GEMENGD NIEUWS.
Politiek Overzicht.
knecht nit Hilversum, kort daarop
overleden.
Op de Langweerder wielen is
een geacht ingezeten van Sneek, in
het gezicht van een paar vrienden,
in een wak gereden en verdronken,
zonder dat zij hulp konden bieden.
Een 16-jarig meisje te Zaandam,
dat zich met schaatsenrijden ver
maakte, zakte Zondagmiddag door
het ijs en verdronk.
Het ijs.
Om Monnikendam en Broek in
Waterland te bereiken, zijn twee ver
schillende banen, een langs Nieuwen-
dam, Zunderdorp, en een langs de
Ringsloot van den ham langs Kadoe-
len, Schouw en Broek.
Zeer werd Zondag geklaagd over
het ijs der banen NieuwendamZun
derdorp, waar het tot laatstgenoemde
plaats onberijdbaar was door schot
sen en hobbels, zoodat herhaalde ma
len overgeloopen moest worden. De
banen in laatstgenoemde richting
daarentegen verkeeren in uitmunten
den toestand, zoodat deze richting
zeer aan te bevelen is. Te Broek in
Waterland komt men in beide ge
vallen, welke richting men ook neemt.
Een lek ia de gasleiding.
Zondag avond werden in pand no.
60 in de Rotterdamschestraat te Rot
terdam, in bewusteloozen toestand
aangetroffen E. Border, diens vrouw
en 9 jarige zoon, benevens A. van
der Wiel met zijne twee zoons%van
11 en 14 jaar. Hetzelfde was het ge
val met 4 kinderen van J. Calos,
bewoner van pand no. 58 in die straat.
Hun aller toestand was vaii dien aard,
dat zij onmiddellijk naar andere wo
ningen gebracht moesten worden,
aangezien reeds bij enkelen verlam
ming der ledematen was waar te ne
men het was aan de tijdig ingeroe
pen geneeskundige hulp te danken,
dat allen in het leven behouden ble
ven. Een ernstig lek, ontstaan in de
door die straat loopende gasleiding,
was de oorzaak geweest. Tengevolge
van het lek was er gas door de pri
vaten in de panden 58 en 60 gedron
gen.
voer van bouwmaterialen geheel ge
stremd was. Ook het sorteeren onder
vond hier en daar door den hoogen
waterstand belemmering. Behalve
de twee laatste dagen der maand was
het weder over 't algemeen donker
en koud.
De gezondheidstoestand van Euro
peanen en werkvolk liet, op enkele
ondernemingen na, waar in lichten
graad koorts en influenza heerschte,
niets te wenschen over. Ziekte onder
het vee kwam niet'meer voor.
Overal waar het water de werk
zaamheden niet vertraagde, schoot het
sorteeren flink op, zoodat, zooals reeds
vroeger werd gemeld, in 't laatst van
December de eerste partijen van den
'98 oogst verscheept zullen worden.
Over de qualiteit er van is men zeer
tevreden.
Op enkele hoog gelegen onderne
mingen in Deli en Serdang gaan de
koelies reeds over eenige dagen in de
velden. Deli Crt.
KOTTA-RADJA, 9 Dec.
De Atj. Ct. van den2enmeldt:
Gesteund door onze vuurmonden
en gerugsteund door onze troepen te
Lambari is het Toekoe Djohan ge
lukt achtereenvolgens Tjot Lepong.
Mesdjid Anak Baté en Anak Batéte
vermeesteren, zoodat hij met zijn
legioen gisterenmorgen Anagaloëng
insloot. Die sterke stelling is echter
nog niet genomen. Aan zijne zijde
sneuvelde een Atjeher en werden 5 a
6 gewond, onder wie een panglima.
Deze zijn bijna allen aan het onder
been gewond.
Van den 6n:
Den 2en arriveerde ter reede Oleli-
leh de gouv. stoomer Albatrosaan
boord hebbende de van Edi afgeloste
hem op die wijze de duimschroeven
werden aangezet.
Door den genomen politieken maat
regel is het thans in Groot-Atjeh
rustig.
Hoeloebalangs en Panglima's be
ijveren zich om de kwaadwilligen
overal te weren, zelfs het beruchte
bendehoofd Nja Makam, die zich te
Lamga ophoudt, doet stappen om zich
genade te doen aannemen om
daarna eene aanstelling te verzoeken
als Panglima Prang van de Compagnie.
Wij gaan goed vooruit in de richting
der pacificatie.
eieren, die verdacht werden met den
vijand, te heulen. Hij is opgevolgd
door admiraal Netto, een eerlij n maar
niet bijzonder bekwaam man.
De aanvoerders der opstandelingen
het Zuiden moeten met elkaar
overhoop liggen, ten gevolgd van
door de Mello gedane benoemingen.
deze Tvijze van dooden zeker en zacht
s, aoch tevens ook, dat zij omslach
tig niet alléén, maar kostbaar te
vens is.
De methode te Brussel is dan ook
verre weg te verkiezen zoowel door
den eenvoud als door de weinige
kosten (prijs van pl. m. 1 kub. meter
gas) die daarmede gepaard gaan.
N. R. Ct.
De botsing tusschen Fransche en
Engelsche soldaten in West-Afrika
heeft Maandag in het Engelsche La
gerhuis het onderwerp van het ge
sprek uitgemaakt. Buxton deelde
mede, dat nadere berichten het ont
vangen telegram hebben bevestigd.
Waarschijnlijk heeft de betreurens
waardige gebeurtenis op Engeisch
grondgebied plaats gehad maar daar
omtrent is nog niets met beslistheid
medegedeeld.
Over dezelfde gebeurtenis zegt de
Tempsdat het gemakkelijk zal val
len dit betreurenswaardig misverstand
uit den weg te ruimenmaar nu
reeds te spreken, gelij k de Engelsche
bladen doen, over de geldelijke ver
antwoordelij kheid vanFrankrijk, vindt
de Temps voorbarig. Zij die de goede
verstandhouding tusschen beide lan
den willen doen voortduren, mogen
zich tweemaal bedenken, vóór zij de
openbare meening op dien zeer ge
vaarlijken weg leiden.
Volgens de Kreuzzeitung zou de re
geering van Italië het plan hebben
compagnie van het 15e bat. inf. Den gehad na de uitspraak der jury te
volgenden dag is de compagnie ge-1 Angoulême zich langs diplomatieken
Koloniën,
Oogst- en weerbericht No -
vembar 1893.
Het heeft gedurende deafgeloopen
maand door het geheel e land zoo
ontzettend geregend, als bij menschen-
heugenis nog nimmer het geval is
geweest. Er viel op de meeste onder
nemingen 2 a 3 maal zooveel regen
als in dezelfde maand van het
vorige jaar. Zelfs op Lingga A, dat
toen met 546 m.m. aan 't hoofd van
de lijst stond, viel nu nog bijna 50pCt.
meerhet geleek wel een zondvloed
Als gevolg van die overmatige dren
king -van den aardbodem waren de
meeste wegen, zoowel in Deli, Lang-
kat, Serdang, Bobongan en Padang-
Bedagei, voor zoover het geen ver
harde rijkswegen waren, bijna niet te
gebruiken tal van bruggen sloegen
weg, en de rivieren zetten het om
liggende land onder -water, zoodat op
diverse ondernemingen overstroomin
gen en dijkbreuken voorkwamen. De
waterstand in de Wampoe-rivier was
hooger dan in de laatste 30 jaar was
voorgekomen.
Daar er in dezen tijd van het jaar
echter geen tabak te velde staat, is
de schade gelukkig niet onoverkome
lijk en bepaalt deze zich tot het re-
pareeren van wegen, bruggen en dij
ken, zoodra het water zal zijn afge-
loopen. Het buitenwerk vond echter,
vooral op de lager gelegen onderne
mingen, veel vertraging, daar de aan-
debarkeerd, waarna de aldaar gedeta
cheerde compagnie van het 12e ba
taljon naar Kota-Radja terug ging.
Óp dienzelfden Zondagmorgen ont
vingen wij het bericht dat Toekoe
Djohan de sterke vijandelijke vesting
Anagaloëng stormenderhand heeft in
genomen. Twee dagen lang beschoten
onze vuurmonden die stelling, waar
door de verovering vergemakkelijkt
werd.
Heden zal zij door ons worden
overgenomen en bezet door eene
comp. inf. onder commando van den
kapt. Wethmar. Die nieuwe post zal
verder bewapend worden met 2 ka
nonnen van 8 cM. veld en een mitrail
leur met de noodig bedieningsman
schappen, een officier van gezondheid
met eenig hospitaalpersoneel.
Van den 9n
Door de inneming van Anagaloëng
is onze oude vriend Toekoe Bait, die
de VII moekims tegen ons heeftop-
geruid, tot andere gedachten gekomen.
Eergisteren heeft hij zich te Lamba-
roe bij den assistent-resident laten
aandienen. Hem werd toen in tegen
woordigheid van Toekoe Djohan aan
gezegd, dat hij den volgenden dag
eene borgstelling van 4000 pd. st,
te storten had en bij gebreke daar
van aan Toekoe Djohan zou worden
opgedragen verder in de VII moekims
te trekken.
Gisteren verscheen hij met zijn
Imams te Anagaloëng voor den assis
tent-resident van Groot Atjeh en daar
hij de bedongen som niet bij zich
had, gaf hij een grooten diamant,
dien hij altijd op zijn hoofddoek
droeg, als pand voor die som. Die
borgstelling zal hem worden terugge
geven wanneer gedurende een jaar de
VII moekims zich rustig houdt en
de kwaadwilligen in zijn gebied zich
niet meer vertoonen. Onze vriend was
bij die gelegenheid zoo klein, toen
weg bij de Fransche regeering op
ernstige wijze te doen geldende
Oostenrijksche regeering zou de Ita-
liaansche van dit plan hebben doen
afzien.
In een telegram uit Manaqua wordt
aan de New York Herald gemeld, dat
generaal Williams, die door Bonilla
was gevangen genomen, Zondag bij
eene poging tot ontsnapping is ge
dood. I:i de World wordt uit Tequi-
cigalpa melding gemaakt van een
artilleriegevecht, hetwelk Zaterdag
heeft plaats gehad en waarbij een
honderdtal man zijn gedood.
De Times verneemt van haren cor
respondent te Rio de Janeiro, dat ad
miraal Da Gama het nog uithoudt.
Hij heeft van particulieren, die den
opstand steunen, £12.000 ontvangen
tot betaling der soldijbinnenkort
verwacht hij de Aquidaban en de
Republica met versterkingen uit het
Zuiden, en hij vertrouwt dat de om
wenteling ten slotte zal zegevieren.
In afwachting van de vijandelijke
versterking, laat de regeering batte
rijen oprichten op de hoogten om de
stad.
Behalve eenige schermutselingen
in de nabijheid van Mucangue en af
en toe eenige schoten op de stad,
heeft er in de week van 28 Decem
ber tot 3 Januari niets bijzonders
plaats gehad. Op laatstgenoemden
datum hebben de opstandelingen met
200 man een aanval gedaan op het
eiland Engenho, terwijl de kanonnen
hunner schepen den aanval steunden.
De troepen van Peixoto hadden 13
dooden en 5 gewonden, terwijl 5 of
ficieren en 60 soldaten in handen
van den vijand vielen, die ook twee
kanonnen buit maakte en zelf slechts
2 dooden en 5 gewonden had.
Peixoto's minister van marine, ad
miraal Chaves, heeft zijn ontslag ge
nomen, omdat hij ontevreden was
over de behandeling van marineoffi-
Bestrijding van dier en-mis
handeling.
In JermijnstraatNo. 105, St. James,
te Londen, bevindt zich het gebouw
der „Royal Society for the Preven
tion of Cruelty to Animals", dat bij
legaat aan deze Vereeniging is ver
maakt geworden. Hier werd de com
missie, afgevaardigd door de Neder-
landsche Vereeniging tot bescherming
van dieren, ontvangen door- den se
cretaris mr. John Colam, die de com
missie met korte woorden inwijdde
in de geschiedenis der Vereeniging
en haar opmerkzaam maakte op de
verschillende legaten, die zij ontvan
gen had, welke met gulden letteren
langs den wand stonden aangetee-
kend en waarvan de eerste dagteekent
van het jaar 1830. Het hooge cijfer
van het totaal 200,006 wijst op zeer
groote sympathie bij de engelsche
natie onder de vele legaten zag men
er één van £13,387 (ƒ160,644). Dit
maakt de Vereeniging machtig en
stelt haar in staat om met kracht
op te treden. De secretaris deelde
o. a. mede, dat men bij de rechtbank
eene dierenmishandeling reeds als
h df bewezen achtte alleen door het
feit, dat door éénen der ambtenaren
daarvan proces-verbaal is opgemaakt.
Zulke ambtenaren heeft de Vereeni
ging er 133 in dienst gestationeerd
over Engeland en Wales, waarvan er
te Londen alleen ongeveer 40 ge
plaatst zijn.
Daarna begaf de commissie zich
naar Battersea, alwaar zich de „Tem
porary home for lost and starving
dogs," het doel harer reis, bevindt,
en waar zij werd opgewacht door een
groot aantal n eren en dames, o. a.
door den chairman Sir George Sa
muel Measom, J. P.
De „lethal chamber", verdoovings-
kamer, die de commissie nu ging
zien, bestaat uit eene steenen kluis
of kamer, gesloten door eene schuif,
waarachter zich nog eene dubbel
openslaande deur bevindt. Daarbui
ten aan een der zijden staat een
kachelije, dat kooloxyde ontwikkelt,
welk gas door middel van eene buis
in de kamer wordt gevoerd. Ook be
vindt zich daar een toestel Wdariaede
men chloroform in dampvorm in de
kamer kan brengen.
Eindelijk zag men vóór de kluis
een grooten, iangwerpigen p. m. 1%
meter hoogen wagen in 2 verdiepingen
welke ongeveer 150 kleine honden
kan bevatten, doch die er nu een
vijftigtal inhield.
Op een gegeven teeken werd de
schuif opgetrokken en de wagen over
rails vlug naar binnen gerold. De
2-openslaande deuren worden door
den wagen zeiven geopend en dienen
alléén om te beletten, dat het kool
oxyde, dat de kamer reeds bevat,
zou ontsnappen. Zoodra de wagen op
zijne plaats staat, wordt de schuif
weder omlaag gelaten. Nu wordt de
chloroform door middel van eenen
blaasbalg naar binnen gebracht en
verdampt waardoor de dieren vrij
plotseling worden genarcotiseerd.
Toen de wagen na 10 k 15 minuten
te voorschijn werd getrokken, zag men
de dieren als rustig slapende liggen
en was bij geen enkel te bespeuren,
dat het eenen doodstrijd te strijden
had gehad.
Men was algemeen van oordeel, dat
De brand te Parijs.
De toestand der vier brandweer
mannen, die bij den brand in de Rue
Richer zwaar gewond werden, is be-
vredigend.Luitenant Thiriat heeft on
danks den vreeselijken val dien hij
deed, geen inwendige kneuzingen be
komen en niets gebroken. De "hoorn
blazer Goblet heeft over het geheele
lichaam brandwonden, maar zijn leven
verkeert niet in gevaar. Ook de
kwetsuren van de beide anderen zijn
niet levensgevaarlij k.
Den dag na den brand zijn nog twee
pompiers gewond door het uitglijden
van een ladder. De een kreeg een
gat in de borst, de ander brak zijn
been.
Omtrent de oorzaak van den brand
verkeert men nog in het onzekere.
Een onderzoek heeft uitgemaakt, dat
de werklieden geen kachel of kolen
bekken hebben aangestoken en ook
dat zij niet gerookt hebben. Schijnt
de ramp dus niet aan onvoorzichtig
heid te moeten toegeschreven worden,
wel is er reden om aan kwaadwillig
heid te denken. Omstreeks een uur
vóór het uitbreken van den brand,
ontdekte men een begin van brand
op de eerste verdieping, maar dit was
spoedig gebluscht door den brand
weerpost, die in het gebouw was ge
vestigd. Kort daarna, om acht uur,
deden de brandweermannen de ronde
door het gebouw èn bemerkten toen
niets; een kwartier later barstte de
brand uit op de tweede verdieping.
Het vuur zou waarschijnlijk niet
zoo spoedig zulk een uitbreiding ge
kregen hebben, wanneer de décors
overeenkomstig het voorschrift der
schouwburgcommissie onbrandbaar
waren gemaakt. Maar de directie der
Opera heeft altijd geweigerd dit voor
schrift op te volgen.
Grondverzakking.
Dezelfde ramp waardoor de stad
Schneidemühl is getroffen, doet zich
thans voor te Eisleben. De werking
in den bodem is er reeds vanzooda-
nigen aard, dat in verscheidene stra
ten de kelderverdiepingen onderloo-
pen en in een aantal huizen de muren
beginnen te scheuren, tengevolge
eener grondverzakking, waardoor ook
in de straten reeds spleten zijn ont
staan. Nu en dan hoort men er een
onderaardsch gerommel. Omtrent de
noodige maatregelen schijnt er nog
verschil van gevoelens tusschen de
deskundigen te bestaan.
De koude.
De stijging der temperatuur, die
Zaterdag is ingetreden, heeft zich over
een groot deel van Europa uitgebreid.
Vrijdag was het in Noord-Duitsch-
land nog erg koud. Te Berlijn daalde
de thermometer tot 0 Fahrenheit, en
het gemiddelde van dien dag, 27 gra
den onder het vriespunt, was na 1848
nog niet op 5 Januari voorgekomen.
Zaterdagochtend 7 uur vroor het nog
20 graden, maar te 2 uur 's nam.
slechts 8 graden.
Te Moskou was reeds Zaterdagoch
tend het weder veel zachter gewor-
deu; de thermometer stond er op
27° Fahr., terwijl hij te Neufahrwas
ser (aan de Oostzee) op 1° stond oi
31 graden vorst, en men zelfs in Ier
land (Valentia) 10 graden vorst had,
Te Parijs viel tegen den middag de
zijn bed lag.
Deze onnoozele propositie werd door Loup Garou
antwoord waardig gekeurd. Ten slotte riep deze uit„ik ge-
loof dat ik er ben, maar moet er nog eens over nadenken.
Wacht maar stil af, dan zal ik dat wel in orde brengen!"
Een paar uur later zat het drietal aan een goed ontbijt.
Fifi die zich gaarne over kleinigheden vroolijk maakte, amu
seerde er zich kostelijk mee dat de anarchist telkens wanneer
iemand de trap opkwam, achter de gordijnen wipte en, daar
men natuurlijk niet om een derde couvert durfde vragen,
zijn boterham at van een schoteltje en thee dronk uit een
glas. Op een oogenblik kwam de kastelein zelf boven en keek
verbaasd naar den derden stoel, die aan de tafel stond,
waarop Loup Garou zonder een woord te zeggen zijne voeten
op dien stoel legde, om den kastelein te doen gelooven dat
de stoel daarvoor gebruikt werd een kleine slimheid die vol
komen succes verwierf.
Toen men met ontbijten klaar was, stak Loup Garou een
sigaar op en wandelde met de handen in de zakken naar
beneden. In de gelagkamer zat de kastelein rustig aardap
pels te schillen en de kwast van de slaapmuts bengelde
vreedzaam op zijn voorhoofd.
„Mooi weer, vader Mathieu!" zei Loup Garou, die den
waard zoo had hooren noemen.
„Een beetje droog," zei de kastelein die, daar hij tevens
boer was, niet kon nalaten toch iets op het weer aan te
merken.
„Droog?" riep Loup Garou. „Nu, dan heb je gisteren de
bui niet gehad waar wij van genoten hebben. Ik was giste
ren juist op een eenzamen weg, toen er een geweldige don
derbui opkwam gevolgd door zoo'n plasregen, dat ik in een
oogwenk doornat was, zoodat het water mij overal uit de
kleeren droop."
„Je moest zeker wel andere kleeren aantrekken?" zei de
kastelein, zijn neus wrijvende met de rug van zijn aardap
pelmes.
„Dat was juist het ongeluk, ik kon niet van kleeren ver
wisselen. Een ander pak had ik niet bij mij en kon ik niet
koopen ook, omdat ik precies den tijd had om den trein te
halen waarin mijn vrouw voorbijkwam. Er zat dus niets
anders op, dan met die kletsnatte kleeren verder te reizen
en nu zijn ze nog lang niet droog. Voel maar!"
Dit zeggende legde hij de hand van den kastelein op zijn
mouw, die hij echter vooraf op de slaapkamer met water had
overgoten.
„Maar dat kan toch niet," zei de goedgeloovige kastelein,
terwijl hij van verwondering met het aardappelschillen op
hield. „Man, je zult ziek worden in die natte kleeren
„Daar ben ik ook bang voor, maar ik kan er niets aan
doen. Andere kleeren heb ik niet en in dit dorp zijn zeker
geen gemaakte kleeren te koop
„Neen," zei de kastelein, „dat is hier de moeite niet waard,
wij koopen onze kleeren altijd in de stad, in Marseille. Dus
wou je kleeren koopen?" en hij keek den ander aan alsof
hij over iets nadacht.
„Ja natuurlijk, ik wil er ook wel een goeden prijs voor
geven," antwoordde Loup Garou, die gevoelde dat hij op
den weg was dien hij opwou.
„Nou kijk eens, misschien heb ik dan nog wel een pal
kleeren voor je te koop," zei de kastelein „ze zijn nog bes
er mankeert niets aan, maar ik heb ze over en je kunt z<
van me koopen."
„Laat maar eens kijken," vroeg Loup Garou onverschillig
maar in stilte juichend dat hij den man nu had waar hi;
hem wilde hebben. Na een minuut of wat kwam de waarc
te voorschijn met een zondagsch boerenpak, dat zoo goed als
geheel versleten was. De boer had, zooals zijn stand gewoon
lijk doet, blijkbaar het zondagspak tot op den laatsten draac
afgedragen.
,,'t Is niet meer nieuw baas."
„Nieuw? Je vraagt niet om nieuw. Is halfsleet niet goeti
genoeg 't Is nog mooi in orde, zou ik denken."
„Vraag eens geld.
„Wat bied je
Na veel loven en bieden werd Loup Garou ten slotte
gelukkige eigenaar van het pak kleeren voor vijftien francs
(f7.50) dat voor dezen kleeren wezenlijk een ruime prijs was
(Wordt vervolgd