederlandsche nijverheid door re
ciprociteit, stelde de voorz. als motie
van orde voorDe vergadering ge
hoord de toelichting en de debatten,
zich geen rekenschap kunnende ge
ven van de bedoeling van het voor
stel gaat over tot de orde van den dag.
Ten slotte trok de heer Beijnes zijn
voorstel in, evenwel uitdrukkelijk
verklarende dat hij in de volgende
vergadering een nieuw voorstel zal
doen.
In den loop der vergadering waren
als bestuursleden benoemd in de
plaats van den heer J. Merens, perio
diek aftredend en niet herkiesbaar
en in de plaats van den heer G. A.
A. Middelberg, die naar Transvaal is
vertrokken, de heeren J. J. F. Beij
nes, en W. J. Brender k Brandis, die
deze benoeming aannamen. De waarn.
voorzitter bracht een woord van dank
aan den aftredenden voorzitter, den
heer J. Merens.
De heeren Mr. Z. W. Straatman en
A. P. Hooghwinkel werden resp. als
secretaris en penningmeester herkozen.
{Zie vervolg Stadsnieuws 3e pagina
1894 en 1895 zal loopen en wel van
1 Januari 1894 tot 1 September 1895,
terwijl aan Ged. Staten blijft overge
laten. de tp/Mipp'-'n te bepaler., waar
op binnen dat tijdvak de herijk voor
elke gemeente der provincie zal plaats
hebben.
In het belang van den geregelden
gang van den ijkdienst oordeelt de
Minister het wenschelijk, dat daarbij
de gemeenten in groepen verdeeld
worden,waarin onderscheidenlijk voor
taan de herijk zal plaats hebben in
het eerste en in het tweede jaar van
elke herijk-periode.
Teneinde aan de belanghebbenden
reeds dadelijk de' voordeelen te ver
zekeren, die voor hen uit de nieuwe
regeling voortvloeien, wenscht de Min.
dat daaraan zooveel mogelijk publi
citeit gegeven wordt.
Het komt hem eindelijk van belang
voor o. a. voor zooveel eenigszins
mogelijk mondeling alle belangheb
benden van de tijdstippen van den
herijk voor hunne gemeente te doen
verwittigen; er de belanghebbenden
in 't bizonder op .te wijzen, dat de
maten en gewichten, op gevaar van
straf, voorzien moeten blijven van de
vereischte stempelmerkendat dus
het laatst geplaatste goedkeurings-
merk voortaan gedurende twee jaren
ongeschonden moet worden bewaard.
Vergrooting der sluizen te
Spaarndam.
Aan het Hoogheemraadschap van
Rijnland zijn omtrent de vergrooting
der sluizen te Spaarndam nog geen
plannen bekend of in bewerking.
Tegen ongelukken verzekerd
Aan de grootste thans in aanbouw
zijnde boerderij te Haarlemmermeer
bij Abenes zijn alle werklieden tegen
ongelukken verzekerd.
Verkiezing te Goes.
Men meldt uit Goes aan De Tijd
Wordt in alle couranten jhr. De
Savornin Lohman als aanstand Ka
merlid voor ons district gedoodverfd,
in tegenspraak hiermee kan i.: u me-
dedeelen, dat men te Goes zelf er
druk over spreekt om den heer M.
de Jong (a.-r.) canclidaat te stellen.
Nagenoeg alle katholieken alhier kun
nen zich met deze candidatuur ver
eenigen, zoodat de heer De Jong, in
dien hij van anti-revolutionnaire zijde
jesteld worde, groote kans van sla
gen zal hebben.
Van liberale zijde worden in het
district Goes als candidaten genoemd
de heeren Heyse, lid van Gedepu
teerden in Zeeland, en jhr. Six, oud
minister van binnenlandsche zaken
en thans lid der Eerste Kamer.
door de naden van zijnen vloer op
steeg. Zijne vrouw kreeg volgens zijn
zeggen onmiddellijk eene appelflauwte,
t hi: ho"! w-'ri moeite had haw
zijne assurantiepolis en een sommetje
in baar geld in veiligheid te brengen.
Beneden in de keuken, tusschen het
tooneel van zes vierk. meter en de
„kleedkamers der artisten" was de
vlam in de pan geslagen, in casu in
eene pan met vet, dat op een petro-
leumkooktoestel stond te braden.
Frau Fuchtenschnieders echtgenoot
was reeds eenige uren te voren aan
den wandel met zijnen assuradeur en
vond, weder thuis gekomen, de ge-
heele comediezaal overhoop, het too
neel zwaar gehavend, de clecoratiën
op eenen hoop geworpen en druipende
van het water, de keuken en de ar-
tistenkamers totaal uitgebrand.
De brandweer werkte met een drie
tal Vechtwaterkranen, terwijl op de
Nieuwe Brug eene stoomspuit bij de
hand werd gehouden. Wegens den
dichten rook in het „Sanctum Sanc
torum" der artisten moest voortdu
rend het rookmasker gebezigd wor
den. In den aanvang hadden de vlam
men zich aan de achterzijde van het
gebouw eenen weg gebaand naar bui
ten, en liet de brand zich tamelijk
ernstig aanzien. Spoedig echter was
de brandweer het vuur volkomen
meester, en wist men, dat alleen de
keuken, de kleedkamers en een klein
kamertje op de bovenverdieping aan
de vlammen moesten worden prijs
gegeven, terwijl de overige gedeelten
van het perceel slechts van water
schade zouden hebben te lijden.
personen
den mist, meer dan dertig
te water geraakt.
Op het Noordzee-kanaal is een
ct Lou.i. gclu^n Vxet, uoor aanva
ring met een zeilschip, gezonkenin
het Spaarndammer-kanaal Jheeft een
sleepboot met bakken achter zich,
Donderdagavond de reis gestaakt.
Uit Vlissingen wordt ^gemeld
Donderdagmiddag is door dikken
mist het havenbootje Changsleep
dienst verrichtende, door de vracht
boot de Valkop het kanaal, ter
hoogte van het atelier der Staats
spoor, aangevaren en gezonken. De
opvarenden werden gered.
Twee paarden gestikt.
Woensdagavond raakte een groote
meubelwagen van de firma Allan
Co. te Rotterdam, op den Rotterdam-
schen weg onder Vrijenban, in een
diepe sloot langs den weg. De beide
paarden die voor den wagen gespan
nen waren zijn onder den wagen ge
raakt en in de modder gestilit; de
drie begeleiders vielen allen mede
te water, maar kropen er spoedig
weer uit, zonder letsel bekomen te
hebben.
Stoomtram
Amsterdam- IJ maiden.
De concessie voor den aanleg van
een stoomtram Amsterdam-IJmuiden.
waarvan onlangs door ons melding
werd gemaakt, is thans aangevraagd.
Donderdag werd te Zand voort in
publieke veiling verkocht een huis
gelegen aan de Kerkstraat naast het
postkantoor met een daar achter j_
legen perceel. Kooper werd de heer
J. Groen voor ƒ2465.
Herijk.
Tot nu toe bestond hier te lande
de gewoonte den herijk der maten en
gewichten jaarlijks te doen plaats
hebben. Op grond der ervaring acht
de Minister van Waterstaat, Handel
en Nijverheid zulk eene veelvuldige
herhaling der herijkbewerking ter
bereiking van het doel der ijkwet
niet noodig. Met een hernieuwd on
derzoek der maten en gewichten om
de twee jaar, kan z. i. worden vol
staan. De ijkplichtigen, om het ande
re jaar ontheven van den last, dien
de herijk hun oplegt, zullen z. i. door
deze verandering zeer worden gebaat.
Daarom is bepaald, dat de eerst
volgende herijk-periode over de jaren
Mist
Wegens zware mist was de scheep-
vaartDinsdag te Amsterdam gestremd.
De booten op Zaandam, IJmuiden,
Alkmaar, Hoorn, Zwolle en Kampen
zijn "niet vertrokken. Bij Buitenhui-
zen in het Noordzeekanaal is de en-
Een enge scii reisgezelschap
De „Vereeniging ter bevordering
van het reizen in en buiten Enge
land", te Londen gevestigd, heeft
het plan opgevat een tochtje op schaat
sen door Nederland te maken. Het
reisgezelschap zal 's-Gravenhage, Lei
den, Haarlem, Amsterdam, Zaandam,
Alkmaar, Utrecht en Zwolle bezoeken.
Te Amsterdam, dat door de vereeni
ging „een der vroolij kste hoofdsteden
van Europa" genoemd wordt, zal men
drie dagen blijven. Een bezoek zal
gebracht worden aan de vermaarde
Nieuwmarkt te Amsterdam op een
Zaterdagavond. Verder zullen de leden
van het gezelschap in de gelegenheid
zijn op schaatsen Monnikendam en
Marken te bezoeken en ook kennis
te maken met het ijs van de 's avonds
zoo schilderachtig verlichte grachten
der hoofdstad.
Wanneer de reis zal plaats hebben
is nog niet zeker bepaalddat zal
in de eerste plaats afhangen van de
vorst.
Bloed vergiftiging.
De schoenmaker K. te Deventer-
sloeg zich met een hamer op de hand
waardoor een blaar ontstond. Hij
prikte kort daarna de blaar met een
els door en toen zij nog niet spoe
dig genoeg naar zijn zin zich le
digde, sneed hij haar eenige dagen
later door, waarna de hand opzwol.
Toen deed hij blauwsel op de wond.
Eenige dagen later overleed hij.
Een vluchteling,
Op den Tweeden Kerstdag gelukte -
het den brigadier der marechaussee
te Heerlen (L.) zekeren Jacob Rade-
makers te arresteeren, die wegens
gelsche stoomer Grangemouth aan diefstal nog zes maanden gevangenis
straf moest ondergaan en verdacht
Brand.
Het logement „De Leeuw" aan het
einde der Warmoesstraat te Amster
dam (alias de dubbeltjescomedie
door de pen van Justus van Maurik
ook buiten Amsterdam vermaard ge
worden), is Donderdagmorgen door
brand geteisterd.
Terwijl Frau Fuchtenschnieder in
het voorhuis bezig was de sporen van
de tooneelvoorstelling uit te wisschen,
bemerkte een bewoner der bovenwo
ning van het achterhuis dat er rook
den grond gevaren.
Dat de mist, die Donderdag
avond tusschen 4 en 5 uur te Am
sterdam op haar ergst was, nog ai
wat ongelukken heeft veroorzaakt,
blijkt uit het volgende:
Op de Baangracht bij de Passeer-
derstraat reed een trouwkoets met
twee paarden te water; gelukkig voor
het pas in den echt verbonden paar
tje, was dit even te voren uitgestapt.
De koetsier werd nog bijtijds gered,
maar een der paarden verdronk.
Om zes uur geraakte een juffrouw
te water in de Baangracht "bij de Ro
zengracht. De kastelein op den hoek
was spoedig bij de hand met eene
dreg, maar toen hij de drenkeling
daarmede wilde ophalen, brak het
touw. De dreg van een inmiddels
aangekomen politieagent bleek al niet
veel steviger van constructie te zijn.
Ten slotte wrerd de drenkeling gered
door F. Spijkerman, die zich daartoe
gekleed te water begaf; de juffrouw
was reeds bewusteloos, maar werd in
de tapperij weer bijgebracht.
Omstreeks half zes reed het rijtuig
van den heer M. van der Stempel,
arts te Nieuwer-Amstel, bij de Saxen
burgerstraat in de O vertoomscheVaart.
Met behulp van eenige burgers wer
den paard en rijtuig op het droge
gebracht; de koetsier werd bewuste
loos uit het water gehaald. De ge
neesheer, die bijtijds uit het rijtuig
was gesprongen, verleende zijne hulp
om den man weer bij te brengen.
De heer J. van Hengel, die even
eens door den mist misleid, om 5
uur in de Keizersgracht bij de Vijzel
straat viel, werd spoedig gered door
H. G. Rademaker. In de Heeren
gracht bij de Spiegelstraat is een be
baarde vrouw verdronken. Volgens
gerucht, is ook een brievenbesteller
levenloos opgehaald.
In het geheel zijn, ten gevolge van
werd van diefstallen te Weiten en
Winthagen.
Daar R. bij een vorige aanhouding
te Kerkrade uit het gevangenhok
was ontsnapt, besloot de brigadier
hem voor alle securiteit geboeid in
den „toren" op te sluiten.
R. bleek echter niet voor een klein
geruchtje vervaard. Hij wist een gat
in het plafond te breken, waardoor
hij den zolder bereikte. Daar brak hij
een stuk uit den muur naast de trap
en liet zich toen van een hoogte van
een paar meter vallen.
Beneden stond Hij weer voor ge
grendelde deuren. Daar hield hij zich
schuil, totdat de maréchaussees hem
ter confrontatie kwamen meevoeren..
Toen deze den toren beklommen, wipte
hij ongemerkt weg. Eer de maréchaus-
sées zijn ontvluchting hadden gecon
stateerd en van hunne verbazing
waren bekomen, had Rterwijl de
markt in vollen gang was ten aan-
schouwe van de onthutste marktbe-
zoeksters in de de richting van het
Streeperbosch het hazenpad gekozen.
Tot dusverre is 't den maréchaus-
sées nog niet gelukt hem op te
sporen.
Werkloozen te Groningen.
Een honderdtal werkloozen te Gro
ningen bracht Donderdag in optocht
naar het telegraafkantoor een tele
gram aan de werkloozen te Amster
dam, sympathie betuigende met hun
ne beweging, en verachting uitspre
kende over de „beestachtige" hande
ling der Amsterdamsche politie.
Rechtszaken.
Voor de rechtbank te 's-Gravenhage
had zich Donderdag de koopman J.
eens gedacht over werk, vader
„Jawel, mijn kind," zeide Charpentier, verward, „wel zoo
in het algemeen, maar ik weet niet precies wat ik zou kun
nen doen."
„Wat dunkt u van loopwerk voor een groot magazijn
of pakhuisknecht of zoo iets waarbij alleen kracht noodig is?"
„Ik ben niet heel sterk," antwoordde Charpentier en keek
naar zijn handen en armen, vermagerd en verslapt door
nietsdoen en ontberingen.
„O, maar dat zal wel gauw komen," antwoordde Elise
vroolij k. „Alles leert al doende en u zal eens zien hoe spoe
dig men aan den arbeid gewent. U is nog flink en gezond,
vader, we kuunen nog heel veel jaren gelukkig zijn."
„Vertel me toch eens," zeide Charpentier nadat hij een
poosje had zitten nadenken, „ik begrijp niet heel best
„Wat begrijpt u niet?" vroeg Elise, toen hij ophield.
„Waaromwaarom u dit alles voor mij doet." Hij durf
de zijn dochter nog niet met „je" aanspreken.
„Omdat u mijn vader is," antwoordde het meisje een
voudig.
„Ik heb dat toch niet verdiend," mompelde Charpentier
zonder haar te durven aanzien.
„Vader," zeide het meisje ernstig, „wanneer God ons gaf
wat wij verdienen, dan zouden wij zeker weinig geluk ken
nen. [Maar Hij is goedertieren en barmhartig. Is het dan
niet onze menschenplicht, om te vergeven en elkander voort
te helpen?"
Toen hij bleef zwijgen, door ontroering niet instaat om te
antwoorden, ging zij zachtjes voort: „Wat u allereerst moet
doen is te vergeten wat achter u ligt. Daarmee heeft u nu
geheel en al afgerekend. Laat ons vóór ons uit zien naar de
toekomst, die zoo heerlijk kan wezen als uzelf dat wenscht."
Zij spraken nog lang samen en ten slotte werd besloten,
dat Charpentier den volgenden dag werk zou trachten te
krijgen.
Elise had al een paar volksblaadjes gekocht, waarin vacante
betrekkingen stonden, zoodat hij daar allereerst zou pro
beer en.
Toen hij des avonds zijne leden uitstrekte op een frisch,
heerlijk bed en bedacht dat dit zijn bed was en dat hij sliep
in zijn huis, toen schoot hem het gemoed weer vol en van
uit hare kamer hoorde Elise, hoe hij snikte als een kind.
Het deed haar goed, waüt het bleek, dat hij een man was
met een hart, zwak van wil weliswaar, maar niet ongevoelig.
Den volgenden dag na een eenvoudig ontbijt ging Char
pentier op weg. Hij had tien adressen bij zich, waar hij zich
voor werk zou aanmelden. Het was even fraai weer als den
vorigen dag en in den helderen zonneschijn waande Char
pentier zich haast zeker van zijn succes. Eén ding was er
dat hem vrees aanjoeg. De heer de Rétigny had hem welis.
waar eene aanbeveling gegeven, maar uit die recommandatie
zelve bleek, dat hij in de gevangenis had gezeten en dit had
de baron hem dan ook aangeraden, volstrekt niet te ver
bloemen.
„Van nu at aan moet gij met alle kronkelpaden en knoeierij
hebben afgerekend, had hij tot hem gezegd „Beken ruiterlijk
de waarheid, dan alleen voelt ge u veilig. Doet gij dat niet
dan komt het vroeger of later toch uit en wordt gij met
smaad weggejaagd."
De eerste bij wien Charpentier zich aanmeldde was een
spekslager die een loopknecht verlangde. Toen hij naar den
patroon vroeg, kwam, een dikke, zware man te voorschijn,
die op barschen toon naar zijn verlangen vroeg. „Ik kom
mij aanmelden als loopknecht," zeide Charpentier hakkelend
en onzeker.
„Zoo l Waar ben je vroeger geweest Niet in het vak
zeker, hé?
„Deze vraag overblufte den man. Nu moest hij de aanbe
veling van den baron overhandigenen dat in den winkel,
met luisterende knechts om hem heen en klanten die af
en aan liepen.
„Als ik u even alleen zou mogen spreken," stotterde hij.
„Alleen spreken? Waar zou dat voor dienen? Hier mag
iedereen alles hooren. Komaan voor den dag er mee
Charpentier nam een besluit en reikte hem de aanbeve
ling van den baron toe.
Wordt vervolgd