NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Zaterdag 24 Februari 1894. No. 3266 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: Het Rapport Commissie van Onderzoek j Ie Jaargang HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,(55. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat 14:, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en cour antiera. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JO-HN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre: Bij dit Nummer is gevoegd het Gemeenteraadsver slag van 21 Fébr. Het Bijvoegsel van Tiet blad dat Zaterdagavond verschijnt, zal bevatten Een engagement. JRaarl. Halletjes CXCI. Binnen- en Buitenland- sclie berichten. Varia. Adverten- tïèn enz. van de in zake de Vervolg. Of werkelijk de to:stand zoo gun stig is in deze kolonie van 1000 kin deren van allerlei leeltijd, zouintus- schen eerst een grondig onderzoek aan het licht kunnen brengen- Waarschijnlijk is het niet dat er gedurende het dertig-jarig bestaan der inrichting nooit onderwijzers of be ambten werkzaam zijn geweest, die onzedelijkheid met de kinderen heb ben gepleegd of willen plegen. Een feit van dien aard trouwens elf jaren geleden is bekend. Het betrof een onderwijzer, die naar ons oordeel, uit de inrichting verwijderd had ^moeten worden, omdat de direc teur van het feit niet onkundig bleef. In dit opzicht eischt het belang der weezenbevolking groote gestreng heid, en toegeeflijkheid of meewarig heid van den kant der directie vin den wij hier zeer misplaatst. De directeur, wordt de talrijkheid van het personeel in aanmerking ge nomen, op onderwijs-gebied op be vredigende wijze bijgestaan. Het onderwijzend personeel moet evenwel uitgebreid worden. Het ambachts-onderwijs in sommige vakken komt de comm. voor vrij goed te zijnwerklieden van den eersten rang zullen niet worden afgeleverd. In andere vakfcen is de opleiding bij onvoldoende hulpmiddelen gebrekkig, en de vraag is bij ons gerezen, of zonder zeer aanzienlijke kosten, in de gebreken wel voorzien kan wor den. De jongens schijnen overigens spoedig plaatsing te vinden bij die, voor zoover bekend, met door de leerlingen verkregen vak niet ontevreden zijn. De opleiding der meisjes is volgens enkele getuigen voor verbetering vat baar. Zij wordt wat eenzijdig opgevat. Het is dnnkt ons juist gezien, om de vrouwelijke bevolking bij voorkeur voor dienstbetrekking in fatsoenlijke gezinnen te bestemmen, maar op die bestemming wordt bij de opleiding niet altijd genoeg het oog jgevestigd. Bij hare indiensttreding hebben de meisjes soms nog veel te leeren wat in de inrichting onderwezen had kunnen en moeten worden. De meeste weeshuizen laten zich aan de vorming van meisjes tot goede dienstboden meer gelegen liggen. De kundigheden van stoppen, mazen, handteekenen, strijken, schoonmaken enz., behooren meer in ieder meisje vereenigd te wordentot dusver schenen de weezen niet allen even geregeld met die huishoudelijke bezigheden kennis te maken. Zonderling is de gewoonte, om de meisjes die in een dienst geplaatst worden, in den regel eerst op het allerlaatste oogenblik bekend te ma ken met den naam van de plaats en van het gezin, waarheen zij worden gezonden. Geheel onverklaarbaar zou zij wezen, indien niet de directeur had medegedeeld, dat de ervaring tot groote omzichtigheid dringt, omdat familieleden, bijtijds van de plannen onderricht, dikwijls op den uitzet de hand weten te leggen. De nadeelen van het gestichtsleven worden ver groot, indien de verhouding tusschen directrice en verpleegden niet van dien aard is, dat, behoudens noodza kelijke uitzonderingen, vertrouwelijke mededeeling van wat de naaste toe komst een verpleegde brengen zal, een van zelf sprekende zaak is. Het onderwijs wordt afgewisseld door uitspanning van allerlei aard. Goede kinderlectuur door de boeken uit de bibliotheek, lezingen diegroo- tere jongens onder elkander organi- seeren dam, domino en andere spelen binnenshuis, verscheidenheid van jon gens- en meisjesspelen buitenshuis, wandelingen in de omstreken, ver schaffen aan de weezen verpoozingen en afleiding genoeg. Voor ontwikke ling door gymnastische oefeningen wordt daarentegen weinig gedaan. De gewone straffen, die in Neer bosch worden ondergaan, zijnhet dragen van daagsche kleederen op Zondag, het blijven staan bij de mid dagmalen, het thuisblijven oi het zich niet vertoonen op de speelplaats, het verbeuren van weekgeld, het ont vangen van eenige slagen met een stuk touw of met een stok. Het ver beuren van weekgeld, verzekerde een oud-wees, maakt veel indruk, meer indruk dan een paar slagen met een liniaal. Bij vergrijpen, als diefstal en ge heime samenkomsten tusschen jon gens en meisjes, komen zware straf fen voor. De jongens krijgen in te genwoordigheid van de bevolking soms een flink pak slaag; van de meisjes wordt wel eens het haar af geknipt. Volgens zeggen van den directeur zijn strafoefeningen van ernstigen aard aan jongens slechts vier of vijf maal sinds de stichting der vereeni- ging wegens diefstal voltrokkende Commissie heeft den indruk dat dit cijfer in werkelijkheid hooger is ge weest. Uit een onderzoek door een der leden van de commissie, niet tot onze sub-commissie behoorende, onder de jongens te Neerbosch ingesteld, bleek dat tien verpleegden, die ondervraagd waren, respectievelijk2 maal in 1 jaar, 1 maal in 3 jaar, 1 maal in 3 jaar, 2 maal in 3 jaar, 2 maal in 4 jaar, 1 maal in 3% jaar, 2 maal in 6 jaar, 3 maal in 4 jaar, 5 maal in 7 jaar, 5 maal {in 10 jaar, tot 12 of 15 stokslagen ontvangen hadden van verschillende beambten. Wij zouden geneigd zijn aan te nemen, dat de 4 of 5 door den directeur hierboven bedoelde strafoefeningen rechtstreeks onder zijn toezicht of door hemzel- ven in het openbaar hebben plaats gegrepen, maar dat daarnaast meni ge lichaamsstraf is uitgedeeld buiten zijne voorkennis. Na deze evereen- stemmende verklaringen van zooveel getuigen, sttat het vast dat door per sonen, met het toezicht belast, vaak zonder machtiging, op eigen gezag, de stok ter hand is genomen. Een der oud-weezen, thans landbouwer, die met de verpleging verklaarde ingenomen te zijn, meer in het bij zonder ook voeding en ligging roemde, maakte in zijn eenvoudige taa! toch aanmerking op de handelwijze van sommige beambten en schreef„Een van de oppassers beult de weezen, dat is. en dan nog een En zoo iets moest Mijnheer "Van 't Lin- denhout niet toelaten. Voorts verklaarde een getuige 45 slagen te hebben gehad, die hem nog den volgenden dag het zitten onmo gelijk maakten, een ander dat hem 60 slagen met een bullepees waren toegediend. Het is mogelijk, volgens het zeggen van een der getuigen zelfs waarschijnlijk, dat een ernstige straf ten volle verdiend was. En mogelijk is het ook door den direeteuren een der beambten werd met beslist heid ontkend, dat ooit 45 slagen door wien dan ook zonden zijn toegediend dat er overdrij ving is in die mededeelingen. Door de zuster van een anderen jongen, die gestraft was, werd be weerd, dat hij 56 slagen had ont vangen, terwijl zijn makker, die even als de zuster tegenwoordig was ge weest, niet meer dan 14 slagen had geteld. Van overdrijving waren zeer zeker de verklaringen van andere tretuigen, die wij aan een nader on derzoek konden onderwerpen, niet vrij te pleiten. Wij willen twee voor beelden aanhalen. Iemand die op de slaapzalen toe zicht moest houden, schreef ons dat dtt zeer gebrekkig was geregeld, en dat zelfs een der surveilleerenden, 's nachts op een jongen driftig ge worden, dezen met een lat een arm stuk had geslagen. Een ooggetuige, hieromtrent ondervraagd, ontkende niet dat de slag was toegebracht, maar hij liet er op volgen„Nooit is eenig gipsverband om dien arm gelegd, of iets dergelijks dat aan een gebroken arm zon doen denken. Ik zag den jongen dagelijks aan tafel, dus ik kan het weten. Eene opzwel- liug heeft zich voorgedaan, maar die was na twee dagen geheel verdwe nen, en nooit heeft de jongen er eenigen last van gehad." Door een ander kwam het bericht tot ons, dat zekere jongen na zijn vertrek nit Neerbosch, toevallig door een geneesheer onderzocht, de sporen vertoonde van] geeseling, althans de doctor verzekerde, dat de striemen die op zijn lichaam zichtbaar waren, aan geen andere oorzaak konden wor den toegeschreven. Hierop werd door ons de geneesheer geraadpleegd, en van hem mochten wij de mededee ling ontvangen, dat hij zich van het geval niets herinnerde. Bij nader on derzoek bleek, dat de bedoelde ver pleegde niet een jongen was, maar eene van twee zusters, die, door haar voogd ter verpleging naar Neerbosch gezonden, van daar teruggekomen waren met onreine voeten, hetgeen de voogd aanleiding gaf de meisjes terug te nemen. Van mishandeling was echter nooit sprake geweest. Van ernstigen aard was de grief van eene vrouw, wier driejarig kind, om van eene nachtelijke kwaal ge nezen te worden, uitgekleed en zelfs in den winter met koud waterover- goten werd, hetgeen eene duurzame verzwakking ten gevolge zou hebben gehad. Volgens mededeeling van een getuige, eene mededeeling die bij an deren bevestiging vond, wordt eene verscheidenheid van middelen toe gepast om de genezing te bevorderen, o. a. ook door opwekking van het schaamtegevoel bij de patiënten. ^Be- gietingen van het geheele lichaam met koud water, ook in den winter, hadden volgens haar niet 's nachts, maar den volgenden dag plaats. De helpster die het driejarig kind van bedoelde vrouw had verpleegd, ver klaarde aanstonds dat eene koudwa- terbehandeling was toegepast, maar geenszins zoo ruw als door de moe der beschreven. Tot versterking van het lichaam eenerzijds en als waar schuwing anderzijds was het kind plaatselijk begoten; bij andere kin deren werd ook de rug aldus behan deld. De helpster voegde hieraan toe, dat steeds overleg met den genees heer werd gepleegd, maar deze ver klaring is in net algemeen voor ons niet zeer aannemelijk na de klachten van den geneesheer zeiven over de gebrekkige medewerking die hij on dervonden heeft. Het geval van diefstal met inbraak, gepleegd door een viertal jongens, die zich vermoedelijk in den vroegen ochtend heimelijk van de slaapzaal verwijderd hadden, om appelen, pe kel vleesch, enz. te stelen, heeft inder daad ettelijke jaien geleden aanleiding gegeven toe een strafoefening in het oude kerkgebouw, gelijk in de bro chure verzekerd werd. De dieven werden bijna op heeterdaad betrapt. Het kerkgebouw werd voor de gele genheid niet bepaald uitgekozen, maar bij de ontdekking waren de weezen er voor den ochtenddienst vergaderd, en de directeur kwam juist aan. Daarop werd aan ieder der delinquenten met een rotting een pak slaag toegediend, terwijl vier andere jongens hen aan armen en beenen vasthielden. Dat later weder straf in de kerk is uitgedeeld, is ons niet gebleken. Ontkend kon evenmin worden, dat Stapertsma en zijne makkers eene flinke tuchtiging hebben ondergaan, al schijnen de jongens niet vooraf op de schaafbank te zijn vastgebonden, maar vastgehouden. Een hunner achtte zich echter verplicht te ver zekeren, dat hij, thans zooveel onder geworden, wel moest toegeven, dat de staf ten volle verdiend was. Betreurenswaardig is zonder twijfel de straf toegediend in een vlaag van drift door een onderwijzer, die een meisje een slag op het hoofd heeft gegeven. Feiten van dien aard hebben zich voorgedaan. Maar men bedenke wel, dat die over een reeks van jaren zijn verdeeld, en dat bijv. de hier bedoel de onderwijzer zich geenszins heeft doen kennen als een man die gaar ne straft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1