Wedstrijden.
Koloniën,
Politiek 0verziekt.
GEMENGD NIEUWS.
over vrij grooten afstand weggeslin-
gerp.
Hier en daar werd op de bedek
kingen van privaten zoodanige druk
uitgeoefend, dat deze werden wegge
slagen, terwijl de faecaliën her en
der verspreid werden.
Overal waar de ontploffing schade
veroorzaakte, werd een onaangename
lucht waargenomenook Zaterdag
middag was die nog zeer goed merk
baar.
Bij een der bewoners van den Kor
ten Delft zijn o. a. een drietal vogels
tengevolge van die lucht overleden
bij een ander viel op den zolder een
ladder omver.
Wat de oorzaak is van deze ex
plosie, valt niet met zekerheid te
zeggen.
Vast staat het dat zich in het door
fgenoemde straten loopende riool
een groote hoeveelheid gas moet ver
zameld hebben, dat, een uitweg zoe
kend, door de verschillende op het
riool uitmondende kanalen, de vrije
lucht gezocht en gevonden heeft.
Of dit nu rioolgas of lichtgas is.
valt moeilijk uit te makenzeer mo
gelijk is het dat èn het een èn het
ander te zamen aan de ontploffing
schuld heeft'
Van eene lichtgas-ontploffing al
leen is niets gebleken aldus verze
kerde men ons bij eene informatie,
aan de gasfabriek genomen.
Burgemeester van IJlst'
De burgemeester van Ijlst blijft
onverbiddelijk. Op hare hernieuwde
schriftelijke aanvrage omvergunning
voor het houden van hardrijderijen,
heeft de IJsclub het volgende ant
woord (woordelijk) ontvangen
„Aan uw verzoek kan nog mag ik
niet voldoen."
IJsberichten.
Op de rivier van Rotterdam naar
zee was Zondag zeer weinig ijs, zoo
dat deze zonder hinder te bevaren is.
De postboot naar Brielle is in het
Noordguil door zwaar ijs ingesloten.
Eenige ijsbrekers en stoombooten
vertrokken ter assistentie daarheen,
maar het is niet gelukt de boot los
te krijgen. Aan boord bevonden zich
ongeveer 70 passagiers, die echter
aan wal gebracht zijn. Naar boven is
geen verandering gekomen.
Van Tessel meldt men
Vóór de kust is alles vol ijs in zee.
Op stroom kruit het nu en dan vrij
sterk. Het overige ijs zit aan den
grond en is zeer zwaar. De post wordt
per ijsvlet overgebracht. Eenmaal per
dag heeft een tocht in beide richtin
gen plaats.
In de afgeloopen week kon bij Tes
sel, wegens harden wind en strenge
vorst, geen zeevisscherij plaats heb
ben.
Uit Kampen
Hei ijs zit, zoover het oog reikt,
over de volle breedte der rivier vast,
en kan overal te voet worden gepas
seerd, hetwelk al een paar dagen het
geval is over het Ganzediep, waar men
niet alleen reeds met zware vrachten,
maar ook met paard en wagen over
het ijs trekt. Het water blijft lang
zaam vallende0.42 MN. A. P.
Hit Tiel
De toestand van het ijs voor Tiel
is niet veranderd. Het is zoo weinig
betrouwbaar, dat men geen pad durft
makenwaardoor de verbinding met
Haas en Waal voor voertuigen ver
broken blijft. Algemeen meent men,
datindien de was (Zaterdagnacht
48 cM en het zachte weder blijven
aanbouden de Waal even spoedig
zal losg an, als zij is gaan zitten.
Het ijs ligt 1.90 M. lager dan verle
den jaar.
Alle ijsbanen om de stad zijn on
der water geloopen.
Te Loenen (gem. Valburg) zitten
4 schepen in het ijs.
Uit Ammerstol
Het ijs in de rivier De Lek zit
hoog op elkander gekruid. Zondag
morgen ten 7 ure geschiedde de over
tocht per ijsschuit, 2 uren later te
voet.
Uit Zalt-Bommel meldt men:
Door den ijverigen pachter van
het veer, den heer P. v. Hattein,
werden Zaterdag reeds pogingen ge
daan om een goed veerpad te vinden
over de rivier, die thans geheel vast zit.
- Uit Katerveer
De peilschaal aan het Katerveer
teekende Zondagmorgen 8 uur 33 cM.
pi. A. P. Was sedert Zaterdagav.
6 uur 13 cM. Wind Oost, Therm. 16
gr. Fahr.
Ijs onveranderd vast; men blijft
den geheelen dag werkzaam om een
gleuf door het ijs te zagen; het is
een lastig werk daar met de felle
vorst het gedeelte dat Zaterdag reeds
was opengezaagd Zondagmorgen we
der was dicht gevroren. Overtocht ge
schiedt geregeld te voet.
Ve-volgmColtoff.
Naar aanleiding van het proces
verbaal, dat Zondag 24 December door
een inspecteur van politie te Gro
ningen werd opgemaakt tegen den
secretaris van den Centralen Raad
van den Soc.-Dem. Bond, Sam. Coltoff,
die dien inspecteur den toegang tot
het Socialisten-Congres weigerde, is
thans een vervolging tegen den heer
Coltoff ingesteld.
Aanslaande wedstrijden.
Binnenland.
8. Jan., Bolsward, kampioenschap
van Friesland, voor amateurs en voor
beroepsrijders.
9 Jan., Amsterdam, (Amsterd. IJs
club) wedstrijd schoonrijden.
9 Jan., Groningen, hardrijden door
mannen ƒ100, 60, ƒ40 en 20.
10,11 Jan., Zwolle, meesterschap
van de wereld voor beroepsrijders
(hardrijden).
13 Jan., Amsterdam, (Amsterd IJs
club), intern, wedstrijd voor beroeps
rijders, ƒ300, ƒ100 en 50.
14 Jan., IJsclub Kralingen en Om
streken, meesterschap van Nederland
voor amateurs, (Hardrijden).
Buitenland.
13/14 Jan., Davos Platz, wedstrijd
hardrijden en kunstrijden.
27/28 Jan., Weenen, meesterschap
van Europa (kunstrijden).
10/11 Febr. Stockholm, meester
schap van de wereld (Hardrijden.)
25/26 Febr., Hamar, meesterschap
van Europa. (Hardrijden).
BATAVIA, 5 Dec.
Aan het verslag der voornaamste
gebeurtenissen in het gouvernement
Atjeh en Onderhoorigheden, loopende
van 8 tot en met 20 November jl.
wordt het volgende ontleend:
Groo t-A t j e h. Onze posten in de
geconcentreerde linie ondervonden
geen overlast van het vijandelijk vuur:
ook niet de tijdelijke posten buiten
de 4e linie, behalve eene enkele maal
Boekit-Daroe in de XXV Moetims
en Tjot-Rang in de XXVI Moekims,
zonder dat ons eenig nadeel werd be
rokkend.
Met de werkzaamheden in het voor
terrein en aan de wegen kon onge
stoord worden voortgegaan, terwijl
ook de transporten en patrouilles in
hunne dienstverrichtingen door den
vijand met rust werden gelaten.
T. Djohan Pahalawan zette den
veldtocht tegen de kwaadwilligen in
de XXVI Moekims voort, gesteund
door geschutvuur van de posten en
eene sectie berg-artillerie. Tjot-Pa-
klat kon daardoor den 9den Novem
ber ontruimd en Tjot-Rang door onze
troepen bezet worden, bij welke
genheid één mindere gewond werd.
Den 12den November vermeester
den onze bondgenooten alle overige
nabij Tjot-Rang en Boengtjala gele
gene vijandelijke versterkingen en
werd den löden d. a. v. te Passer
Tjot-Rang eene kleine bezetting in
fanterie gelegd, hetgeen T. Nja Ban-
tah de gelegenheid gaf den volgen
den dag een begin te maken met het
opwerpen van twee vooruitgeschoven
en door eigen volk te bewaken posten.
De sagi der XXVI Moekims van
vijanden gezuiverd zijnde, rukte T.
Djohan Pahalawan in den avond van
19 November met een 100-tal volge
lingen de XXII Moekims binnen en
richtte hij zich, gesteund door ge
schutvuur uit onzen post Lambaroe,
tegen kampong Bada, die den 20en
d. a. v. in zijne handen viel.
De gezondheidstoestand was als
ge vuig van de regenachtige weersge
steldheid zoowel op de zeeposten als
in Groot-Atjeh ongunstig.
In het door ons bezette gedeelte
van Groot-Atjeh was de algemeene
toestand ongunstiger.
Het gemiddelde ziektecijfer bedroeg
27 tegen 23 en dat van de berri-berri
12 tegen 9 in den vorigen verslagtijd.
Het sterftecijfer was stationnair.
In Groot-Atjeh is Toekoe Djo
han weer aan het ageeren tegen de
kwaadwilligen in de XXII Moekims,
Ondersteund door ons artillerievuur
heeft hij een paar dagen geleden
Bada, een gedeelte van Lamtengah
en Kajoe-leh genomen. Mesdjid Lam
tengah schijnt nogal sterk te zijn,
want met al zijne geheimzinnige oor
logskunst heeft de Mesdjid zich nog
niet overgegeven aan onzen Panglima
Prang.
Djohan's troepen hebben bij die
gelegenheid nog al verliezen geleden,
men zegt van twee dooden en negen
gewonden. Het doel zijner operaties
moet Anagaloeng zijn, het brandpunt
van verzet der kwaadwilligen. (Dit
punt is, zooals reeds gemeld is, door
onze troepen bezet.)
Van de gevechten in de XXVI
Moekims werd ons verhaald, dat Nja
Banta en zijn schoonvader Neq daar
nog al verwoestingen hebben aange
richt voornamelijk na het nemen
van Boengtjala hebben beide hoofden
daar alles doen verbranden. Bij het
nemen' van deze kampong door T.
Djohan moet een der bendehoofden,
T. Ali van Pagar Aer, een kogel in
den linkerarm gekregen hebben waar
door dit lichaamsdeel geheel verbrij
zeld werd. Dat hoofd en Potjoet Mat
Tahir bevinden zich thans in de V
Moekims (Montassih)terwijl de
Imam Longbatta naar Biloel en
Tengkoe Mat Amin naar Pelimoen
zijn getrokken.
Toekoe Neq heeft wederom getoond
dat hij in 't geheel niet te vertrou
wen is. Toen Lamgoet door de troe
pen van T. Djohan verlaten werd,
om die troepen tegen de VII Moe
kims Baid te doen ageeren, werd door
het bestuur met T. Neq afgesproken,
dat hij met zijn Marassianen die
plaats zou bezettenen wat deed
onze waardige ridder van den
Nederlandse ien Leeuw ook hij
maakte rechtsomkeert, zoodat met
spoed een paar brigades marechaus
sees moesten oprukken, om die plaats
te bezetten, voordat de vijand er weer
in kwam. Eerst door bedreigingenis
hij 2 a 3 dagen later vertrokken om
die kampong te bezetten.
Te Kaijoe-leh wordt druk gewerkt
om onze troepen behoorlijk onder
dak te brengen door het detachement
geniesoldaten.
Met den toestand van den gewon
den fourier De Bloeme gaat het uit
stekend.
Den 2oen werd de Europ. kanon
nier v. d. Berg nabij Lambaroe kcht
aan de rechterdij gewond.
De gouvernements stoomcr „Alba
tros" is den 27 dezer n«ar Edi ver
trokken om de aldaar gedetacheerde
compagnie van het loe bat. inf. terug
te halen.
Deze compagnie zal bij aankomst
te Oleh-leh worden gehuisvest, ter
wijl de comp. van het 12e bat. inf..
gedetacheerd te Oleh-leh, zich op dien
dag D-aar Kota Radja zal begeven om
hier wederom gekazerneerd te worden.
De uitslag der verkiezingen voor
den franschen Senaat is voor 94 ze
tels bekend. Gekozen zijn78 repu
blikeinen, 9 radicalen, 2 gerallieer-
den en 5 conservatieven 11 herstem
mingen moeten plaats hebben. De
conservatieven zijn op verscheidene
plaatsen door de republikeinen ge
klopt.
De minister van financiën Peytral,
thans lid der Kamer, gaat over naar
den Senaat. Challemell-Lacour en
Floquet zijn insgelijks gekozen.
In een part. telegram lezen wij om
trent den toestand op Sicilië, dat van
verschillende kanten wordt beweerd,
dat het voor een groot deel de schuld
is van Giolitti. den vorigen minister
president, dat het zoover gekomen is,
daar hij hoewel nauwkeurige inlich
tingen ontvangen hebbende over het
ernstige van den toestand op Sicili.
wegens parlementaire redenen nooit
handelend wilde optreden. Zoowel de
consuls van buitenlandsche mogend
heden als de overheden hebben hem
voldoende op de hoogte gesteld. Zoo
meldt de officieele Esercitodat zelfs
generaal Corsi (vroeger commandant
op Sicilië), die reeds maanden ge
leden de gebeurtenissen tegemoet zag,
te vergeefs om versterking had ge
vraagd en dat de regeering zijne aan
vraag zelfs geene overweging waard
achtte.
De bladen stellen nu eenstemmig
Giolitti verantwoordelijk voor den
toestand op Sicilië. De gevangenne-
meng van den afgevaardigde Felice
Giuffrida wordt in de pers en dooi
de regeering gemotiveerd op grond
vun oproerige agitatie, die van dezen
aanvoerder der siciliaansche sociaal
democratie is uitgegaan. De ophit
sende toon der nieuw opgerichte cou
rant Sicilianowaarvan Giuffrida de
voornaamste medewerker is en wier
inhoud wemelt van majesteitschennis,
terwijl zij den afgekondigden staat
van beleg vergelijkt met eene bran
dende lucifer, die in een vat kruit
wordt geworpen, schijnt mede eene
aanleiding tot Giuffrida's gevangen
neming te zijn geweest.
Gelijk de romeinsche correspondent
van het Berliner Tageblatt consta
teert, zijn er op Sicilië verscheidene
particuliere telegrammen aan italiaan-
sche bladen in beslag genomen. De
siciliaansche werkliedenclubs hebben
een hartstochtelijk manifest tegen de
„bourgeoisie" uitgevaardigd. Zij ver
manen wel alle kameraden tot kalmte,
maar tevens tot betere organisatie en
stellen den staat eene reeks eischen.
De scherpe optreding der regeering,
inzonderheid de gevangenneming der
revolutionaire aanvoerders, schijnt de
oproerige massa eenigzins tot bezin
ning te brengen.
De Tribuna meldt, dat er in Cala-
brië 120 boerenclubs ten volle geor
ganiseerd zijn, maar dat het aldaar
nog rustig blijft.
Sedert de afkondiging van den staat
van beleg en de invoering der censuur
op Sicilië kan men van daar slechts
schrale berichten verwachten. De Cor-
róere di Napoli verneemt echter, dat
er Vrijdag in een straatgevecht te
Marineo vijftig boerenlieden gedood
en vijftig gewond zijn, waaronder
ook vrouwen. De gevangenneming
van het revolutionair centraal co
mité beraadslaagde over het revolu-
tioneeren der stad. Deze laatste zit
ting van het comité had tien uren
geduurd. In het lokaal, zijnde dat
van den werklieden bond, werden alle
documenten, correspondentiën, naam
lijsten en vaandels in beslaggenomen.
De regeering hoopt door deze maat
regelen de organisatie van den op
stand tegen te houden.
Uit Berlijn wordt gemeld, betref
fende graaf Arnim-Schlagenthin'g
beschuldiging van Bismarck, dat
laatstgenoemde ten stelligste ver
klaard heeft, met het bewuste werk
van Hans Blum nooit iets te maken
te hebben gehad. Hij heeft op Ar-
nims beschuldigenden brief niet ge
antwoord wijl hij den toon daarvan
geheel ongepast vond.
Bismarck's gedenkschriften meer
dan zes deelen zij n reeds gedrukt
maar worden eerst na zijn dood uit
gegeven.
Internationaal Koloniaal
Instituut.
De „Mouvement Géographique" deelt
mede, dat heden een groep personen,
bekend op koloniaal gebied, te Brus
sel zou bijeenkomen, ten doel hebben
de de oprichting van een Internatio
naal Kolonaal Instituut. Nederland
zou daarbij worden vertegenwoordigd
door de heeren Franssen van de Putte,
oud-minister van koloniënVan der
Lith, hooffeeraar, en Pijnacker Hor
dijk, gewezen gouverneur-generaal van
Ned.-Indië. De adhesie van Frankrijk,
Duitschland, Oostenrij k-Hongarije,
Italië, Spanje, Engeland en België is
verzekerd.
Een Iersch rechter over de
mode.
Rechter Kelly had van de week de
jury toegesproken over een mode
maaksters-rekening welke de vader
van het meisje, dat het goed besteld
had, weigerde te betalen.
Hij zeide:
„De vrouwen zijn de ondergang van
ons land. Niets behaagt vrouwen, zelfs
van den laagsten stand, behalve die
verwonderlijke modes, welke haar
dwingen korsetten, rokken, veeren.
parasols en vreemdsoortige hoeden te
dragen. In mijn jeugd droegen de
vrouwen van het volk den Galway-
rok en een shawl die ook over het
hoofd geslagen kon worden. Ze zagen
tienmaal liever, bevalliger en
schooner uit dan die van dezen tijd."
Maar in dien meer dan volmaakt
verleden tijd was rechter Kelly zelf
jong!
Schoonheids wedstrijd.
Zaterdag zou bij gelegenheid van
het bal in de Opéra te Parijs een
schoonheids wedstrijd gehouden wor
den. De jury, samengesteld uit de
directeurs der Opéra, kunstenaars en
dagbladschrijvers, heeft na een eerste
keus uit de dames, die zich aange
meld hadden, 35 tot de mededinging j
toegelaten. De schoonste zal 300 frs.
ontvangen. Daarna zullen 4 eere-ba-
nieren uitgereikt worden aan 4 da-!
mes, die de aardigste en smaakvolste
costumes dragen. Te twee uur 's nachts j
zou de beoordeeling plaats hebben,;
de mededingsters zouden dan in op
tocht door de zaal trekken en zich
daarna aan de nu niet onbescheiden^
deur de* logeerkamer getikt, maar toen Loup Garou geen
antwoord gaf, ging men verder. Een halfuur later hadden
de vervolgers het huis verlaten en kon de anarchist uitzijn
schuilhoek te voorschijn komen.
Inmiddels begon het te dagen. Vlak voor het venster aan
den verren horizon ging de zon op, rood en rond als
een vurige schijf. De vogeltjes ritselden in de takken van de
boomen en hieven hun morgenlied aan.
Loup Garov had zich aangekleed en was met den anarchist
aan de tafel gaan zitten, die zij zoover mogelijk achter in
de kamer haddén geschoven om onbescheiden blikken van
huiten te ontgaan. Een ffissche wind drong in het vertrek
door en scheen den anarchist wat te verkwikken. Althans
hij slaakte een diepe zucht van verademing en leunde ge
makkelijk in zijn stoel achterover.
„Vertel ons nu eens wat er gebeurd is," zeide Loup Garou
op eenigszins bevelenden toon. Het was hem aangenaam, dat
hij nu den baas eens kon spelen over den anarchist, die
hem vroeger zoo dikwijls op meesterachtige wijze had be
handeld. De jonge man, die dit wel bemerkte, durfde er zich
niet tegen verzetten, uit vrees, dat de twee bandieten hem
zouden verraden en weer in het gesticht dat hij ontvlucht
was, laten terugbrengen.
Langzaam begon hij zijn verhaal en vertelde hoe hij we
gens zijne anarchistische denkbeelden was gevangen geno
men, maar veroordeeld was tot opname in een krankzinni
gengesticht, omdat ^de inspecteur van politie toevallig een
aanval van Lde ziekte had bijgewoond.
Nadat hij deze episode had verteld bleef hij voor zich uit
staren en zeide niets meer, totdat Loup Garou hem uit zijne
overdenkingen deed opschrikken door te vragen: „En hoe
ging het je verder?"
„Verder? O, toen is er een ontzettende tijd geweest. Ik
werd opgesloten in een cel, want de doctoren die mij in de
gevangenis hadden onderzocht, verklaarden dat ik gevaarlijk
was. Vier dikke steenen muren grijnsden mij aan van alle
kanten, ik kreeg mijn eten op een tinnen bord door een
luikje en moest het eten met een houten lepel, alles uit
vrees voor zelfmoord. Ja, die vrees ging zoover, dat ik niet
eens een boek kon krijgen, omdat men bang was dat ik de
bladen er zou uitscheuren en opeten."
Hij lachte schor en akelig en ging daarop voort: „Toen
kwam de gewone maandelijksche aanval. Ik had ze twee
dagen van te voren gewaarschuwd en gevraagd, mij aan een
ketting te leggen. Ze lachten me uit en dachten dat het
weer gekkenpraat was en de dokter die mij dagelijks bezocht,
mij alles vroeg en toch nooit gelooven wou, sloeg ook geen
acht op mijn waarschuwing. Ik heb van angst voor dien
vreeselijken aanval twee nachten niet geslapen en toen hij
kwam..,, ik weet niet wat ik gedaan heb, niets is er mij hel
der van bijgebleven, maar toen ik tot mij zei ven kwam lag
ik badende in mijn bloed op den grond van den cel.
De wachters vertelden dat ik voortdurend met het hoofd
tegen den muur was geloopen, mijzelven had gekwetst op
allerlei manieren en dat niemand den moed had gehad in
mijn cel te gaan.
Toen mijn wonden weer genezen waren, legden ze me aan
de ketting, voorgoed. Het baatte niet of ik protesteerde efll
zei, dat ik buiten die aanvallen om, altijd kalm en rustig
was. De dokter die mij behandelde, mishandelde was juister,;
had een systeem aangenomen tot genezing van mijn soort
van kwaal en nu moest dat systeem niet gewijzigd worden
naar mijn ziekte, maar andersom; ik moest gekneed worden
in het systeem. Geleerden zijn heel knappe menschen en,
zouden dikwijls veel goed kunnen doen, wanneer ze zich
maar niet vastlegden aan een systeem. Jullie begrijpt dat
zoo niet, maar de systemen in de wetenschap, die vermoor
den de geleerden. Inplaats van zich bezig te houden met
belangrijke zaken, twisten ze over de waarde van een systeem
alsof een systeem ooit ter wereld iets anders kon zijn dan
gebrekkig, tijdelijk en vergankelijk. Een systeem is uit den
aard tot den dood opgeschreven."
„En wat is er toen gebeurd vroeg Loup Garou, die in
deze bespiegelingen weinig behagen vond.
„Wat zou er toen gebeurd zijn, anders dan dat ik plannen
beraamde om te ontvluchten? De ijzeren band om mijn
lichaam waaraan de ketting vastzat, was door de roest zoo
goed als doorgevreten.
Wordt vervolgd-