Rechtszaken.
Beleediging
Koloniën.
Politiek Overzicht.
Gemengd Nieuws.
Wetgevende Maclit.
Burgerlijke Staud.
Aangeboden betrekkingen In Nederland.
In de jongste „onaangename" ge
beurtenissen bij het regiment grena
diers en jagers vonden een drietal
jongelieden, G. Z. en A. Z.,voorsnij
ders, en W. C. te H. stoffeerder te
's-Gravenhage, aanleiding om, in den
nacht van 31 Dec. op 1 Jan. j. 1.,
drie militairen van bovengenoemd
korps in het openbaar, in de bpui-
straat en in de Passage zeer ernstige
beleedigingen, op die gebeurtenissen
betrekking hebbende, toe te voegen,
terwiil een der militairen bovendien
nog door G. Z. werd geslagen met
eenen wandelstok, zoodat hij m het
hospitaal moest worden opgenomen.
De militairen dienden eene klacht
in over de beleediging hun aange
daan, en dientengevolge hadden zich
de drie hierboven aangeduide per
sonen voor de rechtbank te 'sGraven-
hage te verantwoorden.
De beklaagden beweerden dat de
militairen zelf aanleiding hadden ge
geven tot het gebruiken van de geïn
crimineerde woorden. Door de mili
tairen werd dit echter ontkend, en
die ontkentenis werd door verschil
lende burgers, die hunne verontwaar
diging uitspraken over de beleediging
den militairen aangedaan, bevestigd.
Subst.-officier van justitie mr. Pleyte
wees op de schandelijke beleediging
waaraan de drie militairen hadden
blootgestaan beleedigingen die met
alleen de drie militairen maar het
geheele regiment troffen. Met het oog
hierop achtte het O. M. bet noodig
eene zware straf te eischen. Het vor
derde voor G. Z. 4 en voor A. Z. en
W. C. te H., ieder 3 maanden.
De verdedigei mr. Van Rhede van
der Kloot concludeerde tot vrijspraak
wat de mishandeling betreft.
Uitspraak over 8 dagen.
Een 'der militairen, voor de recht
bank als getuige gehoord, werd tij
dens zijn verhoor door een zenuwtoe
val getroffen.
Hij viel voorover met |het üootd
op een tafeltje, zonder zich te kwet-
sen, hoewel door de hevigheid van
den val een stuk van het tafelblad
afbrak.
Het voorval bracht groote sensatie
teweeg.
De politieke toestaudin Atjeh
Bonjour schrijft aan Soer. Ct.
De eerlijkheid gebiedt me te erken
nen, dat de politieke horizon te At
jeh zich in het nieuwe jaar vrij hel
der laat aanzien.
Sinds de laatste weken heerscht,
behalve te Anagaloeng, overal een
rustige rustzelfs te Kroengkali be
wegen zich de patrouilles ongestoord
tot diep in het gebergte, en door
kruisen groote terreinstrooken, zon
der gemoeid te worden.
De vraag is het echter, of deze
toestand van blijvendenduur zaï zijn,
en de boodschap blijft, goed wakker
i blijven, zelfs wakkerder dan toen het
kanongebulder belette in slaap te
vallen.
Wij hopen intusschen het beste
niet voor de Atjeh-correspondenten
natuurlijk, want die beleven thans
I een waren komkommertijd maar
voor de politiek, en wenschen van
ganscher harte, dat de Atjeh-oorlog
met de herovering van Anagaloeng,
als geëindigd mag beschouwd wor-
den- -i -i
Bij gebrek aan nieuws, wil ik Yoor
heden een enkelen terugblik werpen
op het zoo pas verstreken jaar.
De korte kroniek over dat jaar in
den Regeerings-almanak, zou, wat
Atjeh betreft, gevoeglijk aldus kunnen
luiden
In het jaar 1893 beleefden wij te
Atjeh een toestand als „noch nicht
dagewesen".
„Wij traden in bondgenootschap
met eenige Atjehsche grooten en lie-
jten hun den kamp uitstrijden en
thet pleit beslechten. Dit viel tenon-
'zen voordeele uit."
Ik acht mij intusschen verplicht
een paar woorden van nabetrachting
op dergelijke voorstelling der feiten
te leveren.
Ware het behaalde succes verkre-
igen ten koste van veel en wezenlijke
Iinspanning van de zijde onzer bond-
jgenooten, hadde het hun werkelijke
cijfers gekost behalve onze ringits
dan zouden wij thans op een heel
wat hechter basis staan, daarop kun-
pen bouwen en vertrouwen zelfs mis
schien.
Alsdan konden wij de overtuiging
(hebben dat er inderdaad twee mach
tige partijen bestonden, die on elkaar
verbitterd waren, waarvan de eene
steun had gezocht bij de compagnie
en zich bij haar aangesloten, om in
vereeniging met deze, de andere par
tij te bevechten en te onderwerpen.
De indruk, dien we nu moesten
ziende wat wij zagen, en
wel moesten zien, is evenwel een ge
andere.
Zoowel het optreden van onzen
Panglima Prang besar als de houding
Tan de tegenpartij, waien in ieders
oog, die niet ziende blind wilde we-
zen, minstens zeer zonderling.
Nauwelijks stelde de seerste zijne
troepen in beweging om ze den orang
djahats tegemoet te voeren of de laat-
sten ruimden hunne prachtigste en
meest onneembare stellingen.
Overal gold voor den grooten.Pang
lima te triomfkreetveni, vidi, vici
Wel is waar, is er op sommige
punten hevig geschoten, ja, vielen er
gewonden en soms zelfs wel een en
kele doode, maar deze verhezen waren
zoo on beduidend,zoo allerbelachelijkst
klein, dat daardoor voorzeker de over
tuiging van comediespel en onderlin
ge afspraak niet kon worden te met
gedaan. Integendeel, gegeven de posi-
tiën van den vijand.
Zeker is het, dat wij, met een veel
sterkere macht, .betere bewapening en
oneindig ruimer hulpmiddelen in
geen iaar dat hadden tot stand kun
nen brengen, wat Toekoe Djoluin met
een saamgeraapte bende, in korten
tijd wist te verkrijgen adres Kroeng
Kali, 20 Oct. '93.
En toch mankeerde het den vijand
noch aan manschappen noch aan
wapens, en waren zijne bendehoot-
den dapper, ondernemend en be-
k^Wii kunnen intusschen constatee-
ren, dat Toekoe Djohan getoond
heeft een man van grooten invloed
te zijn. Hij is ongetwijfeld een macn-
tig bondgenoot, maar kan
geduchte vijand worden. Zal hij 1.
Djohan blijven, of nog eenmaal op
nieuw voor ons de beruchte Toekoe
Oemar wordenwie zal het zeg-
gen?
Maandag maakte de duitsche Rijks
dag een aanvang met de algemeene
beraadslagingen over het Duitscn-
Russische handelstractaat. De meeste
afgevaardigden waren tegenwoordig
en ook de publieke tribunes waren
meer dan vol belangstellenden.
De heer Von Mirbach (conservatie!
lichtte namens de conservatieve partij
de houding dezer partij ten opzichte
van het tractaat toe. De conservatie-
ven konden zich niet met het
taat vereenigen, omdat daardoor de
landbouw meer werd benadeeld, dan
de industrie er door werd bevoordeeld.
De minister van Buitenlandsche
Zaken, Von Marschall, verdedigde het
tractaat tegen de bewering, dat de
landbouw daardoor zou worden be
nadeeld. Alles, wat met mogelijkheid
te verkrijgen was, werd verkregen.
Het Duitsch-Russische tractaat is een
merkwaardig feit in de geschiedenis
der europeesche politiek en kan be
schouwd worden als de bezegeling
van de handelsstaatkundewelke
Duitschland tot dusver heeft gevolgd.
„De beweging der agrariërs tegen
het tractaat," zeide de minister, „duidt
aan, dat ons sociaal leven nog met
gezond is en zal de regeering aanspo
ren tot dubbele waakzaamheid, om
ook voor de belangen van den land
bouw zorg te dragen. Evenwel zouden
de belangen des lands benadeeld wor-
den, indien de regeering, wat het trac
taat met Rusland betreft, toegaf.
Na den heer Von Marschall voerde
graaf Moltke het woord om namens
de vrij-conservatieven het tractaat te
bestrijden en na dezen afgevaardigde
hield de heer Rickert (vrijzinnige ver
eeniging) eene redevoering waarin hij
op de aanneming van het tractaat
aandrong.
Heden zijn de beraadslagingen voort-
In de Fransche Kamer is Maandag
gestemd over de geldigheid van Wu-
ion's verkiezing tot afgevaardigde.
Met 465 tegen 2 stemmen is deze
voor ongeldig verklaard. Deze zitting
kenmerkte zich door groot rumoer.
De socialist Basly wilde eene ver
klaring voorlezen van de socialisti
sche partij betreffende deze verkie
zing in verband met het Panama
schandaal. Toen de voorzittel hem
dit weigerde, werd er zulk een ru
moer gemaakt door de uiterste lin
kerzijde, dat de zitting gedurende
een kwartier moest worden geschorst.
Grévy's bekende schoonzoon Wilson
zat voor de stemming alleen op een
bank der eerste rij, daar geen der
afgevaardigden naa-st hem wilde plaats
nemen.
Het Engelsche Lagerhuis behan
delde Maandag de amendementen,
welke door het Hoogerhuis op de
wet op de gemeenteraden zijn ge
maakt. Verschillende van deze amen
dementen werden verworpen, maar
die betreffende de verkrijging van
grondbezit werden aangenomen. De
amendementen omtrent het beheer
van schenkingen vuor liefdadige in
stellingen werden verworpen, maar
een besluit om in deze aangelegen
heid tot een vergelijk te komen,
werd aangenomen.
Aan de Standard wordt uit Madrid
geseind, dat bij de onderhandeling
tusschen den sultan van Marokko en
den maarschalk Campos, deze ge
tracht heeft met den sultan de on
derhandeling te heropenen. De sul
tan verklaarde echter dat hij niet in
staat was, meer schadevergoeding te
betalen dan een millioen dollars. Ook
weigerde de sultan, de opbrengst der
douanekantoren ten waarborg te stel
len. Campos verklaarde daarop, dat
Spanje minstens drie millioen dol
lars contant moet ontvangen, en dat
hij, de maarschalk, naar zijn land
zou terugkeeren, indien met primo
Maart Spanje's eischen niet alle wa
ren ingewilligd. Hij en de Spaansche
regeering hopen intusschen dat de
sultan nog zal toegeven, wanneer
hem blijkt, dat hij niet op den steun
van de Europeesche mogendheden
heeft te rekenen. De Liberal verze
kert, dat de sultan aanbiedt, eenen
afstand van grondgebied te doen, in
dien Spanje zich overigens met de
betaling van een millioen dollars
wil tevreden stellen.
De Fransche regeering heeft een
telegram ontvangen van den gcever-
neur van Soedan, waarin wordt ge
meld, dat kapitein Jaffre met zijne
expeditie te Tomboctoe is aangeko
men. De goeverneur voegt er bij,
dat de toestand in deze stad niet de
minste reden tot ongerustheid geeft.
Prins Albert.
In het Volksbelang van Gent vinden
wij het volgende aardige stukje.
Verleden Zondag maakte de stad
Gent voor het eerst kennis met den
toekomstigen koning van België.
Het weder was helder, de zon
schitterde in de koude lucht en de
geheele bevolking was op de been om
den jongen prins te ontvangen.
Aan de spoorwegstatie zag men hem
uit den trein stappen en de toejui
chingen braken los.
Die blonde opgeschoten jongeling,
een slanke reus, hooger van gestalte
dan de grootste overheden die voor
hem bogen, maakte dadelijk eenen
goeden indruk. In zijn open rijtuig
ondanks de bijtende koude gezeten,
werd hij in de straten doordesaam-
gedrongene menigte met eene warmte
en eene sympathie begroet, die in
het doorgaans koele Gent zelden
aan onze koningen is te beurt ge
vallen.
En toen hij de ruime eivolle con
certzaal van den Casinowaar dui
zenden uit het puik der Gentsche
burgerij op hem wachtten, binnentrad,
was de geestdrift algemeen. Vooral
het hart der dames had de flinke
rijzige luitenant der grenadiers, met
zijn groot lint der Leopoldsorde over
de borst, gestolen.
Bedeesd en ernstig groette en
knikte prins Albert in het ronde en,
door {den goeverneur voorafgegaan,
nam hij al de overheden in wapen
schouw, meest zwijgend en nijgend,
hier en daar een woordje sprekend,
als iemand die met zijne officieele
rol zeer verlegen is, maar die rol zeer
welgemeend opneemt.
Er was iets raadselachtigs in het
overigs sympathiek optreden van prins
Albert.
Zijne lange gestalte stak boven alle
omstanders uit en zijne ernstige on
beweeglijke gelaatsuitdrukking had
iets ondoordringbaars als de toekomst
zelve, die hij voor het vaderland ver
tegenwoordigt.
Velen dachten bij zichzelven, dat
die schuchtere slanke jongeling de
laatste man van zijn geslacht is, de
laatste hoop van het koninklijk stam
huis van België, buiten de twee
grijsaards te Brussel, koning Leo
pold II en de graaf van Vlaanderen.
In Noord-Nederland is het door
luchtig stamhuis der Oranje's tot
een meisje van nog geen veertien
jaren ingekrompen. In België, waar
de vrouwen uit de regeering gesloten
zijn, hebben onzen jongen prins Al-
bertj geboren den 8sten April 1875
en aldus nog geen negentien jaar
oud.
In Noord en Zuid wacht de kroon
op het blonde hoofd van eenen enke
len jeugdigen afstammeling der twee
vorstenhuizen.
Wat zal de toekomst brengen
Zorgwekkend zijn de mijmeringen,
die zulke vraag bij alle vaderlanders
doet opkomen.
Het dreigend gevaar der nakende
maatschappelijke crisis en de
monsterachtige anarchistische dyna-
mietziekte van den dag versterken
bij de meerderheid der bevolking het
gevoel, dat een krachtige band de
samenleving moet omsluitbn, ten
einde een algemeene ontbinding te
voorkomen.
In deze omstandigheden wordt de
monarchale gezindheid, in België
zeer zwak tot hiertoe, stevig gesterkt.
Het trof iedereen bij het bezoek van
prins Albert te Gent
Ramp te Anderluea.
Men zal zich de verschrikkelijke
ramp in de mijnen van de Belgische
gemeente Anderlues herinneren, wel
ke bijna twee volle jaren geleden
(den llden Maart 1892) plaats had
en aan 173 mijnwerkers het leven
kostte.
De brand in de mijngangen maak
te het redden onmogelijk, evenals
het zoeken der lijken. Men heeft her
haaldelijk gepoogd in de gangen door
te dringen en heeft op een diepte
van 320 M. een groote hoeveelheid
puin, overblijfselen van wagens, ma
chines enz., gevonden. Tevens heeft
men een tweeden vuurhaard ontdekt
op 260 M. onder den grond. Nog
steeds stijgt uit deze gang een dikke
rook op. De ingenieurs beraadslagen
over de noodzakelijkheid de gang on
der water te zetten. Men hoopte he
den, Dinsdag, de lijken tevoorschijn
te kunnen brengen.
Zes personen verdronken.
Tijdens een krachtigen storm bemerk
ten de kustwachters van Inverness
een veerschuit, die met 4 opvarenden,
prijsgegeven aan de woedende gol
ven de Firth afdreef. Een kustboot
met 4 man werd uitgezonden en reeds
was zij met de 4 geredde personen
der pont op den terugweg toen een
bijzonder krachtige windstoot de boot
greep en deed omslaan. Een der kust
wachters slaagde er in de ku6t zwem
mende te bereikeneen der mannen
van de veerschuit klemde zich aan
de kustboot vast tot dat hij gered
kon worden, doch de zes anderen
verdronken.
Steenkool iu stofvorm.
Twee voorname duitsche stoom
vaartmaatschappijen zullen op enkele
harer booten eene gebruikswijze van
steenkolen beproeven, die onder an
dere verdiensten die van goedkoopte
en afwezigheid van rook heeft. Deze
uitkomsten zijn verkregen door steen
kool in stofvorm, door middel van
een pijp in den vuurhaard te blazen.
De afval van de kolen in de duitsche
mijnen, wordt tot stof vermalen, die
door een buis in een peervormige
vlamkast wordt geblazen, rondom
door vuurvaste steenen omgeven.
Deze inrichting vervangt bij de ketels
den vuurhaard. Door middel van
saamgeperste lucht, evenals bij der
gelijke verbranding van petroleum,
heeft de aanvoer van het kolenstof
plaats en men verzekert, dat de ver
kregen hitte zeer groot is, en daar
de lucht of de stoom, welke dient
tot het inblazen van het kolenstof,
meer zuurstof aanvoert dan noodig
is, heeft er volkomen verbranding
plaats en vormt zich daardoor geen
rook.
In verschillende nijverheidstakken
in Duitschland wordt dit verbran
dingsstelsel reeds toegepast, waarvoor
de afval der steenkolenmijnen die
tot nu toe bijna waardeloos was, op
practische wijze wordt benuttigd.
Eene nieuwe verzekering.
Eene eigenaardige nieuwigheid is
in een café te Stuttgart ingevoerd.
Volgens eene schikking met eene
assurantie-maatschappij zullen alle
bezoekers daar verzekerd worden te
gen ongevallen, die hm in de in
richting overkomen. In geval van
tijdelijke ziekte zullen de verplegings-
kosten tot een beloop van 10 mark
per dag ten hunnen behoeve voldaan
worden, terwijl bij blijvende invalidi
teit of bij overlijden eene som van
ten hoogste 23.000 mark uitgekeerd
kan worden. In den tegenwoordigen
tijd vandynamiet-aanslagen te Parijs
zou dit voorbeeld daar misschien wel
eenige navolging verdienen.
De burgemeester van Weenen.
Plotseling is overleden de Weener
burgemeester dr. Prix. De heer Prix
was Zaterdag nog volkomen gezond.
Zondagochtend maakte de burge
meester een uitstapje naarRekawin-
kel, teneinde volgens zijne gewoonte
eene flinke wandeling te maken.
In gezelschap van vijf zijner vrien
den wandelde de heer Prix naar
Kronstein, waar men het middagmaal
gebruikte. Vandaar zou het gezel
schap naar Rekawinkel terugwande-
len. Onderweg bij het beklimmen van
eene hoogte werd dr. Prix ongesteld.
In twee boerderijen, welke men voor
bijkwam, wéigerde men den patiënt
op te nemen.
De andere heeren moesten den
heer Prix toen dragen naar het sta
tion, waar hij in de wachtkamer
werd verpleegd. Geneeskundige hulp
mocht echter niet meer baten, want
reeds om zeven uur was hij over
leden.
Het stoffelijk overschot van den
burgemeester werd terstond naar
Weenen gebracht en van het Wester
station nog denzelfden avond vervoerd
naar het raadhuis, waar spoedig de
onder-burgemeester en vele raads
leden aanwezig waren. Voor het raad
huis was eene talrijke menigte bijeen,
die zeer onder den indruk verkeerde
van het verlies, dat Weenen door den
dood van dezen burgemeester lijdt.
De heer Prix was 57 jaren ouden
reeds vele jaren burgemeester der
hoofdstad, welke vooral, wat de ver
fraaiing der stad betreft, zeer veei aan
hem heeft te danken.
Mij ngas-ontpioffing.
In een mijn nabij Bloomsbury in
Pennsylvanië, heeft een mijngasont-
plofling plaats gehad, doordat een
mijnwerker met een geopende lamp
in de mijn afdaalde. Tien mijnwer
kers zijn gedood, over het lot van twee
anderen verkeert men nog in het on
zekere.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 27 Februari.
Per telegraaf.
Kiesrecht.
De heer Vrolijk verdedigde een
amendement om de uitoefening van
het kiesrecht te doen ophouden met
den 70-jarigen leeftijd uit deferente
voor de in werkkracht achteruitgega
ne bejaarden.
De heer Van der Kaay, het
geheele artikel en de amendemen
ten besprekende, was nog niet be
vredigd door de wijze waarop de
eisch tot voorziening in eigen onder
hand is uitgewerkt en achtte de ge
vallen in welke ontzetting van kies
recht wordt uitgesproken, in strijd
met grondwet en strafrecht, hij deed
een ernstig beroep op den Minister
om de toegestoken hand niet af te
wijzen want hij wil ook gaarne een
uitbreiding van kiesrecht, met ontdaan
van de bezwaren van hem en anderen.
De heer Mees verklaarde aan het
gewijzigd voorstel zooals 'tdaar ligt
nog niet zijn stem te kunnen geven
en geen nieuw amendement te zullen
voorstellen.
Z. i. werkt art. 4 het beginsel van
art, 3 onvoldoende. Aan de eene zijde
te veel kiezert, anderzijds te veel uit
sluitingen.
Het amend.-Mackay kwam wel met
zijn wenschen overeen wat betreft de
continuniteit van woning.
De heer Mees zou ten slotte zich
niet tegen schrijfproef verzetten.
De heer Mackay bestreed art. 4
dat op een fictie gabaseerd is. Hij
zou wenschen een belastingcensus en
de verplichting voor kiezers om een
abonnement op de handelingen te
nemen.
De heer Michiels is tegen art. 4,
als berustence op fictien in strijd
met de grondwet, maar dringt aan
op het maken van een nieuw stelsel
tegenover het regeeringstelsei ook
met het oog op de toekomst onzer
politiek.
De heer Mackay verdedigde nader
zijn amendement en verzekerde dat
van hem geen nader priuciepieel
amendement op art. 4 is te wach
ten. Hij verdedigde zijne intrekking
van art. 3, als zijndealleen gegrond op
de begeerte omniet door een onzui
ver politiek votum de grootste politie
ke verwarring te stichten.
Dit is ongecorrigeerd.
Bevallen: 24 Febr. J. Derr
Bouwmeester d. - M. C. Droog
Hendriks d. 26. IJ. HartelScher
mer d. - J. HeidveldtBeentjes d.
A. VreenegoorBronsgeest d. 27. J.
MokNopol d.
Overleden: 24 Febr. M. C.
Krouwels 16 j. d. Oranjeb.str. - 0.
Hubertv. d, Raaxt 72 j. Papent.v.
G. v. d. Haak 52 j. Heerensingel. 25.
S. Roeland 3 m. z. Boeresteeg. - M.
WaasSmit 61 j. KI. Heilirl. 26. J.
H. Nienkemper 46 j. Barendsestr.
Ondertrouwd: 27 Febr. K.
Hoesbergen en M. S. Sostmon.
Aan Qeabonneerden op dit Blad en
hunne huisgenooten, voorden aan het Bu
reau Kleine Houtstraat 9, op mondelin
ge aanvrage de adressen medegedeeld
waar deze betrekkingen zijn te bevi'agen.
Abonnès buiten Haarlem ontvangen in
lichting tegen toezending van postzegel
1. Juffr. op dorp in Friesl. m. get. geit. en
oiiger. hum om dame te verpl. lijd. aau pijal.
j eht.
2. Ie mod. tog. half Mrt. of terst, int. of ext.
8. Besch burgerm. P. G te Nijm. bov. 24 j.
goseh m. kind te kano. orag. en eenig hnisiv.
te verr. vooral zeer goei get. bet eff. om*, m. k.
4. Bekw. Ie mod. terst. te Rott. aanm. pera.
i. Fat» winkelj. K. K. in parap. win'ol te
Amst bek. m. h. vak en goede verk.
6. Aank. bed. op kant. ssl, f 200 af 800.
7. Reiziger te Rott, liefat bek. m. g'aa- en
aardew. vooral m, vermeld, v. leeft godsi. verl.
tal. enz.
8. Geroot, reiziger voor le theefirma 1 Apr.
op hoogte v. vak.
9 Magaz, chef 20-80 j m. eeoige adm. bek.
en met wer-v. koon. omg.
10. Jongm. om werkz. te zijn aan nederl.-
haa iels vort. of afrik, kust m. kenn v. eng.
boeka. en kantoorw. voll. inl «olL
11. Cand. not. bij not. in aangen. gez, streek
nabij hoofdst.
12 Alletz. bekw. chef de cnisine eu ober-
kellner in tam. hotel le rang reeds ger. t*j i in
dergel. inr. werk. g*w. zijnde.