Wedstrijden.
Rechtszaken.
gin-Regentes Hare Majesteit de noo-
dige informatiëri gaf.
Het eerst werk een bezoek gebracht
aan de laagste klasse, waarvan de
leerlingen, die eerst sedert 14 dagen
ter school waren, voor de beide Ko
ninginnen en op verlangen van H.
M., eenige versjes zongen.
Op de verdere wandeling door de
verschillende localen, waar overal het
fewone schoolwerk verricht werd, liet
M. de Koningin-Regentes zich me
nigmaal door het hoofd en de onder
wijzers der klassen inlichten cmtrent
verscheidene zaken, die betrekking
hadden op de onderwezen vakken.
Vooral in het lezen en schrijven der
leerlingen stelde Koningin Emma veel
belang, meer bepaald in het steilschrift,
alsook in Geschiedenis, Aardrijks
kunde en Nederlandsche taal in de
verschillende klassen.
Op verlangen der Koningin moch
ten de kinderen zich allen reeds om
3i4, dus een half uur vóór het einde
van den schooltijd, naar huis bege
ven,
Herstemmingen.
ïn een Zaterdagavond te Rotterdam
gehouden huishoudelijke vergadering
van de kies vereenig ing „Vooruitgang"
waarin aanwezig waren de herkozen
afgevaardigden Plate, Hintzen, Mees
en Viruly Verbrugge, werd door eeni
ge leden de dubbele verkiezing be
sproken van mr. Gleichman.
Voor het geval deze voor Rotter
dam bedankt, werden genoemd de
heeren W. de M eij ie r en mr.
van Houten.
De heer mr. W. H. de Beau
fort te Leusden heeft het volgende
schrijven aan de kiesvereeniging „De
Grondwet" te Amsterdam doen toe
komen
„Onder de vijf candidaten die door
uwe kiesvereeniging bij de verkiezing
zijn gesteld, bevinden zich drie die
elders nog niet zijn gekozen, de twee
overigen hebben reeds een zetel ver
worven.
vNu spreekt het vanzelf dat door u
in de eerste plaats de drie eerstge
noemde heeren zullen worden kandi
daat gesteld, en dat tusschen de beide
overigen eene keus zal worden ge
daan.
„Wat die laatste keus betreft, geef
ik u in overweging den heer Gleich
man en niet mij te nemen, daar ik
meen dat het in het belang der zaak
is dat ik, reeds in herstemming in
een ander district, in Amsterdam on
der de gegeven omstandigheden niet
worde gesteld."
sta ik zoo te kijken aan de deur,
toen er een armen man binnenkomt
die tegen me zegt
„Burger, geef me is een broodje
met pekel vleesch, dat mot bij jou zoo
lekker wezen."
„Asjeblief meneer, zeg ik hij zag
er uit as een voddenkoopman, ar
moedig, stoffig en toch met voorna
me kleeren an gaat u binnen in
me salon. En hij gaat zitten aan dat
tafeltje en iü breng 'm een portie van
vijftien centen.
„Nou, zegt ie, dat smaakt fijn hoor.
Ik heb me pakhuis hier in de buurt
en ik zal jerecommandeeren. Geef me
een jad".
Enfin ik doe het, hij deed 't zoo
warm mogelijk, maar hij was kou
der dan ijs, dat zag ik best, en ter
wijl we nog zoo bezig zijn, komt er
een tweede binnen.
In gebroken Hollandsch, zoo half
Vlaamsch, half Fransch, vraagt'ie
me„Heb de ge wat vleesch met
brood
Asjeblieft, meneer, zeg ik en ik
breng 'm naar de salon. Mag 't van
zeven en twintig centen zijn of van
vijftien
Dadelijk bestelde 'ie van vijftien
of 'ie ook Hollandsch vei stond.
Nou eten ze beiden tegenover el
kaar en ze doen of ze elkaar niet
kennfen.
„Dat vleesch is best, zegt de Vla
ming. Als ik wat meer geld had
zou ikMaar verkoopje ook stuk
ken vleesch?
Jawel meneer.
Nu, dan kom ik de volgende week
bij u wat biefstuk eten en gebakken
aardappelen, want geld zie je en
hij staat op en wrijft over zijn zak
ken 't is toch gemeen, een Hol
lander krijgt drie en een Belgeman
maar tweehonderd gulden als hij
voor koloniaal gaat. Waar is hier de
kazerne? Waarachtig ik moet aan
dubbeltjes komenMaar wacht
en meteen legt 'ie z'n horloge op
tafel wat geefde ge der voor.
Nou staat de eerste man ook op.
„Niemandal zeg ik, want ik heb geen
pandjeshuis.
Een prachtig horloge, zegt de vod
denkoopman. En hij komt naar me
toe en fluistert me in„koop 't,
koop 't, zeg ik je. Je weet je eigen
voordeel niet", alles zeer vertrouwe-
lijk.
Nee, zeg ik, waarom zou ik 'tkoo-
blies 'ie me in m'n oorKoop 't man,
koop 't
Neem 'tzelf zeg ik, en toen ging'ie
bieden, maar zoo laag dat de Vlaming
kwasie boos werd en riep„Al geef
je nou ook honderd gulden, dan krijg
jij het niet."
Koop 't maar voor mij, zei toen
nummer een tegen mij, je krijgt 't geld
op m'n woord en meteen loopt ie me
met 't pakkie heel brutaal m'n mooie
gereserveerde salon in.
„Koop 't, ik bezweer 'tje, koop
voor 25."
Geef mij 'tgeld?
Dat ziet ie.
Breng 't dan aan m'n vrouw.
Goed, hij loopt naar de keuken en
ik zeg tegen de Vlamingvoor ƒ25
wil ik wel.
Maar meteen zie ik dat de vodden
man gevlogen is. Toen had ik den
truc begrepen. Ik kijk naar een agent
en ik zie 'm niet, buren wou ik niet
roepen.
Ik neem 't niet zeg ik en hij werd
kwaad en nummer een kwam ook
weer binnen, en de figurant voorden
salon zei ook dat 't schande was, maar
ik kocht 'niet en eindelijk gingen ze
de lessen bij en vestigde zich toen
weer te Leeuwarden. Hij werd den
heer Scholten aanbevolen als een
bekwaam houtsnij werker, waardoor
hij de opdracht kreeg om de fabrieken
in miniatuur te vervaardigen. Over
het geduldswerk van den 'heer Terk-
stra kan ieder oordeelen, die he
den en Woensdag nog een bezoek
aan die tentoonstelling brengt. De
entréegelden zijn bestemd voor het
kinderziekenhuis, zoodat men tevens
eene uitstekende inrichting steunt.
Midden in de za;.l staat het levens
groot portret van den oprichter der
firma, wijlen den heer W. A. Schol
ten, met een paar lauwerkransen ge
tooid De photographie is door den
heer F. J. van Kollow op onverbeter
lijke wijze uitgevoerd. Binnen eenige
n wordt alles vervoerd naar de
plaats der bestemming, de tentoon
stelling te Antwerpen, waar het on
getwijfeld veel belangstelling zal on
dervinden.
Eene mislukte poging tot
oplichtiBg.
De heer Van Zandik heeft een
week of drie geleden in de Nieuwe
Hoogstraat No 19 te Amsterdam een
keurig netten vleeschwinkel geopend
onder rabbinaal toezicht. Maar al is
die zaak nieuw, toch heeft ze al een
groote populariteit bereikt in dat
dichtbevolkte kwartier, want Zandik
is een man, die de kunst verstaat,
zijn buurtjes in den ruimsten zin
goede waar voor te zetten en daarbij
met een vroolijk gezicht een aller
onderhoudendst praatje te maken.
Maar al is Zandik ook de vrien
delijkheid in persoon, hij laat ;'ich
niet bedottten hoor, zelfs niet
drie slimme vogels.
Dat heeft hij Maandag i .toond,
aldus schrijft de Tel., en she men-
schen, die komen in den lichtkring
van zijn heldere winkell.°:.\pen, zij 't
boven of onder de straat, zij hebben
met zichtbaar welgevallen hem het
verhaal hooren doen, dat hier volgt
zfin toonbankla zal er nietleeger door
„Ik heb 't gekregen van een meid
op 't carnaval, gaat de Vlaming voort,
maar ik mag 't niet lijden, ik trouw
d'er toch niet en daarom moet 't maar
weg.
„Wat vraag je?"
„Drie gulden."
„Drie kwartjes", biedt de eerste.
„Nooit, zegt de Vlaming met een
paar scheldwoorden er op."
,Nou, ik geef een gulden."
t Was een kopie, maar 'k wou
't niet hebben en zoo kocht de vod
denman 't en hij stak 't bij zich en
't liep ook Jammer, dacht ik even.
maar heel even hoor.
Id dien tijd was er een derde bij
gekomen, een jonge man, met een
grijze oveqas aan en die was gaan
zitten zoo voor m'n salon en die at
ook brood met vleesch. Voor ik't ver
geet, alle drie betaalden me prompt
Ja, gaat de Vlaming voort, ik trouw
d'r niet en ik heb toch zoo'n prach
tig pakkie gekoent.
Hij liet 't zien aan z'n buurman.
„Prachtig, prachtig, wat een pakkie l"
Wil je 't koopen. vroeg ie me. Neen,
zeg ik, want ik heb geen pandjeshuis
en geen kleerenwinkel.
Hij drong er lang op aan, maar ik
bleef op m'n stuk, al riep de vodden-
man ook nog zoo hard, dat't schande^
ter bevordering van het Vreemdelin
genverkeer."
De mededingers aar* den wedstrijd
op de vrije baan waren in 2 catego
rieën gesplitst. Zij, die aan den kam
pioenswedstrijd deelnamen, de pro
fessionals zou men kunnen zeggen
en zij, die daaraan niet deelmmen
de liefhebbers.
Van de eerste categorie werden
overwinnaars de heeren Smith (291
caramboles), Bierlmg (177) en Nan-
ninga van Groningen (120) en van
de tweede de heeren J. Pik (67) Vink
(64) en N. N. (61) allen van Gronin
gen.
weg.
Later vertelde me een vakman, dat
die lap goed geen twee rijksdaalders
waard was.
Ik ben er dus niet ingevlogen, maar
honderd anderen, niet zoo slim, nemen
die oplichters te pakken. Bij de po
litie zijn de namen bekend, maar zij
kan er niets aan doen.
Publicieit is dus het eenige middel.
Miniatuur fabrieken.
Het was zoo meldt de Prof.
Gron. Ct., Zondag druk te Gro
ningen. Groote en kleinere groepen
van beiderlei kunne, allen meest
voorzien van mandjes en taschjes met
proviand gevuld, bewogen zich langs
de straten. Te 10 uur bracht een
extra-trein van Zuidbroek de werk
lieden waarvan velen met hunne
echtgenooten van de verschillende
fabrieken in de provincie van de fir
ma W. A. Scaolten aan. Het doel
van die reis was tweeledig: eerstens
om hun een genoeglijken dag te ver
schaffen, waardoor zij door de firma
financieel in staat gesteld werden,
en in de tweede plaats om een bezoek
te brengen aan de tentoonstelling in
de concertzaal- van den heer Vos,
waar de veertien fabrieken der firma
in miniatuur zijn te bezichtigen. Bij
groepjes werden zij binnengeleid en
had iedere groep een uur tijd om
alles te bezichtigen. Ieder werkman
schonk een zekere voorkeur aan zijne
werkplaats, daar de meesten dadelijk
bij het binnenkomen tot den heer
Terkstrade vraag richtten waar die
of die fabriek stond, en somwijlen
werd geen kritiek gespaard, als er
volgens hun idee iets aan het ge
bouw ontbrak. Veertien tafels zijn op
zulk een wijze aan elkander geplaatstj
dat zij een geheel van 70 vierkante
meter beslaan, en zoodoende de -rui
me zaal bijna in de geheele breedte
vullen. Op iedere tafel is eene fabriek
op Vioo der ware grootte geplaatst.
Tot in de kleinste bijzonderheden is
alles uitgevoerd, zooals de verschil
lende kleur der steenen en daken, en
de omgeving der fabrieken, zoowel
groenland als water. Bij de fabriek te
Groningen is zelfs het beeld van den
algemeen bekenden bediende der fir
ma, J. Swart, niet vergeten.
De vervaardiger van dat kunstwerk
is de heer Hendrik Terkstra, meubel
maker en beeldhouwer te Leeuwarden,
Vroeger timmerman, legde de heer
Terkstra zich toe op snijwerk, en
verkreeg daarin al spoedig zulk eene
vaardigheid, dat hem werd aangera
den een cursus aan de.kunst- en nii ver-
Het vroege voorjaar.
Dé boschbaas van „Middachten"
heeft zich reeds sedert jaren tot taak
gesteld om den eersten groenen tak
uit de Middachteraliée aan gravin
Bentinck aan te bieden. Dit jaar kon
hij dit reeds den 2den April doen,
iets wat hem gedurende 30 jaren
nimmer zoo vroeg mocht ten deel
vallen.
Opgravingen,
Te Lent werd dezer dagen nabij
het foi t „Sprokkelenburg" opgegraven
een fraaie en goed geco user vee
helm, dateerende uit het Romeinsche
tijdperk. Vroeger werden daar drie
dergelijke helmen gevonden. Waar
schijnlijk zijn ze afkomstig van eene
Romeinsche nederzetting in die streek.
Een opstootje.
Te Durgerdam (aan den Waterland-
schen ZuiderZeedijk) kwamen Zondag
eenige socialisten, onder wie 3 dames.
Eene roode vlag omhoog houdende,
trokken zij (de bekende liederen zin
gende) door het dorp. Eenige bur
gers gingen toen vaderlandsche wij
zen aanheffen. Het vaandel werd af
genomen, en de socialisten op de
vlucht gejaagd naar het naburige
Schelling woude.
Biljart-wedstrijd.
Donderdag, Vrijdag en Zaterdag is
in „De Harmonie", te Groningen, een
biljart-wedstrijd gehouden om het
kampioenschap van Nederland; een
wedstrijd op de vrije baan (tien serie
stooten) was hieraan verbonden. De
wedstrijden waren georganiseerd door
de „Groningsche „Biljartclub," die
alle eer van haar werk had.
Aan den wedstrijd om het kampi
oenschap werd door 32 mededingers
deelgenomen, die op drie biljarten
speelden. De uitslag van dezen wed
strijd er werden partijen van 120
caramboles gespeeld was de vol
gende
Eerste prijs, goeden kampioens
medaille en een kunstvoorwerp of
100, de heer R. Bierling, te Gronin
gen. Tweede prijs, een kunstvoorwerp
of ƒ75, de heer H. F. Smith, te Rot
terdam. Derde prijs, een kunstvoor
werp of 50, de heer T. IJ. Terpstra,
te Ferwerd (Fr.) Vierde prijs, ,een
kunstvoorwerp of 25, de heer N.
Verkleijte Amsterdam. Vijfde en
zesde prijs, kunstvoorwerpen, de h.h.
L. Oetzes, te Groningen en J. de Crauw
te Amsterdam.
De heeren Smith en Terpstra ont-
Landloopers,
In de bank der beschuldigden
en daarnaast, want de ruimte wai
veel te klein namen Maandac
voor de arrondissements-rechtbank t<
Utrecht niet minder dan 20 land
loopers plaats. Het waren mannen
allen nog [in de kracht van hun le
vende jongste van hen was 29, d<
oudste 52 jaar, en ofschoon er enke
len onder waren die „hoopten" m
wel weer werk te zullen vinden on
in eigen onderhoud te voorzien ei
verzochten niet naar eene Rij kskoloni
te worden gezonden, verreweg dt
meesten waren reeds meer in di
werkinrichting geweest, en het ver
blijf aldaar had hen zoo weinig afge
schrikt, dat zij op de vraag van dei
voorzitter wanneer zij dachten wee:
werk te zullen kunnen vinden, zoi
ongeveer den tijd bepaalden dien zi
weer opgezonden wilden worden en
bijna eenstemmig, antwoordden ove
vijftien maanden.
Onder die landloopers was er al
weer een, die het „niet zoo precie
wist" hoe dikwijls hij al opgenomei
geweest was. „Een keer of zes, zeven'
dacht hij. En een ander, wien doo
den voorzitter zijn zondenregiste
werd voorgelezen, waaruit bleek, da
hij, ofschoon nog een betrekkelijl
jonge man, herhaalue tuchthuisstral
fen van vijf en twee jaren en no;
verscheidene lichtere had ondergaan
maakte de vrijmoedige opmerking
„ja, maar daar sta ik nou toch nie
voor terecht." En toen de voorzitte
daarop antwoordde, dat hij door d
opsomming dier straffen alleen wild
constateeren dat hij die thans te
recht stond, dezelfde man was al
die ze alle had ondergaanzeide hij
alweer vrijmoedig: „ja die ben iü
hoor!" Bijna allen op een enkel
uitzondering na, van een man di
een jaar in de toevlucht van het Lt
ger des Heils had doorgebracht, doel
daaruit wegens dronkenschap voo
eenige weken was weggejaagd wa
ren slechts korten tijd (sommige:
niet langer dan acht dagen) te vorei
uit de werkinrichting metj vrij groot
uitgangskas" ontslagen, alvorens zi
zich weder op landlooperij lieten be
trappen.
Was het bedroevend om aan t
hooren dat zoovele krachtige mannei
de vraag of zij weer naar de werkin
richting wilden opgezonden worden
beantwoordden met eenasjeblief
meneeraan den anderen kant schijn
uit de omstandigheid, datzoovelene
gaarne weder terugkeeren te blijken
dat zij het er nog zoo slecht nie
hebben. Dat zij onder elkaar zooali
door een „deskundige" verzekerd were
de Schans dan ook met de„kren
tentuin" aanduiden, waarheen zij, m
hun uitgaanskas zoo snel mogelij!
verbrast te hebben, weer terugverlan
gen, wijst er ook wel op dat het ii
de kolonie voor hen wel uit te houdei
is. Een nog grooter aantal, dan Maan
dag voor de rechtbank zich bevom