NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Be Dynamïef mannen van Parijs.
lie Jaargang:
Donderdag 25 Jannari 1894.
No. 3240
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
HEEEENIGD
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
h EUILLET ON.
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het gekeele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEKEEOOI.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Puhlicité Etrangêre G. L. DAUBE Co., JO-HN F. JONES, Succ., Parijs 31&is Faubourg Montmartre.
van het Geïllustreerd Zondagsblad bevat behalve den
roman
(van Hugo Lubliner,) wederom tal van belangwek
kende illustraciën en boeienden tekst, als
Een schoorsteenbrand (met 5 illustraties). Inval
der politie in een Berlijnsch speelhuis (met illustratie). Weinig hoop
(illustratie). Dit den laatsten Indianen-opstand (illustratie). Een
eigenaardig vaartuig (met illustratie). Een tegenvaller. - Hoe leelijk
een slecht geslepen spiegelruit doen kan, als men eens heel elegant wil
groeten (met illustratie). |De verkeerde wereld. Bericht. Curiosa.
De laatste mode (met illustratie). Het „wisselkastje" van Jena.
Voorts Anecdoten. Puzzle. De Prijswinner van Raadsel
LXXV. Oplossing van Prijsraadsel LXXVIII. Nieuw prijsraadsel
LXXXI. Schaakrubriek. Mededeelingen.
DE UITGEVER.
Haarlem, 24 Jan. 1894.
Diner bij den burgemeester.
Dinsdagavond heeft het tweede
diner plaats gehad van een deel der
leden van den Gemeenteraad, aange
boden door den burgemeester Jhr.
Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden,
te zijnen huize in het Kenaupark.
Voor morgen-Donderdagavond zijn de
overige leden uitgenoodigd.
Tot kindervader en -moeder in het
Stads-Armenhuis alhier zijn uit 98
sollicitanten benoemd O. Feenstra en
echtgenoote, thans in betrekking in
het herstellingsoord Heideheuvel te
Hilversum.
Derde Séance voor Kamer
muziek.
De laatste séance voor Kamermu
ziek op Dinsdag 1.1. onderscheid
de zich onder meer ook daardoor van
hare voorgangsters, dat thans op het
programma een plaats was ingeruimd
voor een werk van iemand, dien
hoezeer ook geen Nederlander van
geboorte wij sinds enkele jaren
tot onze landgenooten tellen, n. m.
den heer R. von Perger, sedert 1890
directeur der atdeeling Rotterdam
van de Maatschappij ter bevordering
der Toonkunst, tevens vandeErudi-
tio-concerten. Van hem werd ten ge-
hoore gebracht: Serenade voor piano,
viool en violoncel Op. 17 g-dur.
Dit werk, uit vier deelen bestaande,
verraadt door tal van interessante
door fijngevoelde en
klankaffecten
door vloeiende melodiek de dege
muzikaliteit van zijn schrijver.
Van buitengewone vindingskracht
getuigde deze compositie minder
de thematische stof is niet zeer be
langrijk, zoodat de uitbreiding en
voortspinning daarvoor den hoorder
niet onafgebroken vermag te boeien.
Het best voldeden mij de beide
laatste satsenhet Andante doorzijn
warmte van uitdrukking en zijn
mildelijk vloeienden melodischen
stroom; het Vivace door de zonnige blij
heid en de levendige beweging waar
door dit gedeelte aan opwekkends en
verkwikkens vergoedt, wat op dit punt
de eerste sats, met zijn veelvuldig
herhaald toonladdermotief te kort
komt. De uitvoering was zoo dat de
componist die, naar ik vernam, zich
onder de toehoorders bevond, niet
anders dan boogelijk voldaan kan zijn
geweest.
In het Andante was de samenwer
king in 't bizonder der beide strijk
instrumenten volmaakt en van heer
lij ke uitwerking, terwijl het Vivace
den beer Schlegel alle gelegenheid
bood, zijne zoo vaak en zoo terecht
geprezen eigenschappen als musicus
en technikus nogmaals In het helderste
licht te stellen.
No. 2 en 8 van het programma
waren. Strijkquartet in F mol, op 95
van Beethoven en quartet voor piano,
viool, alt en violoncel, op. 47 van
Schumann. Het getal samenwerken
de kunstenaars moest dus worden
uitgebreid met een tweeden violist
en een altist, in welke hoedanigheid
wij het genoegen hadden te zien op
treden de beide bier zoo gunstig be
kende kunstenaars Frowein en Hof
meester.
Dat de uitvoering der beide hier
genoemde werken den toehoorders een
rijke bron van muzikale genietingen
ontsloot behoei ik wel niet in bizon-
derheden te vermelden, men weet
immers dat waar Cramer en Bosmans
zich met den concertgever en de bei
de voor beden toegevoegde kunste
naars vereenigende verslaggever
steeds als resultaat hunner artistieke
samenwerking te vermelden heeft
een edel en veredelend kunstgenot,
dat niet door een enkelen mislukten
of niet volmaakt reinen toon kan wor
den verstoord.
PHILIP LOOTS.
Schouwburg
Het operetten-gezelscbap van de hee-
ren Kreeft en Buderman uit denAr-
tis-Schouwburg te Amsterdam, dat
Dinsdagavond hier ter stede met „Er-
minie" optrad, heelt zich de sympa
thie verworven van het haarlemsche
publiek, welke het dankt aan de vrij
goede zangkrachten, het orkest, klein
maar goed van gehalte, maar vooral
aan de komische elementen die het
bezit.
Deze laatste elementen zijn verte
genwoordigd in de heeren Kelly,
Kiehl en Kreeft de drie „K's".
Dezen waren het ook, die Dinsdag
avond door hun komisch talent het
succes van „Erminie" verzekerden.
Deze operette heelt groote overeen
komst met het bekende spektakelstuk
Robert en Bertram". In Ravvan en
Caddo, de twee galeiboeven, zag men
de „twee lustige vagebonden" weer.
Ook de hertogin van Stilton-Chester
was een type, dat men in bovenge
noemd stuk terugvindt.
De koren waren goed; vooral bet
„Goeden nacht" in het begin van het
derde bedrijf, voor koor en solo
(mevrouw Culp-Kiehl) werd zeer goed
gezongen. Mevr. Culp-Kiehl (Erminie)
en de heer van der Stappen (George)
vervulden de rollen de eenige van
belang wat den zang betreft zeer
verdienstelijk.
In bet tweede bedrijf werd een
Gavotte gedanst door dames en heeren
hoofdpersonen.
Dat deze in het bizonder moest
worden aangekondigd, kwam ons,
nadat ze gedanst was, eenigszins on
begrijpelijk voor.
Door de commissie tot gratis ver
strekking van brood en koffie is
heden aan 252 volwassenen en 996
kinderen voedsel verstrekt.
Baldadigheid.
De man die toezicht houdt bij den
bouw van het politiebureautje in het
Rozenprieel, werd dezer dagen door
een jongen op zeer pijnlijke wijze met
een grooten steen geraakt.
Aangifte is gedaan bij de politie
en het is te hopen, dat de baldadi
ge jongen zal worden gestraft.
Onlangs namen wij een uittreksel
op uit eene rede van den officier van
justitie aan de haarlemsche recht
bank, Jhr. Mr. Rethaan Macaré, over
de bestraffing van misdrijven begaan
door kinderen. Deze rechtsgeleerde
keurde daarin de tegenwoordige wijze
van kinderbestraffing af als omslach
tig, dikwijls te streng en in ieder
geval te langzaam. Bij een kind moet
de straf onmiddellijk volgen op bet
kwaad, anders verliest de straf baai-
verbeterende kracht.
De heer Macaré zeide dat niet,
maar wij meenen dat in gevallen als
bovengenoemde een flink pak met
een stok beter helpen zou dan een
veroordeeling tot het ondergaan van
een of twee dagen gevangenisstraf,
die weken na het misdrijf wordt uit
gesproken en na nóg ettelijke weken
geëxecuteerd.
Duinzandaardappelen
Waren de prijzen der duinzand-
aardappelen te Zandvoort in het na
jaar van 1893 betrekkelijk laag (f2.75
f 8. per H.L.), thans worden wederom
als van ouds goede prijzen besteed.
Maandag werden eenige partijen ver
kocht tegen f4.75 de H.L. De quali-
teit van de aardappelen is zeer goed.
De ingekuilde aardappelen hebben
schade geleden van de vorst.
Surnumerairs der posterijen
en telegraphie.
Bij kon. besluit zijn met ingang
van 1 Maart benoemd tot surnume
rair der posterijen en telegrapbie
D. Aeijelts, te Apeldoorn; J. C. C. D.
Pronk, te 's-Gravenhage; L. J. Lij-
klema, te Lemmer; A. H. Soutendijk,
te Haarlem; H. R. Jansen, te Alk
maar; J. K. Smit, te Wijk bij Duur
stede; C. Evenblij, te Helder; A. Ter-
let, te Nijmegen; C. H. Verbeek, te
Delft; G. J. D. Degenaar, te Nijme
gen; J. Scholten, te Enkhuizen, en
W. de Vries, te Assen.
Soestdijk.
De koniklijke familie zal reeds
vroeg in den zomer het geheel geres
taureerde lustslot Soestdijk be
trekken.
Kiesrecht.
„Welingelichte lieden" in Den Haag
verzekeren, dat vóór de Tweede Ka
mer weder bijeenkomt, de Regeering
baar een nota van wijziging op de
kiesrechtvoorstellen zal toezenden.
Er wordt bijgevoegd ter gerust
stelling van den heer Van Houten
dat die wijzigingen eerst door den
Ministerraad zijn of zullen worden
overwogen.
Arbeid8-enquête.
De Nederlander bevat de volgende
bizonderheden omtrent het eindver
slag der arbeids-enquête.
Het eindverslag der arbeids-enquête
stelt de volgende 20 eischen:
I. Wettelijke regeling van den leer
plicht.
2- Wijziging en aanvulling der be
staande wetsbepalingen, zoowel ten
aanzien van den leeftijd, als van de
beperking van dan arbeid van jeug
dige personen en vrouwen in fabrieken
en werkplaatsen, met invoering van
herhalings- en voortgezet onderwijs
als voorwaarde van dien arbeid voor
jeugdige personen.
3. Beperking van den arbeid van
jeugdige personen in of voor veende
rij en.
4. Toepassing van het bedoelde
sub 2, ten opzichte van jeugdige per
sonen, op het lossen en laden van
zeeschepen.
5. Verbod of beperking van het
aanwenden, in fabrieken en werk
plaatsen, van stoomkracht of daar
mede gelijk te stellen beweegkracht
op Zondag.
6. Uitbreiding van het korps in
specteurs van den arbeid.
7. Uitbreiding der wet, regelend
het toezicht op het gebruik van
stoomtoestellen.
8. Wettelijke voorschriften in het
belang van de veiligheid, de gezond
heid en het welzijn in fabrieken en
werkplaatsen.
9. Wettelijke regeling, waarbij het
inwerkingtreden of uitbreiden van
eene fabriek of eene werkplaats, in
met name te noemen bedrijven, af
hankelijk wordt gesteld van de ver
gunning van het gemeentebestuur,
10. Wettelijke regeling van de
diensttijden van beambten en werk
lieden bij alle ondernemingen van
vervoer, die met concessie van het
openbaar gezag eene spoorbaan be
rijden.
II. Instelling van Kamers van
arbeid.
12. Herziening der wetgeving in
zake vereenigingen.
13. Regeling van het arbeids-con-
tract.
14. Wettelijke bepalingen tegen
misbruiken Dij de betaling van het
loon.
15. Verplichting der gemeenten om
gelegenheid te geven tot het genieten
47
HOOFDSTUK XI.
De Russen te Parijs.
„Zooals je wilt," zei de anarchist koeltjes. „Ik voor mij
wil nu ook wel weg, het begint mij hier te vervelen en die
affaire met prins Olesko kon wel eens hinderlijk worden.
Fifi zal zeker meegaan."
„Dus je vindt het goed vroeg Loup Garou, die op een
Bterker verzet gerekend had en toch niet gaarne in zijn toe
alleen op reis zou zijn gegaan.
„Mijn waarde vriend," zei de ander met eenige spot in zijn
toon, „ik weet niet in hoeverre ik daarin iets te beslissen
hebben. Je bent, wat mij betreft, volkomen vrij om over
je leven te beschikken precies zooals je dat wilt, Het raakt
mij niet, of jij jezelven wilt vermoorden, daarover heb je zelf
te beslissen."
Loup Garou was zooals wij zeiden, lang geen teergevoelig
mensch, maar de koude, cynische wijze waarop de anarchist
hem zijne onverschilligheid naar het hoofd wierp, deed hem
toch huiveren.
„Wat zijt gij toch voor een mensch?" zei hij langzaam.
„Ik geloof niet dat ik een mensch ben," antwoordde de
anarchist spottend. „Ik ben...."
„Een duivel, geloof ik...."
„Ja juist. Je bent scherpzinnig vandaag, mon ami."
„Of wat anders?"
„Wat dan?"
„Een...."
„Wat een?" vroeg de anarchist, in zijn borstzak grijpende
en met een gezicht zóo aschgrauw, dat Loup Garou terug
deinsde en zei:
„Laat die revolver maar blijven. Goeden nacht."
Terwijl de beide mannen elkaar strak in de oogen bleven
staren, ging Loup Garou langzaam achteruit en in zijn eigen
kamer terug. Toen hij de deur achter zich gesloten had, zei
hij fluisterend, maar vol uitdrukking, als hetj ware tusschen
de tanden doorsissende
„Een dolle krankzinnige ben jel"
Den volgenden dag des morgens te negen unr waren zij
aan het spoorwegstation. Had Fifi een oogenblik vrees ge
koesterd dat de politie op hem loerde en zij niet onbemerkt
zouden kunnen vertrekken, ja misschien onmiddellijk zouden
worden gearresteerd, die vrees verdween geheel toen hij, aan
het station komende de groote menschenmassa zag, die uit
trok om de feesten ter eere van de Russen in Parijs me e
te vieren. Duizenden verdrongen elkaar op de perrons en
een politieagent had onder die drukke, woelige menigte on
mogelijk of althans zeer moeilijk iemand kunnen uitvinden.
Tot groot verdriet van den anarchist en van Fifi bleek,
dat Loup Garou zijne krachten had overschat. Op het per
ron zakte hij van pijn en vermoeidheid half in elkaar en
alleen een groote mate van wilskracht hield hem nog op de
been. Een groot glas cognac, dat hij in éen teug naar binnen
sloeg, wekte hem wel wat op, maar was natuurlijk toch geen
geneesmiddel, zoodat de anarchist het voorstel deed, om
maar weer naar de woning terug te keeren en niet voordat
Loup Garou hersteld was, naar Parijs te gaan.
Deze verzette zich hiertegen met kracht. „Laat ons maar
dadelijk vertrekken," zei hij met flauwe stem, „en zie een
afzonderlijke coupé te krijgen, dat ik rustig liggen kan."
Daar het drietal kaartjes eerste klasse had genomen en
den meeste van de feestvierende passagiers derde of tweede
klasse reisden, gelukte het den anarchist om den conducteur
te bewegen door middel van een hard vijffrancsstuk, om hun
een afzonderlijke coupé te geven.
Ze maakten het er zich gemakkelijk. Loup Garou nam een
der banken in beslag en viel dadelijk in een toestand, die
het midden hield tusschen slaap en bewusteloosheid. Fifi
vlijde zich behaaglijk in een hoek neer en de anarchist
leunde met den linkerarm op een koffertje, dat hij had
meegebracht en dat hij nu op de bank had gezet.
Nadat men een half uurtje had gespoord, vroeg de anar
chist aan Fifi