over indienen, en zou een zeer lijvig
voorloopig verslag worden opgemaakt,
de Regeering zou dit gaan overwegen
en een memorie van antwoord in
dienen en dan zou de Commissie van
Rapporteurs nog wel eens een ver
nieuwd onderzoek in de afdeelingen
kunnen wenschendaarna zou einde
lijk het voorstel in behandeling komen
en als het strekte, om aan den ge
wonen wetgever de regeling van het
kiesrecht over te laten, misschien
heelemaal worden verworpen.
Gesteld evenwel, het werd aange
nomen, dan zou de Kamer moeten
worden ontbonden en in de nieuwe
Kamer gedeelte van de stemmen
vóór moeten worden verkregen. Die
zal men er nooit voor krijgen en in
dien tijd zouden er een paar jaar zijn
heengegaan en waren we even ver
als nu.
Ik zou dus zeggen laten we liever
voorwaarts gaan met het artikel zoo
als het daar ligt. We zijn eenmaal
getrouwd aan een vrouw met een
bultmisschien brengt ze onze huis
houding beter terecht, dan wij denken.
Zij die de {grondwettige bezwaren
opperen, vragen of zij dan moeten
stemmen tegen hun geweten. Niemand
verlangt dat, maar anderen hebben
ook de grondwet bezworen en vinden
er geen bezwaar in vóór het ontwerp
te stemmen.
Er wordt gezegd dat dit ontwerp
algemeen stemrecht geeft en de grond
wet verbiedt algemeen stemrecht
dus is het ontwerp in strijd met
de grondwet. Maar geeft dit ontwerp
inderdaad algemeen stemrecht? Van
de 1.100.000 mannelijke burgers boven
23 jaar zouden volgens de regeering
met dit ontwerp 800.000 het kies
recht krijgen en volgens velen is die
raming nog te hoog, wat een fout
schij nt te zijn van dit kabinet, getuige
minister Pierson met zijn vermogens
belasting. Hoogstens denk ik dat er
maar 700.000 kiezers meer zouden i
komen. Algemeen stemrecht zou het
zijn, wanneer als in Frankrijk en
Zwitserland ook de bedeelden mee
stemden, maar dat wil dit ontwerp
niet. In Engeland zijn alleen de door
het burgerlijke armbestuur bedeel
den uitgesloten, niet die door de
particuliere liefdadigheid worden be
deeld. Hier bij dit ontwerp zijn ook
uitgesloten de gefailleerden, in Frank
rijk en Zwitserland stemmen ze mee.
Overigens beroep ik mij op drie
vurige tegenstanders van art.
80 der grondwet. Bij die herziening
kregen we een amendement van de
heeren Ruijs van Beerenbroek en ge
neraal Reuther, aldus toegelicht„als
gij dit niet aanneemt, kan de naaste
wetgever het algemeen stemrecht in
voeren."
Deze twee kamerleden zagen dus
in het artikel geen beletsel tegen al
gemeen stemrecht.
De hoogleeraar Buys zegt in zijne
aanteekeningen op het artikel„het
sluit het algemeen stemrecht niet uit,
omdat er niet in staat, dat dit be
paald is uitgesloten." Nog uitdruk
kelijker zegt professor Buys dat in
een stuk over het ontwerp-kieswet
„Wanneer de wetgever zegt, dat hij
het be wij 8 van welstand zoekt in het
feit dat de kiezer zijn gezin onder
houdt en niet door kerkelijke of par
ticuliere armbesturen wordt bedeeld
dan is dit niet in strijd met art. 80
van de grondwet.
Hoe komt het dat art. 80 zoo on
duidelijk is? Er waren destijds twee
stelsels, het mijne dat ongeveer over
eenstemde met wat de Regeeringjnu
voorstelt, maar anderen vonden dat
wat rood en stelden een stelsel daar
naast. Minister Heemskerk, die een
bekwaam man was maar wel wat
conservatief, nam het meer beperkte
voorstel over, maar de Kamer wou
daar niet aan.
Hij liet zich daarop vinden tot eene
andere redactie, maar het is voor de
Regeering niet pleizierig in te trekken
wat zij voorgesteld heeft en iets geheel
anders voor te stellen. Toen zei hij
nu, we willen algemeen stemrecht
uitsluiten en daarop kwam het te
genwoordig artikel. Men zei: het al
gemeen stemrecht zit er wel in," maar
de Minister in zijn rol moetende blij
ven, ontkende dat, en zoo is in eene
groote verwarring hot artikel aange
nomen, om er maar at te zijn. Ieder
kan er uithalen wat er inzit en er
zit niet veel in. Geschiktheid en wel
stand worden voor een kiezer voorge
schreven, maar als je eenmaal geschikt
bent, waarvoor is dan nog bovendien
welstand noodig?
Ik kom nu tot de hoofdquaestie.
Het voorstel van de Regeering zou
te ver gaan. De heer Rutgers van
Rozenburg vond de uitbreiding te
gauw.
Men verwijst naar Engeland waar
ze het kiesrecht uitbreiddden in twee
tempo's, eerst in 1867 een weinig,
en toen veel meer in 1884, maar in
1867 werd alleen in de steden het
kiesrecht uitgebreid en in 1884 volgde
diezelfde uitbreiding.voor het platte
land. Men kan zich dus daaromtrent
niet op Engeland beroepen.
Gesteld echter; dit ontwerp wordt
door de Kamer verworpen denkt
daarmee het ontwerp kwijt te
zijn c
Het lijkt er niemendal naar.
Een wetsontwerp van zóo wijde strek
king, dat eens voorgesteld is, raakt ge
nooit weer kwijt. Stel u eens voor,
dat men van het aantal dat de Re
geering er bij wil hebben, 100.000 of
200.000 weet af te pingelen, dan zou
de nieuwe Kamer met wijziging van
de kieswet er bijhalen wat er door de
vorige afgepingeld was. Een conse
quente houding zou het alleen zijn
om te zeggen„er moet er geen een
meer bij." Maar als ge dat niet aan
durft, zeg dan maar liever ineens
,ik neem er de anderen ook bij"
anders zijt ge nog niet aan het eind
van uwe ellende.
Het gaat er mee als met iemand
die kiespijn heefteerst neemt hij
een zacht spoelsel, b.v. salie, als dat
niet helpt een bijtend middel, cognac,
daarna een verdoovend middeleen
watje met opium en als ook dat niet
helpt, moet hij zichzelven wel beken
nen, dat de kies moet worden ge
trokken, maar als hij de deur uitgaat
naar den tandmeester, loopt hij nog
een straatje om voor hij bij hem
aanbelt.
Den vurigen voorstander van de
kieswet zou ik willen aanradenwees
niet te onverzettelijk en bedenk, dat
als gij met dadelijk alles krijgt wat ge
wenscht, dat over een paar jaar toch
komt.
Hoever moet men nu toegeven?
Ik kom nu op de gevaren, die men
van deze uitbreiding ducht. Hier
vooral moet men nuchter zijn. „Uit
breiding van stemrecht leidt tot de
republiek en is gevaarlijk voor de
dynastie," zegt men. Indien ik er wer
kelijk het geringste gevaar voor het
koningschap in zag, zou ik mij er
vierkant tegen verklaren. Ik geloof,
dat als men let op den toestand van
het land, de uiteenloopende meenin
gen in het land en het provinciaal
verschil, dat men dan tot de slotsom
komt, dat voor dit land het ongeluk
kigste zou zijn een republiek. Voor
ons land is de monarchie de beste
regeeringsvorm. En dit argument ver
wondert mij vooral, juist omdat het
uit den mond komt van conservatieve
heeren die zelf (of wier vaderen) het
vroeger gebruikt hebben tegen den
middenstand bij de herziening der
grondwet van 1848. Toen werd het
voorgesteld of daar, bij den midden
stand. ket gevaar school. „Het volk.
zoo zeide men, „was wel op de hand
van Oranje I" Maar nu het volk wordt
tegemoet gekomen door Oranje, nu
gaan diezelfde heeren in dat volk
zoeken het gevaar voor de dynastie.
(Spreker leest hier eene nota voor,
indertijd door hem als lid der grond-
wetBcommissie aan wijlen koning Wil
lem III geschreven.)
Een enkel woord omtrent het be
sluit tot ontbinding. In sommige ver
gaderingen heeft men gemeend groote
hulde te moeten brengen aan de Ko
ningin-Regentes. Ik wenseh de kroon
in dit debat niet te betrekken, maar
tegenover het besluit door H. M. ge
nomen, in weerwil misschien van den
raad Haar van andere zijde verstrekt,
wenseh ik te constateeren dat door
Haar genomen is een hoogst verstan
dig besluit en, als de uitslag der ver
kiezing is zoo, dat geen uitbreiding
van kiesrecht wordt bereikt, dan zal
dit te wijten zijn aan het tegenwoor
dig kiezerscorps, niet aan de Ko
ningin-Regentes of aan Oranje.
Een tweede bezwaar tegen het ont
werp geopperd is dat de kiezers zich
bij hoopen zullen laten omkoopen.
Ik zal hierover niet in bespiegelingen
treden, maar mij komt het voor, dat
de vierde stand al even goed is als
andere standen. Bovendien kan om
koopen alleen daar waar met open
briefjes wordt gestemd. Bij de door
het ontwerp voorgestelde wijze zal
niemand zoo gek zijn, geld te geven
aan iemand, die tóch stemmen kan
zooals hij wil.
In Amerika is de omkooperij groot,
maar wie zich dat laten doen zijn ge'
emancipeerde negers. In Frankrijken
Zwitserland stemt men ook met open
bneljes, maar men hoort daar niet
van omkoopen, ja omdat daar geen
geemancipeerde negers zijn 1
Nog een ander argument tegen
kiesrechtuitbreiding wordt gebezigd
het zal de vrijheid onderdrukken.de
minderheden zullen niet tot hun
recht komen. Maar zijn er in de
laatste jaren niet vele klachten over
onderdrukking opgegaan, vooral van
Koomsch Katholieken en anti-revo
lutionairen Ik geloof niet dat dit
erger zal worden in de toekomst.
Men zegt de beschaafde standen
zullen hun invloed heelemaal verlie-
zen. 't Is mogelijk, maar het zal voor
een goed doel afhangen van de hou
ding welke die standen zu.len aan
nemen. Willen zij doen als de aris
tocraten te Bern en zich terugtrekken
dan zullen zij zeker hun invloed
kwijtraken. Wanneer evenwel die
hoogere standen den toestand aan
nemen zooals die is en zonder zich
te laten voorstaan op uitwendige
voordeele.i en hunne kracht zoeken
in toewijding aan de algemeenezaak
dan zou het mij verwonderen als die
houding met door de nieuwe kiezers
werd begrepen en gewaardeerd.
Ik kom nu tot de speciale punten
waarover men hier mijne meening
wenscht te hooren. De eerste vraag
isOf ik vrede heb met die opval
ting van onderstand, volgens hetwelk
ook gratis geneeskundige hulp van
het kiesrecht uitsluit?
In de Kamer heb ik mij op de
meest onbewimpelde wijze tegen der
gelijke uitsluiting verklaard.
Vervolgens: moet wanbetaling van
belastingen uitsluiting van kiesrecht
meebrengen
Ik ben het hieromtrent eens met
prof. Buys, die jaren geleden zei dat,
als de Kegeering eens een Kieswet
voorstelde die buiten het betalen van
belasting omging, het geen zin zou
hebben, wanbetalers der belasting van
het kiesrecht uit te sluiten. Tusschen
onwil en onmacht om belasting te
betalen, is vaak het onderscheid zoo
moeilijk te maken, dat dit groote
willekeur zou teweeg brengen,
v.r. Ja Ra.a»,in<, ;Q Hie nit.alnJJ.i
van wanbetalers m. i. een concessie,
gedaan om de wet totstand te zien
komen. Misschien wordt aan de
nieuwe Kamer de bepaling daarom
niet voorgelegd, maar blijft ze wel
in het ontwerp, dan wil ik mijn stem
te dezen aanzien niet binden en zal
als de wet ervan aihangt, wellicht
voorstemmen.
h3l n° ,d? Jch,rijfProef. Het ding
heelt ongelukkig dien naam gekregen
me eene eenzijdige opvatting in de
hand werkt. Er zitten twee onder-
deelen inom kiezer te zijn moet
men dat aanvragen en die aanvrage
moet zijn schriftelijk.
lleeds tegen het eerste punt heb ik
groot bezwaar. In de geheele wereld
zorgt de administratie ervoor, dat men
op de kiezerslijsten wordt geplaatst,
wij zouden het eenige land zijn waar^
ra de aanvrage verplichtend is. On
dit oogenblik geldt die b paling al
leen voor de lodgers, en daar de tijd
waarin die aangiite geschieden moet
kort is, vergeet men dat vaak en bei
merkt dat men geen kiezer is door
dat men geen stembriefje thuis krijgt.
De bepaling 13 nagevolgd van Enge
land (waar ze ook alleen voor de
lodgers geldt) maar daar heeft men
reeds de hardheid ervan ingezien en
een voorstel aan het Parlement om
haar af te schaffen, heeft bij alle
partijen, instemming gevonden
Men noemt de verplichte schrifte
lijke aanvrage een waarborg voor
ontwikkeling. Ik zou het daarmee
eens zij>. als de aanvrage elk jaar
opnieuw moest worden gedaan, maar
nu men (als men niet verhuist) kan
volstaan met éénmaal de aanvrage
hln T en daarna geen boek meer
behoeft in te zien en geen pen op
het papier te zetten, nu kan deze
aanvrage voor mij geen waarborg zijn
voor blijvende ontwikkeling. Ik zal
de Regeering trachten te .bewegen de
schrijfproef in te trekken, maar de
leiding moet bhj ven aan de Regeering
en als de schrijfproef mocht gehand
haafd worden dan zal ik niet stem
men tegen de wet, in de hoop dat
het nuttelooze van de schrijfproef
spoedig blijken zal en deze weldra
vanzelf zal worden ingetrokken.
Wat den leeftijd betreft, de grond
wet laat eene uitbreiding toe tot '2't
jaar. Daar houd ik mij aan Alle
leeftijdsbepalingen boven 2a zijn wil
lekeurig en tot 25 toe zou ,k mifer
niet tegen verzetten, maar gaat mon
boven 25 dan zou ik in een moeühk
parket raken, daar dit te ver gaat
wiP^r* üoudlD/ de toekomst
wil ik nog zeggen dat als de Regee-
Ti m do..meuwe Kamer een mfer-
derheid krijgt (een kieswet-meeYdeï
heid wel te verstaan) dan zaY ook ik
met de Regeering meegaan maar
JSMS.-1-'-'
■«Ktirs'sï's's
en kan mij daarover dus niet uitlaten
Wat mijne houding in het verleden
aangaande de kieswet betreft, ik heb
drie jaar geleden hier gezegd dat ik
was voor eene kiesrechtuftbrefding
zoover de grondwet ging. Ca7a°n
ïul™K 'i
sympathie ik pr^s Ytel leedP meY
gedaan en dat hetreur ik maar ik
meen dat ik heb gezegd watYt
doen en dat ik fedafn heb wat ik
neb gezegd. A 1K
Pe Voorz. stelt eene p^tZ\o
minuten in en kondigt r„; 10
gin-Regentes en meent Hit hu
blijken zal, of de EL?daaruit
vóór kiesrecht-uitbreiding11"^6 HH
/-„deepSander! voor
parlementaire gebruiken ennoemtde
debatten over het wetsontwerp-Tak
een staatkundig schandaal. Dat de
nederlandsche werkman niet anders
is opgetreden, komt omdat hij er de
macht niet toe heeft en spreker raadt
den heer Sanders aan, niet toe te
geven op zoovele punten die hij heeft
opgesomd, maar de wet af te stem
men als die niet is zooals hij meent
dat die zijn moet. Slechte wetjes hou
den altijd betere tegen.
De heer Sandersrepliceerende, ver
klaart niet alles te hebben begrepen
wat spreker zeide. Hij herhaalt zijne
meening, dat openbaarmaking van
het advies van den Ministerraad op
dit oogenblik niet gewenscht is. Men
zal er niet in vinden hoe de Konin
gin-Regentes over de quaestie denkt.
Volkomen is spreker het met den
heer Hofland eens, dat het jammer
is, dat met de vraag over het al of niet
grondwettige van het ontwerp zoo
veel tijd is zoek gebracht.
Het schijnt den vorigen spreker
eenigszins leed te hebben gedaan, dat
inleider met instemming sprak van
de bezadigde houding van den neder-
landschen werkman. In alle zaken
geldt het „al heb je het recht op je
hand, maak je niet boos, want dat
benadeelt je zaak". Dat een tegenstan
der der wet op die bezadigdheid zou
speculeeren, kan de heer Sanders ziek
begrijpen, tegen een voorstander kan
men dat niet zeggen.
Bij de groote tegenwerking tegen I
deze wet is het veel wijzer te nemen I
wat men krijgen kan, dan het te ver-1
werpen omdat men niet het onderste
uit de kan krijgen kan."
Na een woord van dank aan
spreker door den Voorzitter, wordt del
vergadering, die zeer druk bezocht
was, gesloten.
Bandy- ea Hockey
Zondag e. k. zal de Bandy-
Hockey-Club Haarlem en Omstreken I
een match houden met de Amster-I
damsche Hockey-Club, namiddags 21
uur op het voetbal terrein te Heem-|
stede.
Deze strijd, de eerste van dien aardj
belooft zeer interessant te worden en
zal zeker vele bezoekers trekken,
stoomtrams loopen juist op den goe-|
den tijd naar en van het terrein.
Een onzer lezers, die ons
deelt den heer Farncombe Sanders zei-1
ven er naar te hebben gevraagd,spreekt I
op dien grond het in ons vorig nutn-
mer onder voorbehoud medegedeelde I
gerucht, als zou do heer Sanders zich I
over een jaar niet meer verkiesbaar I
stellen, beslist tegen.