Arrondissements-Rechtbank
„Weldadighsidnaar Vermogen."
BINNENLAND.
blijkt, zegt spreker, dat die Commis
sie bestaat uit mijne bitterste vijan
den. Overigens bestaat ze uit deftige,
groote mannen, er is ook een groot
man uit Haarlem bij, meneer de
Kan ter.
Het rapport is er nog niet en de
vraag is of net ooit komen zal. Spre
ker vroeg aan een jongmensch dien
hij ontmoette hoe zijn vader toch
tot die Commissie behoorde. „Wist
u niet," zeide de zoon, „dat vader de
huisarts is van Van 'tLindenhout?
Anders zou van 'tLindenhout hem
er zeker niet in gehad willen heb
ben
Nog altijd is spreker niet geroepen
om voor de Commissie te verschijnen,
hoewel hij en van Houten aan den
Secretaris, den heer de Boer teAlm-
kerk, hebben verzocht om te worden
gehoord. De heer de Beaufort had
gewild dat spreker zijne documenten
en bewijsstukken aan de Commissie
terhand stelde, maar dan, zegt spre
ker, was de zaak zeker de doofpot
ingegaan.
Men had mij allereerst in de Com
missie moeten benoemen. Dan zou ik
allereerst het particulier kerkhof van
Van 'tLindenhout zijn gaan omwoe
len en het aantal opgegraven sche
del tj es vergelijken met het aantal
kinderen, dat als gestorven op Neer
bosch in de registers te Nijmegen
staat vermeid.
Niemand heeft ooit gecontroleerd
wie en hoeveel er in kwamen. Be
stuur is er niet, de leden van het
zoogenaamd bestuur komen nooit ver
der dan de deur. Steken zij hun neus
verder, dan worden zij door van 't
Liadenhout bedankt en vervangen
door anderen.
Daarom liggen er zooveel geheimen
in de borst van dien schavuit, die
als zij aan het licht kwamen, menige
gravin, barones of freule zouden com-
promitteeren. Daarom moet het adres
sen regenen aan de 2e Kamer, waar
geen enkel lid den moed heeft gehad
het woord Neerbosch uit te spreken.
De weezen worden niet vertegen
woordigd.
Spreker heelt een brief van vier
bladzijden ontvangen uit Rotterdam,
van een lid der commissie, tevens
Kamerlid. De twee eerste pagina's
zijn fatsoenlijk, maar op de derde
wordt hij uitgescholden voor al wat
leelijk was. „Kom maar eens in Rot
terdam," zoo heet het, „een vaatje
vitriool staat klaar om in je leelijke
snoet te gooien, leelijke ouwe zee
bonk
Men heeft, toen spreker ziek lag,
het praatje uitgestrooid dat hij krank
zinnig was en geboeid naar Meeren-
berg overgebracht. Hij had eenvoudig
borstvliesontsteking en heelt daarvan
een bewijs van den medicus van het
gasthuis. Dr. Westerman Holsteijn
heeft op de Purmerender boot in het
nbliek verteld, dat spreker 12 jaar
iende is geweest bij van 't Linden-
hout. De waarheid is, dat spreker hem
op zijn rondreis in Amerika heeft
vergezeld, omdat hij Engelsch sprak
en van 't Lindenhout niet.
Vóór de verschijning van de eerste
brochure, bezocht een domineesvrouw
Neerbosch. Daar vond zij, vastgebon
den op stoelen, twee kinderen van 4
5 jaar, die stervende waren. Het
eene kreeg nog van de oppasster een
klap in 't gezicht. Drie uur later
stierf het andere dat aan een behoef
te voldeed, moest hooren-„hou je
bek, een mensch zou er naar van
worden
Dit kind overleed den volgenden
dag.
Van 't Lindenhout zegt, dat er
velen sterven aan tering. Ja, dat is
waar, maar door onvoldoend voedsel
en door mishandeling. Spr. verhaalt,
hoe rijk opgevoede kinderen, naden
dood hunner ouders door een voogd
naar Neerbosch werden gezonden.
Het oudste meisje van 13 jaar stierf
er na drie maanden aan tering, de
twee anderen waren in dien tijd zoo
goed als idioot en met moeite kreeg
een vroegere huishoudster van hun
vader hen terug en verdiende met
moeite de kost voor hen met naaien.
Die kinderen zijn goed terecht geko
men, de huishoudster woont op een
hoije te Haarlem.
Nadat spreker nog verhaald heeft,
wat Reijer Vreeken te Haarlemmer
meer heeft medegedeeld (zie ons No.
an 29 dezer) eindigt hij met den uit
roep: „Ik zal altijd blijven strijden,
totdat er eenmaal een algemeene
kreet zal opgaan „Weg met van
't Lindenhout! Weg met het ver
vloekte Neerbosch!"
Op deze rede die meermalen was
onderbroken door toejuichingen, volg
de daverend applaus. Van de gelegen
heid tot debat werd gebruik gemaakt
door Stroocloeck, die evenwel na in
het algemeen gezegd te hebben dal
men alles doen moest om den toestand
den menschheid te verbeteren door
den voorzitter werd vermaand bij de
zaak te blijven en tegenover de on
gunstige stemming van een groot deel
van het publiek heenging, nadat hij
nog gezegd had, dat hij tegen de
weesinrichting te Neerbosch was.
Daarna kwam de bekende oudver-
pleegde Kwast en vertelde in hoofd
zaak de bekende feiten der mishan
deling van hem en zijne zuster, het
hongerlijden en de daarop volgende
diefstallen van knollen en koolrapen.
Al kwam er geld van de familie, de
kinderen kregen geen cent en als ze
eens wat wilden koopen, spaarden ze
het broqfl uit den mond en verkochten
dat aan de groote werkjongens. De
uitrusting en het geld dat men mede
kreeg, als men wegging, waren al heel
gering. Spreker had toen hij in No
vember vertrok, niet eens een overjas.
De voorz. sluit de vergadering, met
eene opwekking aan de aanwezigen
om te helpen trachten in deze zaak
recht te krijgen. Multatuli schreef in
Max HavelaarEr ligt een roofstaat
aan de zee, tusschen Oost Friesland
en de Schelde, laat men niet kunnen
sn„er ligt een roofnest op de
hei, waar alle recht is uitgesloten."
Waarschijnlijk zal de heer Van
Deth hier ter stede nog eens optreden.
(Wij hebben het verslag van deze
vergadering met ergernis geschreven
en geplaatst, doch juist omdat het
in zoovele opzichten persoonlijk is,
zoo uitvoerig mogelijk opgenomen.
Een van "beidede heer Van Deth
liegt of hij spreekt de waarheid. Liegt
hij, dan dient hem door een strafver
volging zoo spoedig mogelijk den
mond te worden gesnoerd.
Wij zenden een exemplaar van dit
verslag aan den officier van justitie
Mr. Nahuijs,te Arnhem, aan den secre
taris der Commissie, den heer de
Boer te Almkerk, aan ds. Wester
man Holstijn te Purmerend, aan Re
genten van het Diaconie-Weeshuis te
Amsterdam en aan den heer Van
't Lindenhout zei ven.
Wanneer in het verslag dezer ver
gadering iets voorkomt dat niet juist
is, bieden wij volgaarne zoo onbe
perkt als onze ruimte dat toelaat,
aan bovengenoemde heeren de gele
genheid de mededeelingen van den
heer Van Deth in een ingezonden
stuk, tegen te spreken.
REDACTIE.)
door de huisgenooten. De slangen wa
gen der politie is nog uitgerukt maar
heeft geene diensten bewezen.
Valsche bankbiljetten.
Uit Amsterdam wordt gemeld
Omtrent de arrestatie van den ver
vaardiger der bankbiljetten, zekeren
Krausse, vroeger chef der Amsterdam-
sche firma RoelofFzen en Hübner, zijn
nog de volgende bijzonderheden aan
het licht gekomen:
In de woning werd niets verdachts
gevonden. In het atelier was de justi
tie echter gelukkiger. Hoewel goed
weggestopt, maar niet goed genoeg
voor de arendsblikken van de man-
a der gerechtigheid, zijn in de
werkplaats aan de Heerenmarkt al
de noodige bewijzen voor de schuld
van Krausse gevonden. Hij heeft dan
ook reeds een voldoende bekentenis
afgelegd, evenals Rempt en Van Liemt
voor wie 't trouwens al te moeilijk
was te ontkennen dat zij de valsche
biljetten hebben helpen verspreiden.
Het onderzoek is echter wel verre
van afgeloopen. Er zijn alles wijst
daarop nog onderscheidene andere
personen in het spel, en vrij zeker
mag thans reeds vastgesteld worden,
dat de zaak een uitgebreidheid zal
krijgen, als nog zelden bij soortge
lijke misdrijven het geval was.
Begin van brand.
Ten ure Donderdagavond is ver
moedelijk door onvoorzichtigheid met
licht, een begin van brand ontstaan
in eene hoeveelheid hooi in den stal
van den landbouwer H. J. Wubbe, in
den Molensteeg No. 29, die gelukkig
spoedig werd ontdekt en gebiuscht
Diefstal van vee.
Jan Bak, arbeider te Krommenie,
dreef den 8sten Januari j.l. een kudde
schapen naar de markt te Purmerend,
Waarschijnlijk aangelokt door het
schoone gezelschap der schoone sekse
onder de schapen, kwam een ram
over het ijs wandelen en sloot zich!
bij de kudde aan. Of Bak moeite
heeft gedaan het dier terug te jagen,
is niet gebleken, maar het staat vast
dat hij, te Purmerend komende, het
daar op de markt heeft verkocht.
Natuurlijk was dit onjuist gezien,
hij had aangifte bij de politie moeten
doen en het beest teruggeven. De
subs. off. van just, vroeg, toen Don
derdag 1 Februari deze zaak door de
Arr. Rechtbank alhier werd behan
deld, de veroordeeling van beklaagde
tot gevangenisstraf van éen jaar en
s maanden.
Bak vraagt met bijkans onhoor
bare stem om medelijden, daar hij
in den tijd van twee jaar vijfmaal
bloed heeft opgegeven.
De verdediger, mr. L. C. Kronen-
;rg, concludeert tot vrijspraak op
grond dat in de dagvaarding staat
vermeld, dat het misdrijf te Krom
menie zou zijn begaan, terwijl in wer
kelijkheid de toeëigening en daarmee
het misdrijf, pas te Purmerend is
geschied. De dagvaarding is dus on
juist.
Na re- en {dupliek wordt de uit
spraak bepaald over 8 dagen.
vervaardigd, en met wien hij vroeger
in Duitschland heeft samengewerkt.
Men meldt ons
De totale ontvangsten van de Don
derdag jl. in „Felix Favore" gehouden
vergadering, bedraagt 70.62. Hiervan
moet worden afgetrokken voor zaal-
huur ƒ14.advertentiën (2) 5.
omroeper ƒ1.20. De rest zal door de
Commissie, welke den heer Van Deth
heeft uitgenoodigd, aan dezen ter hand
worden gesteld tot steun in zijn strijd
om recht.
Afdeeling Werkverschaffing.
Van 1 Nov. tot 2 Febr. hebben
zich de volgende personen aangemeld
11 voor werkvrouw, 1 voor wasch-
vrouw, 1 voor naaister, 2 voor grond
werker, 2 voor loopwerk, 1 voor brei
werk, 1 voor loopknecht, 2 voor op
passer, 3 voor koffiehuisbediende, 1
voor schoenmaker, 3 voor schrijf
werk, 1 voor stucadoor, 2 voor koet
sier, 1 voor kantoorbediende, 2 voor
schilder, 5 voor los werkman, Ivoor
kleedermaker, 1 voor timmerman, 1
voor sigarenmaker, 1 voor licht werk.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaaude aanbiedingen
bruik wenschen te maken, worden
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te rich
ten, bus Doelen of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
91 en van 35 uur verkregen wor
den bij den administrateur, bureau
Doelen.
sche gemeente, den overledene als
een flink, kundig krijgsman, een
trouw dienaar van het vaderland, dat
hij onder de regeering van drie ko
ningen diende, en het vele dat. ge
neraal Van Meurs had gedaan tot
verzachting van het leed van den
door oorlog verminkte en zieke krijgs
lieden.
Gezondheidstoestand te Haar
lemmermeer.
De gezondheidstoestand van Haar
lemmermeer wordt van jaar tot jaar
gunstiger.
Vóór 25 jaar stierven 1 op de 16 zielen.
25 jaar later stierven 1 op de 66 zielen.
Ned. Roomsch Katholieke
„Volksbond".
Het centraal bestuur van dezen
Bond heeft ter kennis van de afdee-
lingen gebracht:
le. dat de algemeene vergadering
van den Centralen Raad dit jaar zal
worden gehouden te Delft op 3 Juni
2e. dat de verkiezingen van afge
vaardigden van den Centralen Raad
vóór 15 Maart e.k. zullen moeten
plaats hebben terwijl de voorstellen
der afdeelingen ter plaatsing op de
agenda der algemeene vergadering
moeten worden ingeleverd vóór of op
15 April a. s. bij den secretaris.
Tevens deelt het centraal-bestuur
mede, dat het bepalingen heeft vast
gesteld tot centralisatie van de vak
verenigingen der verschillende al-
deelingen dat de statuten voor den
op te richten „Roomsch-Katholieken
Boerenbond" eerlang het licht zullen
zien en dat de commissie, door het cen
traal-bestuur benoemd naar aanlei
ding van het voorstel tot oprichting
van een uitkeeringsfonds bij overlij
den, met haar rapport gereed is en
een reglement heeft ingediend voor
een op te richten weduwen- en R.K.
halve-weezen-pensioenfonds.
Ten slotte deelt het centraal-bestuur
mede, dat eene commissie is benoemd
om een voorstel in te dienen tot be
strijding der socialistische propaganda
ten plattelande.
Door de Ingelanden van den'Oost
einder polder (Aalsmeer) is tot pol
dermeester benoemd, de heer O. van
den Bout aldaar.
Marktberichten.
Graan- en Zaadmarkt gehouden te
Hoofddorp Haarlemmermeer 1 Febru
ari 1894.
Witte tarwe f5.a f5.75, Zomer
ristarwe f4.80, a f5.25, Rogge f4.
f4.30, Haver f6.50, a 7.—, fChe-
valiergerst f4.75 a f5.25, Wintergerst
f4.a f4.75, Duiven boonen f5.75
a f6.25, Paardenboonen f5.af 5.40,
Groene erwten f5.75, a f6.Kana
riezaad f 6.50, a f7.25. Zware Kwa
liteit f7.30.
Valsche bankbiljetten.
Naar wij vernemen is hedenmiddag
door den substituut-off. van justitie
den heer mr. Joh. P. van Outeren in
hechtenis genomen R. R. Thurn, wo
nende Phoenixweg No. 1. Hij wordt
verdacht van medeplichtigheid aan
het uitgeven van valsche bankbil
jetten, waarvoor zooals bekend is F.
van Liemt Woensdag reeds is gear
resteerd. Thum is eerst naar het poli
tiebureau gevoerd en daarna in een-
cel in het Paleis van Justitie over
gebracht. Waarschijnlijk zal hij heden
nog naar Amsterdam worden ver
voerd om daar een verder verhoor te
ondergaan. De subst. off. van justitie
heeft in zijne woning een huiszoeking
ingesteld. Tevens vernemen wij nog dat
Thum zeer bevriend was met Krausse,
den zineograaf in Amsterdam, die de
valsche bankbiljetten moet hebben
Begrafenis van geaeraal Van
Menrs.
Een kleine schare van belangstel
lenden was Donderdag op de begraaf
plaats Eik-en-Duinen bij 'sGraven-
hage om den grafkelder geschaard,
waarin het stoffelijk overschot van den
gep. luitenant-generaal, oud-minister
van Oorlog C. T van Meurs werd
bijgezet. Behalve vertegenwoordigen
van de vereeniging „het Roode Kruis"
waarvan de overledene oud-voorzitter
was en van de vereeniging van gepens.
officieren werden o. a. opgemerkt ge
neraal Bergansius, de gep. generaal
Rodi de Loo en graaf E. L. van Lirn
burg Stirum, kamerheer van H. M.
Achter den lijkwagen volgde een hof-
rijtuig met den vertegenwoordiger van
H. M. de koningin-regentes, kolonel
jhr. Van Sprengler, adjudant van H.
M. de koningin.
Aan de groeve huldigde de hof
prediker ds. Bourlier, van de Waal-
Brand te Amsterdam
In de Watergraafsmeer, omstreeks
15 minuten buiten de gemeentegrens
van Amsterdam, bezit de hoofdstad
sedert jaren de voormalige buiten
plaats (later theetuin) „Frankendaal",
gedeeltelijk in gebruik als stedelijke
boomkweekerij, en verder afgestaan
aan de Vereeniging „Tuinbouwschool
Amsterdam", welke instelling door
ongeveer 40 leerlingen wordt bezocht.
In het midden van het 10 bunder
groot terrein verrees een 12- bij 36 M.
groot gebouw (afkomstig van de ten
toonstelling van 1883), dat Woens
dagnacht eene prooi der vlammen is
jeworden. Hoe de brand ontstond,
zal wel nimmer opgehelderd worden,
want om vier uur hadden de leerlin
gen het gebouw verlaten, en eerst
tien uur later sloegen de vlammen
naar alle zijden uit, den hemel bloed
rood kleurende, zoodat tot ver in de
stad de brand zichtbaar was. De Atn-
sterdamsche brandweer rukte terstond
uit, om spoedig weer terug tekeeren
toen het bleek dat de brand in eene
andere gemeente woedde. Veel ver
loor men niet aan hare hulp, want
aan blusschen was geen denken. Het
groote gebouw was in een oogwenk
één vlammenzee. En geen wonder.
Het was grootendeels van hout opge
trokken, terwijl de inhoud niet min
der brandbaar was: stoelen en tafels,
eene zeer fraaie verzameling uit was
vervaardigde vruchten, eene biblio
theek met kostbare boeken, en een wei-
ingericht scheikundig laboratorium.
Alles was er dus op ingericht, om
pogingen tot blussching ij del te ma
ken. Toch werd gedaan wat gedaan
kon worden. De spuit van Water
graafsmeer en die van de gasfabriek
waren spoedig ter plaatse, en zorgden
dat althans nog een deel van den
rechtervleugel gespaard bleef. Niet
voor lang, want later werd ook dit
gedeelte van het gebouw omgetrok
ken, zoodat wat verkoold hout en puin
manschappen, die, met geladen geweer op schouder, hem
tusschen zich in namen, aan het divisiegerecht te worden
overgeleverd. Ook daarvan begreep hij niets; was zijn mis
daad dan zoo groot, dat men hem als een boef behandelde?
Het nieuwe onderzoek bracht slechts weinig bizonders aan
den dag. Vele getuigen waren er niet te hooren. Szafranek's
kameraden beweerden, dat men al lang aan hem had ge
merkt, dat hij met zonderlinge gedachten rondging. Voorts
oleek nog, dat hij, tegen het voorschrift, meer dan tien mark
baar geld bij zich had gehad.
Daarna werd de gendarme, een voormalig onderofficier,
gehoord. Hij verklaarde onder diensteed, dat Szafranek bij
zijn inhechtenisneming had gezegd, dat hij niet weer naar
het regiment wilde terugkeeren.
De auditeur een bejaard, welwillend man bladerde
onrustig in de stukken„Ik zou je graag helpen, ik heb
medelijden met u, maar ik kan niet, het zou tegen de
wet zijn 1"
Ook in het eind verhoor poogde hij den beklaagde nog te
redden„Denk eens goed na, of ge niet het een of ander
tot uwe verontschuldiging kunt aanvoeren?"
Maar Szafranek wist niets; hij was heengegaan, omdat de
poort toevallig openstond en was naar huis vertrokken, om
dat toevallig een trein heenging. Dat was alles.
„Wilt ge u nog verder verdedigen?" vroeg de auditeur
verder. „Ge kunt u óf schriftelijk verdedigen óf een officier
verzoeken, uwe verdediging op zich te nemen. Wilt gij het
schriftelijk doen
„Ik kan niet schrijven." Hij dacht met schrik aan zijn
„levensloop", waarom hij juist was weggevlucht.
„Hebt gij in uw regiment een officier, in wien gij bizonder
vertrouwen stelt, en van wien gij wenscht, dat hij zich uwer
zal aantrekken?"
Hij kende niemand en de weinigen, die hij kende, hadden
zich altijd vroolijk over hem gemaakt. Wat zou 't hem
helpen?
Toen beraadslaagde het krijgsgerecht. Den beklaagde wer
den nog eenmaal alle stukken voorgelezen en de vraag werd
nogmaals tot hem gericht, of hij nog iets had aan te merken.
Hij antwoordde „Neen" en werd weer in arrest gebracht.
Het woord was toen aan den auditeur. Kort recapituleerde
deze den inhoud der stukken, waaruit ten duidelijkste bleek,
dat Szafranek voornemens was geweest om zich aan den dienst
te onttrekken. Ter verontschuldiging had beschuldigde niets
anders dan zijne domheid kunnen aangeven, die echter vol
gens zijne kameraden, volstrekt niet zoo groot was als hij
zelf poogde te doen gelooven. Szafranek was een man van
zeer geringe geestvermogens, en de oude heer stelde daarom
voor, verzachtende omstandigheden in aanmerking te nemen.
Aan het karakter van 't misdrijf zelf werd daardoor echter
niets veranderd, en dit moest worden beoordeeld volgens
69 en 70 van het militair strafwetboek
„Wie zich aan ongeoorloofde verwijdering, met het plan
om zich blijvend aan zijne verplichtingen te onttrekken,
schuldig maakt, is wegens desertie te straffen."
Desertie wordt met gevangenis van zes maanden tot twee
jaren bedreigd. Hij stelde voor, den beschuldigde met de ge
ringste straf, zes maanden, te treffen. Bij de beraadslaging
bleek men diep medelijden te hebben met den beklaagde,
die door zijn open, eerlijk uiterlijk op allen een gunstigen
indruk had gemaakt. Kon men zijn daad niet als „eigen
machtige verwijdering" beschouwen Maar de auditeur ver
wees naar de wet. En zoo werd Szafranek volgens het requi
sitoir veroordeeld.
Toen de auditeur na het einde der zitting naar huis ging,
zei hij tot den majoor
„De heele zaak had gesmoord kunnen worden. De instru-
eerende officier had de zaak best zóo kunnen draaien, dat
de man met een paar dagen arrest vrij was gekomen. Het
ontbreekt den jongelieden vaak aan ervaring en menschen-
kennis; zij vinden overdreven strengheid dikwijls erg mooi."
Toen Szafranek het vonnis vernam, viel hij bijna in zwijnt
Zes maanden gevangenis, die hij, behalve zijn twee jaar, nog
moest nadienen
Den volgenden ochtend vond de onderofficier hem dood in
zijn cel; uit zijn laken had Szafranek zich een strik gemaakt
en zich opgehangen.
Toen dit bij het regiment bekend was, werd van de ge
legenheid gebruik gemaakt om de soldaten over het verach
telijke van zulk een gedrag te onderhouden.
En daarmee was de zaak uit. Avp.