BINNENLAND.
Rechtszaken.
Letteren en Kunst.
minder rustig dan de eerste, vooral
bij het einde; de politie oordeelde
het dan ook noodig, de heilsoldaten
uitgeleide te doen tot het station en
daar te blijven tot de trein vertrok
ken was.
Poppen-tentoon stelling.
Donderdagmiddag om 11% uur be
gaven de beide Koninginnen met ge
volg zich te voet van het koninklijk
paleis naar de Gothische zaal aan de
overzijde, ten einde de tentoonstel
ling der Indische poppen te bezich
tigen en zoodoende in ontvangst te
nemen de „hulde aan de Koningin
gebracht door de dames in Ned.-
Indië", gelijk op een cartouche in
het fond der zaal te leze a stond boven
een groep van planten rondomde
marmeren buste van koningin Wil-
helmina, het kunstwerk van den heer
Bart van Hove, dat nog niet tentoon
gesteld geweest is.
De vorstelijke personen werden ont
vangen door mevrouw Kroesen, eere
voorzitster van het Dames-comité te
Batavia, hetwelk deze hoogst belang
rijke en zeldzame verzameling bijeen
bracht, alsmede door den heer dr. Ser-
rurier, directeur van 's Rijks Ethno-
grafisch Museum, die Hare Majestei
ten rondleidden. Mevrouw Kroesen
bood de Koninginnen ieder een ruiker
aan uitsluitend saamgesteld uit een
verscheidenheid van Indische bloemen
en dr. Serrurier stelde aan de bezoek
sters een in kleuren gedrukt exem
plaar ter hand van den catalogus.
De bezichtiging door de Koninginnen
auurde ruim een uur. Bij het beschou
wen van modellen vroeg de Regentes
verschillende inlichtingen en wees haar
dochter op tal van merkwaardigheden
dezer beelden. Alvorens van de ten
toonstelling afscheid te nemen be
tuigde H. M. de Regentes aan den
heer Serrurier hare tevredenheid over
de wijze waarop deze de wetenschap
pelijke verzameling voor het publiek
had dienstbaar gemaakt en hoopte
dat de tentoonstelling door een talrijk
publiek zou worden bezocht, daar het
doel alleszins medewerking en succes
verdiende. De opbrengst toch der toe
gangsgelden zal worden aangewend ten
bate der wetenschappelijke expeditie
naar Centraal Borneo.
Ziehier hoe Het Vaderland dit heeft
uitgerekend
Gekozen zijn thans 39 liberalen, 3
radicalen, 2 conservatieven, 21 katho
lieken en 5 anti-revolutionairen, waar
bij wij de dubbel gekozenen ook dub
bel tellen. Wanneer wij nu, waar
noodig, de verkiezing van katholieken
en anti-revolutionairen in bovenbe
doelden geest in de hand werken,
dan worden bovendien gekozen, we
derom de dubbelen ook tweemaal ge
rekend, 3 radicalen (Alkmaar, Am
sterdam, Goes), 5 katholieken (En
schedé en Eist, conservatieve, Wijk-bij-
Duurstede, Breukelen en Hilversum,
vooruitstrevende katholieken)8
anti-revolutionairen (Sneek, Ede,
Haarlemmermeer, Delft, Loosduinen,
Dordrecht, Brielle en Lochem, daar
de N. Rott. Ct. hier den heer Van
Alphen aanbeveelt) en 14 liberalen
(Dokkum, Harlingen, Steen wijk, Apel
doorn, Beverwijk, Amsterdam 3,
Schiedam, Sliedrecht, Gouda, Bode
graven, Ridderkerk en Hontenisse)s
De verhouding zal dan zijn 53 libe
ralen, 6 radicalen, 2 conservatieven,
26 katholieken en 13 anti-revolu
tionairen. Natuurlijk zijn wij er dan
nog niet, want dan is o. i. 1 radicaal
twee keer gekozen (Treub), 1 katho
liek drie keer (Schaepman), 2 libera
len en 3 anti-revolutionairen (Gleich-
man, Roëll, Seret, Van de Velde en
Van Alphen) twee keer, maar de
hernieuwde stemmingen kunnen dan
bezwaarlijk groote verandering meer
meebrengen. Een vooruitzicht dus,
dat geen liberaal behoeft af te schrik
ken en ook niet voor Kuyper'sover
wicht behoeft te doen vreezen.
Ten slotte herinnerde ds. W. R.
Poolman uit Haarlem, namens afge
vaardigden van den kerkeraad te dier
plaatse, aan het vele dat ds. Mees
voor de Luthersche gemeente is ge
weest, en voor wiens ruim hart Lu-
therschen en hervormden één waren.
Spreker vermeldde met blijdschap,
hoe hij getuige had mogen zijn ge
durende 12 jaren van den lust, waar
mede de overledene het evangelie had
verkondigd.
Nadat de kist bedolven onder de
zes en dertig kransen, in de groeve
was nedergedaald, dankte de schoon
broeder van den overledene voor de
wezigheid van zoo velen, voor de
indrukwekkende bloemenhulde en
voor de woorden aan dit graf uit het
hart gesproken: woorden die getuig
den van de warme toegenegenheid
voor den doode. Namens de familie
bedankte hij voor die betoonde eer.
De groote plechtigheid, waarmede
deze teraardebestelling geschied
maakte een zichtbaren indruk op vele
aanwezigen.
een termijn van vijf jaren en toege
wezen aan J. v. B. voor.... 10 centen
per jaar.
De liberale meerderheid.
De conservatief-liberalen roepen
ach en wee over de gedragslijn der
vooruitstrevenden, die terecht begre
pen hebben, dat het bij deze verkie
zingen om de kieswet gaat en daarom
geen rekening houden met de oude
Sartijgroepeering. Zij spreken smalen-
erwijs over het samengaan met dr.
Kuyper, aan wien wij eenvoudig zul
len worden „overgeleverd", als de
voorstanders in de nieuwe Kamer de
meerderheid krijgen, want het gevolg
van dat samenwerken is, zoo beweren
zij, dat de liberalen in de minder
heid zullen komen.
Nu zullen wij niet vragen, schrijft
de Tel., waarom de heeren, als zij
daarvoor zoo bevreesd zijn, dan zelf
boven liberalen aan katholieken en
anti-revolutionairen de voorkeur ge
ven, die zij met nadruk aanbevelen,
terwijl eigen partijgenooten worden
bestreden. Maar die geheele vreesaan-
iagerij is ongewettigd, omdat, als de
herstemming het werk voltooit, het
welk op 10 April is aangevangen en
dus de voorstanders uit alle partijen
één lijn trekken tegenover de geheele
rechterzijde, de uitslag zal wezen, dat
ook dan nog in de nieuwe Kamer de
liberalen in de meerderheid zullen
zijn.
Begrafenis van ds. M. J Mees
Achting en vriendschap voor den
overledene spraken Donderdag uit de
aanwezigheid van honderden op de
algemeene begraafplaats te 's Graven-
hage rondom de laatste rustplaats,
waarheen het stoffelijk overschot van
ds. Mees, predikant bij de Evang.
Luth. gemeente aldaar, werd geleid
Diezelfde toegenegenheid bleek ook
uit het overgroot aantal kransen,
waarmede het lijkkleed geheel bedekt
was; men telde er 36.
De rouwstoet werd voorafgegaan
door weesmeisjes uit het Luthersche
weeshuis, terwijl naast den lijkwagen
jongens uit datzelfde gesticht gingen
als slippendragers.
Onder hen die bij de groeve ston
den, werden naar men aan de N. R.
Ct. meldt o. a. opgemerkt deputatiën
van den Protestantenbond, afdeelin-
gen Den Haag en Haarlem; van „1'
Union Royale"; van den kerkeraad
der Luthersche gemeente te 's-Gra-
venhage, voorts tal van predikanten,
ouderlingen en diakenen, en zeer vele
lidmaten van de gemeente, waarbij
ds. Mees voorganger was.
Voordat de kist in de groeve was
iergedaald, trad allereerst uit de
breede rij van belangstellenden naar
voren ds. Manssen van de Luth. ge
meente, om te getuigen van zijn diep
gevoeld leedwezen, bij het heengaan
van zijnen ambtgenoot en vriend, en
om een woord te spreken van waar
deering voor den persoon en diens
werk.
Spr. schetste het ontzaglijk vele
dat in ds. Mees verloren ging voor
zijn huisgezin, voor zijne gemeente en
voor zijne vrienden, want hoewel de
overledene daar ter stede slechts kor
ten tijd aan het hoofd der gemeente
had gestaan, had hij zich doen ken
nen als een welsprekend predikant,
een ijverig dienaar Gods, een deel
nemend vriend, die in veler kring
werkzaam was met voortwoekerende
kracht.
Hierna spraken de heeren Menno
Huizinga, ds. de Waard en ds. Ver-
wev.
Verdacht.
Maandag avond kwamen tw e als
heer gekleede Duitschers per trein
261 van Willemsdorp te Lage-Zwa-
luwe. Na hun kaartje te hebben afge
geven, liepen zij in de richting van
Zevenbergen den weg op. Een oogen-
blik later, toen een beambte der
staatsspoorwegen een op eene doode
lijn staanden trein wilde nazien, of
de portieren gesloten waren, sprongen
genoemde heeren uit een coupé le
dasse, liepen de rails over, sprongen
over het hek, en gingen aldaar in het
gras liggen. Een der arbeiders der
Staatsspoor ontmoette juist twee ma
rechaussees van den Moerdijk, die de
ronde deden, en gaven hun van het
voorgevallene kennis. De twee Duit
schers werden daarop gearresteerd en
naar den Moerdijk overgebracht.
vroeger leven niet zoo sterk tegen
hem, zeis niet onaannemelijk zijn:
hij heeft - - zoo beweert hij zelf mee-
geloopen om den vermoedelijken dief,
die vlak vóór hem liep, te grijpen.
Als de president, mr. Wichers
Hoeth, hem opmerkzaam maakt, dat
hij geen Hollandsch verstaat, ant
woordt hij, dat dit juist is, maar dat
de woorden „Houdt den dief" zoo
veel overeenkomst hebben met plat-
Duitsch, dat hij den zin dadelijk had
Vroeg voorjaar.
Men schrijft aan de N. R. Ct.
Bij n*jn bezoek aan de groote vijf
jaarlij ksche tentoonstelling te Gent
in het voorjaar van 1883, herinner ik
mij zeer goed een gesprek, dat wij
hadden met den heer Linden aldaar
over het naar buiten brengen der
planten. Het was toen ongeveer half
April, en wij verwonderen ons ten
zeerste dat wij de vakken reeds met
pelargoniums zagen gevuld. „Dat doen
wij hier geregeld", was zijn antwoord,
Trouwens alle heesters waren reeds
uitgeloopen en ook de rozen reeds
geknopt. l i de maand Mei vernemen
wij gewoonlijk uit Parijs dat de tra-
ditioneele kastanjeboom vol in bloem
staat.
En hoe ziet het er thans ten onzent
uit Wij tellen 17 April, en nu reeds
staat de kastanje voor het paleis in
het Noord-Einde te 'sGravenhage in
vollen bloei. De seringen, het product
der haagsche kermis (deze ving aan
op den 2den Maandag in Mei), wor
den reeds te koop aangeboden. In een
vorig bericht lezen wij dat een pere
boom reeds den 83ten dezer maand in
bloei stond; eene opgaaf over de
laatste 10 jaren van één zelfden boom
het vroege voorjaar echter nog
beter doen uitkomen.Die boom bloeide
in 1885 op 25 April, in '86 op 12 Mei,
in '87 op 12 Mei, in '88 op 18 Mei,
'89 op 8 Mei, in '90 op 2 Mei,
in '91 op 14 Mei, in '92 op 14 Mei,
in '93 op 18 April en in 1894 op den
lOden April.
Een oud spreekwoord meent dat de
boeren het naar hunnen zin hebben,
wanneer Maart droog is en April
regen geeft. Welnu, vooral was het
na den lOden Maart droog te noemen,
terwijl wij in den laatsten tijd nog
al regen hebben; maar ook moeten
wij wijzen op den westenwind, die
waarlijk een zegen is, want niets is
zoo schadelijk voor alle gewassen als
die droge en verschroeiende N. O.
winden, die ons de vorige jaren te
beurt vielen.
Bovendien zijn de nachten niet te
koud, zoodat ook de vruchtzetting
haren gang ongestoord kan gaan en
opnieuw een goede oogst te wachten
staat. Met de grasboter reeds in April
op tafel, hebben wij dus alle reden
om tevreden te zijn. Laten wij hopen,
dat ons geen teleurstelling te wach
ten staat.
Diefstal op straat.
Goedkoop jagen.
De jachtliefhebberij schijnt in de
gemeente Zevenbergen niet groot.
Door den ontvanger der registratie en
domeinen werden aldaar dezer da^en
Op den 3n Februari van dit jaar
had de Rantoorlooper Delleman van
Het Nieuws van den Dagte Amster
dam van het postkantoor, voor dit
blad een aangeteekenden brief afge
haald. Hij begaf zich toen naar het
urinoir bij de Beurs, terwijl hij den
brief halverwege in den rechterzak
had gestopttoen hij er uit kwam,
rukte een als heer gekleed persoon
hem den brief, die behoorlij k was
gecacheteerd, zoodat hij van buiten
als geldswaardig konjwerden herkend
uit den zak en liep er op een draf
mee heen.
De bestolene schreeuwde uit alle
macht: „Houdt den dief" en zette
den vluchtende onmiddellijk achterna
de laatste liep zoo hard hij kon zig-
zagsgewijze aoor de Eggertstraat
Blauwstraat enz., langs 't telegraaf
kantoor, steeds door den bestolene en
een groote menigte gevolgd. Een 15-
jarige jongen, Maas geheeten, die uit
de Sint-Nicolaasstraat kwam, zag den
vermoedelijken dief, althans iemand,
die hard weg liep en in de Molsteeg
iets, dat hij in de hand had, van zich
af wierp. Maas raapte het op en over
handigde het (den aangeteekenden
brief) aan een politieagent, die uit den
hulppost aan de Molsteeg k« am.
Het pluimpje, dat de jonge Maas
Donderdag van den officier van jus
titie ontving, was dus wel verdiend,
te meer, daar de achtervolgde hem
tweemalen met kracht had op zijde
gestooten, nadat Maas, die zich tot
t uiterste had ingespannen bij de
achtervolging van den vluchtende,
dezen had ingehaald.
Aan dezen getuige is 't dan ook te
danken, dat de man, die den brief
had weggeworpen, werd gevat en Don
derdag voor de arr.rechtbank te Am
sterdam terecht stond onder beschul
diging: „dat hij den 3den Februari
„1894 op het Damrak te Amsterdam
„eene enveloppe en inhoud, zijnde
„een memorandum, een bankbiljet
„van 200, één dito van 100 en een
„aantal postzegels tot een gezamen-
„lijk bedrag van 4.75, van welke
enveloppe en inhoud G. Delleman
„drager was, heeft weggenomen."
De beklaagde, die aanvankelijk als
zijn naam opgaf Harmering, bleek
inderdaad te zijn Heinrich Friedrich
Krankenberg, geboren 18 Jan. 1874
te Donstorf nabij Barnstorf in Han
nover, wiens uitlevering wegens een
in zijn vaderland gepleegden diefstal
reeds vroeger door de bevoegde auto
riteit aldaar was verzocht.
TV-— atf -'fcs te'
Als verdediger van bekl. trad op
mr. A. J. Cohen Stuart, die bezwaar
maakte, dat de 16-jarige Maas, die
echter op het tijdstip dat de feiten
5 hadden nog geen 16 jaar oud
was, heden als getuige zou worden
gehoord.
De zitting wordt hierom een oogen-
blik geschorst, opdat de rechtbank
in raadkamer beslisse over het al-of
niet toelaten van dezen getuige. De
rechtbank, teruggekeerd, gelast dat
Maas wèl onder eede zal worden ge
hoord en het onderzoek wordt voort
gezet, waarna genoemde getuige ver
klaart te hebben gezien, dat de
vluchtende in de Eggertstraat iets
heeft laten vallen en daarna zelf weer
opgeraapt. Hij herkent den beklaag
de echter niet positief al3 den ach
tervolgde.
De beklaagde blijft hardnekkig ont
kennen den brief met geld te hebben
De president vraagt hem hierop,
o± het ook niet waar is, dat hij in
Duitschland zich aan diefstal met in
klimming heeft schuldig gemaakt,
gelijk uit een van de duitsche auto
riteit ontvangen telegram, dat hij den-
beklaagde voorleest en waarin van
„schwerer Diebstal" wordt gesproken,
blijkt.
Bekl. erkent dit.
Het O. M., waargenomen doormr.
Regout, bekl'8. schuld jwettig en over
tuigend bewezen achtend, eischt diens
veroordeeling tot een gevangenisstraf
van 1 jaar.
Mr. Cohen Stuart, betoogt in zijn
pleidooi, dat het wettig bewijs in deze
niet is geleverd en dat, indien bekl.
in zijn land zich heeft schuldig ge
maakt aan diefstal dit in deze niet
als verzwarende omstandigheid mag
worden aangevoerd.
Uitspraak over 8 dagen.
Brandstichting.
Donderdag stond voor het hof te
i-Gravenhage, terecht een 49-jarige
bierhuishouder te Rotterdam, apel-
lant van een vonnis der rechtbank
aldaar, waarbij hij wegens opzettelij
ke brandstichting in zijne woning te
Rotterdam tot 3 jaren gevangenisstraf
is veroordeeld.
Bekl. ontkende het hem ten laste
Adv-generaal Mr. Telders eischte be
vestiging van het vonnis onder me-
dedeeling van het een en ander uit
beklaagde's verleden; waaruit bleek
dat hij veroordeeld is wegens diefstal
en andere misdrijven en dat hij ook
vroeger een paar malen brand heeft
gehad in zijne vorige woningen, waar
voor tegen hem rechtsingang wegens
brandstichting werd verleend, doch
waarop destijds wegens onvoldoend
bewijs tegenover beklaagdes ontken-
tenis geene veroordeeling kon volgen.
Mr. H. P. de Maak uit Rotterdam
achtte het bewijs voor bekl.'s schuld
niet voldoende en concludeerde sub
sidiair tot vermindering van straf.
Uitspraak over 8 dagen.
„Palstafl" te Parijs.