BINNENLAND.
Wedstrijden.
Politiek Overzicht.
Rechtszaken.
GEMENGD NIEUWS.
W Drayer.
Men meldt ons uit Zand voort:
Zooals reeds onder de officieele be
richten is vermeld, is de badman
van de badinrichting van den heer
Driehuizen alhier W. Drayer benoemd
tot broeder in de orde van den Ne-
derlandschen leeuw.
Een ieder, die Drayer kent, zal
blijde zijn, dat die koninklijke onder-
scheiding aan den benoemde te beurt
is gevallen, wegens de zelfopoffering
en menschenliefde, zoo dikwijls door
hem betoond bij het redden van
schipbreukelingen en badgasten.
Ongeveer dertig jaren is Drayer
roeier in de reddingboot der Noord
en Zuid-Rollandsche reddingmaat
schappij alhier en heeft gedurende
dien tijd deel genomen aan het redden
van schipbreukelingen van een vijf
tiental schepen.
Voor bijna achttien jaren verloor
Drayer zijn linkeroor, dat als het
ware afgescheurd werd door een touw
bij het redden der equipage 10
man van het gestrande schip
Hennètte.
Wegens het redden van fransche
schipbreukelingen ontving hij in 1884
van de Fransche republiek eene zil
veren medaille. Bij de poging tot
het redden der bemanning van de
F. H. von IAndernwaarbij de red
dingboot omsloeg, was Drayer, die
ongeveer 1 uur na net omslaan der
boot, aan land kwam, bijna verdron
ken.
Hoevele badgasten hij wel gered
heeft dikwijls met de grootste moeite
en zelfoffering, is niet bekend.
Het is te hopen, dat Drayer nog
vele jaren genot mag hebben van de
koninklijke onderscheding hem te
beurt gevallen.
Een veteraan.
Dezer dagen overleed te Oudeschoot
(gemeente Schoterland) de oud-hoofd
onderwijzer, de heer R. S. Hoekstra,
in den ouderdom van ruim 95 jaar.
In het te Heerenveen verschijnende
Nieuw Advertentieblad deelt iemand,
die den heer Hoekstra nog niet lang
geleden had gesproken, o.a. het vol
gende mede over hetgeen de tot het
laatst toe nog zoo krasse en opge
ruimde oude man van zijn vroeger
schoolleven vertelde.
Drie nieuwe scholen had hij zien
verrijzen in zijn voorvaderlijke ge
boorteplaats. De oude school waarin
zijn vader en later hij nog vele jaren
de jeugd had onderricht zoo ver
telde bij stond in het laag achter
het hooggelegen kerkhof; het was
een vierkant gebouw, liever hok;
veertig of vijftig kinderen maakten
des winters gebruik van het onder
richt. Onder hen waren leerlingen
van zestien en zeventien jaar. In de
school zat hij in een stoel, eene bulle
pees hing er achter, eene tafel had
hij voor zich met eene lade, waarin
de plak was geborgen. De leedingen
zaten op banken en werkten op platte
tafels aan de ruwe wanden was geen
kaart of iets van dien aard te vinden.
Als schoolboeken noemde hij het
klein en groot A.-B.-C.-boek, het
spelboek, den Catechismus en de
Trappen der Jeugd. Knap werd er
gerekend, fraai en vaak met sier
letters geschreven.
Hoe ging het met de verwarming
vroegen we hem.
Hij vertelde onsIn het midden
van de school was een kuil of gat in
den grond gegraven, daarom waren
eenige rijen steenen opgemetseld, en
de binnenruimte deed zoo dienst als
vuurpot; daar werden de zoden in
geworpen of opgezet, die de leerlin
gen 's morgens moesten meebrengen.
de man één. Die gedroogde plaggen
geen turven brandden vrij goed,
maar rookten nog meer. En waar
bleef de rook of liever hoe moest die
uit het midden naar buitenkomen?
Wel dat ging recht omhoog, als de
trek goed wasboven in het dak toch
was eene opening met echte houten
betimmering naar beneden, welke ter
manshoogte ongeveer boven het bran
dend vuur hing als schoorsteen.
Te Mildam (ook in de gemeente
Schoterland) heeft destijds een school
meester gestaan, Kooistra geheeten,
die, als de schoolopziener onderzoek
kwam doen naar de vorderingen der
leerlingen, zoo goed de zoden wist
te hanteeren, dat de binnenruimte
der school dra in dikken rook
was gehuld. Het kan ook zijn, dat er
te weinig trek in den schoorsteen ;is
geweest, maar een feit is het, dat de
schoolopziener meermalen getuigde:
„Meester, meester, wat weer 'n rook,
men kan de kinderen niet zien," en
maar spoedig maakte dat hij weer
wegkwam. Van Mildam was hij zoo
wel in de school te Oudeschoot ge
komen, zeggende niet te kunnen be
grijpen, hoe Kooistra en de kinderen
het in zulk eene school konden uit
houden
Diner te Huil.
Dinsdag 24 Jan. zal te Hull van
stapel loopen het nieuwe stoomschip
Amsterdam dat dienst zal doen op
cfe lijn Hoek van Holl tnd-Harvvich.
De naam is een kleine hulde aan
de hoofdstad des rijks en de directie
der Great Eastern Railway heeft dan
ook al de leden van den amsterdam-
schen gemeenteraad uitgenoodigd
deze plechtigheid met hun tegen
woordigheid te vereeren.
Een tiental leden van den raad
zullen aan deze uitnoodiging gehoor
geven en Maandagavond de reis naar
Engeland aanvaarden. Het laat zich
begrijpen, dat de ontvangst en het
onthaal niets te wenschen zullen
overlaten. Er heeft te Huil een groot
officieel diner plaats. Donderdag wordt
de terugreis weer ondernomen.
lottige poging tot redding aangewend.
Zij hebben het waren allen zes
Hollanders, onder hen was de eerste
stuurman getracht in de redding
sloepen de mannen van de Maygie-
willet te hulp te komen, maar de zee
stond zeer hoog, de sloep is op de
hooge golven omgeslagen en de zes
kloeke mannen zijn verdronken.
De Amsterdam bleef nog eenigen
tijd ter plaatse, om nog te trachten iets
voor de Maggiewillet te doen, maar
een woedende sneeuwstorm maakte
het brengen van alle verdere hulp
onmogelijk.
Het langdurige staan van
winkelj ufiro uwen.
Door mevr. dr. Aletta H. Jacobs
te Amsterdam is aan de vrouwen
van Nederland een oproeping gericht
om met haar te bevorderen, dat er
een eind kome aan het veelvuldig
voorkomend misbruik om winkeljuf
frouwen te dwingen den ganschen
dag op de been te blijven. Zij schrijft
Hollandtengevolge van hare pogin
gen tot redding van eene in gevaar
verkeerendescheveningsche bomschuit
welke daarna eveneens verongelukte
en waarbij 5 der bemanning het leven
verloren.
Zes mail verdronken
Door de directie der Ned. Ameri-
kaansche Sto unvaartmaatsch. werd
Donderdag het. treurig bericht uit
Newyork ontvangen, dat een boot
van het stoomschip Amsterdam, welke
Maandag werd uitgezet om de beman
ning te redden van een in zinkenden
staat verkeerenden Amerikaanschen
schoener bij die poging is omgesla
gen, waardoor de bemanning de dood
in de golven 'heeft gevonden.
De namen der omgekomenen zijn
J. ivieyer, eerste officierE. Requant,
bootsman A. Oudijn, timmerman
A. Bas, le tusschendek-wachtF.
Eichhorn, kwartiermeester en A. van
Vliet, matroos.
Verliest de maatschappij in [deze
personen, van wie sommigen reeds
vroeger een redding met succes vol
brachten en die nu hun manmoedig
streven om medemenschen ter hulpe
te snellen, met eigen leven moesten
betalen, eenige trouwe dienaren, met
diepen weemoed is men vervuld voor
de achter blij venden, die hun betrek
kingen op zoo'n treurige wijze ver
liezen.
Uit Londen wordt hieromtrent nog
het volgende gemeld
De kapitein van het Woensdag
avond te Newyork aangekomen stoom
schip Amsterdam van de Nederlandsfth
Amerikaansche Stoomvaart-Maatsch.
heeft gerapporteerd den 14 dezer in
volle zee den ondergang te hebben
bijgewoond van den schoener Maggie
willet. Met man en muis is dit schip
vergaan. Zes mannen van de Amster
dam hebben vrijwillig eene moedige
doch helaas èn nuttelooze èn nood
„De gezondheid van een groot aan
tal jonge meisjes wordt, naar vele
winkeliers beweren, aan door u
stelde onredelijke eischen opgeofferd
„Volgens dat beweren namelijk,
zoudt gij verlangen dat bij uw bin
nentreden in een winkel het bedien-
dend personeel u staande ontvangt.
„Om nu zeker te zijn dat aan dit
verlangen wordt voldaan, plaatst de
winkelier eenvoudig geen stoelen of
bankjes achter de toonbank. Zoodoen
de is het personeel wel verplicht om
gedurende den tijd dat de winkel ge
opend blijft voortdurend „op de been'
te zijn. Dank zij dezen maatregel,
moet een groot aantal winkelmeisjes,
behoudens de zeer beperkte tijd die
voor het gebruik der maaltijden wordt
toegestaan, dagelijks 12 tot 14 uren
achtereen staande doorbrengen.
Hoe nadeelig dit is voor het
vrouwelijk lichaam, blijkt hieruit,
dat sommige inspecteurs van het ge
neeskundig staatstoezicht bij den
Minister er op hebben aangedrongen,
dat aan onderwijzeressen die ge
woonlijk slechts 5 uren per dag les
geven op de school en dan nog met
een rusttijd daartusschen van twee
uren de gelegenheid zou worden
gegeven om gedurende de lesuren te
kunnen zitten.
En zoo gij wilt we, en welke de
ernstige gevolgen zijn van het onma
tig achtereen blijven staan van vrou
wen, raadpleeg dan eens uw genees
heer. Sedert mijne vestiging hier ter
stede heb ik herhaaldelijk patiënten
jehad, die tengevolge van het lang
durig achtereen staan, hun gezond
heid en levenslust voor altijd zagen
verwoest."
Uit een schrijven, haar onlangs
toegezonden blijkt haar dat ook de
winkelmeisjes zelve het gevaar hier
van inzien en nu wekt mevr. Jacobs
de dames op om telkens wanneer zij
een winkel binnentreden, waar geen
gelegenheid tot zitten achter de toon
bank bestaat, aan- den patroon te
kennen te geven, dat hare verdere be
zoeken van het bestaan dier gelegen
heid worden aihankelijk gesteld.
Signalement.
De deftig gekleede heer, die zich
den lOen op het kantoor der „Gel-
dersche Credietvereeniging" te Maas
tricht aangemeld heeft, noemde zich
K. Lukwel en had een imposant
en gedistingeerd voorkomen. Zijn sig
nalement luidt o. a.45 J 50 jaar,
ongeveer 1.76 M.kleedingbruin
geglaceerde handschoenen, waarvan
de vingers waren afgesneden, terwijl
de ontbloote vingers goed verzorgd
waren, blauwe winterjas, gevoerd met
donkere gecapitonneerde zijde, met
zwarten astrakan kraag, hoogen zwar
ten zijden hoed. Hij droeg eenen
bril, sprak beschaafd Holland sch en
legde over eenen introductie-briel der
„Zuidhollandsche Credietvereeniging"
van 9 Jan., j.l., onderteekend „de Zuid
hollandsche Credietvereeniging, "(get.)
W. Truffino, terwijl een uur later, te
6 uur namiddag, door de „Gelder-
sche Credietvereeniging" van de „Zuid
hollandsche Credietvereeniging" een
brief werd ontvangen, onderteekend
„DeZ.HollandscheCredietvereeniging
(get.) W. Truffino, houdende uitnoo
diging, om aan den heer J. K. Luk
wel^ eene chèque of quitantie, groot
f2650, op de kas van de „Zuid-hol-
landsche Credietvereeniging te discon-
eeren en welk bedrag dan ook door
de „Geldersche Credietvereeniging"
aan J. K. Lukwel is uitbetaald ge
worden in papieren geld. Daarbij is
bij brief van de „Zuid-Hollandsche
Credietvereeniging" van den 13en de
zer maand gebleken, dat genoemde
persoon onbekend is.
hoog militair gerechtshof te Utrecht in
appèl gekomen van het door den
krijgsraad te 's-Gravenhage in zijne
zaak gewezen vonnis dat, ingevolge
de militaire rechtspleging, met geslo
ten deuren moest worden uitgespro
ken.
Onze wereldkampioen.
Omtrent den heer J. J. Eden, die
zich zooals bekend is te Hamar oefent
voor den wedstrijd te Stockholm lie
pen de laatste dagen geruchten, dat
hij naar hier zou zijn teruggekeerd.
Ook werd verteld dat hem een onge
luk was overkomen een been
gebroken of iets dergelijks. Wij kun
nen echter mededeelen, dat hij zich
nog te Hamar bevindt in uitstekende
conditie.
Op een telegram om inlichtingen
einde hij terug „Quite well" Jaap.
Redding van scnipbreu-
keiingen.
Door den burgemeester van 's-Gra-
venzande werd Dinsdag namens de
Zuidhollandsche Maatschappij tot red
ding van schipbreukelingen plechtig
uitgereikt, de groote zilveren medaille
aan schipper C. de Neef en de bron
zen medaille aan de overige beman
ning van de loodsjol, met een loffe
lijk getuigschrift voor de heldhaftige
redding der uit elf man bestaande
equipage van de op 19 November 11.
op den strekdam van den Nieuwen
Waterweg gestrande sleepboot Zuid-
WerxstaoUüg.
Voor eenige maanden is te Ensche
dé bij de firma Ter Kuiie en Mors
man eene werkstaking, uitgebroken,
die nog voortduurt.
Naar aanleiding daarvan hebben
nu alle overige fabrikanten in hunne
fabrieken aangekondigd, dat, als de
werkstaking bij de firma Ter Kuile
en Morsman niet vóór 4 Mei geëin
digd was, zij hunne fabrieken slechts
vier dagen in de week zouden laten
loopen, en duurde de werkstaking
dan nog voort, na 8 Mei de fabrieken
althans voorloopig, te zuilen sluiten.
Zoo althans wordt meegedeeld in
een manifest, dat de werkstakers
hebben openbaar gemaakt.
Ook is te dezer zake aan de ne-
derlandsehe regeering een adres ver
zonden, waarin de tussehenkomst der
regeering wordt ingeroepen, mede op
grond, dat de werkstakers „al het
mogelijke hebben gedaan, om tot eene
minnelijke schikking te komen,"
Buoaea teilen.
Een nieuw middel om bezoekers
in een café te lokken. Te Assen had
Zondagavond de ontzegeling eener
flesch met boonen en de telling van
die boonen door eene commissie
plaats. Het bleek, dat er 86/4 boo
nen in die flesch waren en dat door
verschillende personen 915 maal ge
raden was. Het naast bij het werke
lijk aantal boonen in de flesch, kwa
men de opgegeven getallen 3675 en
36/1. Aan de winnaars werden prij
zen uitgereikt alseen leuningstoel,
bierpul, rookstel, enz. enz. Een groot
publiek woonde het tellen der boo
nen en de prijsuit ieeiing bij.
Koning Oscar van Zweden heeft
den Rijksdag te Stockholm geopend
met het voorlezen eener troonrede,
waarin op vermeerdering der inkom
sten als zeer noodzakelijk wordt aan
gedrongen. Daartoe wil de regeering
eene successie-belasting heffen en de
zegel-belasting verhoogen.
In de voorgelezen staatsbegrooting
verklaart de regeering een crediet te
verlangen van 10,622,000 kronen, het
welk verdeeld zou worden over 5 ja
ren en waarvan 2,500,000 kr. voor
het jaar 1895 zou moeten dienen tot
uitbreiding en verbetering van
kustverdediging en de vloot.
In verband met den toestand op
Sicilië en de woelingen, die in Italië
zelf plaatsvinden, wordt de positie
van het ministerie-Crispi hachelijk
beschouwd. Volgens de „Tribuna'1
schijnen de ministers het onderling
niet eens te zijn en wordt het uit
breken van een crisis voor het ope
nen der Kamer niet onmogelijk ge
acht. Crispi schij nt echter ij verig bezig
te zijn aan zijne hervormingsplannen.
In het pruisische Huis van afge
vaardigden heeft de minister van
Miquel de begrooting voor 1894 voor
gelezen. Erg bevredigend is deze niet.
Zij wijst de volgende cijfers aan.
Gewone inkomsten 1,879,449,391
mark zijnde 43,936,131 meer dan bij
de vorige begrooting. Gewone uitga
ven 1,891,612,410 (zijnde 47,509,155
meer.) Buitengewone uitg. 58,036,981
(zijnde 8,826,976 meer.) Te zamen
1,949,649,391. Alzoo nadeelig saldo
70,200,000 (zijnde 12,400.000 meer),
welk bedrag door leening zal moe
ten worden gedekt. De bijdrage van
Pruisen in de uitgaven des rijks is
37,058,915 mark meer dan ten vori-
gen jare.
Het geschil tusschen Argentinië
en Chili over de grensregeling is uit
den weg geruimd. Tot goeverneur
van Corrientes is benoemd Virasoro.
De staat van beleg te Rio de Ja
neiro is tot 30 Januari verlengd.
Desergeant van het regiment grena-
dxers en jagers Bn. T. v. A. is bij het
verleid."
En toen kwam haar goede hart weer boven. Er moest iets
gedaan worden, maar wat? Zij kon onmogelijk zonder hulp
haren vader alleen de trap op naar boven brengen en voor
niets ter wereld zou zij er toe hebben kunnen komen, om
de hulp van buren in te roepen.
Zij besloot dus tot het eenig mogelijke, namelijk om haren
vader het liggen op den houten vloer wat aangenamer te
maken. Van zijn slaapkamer haalde zij een kussen en een
paar dekens, ja zij beproefde zelfs hem op te lichten en zoo
een deken onder hem te schuiven, maar het gewicht was
haar te groot, zoodat zij na eenige nuttelooze pogingen van
dezen liefdedienst moest afzien.
Het was nu tijd geworden om te gaan ontbijten, maarzij
had geen eetlust. Zoolang zij bij elkander waren had haar
vader altijd het eenvoudige maal gedeeld en nu hij daar el
lendig op den grond lag, j onbewust van alles en dat door
eigen schuld, nu wilde haar geen brok door de keel, geen
dronk over de lippen.
De leveranciers die nu achter uvolgens aan de deur kwa
men, zond zij allen weg, d. r zij bang was dat de menschen
haren vader zouden va i liggen. Daarna hield zij zich bezig
met het verrichten van hare huiselijke bezigheden, en was
op een gegeven oogenblik zóo druk in de weer met het
pompen van waschwater, dat zij niet hoorde dat er aan de
bel werd getrokken.
Plotseling hoorde zij evenwel gestommel in het voorhuis
en liep verbaasd naar voren, meenende dat haar vader nu
reeds wakker geworden en opgestaan was.
Het was Albert de Rétigny dien zij voor zich zag, verge
zeld van zijn beide zusjes.
De toestand was pijnlijk. Zooals zij stonden moest de
slapende man hen in het oog zijn gevallen. Elise werd eerst
bleek, daarna hoogrood en met bevende stem kwam zij naai
de bezoekers toe en heette hen welkom. De twee meisjes
omhelsden haar hartelijk en Albert drukte haar beleefd de
hand, terwijl hij zeide:
„Ik moet excuus vragen dat wij op deze wijze zijn binnen
gekomen. Toen wij te vergeefs gebeld hadden, zagen de meis
jes dat de deur aanstond en zijn wij binnen gekomen."
„Wees zoo goed mij te volgen," viel Elise hem haastig in
de rede en hen snel voorgaande, bracht zij hen in de ka
mer en bood hun daar een stoel aan. Zij had niet opgemerkt,
dat Albert de Rétigny zijne zusjes op den slapenden man
gewezen en uitdrukkelijk den vinger op den mond gelegd
had, als onphaar de grootste stilzwijgendheid aan te bevelen.
De twee kinderen, hoewel zeer verbaasd over de zonder
linge slaapplaats van den haar onbekenden man, waren toch
te wel opgevoed en te zeer gewoon haren broeder te ge
hoorzamen, dan dat zij Elise met onbescheiden vragen zou
den zijn lastig gevallen. Toen deze dat bemerkte raakte zij
ook meer op dreef en het gevolg was, dat er weldra tusschen
de goevernante en hare gewezen leerlingen een druk gesprek
werd gevoerd. Het was treffend om te zien hoe de meisjes
hare vroegere leermeesteres nog aanhingen eii hoe ook zij
toonde, hoeveel zij van de twee lieve meisjes hield.
Eer? verklikker
Dozer dagen zullen waarschijnlijk
de drie Fransche Canadeezenterecht
staan, welke beschuldigd worden van
een aanslag om het gedenkteeken
van Nelson in de lucht te doen
springen.
De zoon van den commissaris van
politie, die het complot zijner vrien
den openbaar maakte, is in alle
fransche kringen dood verklaard ge
worden. Naar de fransche bladen
vernemen, werd hij onlangs, toen hij
het theater binnentrad, waar Go-
quelin op het oogenblik voorstellin-
„Excnseer mij een oogenblik," zeide Albert de Rétigny, die
een oogenblik had zitten nadenken, toen er een pauze in
het gesprek kwam.
„Mijnheer de Rétignyriep Elise uit, die begreep wat
hij wilde gaan doen.
Albert zag haar aan met een blik, waarin zij las dat hij
besloten was. Tevens lag er zooveel goedheid en liefde in
dien blik, dat zij zich niet kon verzetten en weer neerviel
op haar stoel, waarvan zij een oogenblik tevoren was op
gestaan.
Terwijl Albert de kamer uitging, vroegen de twee meisjes
„Scheelt u iets, mademoiselle en een barer had de karai
al in het oog gekregen en kwam daarmee aan. Elise kreeg
tranen in de oogen over de liefde, die deze menschen haar
betoonden en met wroeging dacht zij aan hare bittere stem
ming van zooeven.
Terwijl zij met de twee meisjes verder praatte, trachtte
Albert de Rétigny den beschonken man wakker te maken,
maar het gelukte hem niet. Als een blok lag hij daar, zon
der eenig teeken van terugkeerend bewustzijn te geven,
jonge man was sterk, maar om een volwassen man
alleen een trap op te dragen, daartegen zag hij wel wat op,
te meer nog (waarom zouden we het verzwijgen?) omdat
Charpentier zijn reinigingsplunje nog aan had.
Wordt vervolgd