Twee ïïeeren dienen.
GEMENGD NIEUWS.
Letteren en Kunst.
BINNENLAND.
Rechtszaken.
VARIA.
Een verhaal van J. S. DA VIDS ON.
Wat ter wereld mij bewoog, om te
Calabash City het „Weekblad voor
Calabash" uit te geven, kan ik niet
zeggen. Niemand noodde mij en heet
te mij er welkom, of zou getreurd
hebben als ik was heengegaan.
Weliswaar had het plaatsje geen
weekblad, maar het scheen er ook
geen te behoeven. Het grootste deel
van de bevolking was mijnwerkers
in de zilvermijnen, die te veel onder
den grond zaten om zich met water
bovenop voorviel, tejbemoeien. Daarbij
kon een groot deel van de bevolking
niet lezen.
Zoodoende was het aantal geabon-
neerden niet groot en men kan be
grijpen, dat het aantal adverteerders
heel gering was. Bovendien dwongen
laatstgenoemden mij, om in ruil voor
de ad verten tiën goederen aan te ne
men die ik niet gebruiken kon. Er
was een koffiehuishouder bij en ik
drink niet een tabaksverkooper
en ik rook niet een zadelmaker
en ik reed geen paard. Een vierde
handelde in kruit en dynamietpatro-
nen en ik heb in mijn heele leven,
nog niets of niemand laten opvliegen,
behalve figuurlijk.
Niettemin bleef ik er van leven,
althans ik stierf niet. Aan het einde
van het eerste jaar had ik vierhon
derd zes en tachtig abonnees, waar
van twee honderd en tien nooit be
taalden. Met een beetje drukwerk
daarbij kon ik ten minste zoo wat be
staan en eindelijk kwam ik in zulk
een toestand van bloei, dat ik des
Zaterdags na mijn eenigen kranten-
looper te hebben betaald, een gulden
of vijf overhield.
Juist toen werd er een concurree-
rend blad opgericht, getiteld „de
Spion van Calabash", uitgever en
redacteur George Rowe. Het blad was
prachtig gedrukt met halfsleet let
ter (de mijne was driekwart versleten)
met een gloednieuw vignet van Cala
bash dat het verre won van mijn
totaal versleten houtsneê van de
Godin der Vrijheid die met een boek
in de eene en een staf in de andere
hand, tussehen de symbolen van han
del en industrie, geleek op een onder
wijzeres die les gaf in een machine
winkel.
Rowe was een vroolijke, welopge
voede jongen met een schrander
uiterlijk met wien ik voorzeker vriend
schap zou hebben aangeknoopt, wan
neer wij in andere omstandigheden
hadden verkeerd. Nu was dat onmo
gelijk. Natuurlijken wedijver daarge
laten, behoort het tot het vak van
uitgevers van couranten om eikaars
verbitterde vijanden te zijn, al ware
het alleen om interessante ruzie te
„Neen. een straatje om," antwoord- vinden
de ik verlegen. I „Je zoudt nog in jou 'artikel kun-
Regelrecht wandelde ik naar hetjnen zetten, dat ik eigenlijk met
bureau van de „Spion". De ontvangst schande de stad moest worden uit
zien.
Nu, ruzie hebben wij gemaakt
Wij twistten over politiek, hoewel wij
behoorden tot dezelfde partijover de
wet, den godsdienst en de geneeskun
de, over den zilvervoorraad, die in
de laatste jaren was gevonden, over
den afstand tussehen de aarde en de
zon, over dien tussehen de boerderij
van Juan Moren en de stad, kortom
over alle bovenaardsche, aardscheen
onderaardsche onderwerpen.
Door de oefening werden wij in de
kunst van twistgeschrijf vervaardigen
zoo bekwaam, dat [wij een levendig
debat over de vier hoofdregels van de
rekenkunde hadden kunnen voeren,
Toen deze strijd eenige maanden
had geduurd, merkte ik op dat de
krachten van den „Spion" afnamen.
Hij kwam nog wel uit, maar was zoo
slap en lauw geschreven alsof Rowe
den moed verloor. Natuurlijk drong
dit mij tot vernieuwde inspanning
en ik begon de hoop te koesteren,
dat ik den vijand uit de kampplaats
zou verjagen.
Op zekeren dag was ik druk be
zig met het in elkaar zetten der cou
rant, toen Bud Haskins, mijne me
deredacteur, zetter, J drukker en cou-
rantombrenger binnensprong met een
van vreugde schitterend gelaat.
„Ik breng u goed nieuws," zeide
hij. „Deze week zal de „Spion," den
kelijk niet verschijnen en de volgen
de week allicht ook niet misschien
wel nooit meer."
„Hoezoo?" vroeg ik nieuwsgierig.
„Rowe ligt ziek te bed, met koorts
of zooiets. Hij kan niets doen en die
snuiter die bij hem werkt, die Mc.
Kay, is geen knip voor den neus
waard. Geen „Spion" deze week, dat
verzeker ik u
Hij sprong triomfantelijk de deur
uit om quitantien te gaan schrijven.
Een oogenblik gevoelde ik, tot mijn
schaamte moet ik dat erkennen, blijd
schap. Als Rowe een paar maal niet
verscheen, dan zou hij al het gewon
nen terrein weer verliezen en het
denkelijk geheel en al moeten opge
ven. Dan was ik alleen meester van
het terrein.
„Ik ga een halfuurtje uit, Bud," riep
ik eenige oogenblik later tot Has
kins.
„Ver van hier?" vroeg hij meteen
scherp onderzoekenden blik.
was ijskoud. In een armoedige kamer
zat Mc. Kay, een groote man met
een dom gezicht wanhopig voor zich
te staren. Toen hij mij zag binnen
komen greep hij een zethaak alsof
hij mij daarmee te lijf wou.
„Ik wil mijnheer Rowe spreken,"
zeide ik.
„Hij ligt boven in zijn bed," brom
de Mc. Kay. „Hij is te ziek om van
daag te vechten
„Niemand wil vechten. Ik kom
kijken of ik iets voor hem doen kan."
„Gij wilt niet met hem vechten?"
„Neen."
„Ook niet met mij
„Geen denken aan."
Mc. Kay was sprakeloos van ver
bazing en wreef zich het hoofd met
de zethaak als wilde hij zoodoende
zijne hersenwerking verbeteren.
Boven op een veldbed lag Rowe
met een heete koorts. Het kostte wat
moeite om hem te overtuigen dat ik
met goede bedoelingen kwam, maar
toen hij dat geloofde beantwoordde
hij mijn stap met de meest onge
dwongen rondborstigheid.
„Je bent een ferme kerel, Warren,"
riep hij uit, mijn hand vattende. „Ik
was een gek
„Evenals ik. Als je weer beter bent,
zullen we vrienden worden."
„Als ik weer beter wordzei
hij moedeloos.
„Komaan," zei ik, „zulk een krachtig
man gaat niet zoo spoedig dood."
„Maar de krant! de krant!" riep
hij uit. „Ik kan niets uitvoeren en
Mc Kay krijgt ze in een week niet
klaar. Bovendien moet er minstens
twee kolom van de redactie zelf zijn
nadat
Hier zweeg hij.
„Nadat het weekblad is versche
nen," vulde ik aan. „Natuurlijk. Laat
zien, hoe kunnen we de zaak schikken?
Ik kan vandaag uw; werk doen en
het mijne van nacht. We komen dan
allebei een dag te laat, maar dat
maakt niet uit."
Ik rende de trap af, om aan Rowes
dankbetuigingen te ontkomen en zag
beneden tot mijn verbazing in hemds
mouwen aan de zetkast staan mijn
bediende Bud Haskins.
„Wel," zei hij, „hoe gaat het met
onzen uitgever van de Spion?"
„Hoe kom gij hier?" vroeg ik.
„Langs denzelfden weg als u. Ik
dacht wel, dat u hierheen kwam."
Hij keerde zich weer naar de letter
kast en begon met Mc Kay om het
hardst te zetten. Ik liep weer naar
boven en riep: „Hoera! „de Spion"
komt klaar, Bud zet driemaal zoo
gauw als ik en veel beter, Nu over
het stuk van de redacte gedacht
„Laat ons daar maar niet over
spreken" zei Rowe wanhopig.
„Maar ik heb een goed idee," riep
ik uit en ging daarop aan de tafel
zitten en schreef een stuk, dat bestemd
was om in het „Weekblad" te worden
geplaatst. Het luidde aldus
gejaagd, want dat ik geen geld heb
om mijne schulden te betalen. Dat
lukkige ontknooping bewerkte, ging
toch het praatje van de vierde in
braak, en nu bij dr
Eea bizonderheid.
De gemeenteraad van Maastricht
laatste is bovendien de zuivere waar- h-^ CZl uV
heid," voegde hij er met een glim-1
voegde hij
lach bij.
,Het is met
jongen. Die arme Bud heeft al in
drie weken geen cent loon
Maar ik moet voortgaan."
Daarop schreef ik vier kolommen
I volgens de Limb, j Koerier
i 'gesproken heeft,
mij ook zoo, beste r
Een gelukkig toeval.
Twee heeren Eras, leden der firma
van denzelfden naam te Tilburg, heb-
vol, twee voor ieder blad. Er was ben door een gelukkig toeval hun leven
voor elk een redactie-artikel over het behouden bij het spoorweg-ongeluk
andere blad, een dozijn ingezonden
stukjes onderteekend „Recht, Een
burger, Een belastingbetaler" en een
tiental satirieke versjes, die evenals
de ingezonden stukken eerlijk wer
den verdeeld. Bud Haskins en Mc.
Kay zetten dat alles in elkander, we
drukten eerst het,,Weekblad" en daar
na „de Spion" af.
Dit alles geschiedde tien jaar ge
leden. Calabash City begint allengs
den omvang aan te nemen van Chi
cago en beweert reeds lang hare
meerdere te zijn in bloei, beschaving
en ontwikkeling. Het „Weekblad" en
„de Spion" bestaan niet meer, ze zijn
opgegaan in het „Dagblad van Cala
bash City," dat den toon aangeeft in
de gansche Btreek.
Rowe en ik zijn zeer rijke lieden
en tot nu toe de beste vrienden ge
bleven.
,En dat zullen we tot onzen dood
toe blijven," pleegt Rowe te zeggen,
wanneer wij over de vervlogen dagen
preken van wederkeerige armoede en
schetterend krakeel. „Hoe kunnen wij
iets anders zijn dan vrienden, na al
het kwaad dat wij van elkander heb'
ben gezegd. Hë, ouwe falsaris?"
„Nooit anders dan vrienden, ouwe
bedelaar?" antwoord ik dan.
Naar het engelsch.
Een merkwaardige brief.
In het Maandbericht over Februari
van de jongelingsvereeniging „Excel
sior" te Amsterdam lezen wij het
volgende.
„Minder om de belangrijkheid dan
wel curiositeitshalve laten wij hier
onder de vertaling volgen van een
brief, dien wij ontvingen uit Hasel
bij Kamnitz, waaruit blijkt dat som
migen in den vreemde al een zonder
ling begrip van den arbeid in een
jongelingsvereeniging bezitten. Ont-
te Compiègne. Zij bevonden zich nl. iving de „Y.M.C.A." Excelsior niet
in eene le klasse-coupé van den trein,1 lang geleden een verzoek uit Wales
U~:1-::lom .prijsopgaaf van varkensblazen,
thans wordt „den Löblichen Jüng-
lingsverein ersucht" zoo mogelijk^een
handel in kanarievogels te beginnen.
Een groote Schande.
Ons onbeschoft en door ieder ge
minacht weekblad „de Spion" is een
schandvlek voor het amerikaansche
journalisme, een vod met den titel
van courant, een klad opdeschoone
stad die wij bewonen. Toch gaat het
voort, zijn teringachtig bestaan voort
te slepen in en door den modder
van zijn eigen geschrijf. Het is enz.
enz.
„Dat is een krachtig artikel, War
ren," zeide Rowe kalm.
„Niet waar Maar wat zeg je van
dit?
Vreeselij ke Teleurstelling
Wij hadden gedacht, dat de diepste
diepten van leugen, laster, bedrog en
doch even vóór het onheil waren zij
in eene coupé 2e kl. overgestapt, die
niet door den aankomenden snel
trein werd gegrepen. Later vond men
in den door hen verlaten wagen het
vreeselijk verminkte lijk van eenen
heer.
De drie Hollanderinnen.
Onze jonge landgenooten, aldus
schrijft men uit Berlijn, de dames
Jeannette de Jong, Anna Corver en,~
Marie Snijders hebben in die mate wordt,
Hasel, 1 Jan. 1893.
Geachte Heeren 1
Daar zich een handwerksgezel uit
Holland bij mij bevindt, zoo kwam
het gesprek op kanarievogels. Deze
mensch verklaarde mij, dat in uw
koninkrijk de kanarievogels vrij in
het wild vliegen en in de omgeving
gevangen wordendat een pas gevan
gene voor 20 pfennig verkocht op slag
een die (abgerichtet)
Goeverneur van Suriname.
Ofschoon het nog onzeker is of de
goeverneur van Suriname blijft vol
houden bij zijn aanvrage om ontslag,
wordt nu reeds te 's Gravenhage als
zijn opvolger genoemd de goeverne-
ments-secretaris in die kolonie mr.
W. Tonckens JLz., het vorig jaar
van verlof naar West-Indië terugge
keerd.
het van muziek verwende Berlijnsche
publiek, voor zich gewonnen, dat zij
zeker kunnen zijn van volle zalen,
als zij optreden. Dit bleek Woens
dagavond opnieuw. Zij gaven er haar
tweede concert, en de zaal der Sing-
akademie was zeer vol. De drie Hol-
landsche zangeressen hadden weder
grooten bijval. Zij zongen trios van
Cherubini, Reinecke, H. Hofman,
Cath. van Rennesliederen van Men
delssohn, Schumann, Brahms en
Hill er. Evenals vroeger barstte het
publiek in levendig gejuich uit na
de voordracht van het innig mooi
volksliedje van Brahms Da unter im
Thale laufts Wasser so trüb, dat nog
maals werd gezongen. Trouwens na
elke solo-voordracht werd door het
Neerbosch.
Naar wij vernemen schrijft de Amst.
is de prijs van de brochure, waarin
het rapport der commissie over Neer
bosch zal verschijnen, zoo hoog ge
steld, en wordt tot dusverre het stil
zwijgen over den inhoud van het
rapport bewaard, om door den ver
koop de onkosten, die de commissie
gehad heeft, goed te maken. Deze
onkosten moeten voor verscheidene
leden nog al aanzienlijk zijn. Wel had
de heer Van }t Lindenhout aange
boden die onkosten voor zijn rekening
te nemen, maar natuurlijk had de
commissie dat aanbod afgeslagen.
In dit opzicht komt dus de com
missie in dezelfde omstandigheden te
verkeeren als de heer Van Deth die
ook uit den verkoop van brochures
en het houden van lezingen zijn vele
onkosten tracht goed te maken. Men
zal dit deze dus evenmin als genen
kunnen kwalijk nemenja zelfs nog
veel minder, daar v. Deth iemand is
zonder middel van bestaan, en de
commissieleden, onder welke, jammer
genoeg, niemand uit den vierden
stand werd opgenomen, onderling,
bijv. met proportioneele bijdragen van
het benoodigde, die rekening wel
hadden kunnen vereffenen.
is voor 2 Mark. Verder doen deze vogels
luide, hooge tonen hooren en dragen
den naam van Hollandsche vogels,
zooals mij deze mensch uit Holland
verklaarde. Ik verzoek den „Löblichen
Jünglingsverein" mij wel te willen
antwoorden aangaande deze vogels,
of het zoo in waarheid is, in welk
geval ik groote zaken met de Jonge
lingsvereeniging wil doen. Schrijf mij
dus den prijs van een „gelernter" en
een „ungelernter" die pas gevangen is.
„Hochachtungsvoll"
(get.) Eduard K.
Mr. Kleedermaker.
Het graf van Vailiant.
Het graf van Vaillant blijft sedert
zijne terechtstelling voordurend ten
publiek op onstuimige wijze een toe- 'j doel staan aan allerlei betuigingen
gift gevraagd en door de zangeressen van deelneming. Dagelijks;vindt men
zeer bereidwillig gegeven. Onze land
genooten hebben inderdaad een voor
beeldeloos succes in de duitsche
hoofdstad.
Aanstaande week geven zij in en
kele steden van ons land concerten,
om daarna te Weenen op te treden
Corps en Bond
Bekend is het dat er een veete
bestond tussehen de leden van het
Amsterdamsch studentencorps en van
den Studentenbond. In denj nacht
van 4 op 5 Maart |1893 trok eèn
troepje opgewonden studenten, leden
van het corps, naar de Bonds-Socië-
teit „Salve" op den Vijgendam, ver
brijzelde daar eenige glasruiten, het-,
geen werd beantwoord door het naar
beneden werpen van water en ledige!
er verscheidene bóuquetten roode bloe
men op, alsmede biljetten, die aan
kondigen, dat zijn dood eerlang ge
wroken zal worden. Er wordt even
wel op het kerkhof nauwlettend wacht
gehouden en de agenten van politie
verwijderen alle bloemen en bilj dten,
die door hen gevonden worden.
Bezoek van den Duitschen
keizer aan Bismarck
De keizer zal op 20 Februari op
reis naar Wilhelmshaven prins Bis
marck op Friedrichsruhe een bezoek
brengen.
Onlusten
Onder de arbeiders der grootste
ijzergieterijen in het Ural, het eigen
dom van de familie der graven De-
midoff, zijn onlusten uitgebroken,
hetzij over het loon, hetzij over het
üessehen. NamenB het Corps werden I betalen der belastingen. Een compag-
door den Senaat tegenover den Bond i me.8oldaten ™jd dooJ de leiders
officieele excuses gemaakt, doch dezef,slaSen' soodat uit Perim een ba-
verontschuldigingen werden door den i talJ°" aa°™kte Er zij n vele dooden
Bond niet aanvaard en er werd op gevalleQ aan heiderden,
eene gerechtelijke behandeling der
zaak aangedrongen wegens „zaakbe
schadiging".
Op
Onder de sneeuw.
14 Januari vertrok een post-
Een loos alarm.
Eenige inbraken te Schiedam ge-
pleegd, hebben daar nog al onrust
verraad reeds sinds lang waren be-j veroorzaakt, Gewoonlijk loste dieon-
reikt door het pamflet, door het rust zich op in eene inspectie over
schandelijk libel, dat zich weekblad;de sluitingen; soms bracht zij het
noemt, maar helaas wij hebben ons
vergist. Dit schandelijk, maar terecht
veracht product van menschelijk ve
nijn.
Ik kon niet verder lezen, want Rowe
viel mij in de rede terwijl hij vol
verbazing uitriep
„Wil je dat in „de Spion" zetten
Je zelf aldus uitschelden?"
„Natuurlijk. Op een woest artikel
als het mijne moet eene nog woester
van „de Spion" volgen.
„Maar dat zelf te schrijven...."
„Wie moet het anders? Ik ben
hier immers voor de redactie.Wat ik
wil zeggennoem je mij gewoonlijk
een leugenaar of een domkop?"
hooger tot eene opdracht aan den
slotenmakkergelukkig maar eens
nog steeg zij zoo hoog, als uit het
volgende verhaal blijkt.
Terwijl dr. en echtgenoote
's avonds op bezoek waren, wordt er
gebeld. Het kind slaapt boven, de
dienstbode is feitelijk alleen thuis
toch opent zij de deur. Een onbeken
de dringt binnen, reikt een fleschje
over, om dat aan den dokter te over
handigen en vraagt of de dokter
thuis is.
Dat klinkt verdacht in de ooren
van de dienstmaagd. Ja, de dokter
is thuis, liegt zij vastberaden, en roe--
pendedokter, doktersnelt zij
Ter terechtzitting der Vierde Kamer I wagen met driepaarden bespannen
te Amsterdam, van Donderdag werd j van een station in het Russische goe-
deze zaak, die door een aantal leden i vernement Saratoff. Den volgenden
en oud-leden van het Amsterdam-dag was het rijtuig nog niet ter be
stemder plaats aangekomen. Te ver
geefs ging men uit om den koetsier te
zoeken. Den derden dag eindelijk
stuitte een uitgezonden gendarme op
een vrij hoogen sneeuwberg van
sche Studentencorps werd bijgewoond,
tegen twee leden van dat Corps, be
klaagd wegens zaakbeschadiging, be
handeld.
Drie getuigen werden gehoord,
waaronder de voormalige kasteleinvreemden vorm. Men groef de sneeuw
der sociëteit „Salve". Het getuigen- j af en daaronder vond men den koet-
verhoor leverde het verhaal der bo- sier opï den bok van de verloren
venstaande feiten. koets. Hij was door een sneeuwstorm
Het O. M., vertegenwoordigd door overvallen, had den weg verloren en
mr. Regout, vorderde tegen de be- zich genoodzaakt gezien stil te houden;
klaagden een boete van f5.terwijl j toen was hij in slaap gevallen, allengs
nar. Westendorp, als pleiter voor de onder de sneeuw bedolven geraakt en
beklaagden optredende, de rechtbank
tot een minder hard vonnis trachtte
te stemmen en den loop der onder
handelingen, omtrent het al of niet
schikken der zaak beschreef. Uit
spraak over 8 dagen.
Rowe, zoo ziek als hij was, begon;langs eenen zijuitgang de straat op,
te lachen en antwoordde zwak: „Ik brengt daar een beetje opschudding
zou maar met leugenaar beginnen, en keert weldra terug met eenen
de domkop komt later wel te pas. dienaar van de H. Hermandad, die
Als het je niet schelen kan, zou je den boosdoener bij den kraag vat,
er ook iets kunnen bijvoegen van je terwijl deze met zijn fleschje
gelijkenis op een aap!" jrustig in de vestibule was blijven
„Uitstekend. Ik zal zeggen, dat hetwachten tot het den dokter zou con-
eenige waarin ik niet op een aap venieeren hem aan te hooren
lijk, mijn onbekwaamheid is voor Hoewel de politieman, de zaak
allen arbeid. Dat zullen je lezers mooi meer kalm opnemende, ras eene ge-bizonder
VISSCHERIJ.
IJmuiden. Van 3 tot 9 Februari
kwamen van de beugvisscherij bin
nen 15 sloepen met 200 tot 1400
schelvisch, alsmede bijna elke sloep
eene kleine hoeveelheid kabeljauw.
De prijzen van schelvisch waren
Zaterdag 3 Febr. f70.tot f72.
per groot honderd, Maandag 5 Febr.
f 55.tot f 68,50 per groot honderd,
Dinsdag, Woensdag en Donderdag
f53.tot f67.Vrijdag 9 Febr.
van f54.tot f70.Kabeljauw le
vend van f4.50 tot f7.doode van
fl.50 tot f3.25 per stuk.
Van de trawlvisscherij 24 loggers
met besommingen van f275.tot
f570.benevens 25 bommen.
De prijzen voor trawlvisch waren
drie dagen bedolven gebleven. Hij
werd nog levend er uit gehaald, maar
met bevroren handen en voeten, zoo
dat zijn toestand zeer bedenkelijk is.
Een van de paarden was gestorven,
maar de twee anderen zijn weder
frisch en gezond. Zoo althans verhaalt
een blad van Saratoff.
Een rijke grondbezitter had zijn
prachtigen bloementuin voor het pu
bliek ter bezichtiging gesteld en de
zeldzame planten en bloemen lokten
veel bezoekers. De tuinman, die de
bezoekers had rond te leiden, wees
hen met voldoening prachtige ge
schakeerde violen en andere botani
sche fraaiigheden. Natuurlijk was de
man den eenen dag beter geluimd dan
den anderen en gebeurde het wel eens
dat hij een zeldzaam exemplaar van
palm of zoo voorbijliep zonder er
iets wetenswaardigs van te vertellen.
Maar onveranderlijk wees hij steeds
met grooten nadruk op eenige bloemp
jes, die vlak bij den uitgang groeiden