BINNENLAND. werk, 2 voor loopknecht, 3 voor op passer, 3 voor koffiehuisbediende, 2 voor schoenmaker, 3 voor schrijf werk, 1 voor stucadoor, 2 voor koet sier, 1 voor kantoorbediende, 2 voor schilder, 8 voor los werkman, 1 voor kleedermaker, 1 voor timmerman, 1 voor sigarenmaker, 1 voor licht werk, 1 voor dames-laarzenmaker, 1 voor mangelwerk. Particulieren en werkgevers, die van bovenstaaude aanbiedingen ge bruik wenschen te maken worden beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te rich ten, bus Doelen of Stadhuis. Inlichtingen kunnen dagelijks van 91 en van 35 uur verkregen wor den bij den administrateur, bureau Doelen. (Zie vervolg Stadsnieuws Se pagina). Benoemd zijn tot tegenschatters voor de personeele belasting te Zandvoort voor den dienst 1894'5 de heeren J. Koper en J. A. v. Noppen. Zeevisscherij Maandag kwamen te Zandvoort aan 2 Zandvoortsche bomschuiten en 1 Schevening8che. Besomming f 17 136 en f2S. De prijzen der visch warenbakschol f 3 tot f 4,50, schar ren f3,50, pieterman f 1,50 per mand, tong f0,20 tot f0,90 per stuk. Vertrek der Koninginnen uit de residentie. Om halfelf Maandagmorgen ver trokken HH. MM. uit de residentie per ;Holl. Spoor naar Soestdijk. Aan het station waren vele autoriteiten aanwezig, o. a. de ministers Pierson Van Dedem en Jansen, de vice-pre sident van den Raad van State, jhr. Panhuys en mr. Kist, lid van de Raad van Voogdij. Na een kort op onthoud in de wachtkamer begaven HH. MM, zich in den gereedstaan- den trein, die precies op het vastge stelde uur vertrok. Het publiek, dat het niet-gereserveerde perron vulde, juichte de Vorstinnen warm toe. Te Baarn zijn HH. MM. door den burgemeester ontvangen. Ook daar bevond zich een talrijke schare van belangstellenden op het perron. Brand te Amsterdam. De 74-jarige tante van den diamant slijper Mulder, de vrouw, die bij de ramp in de Nieuwe-Kerkstraat be wusteloos uit het brandende perceel werd gedragen, is Zondagochtend in het Israëlitisch Ziekenhuis overleden. Uit het voorloopig verhoor van den Rus Similauw, diens vrouw en de andere bewoners van het uitgebrande perceel moet de indruk verkregen zijn, dat de brand in het benedenhuis niet anders dan door een ongeluk is ontstaan, en dus in geen geval aan moedwil valt te denken. Simiiauw's hanglamp zat niet al te stevig inde zoldering bevestigd, waarom hij reeds vroeger meermalenjzijnen bovenburen had verzocht, de kinderen niet op den vloer te laten stampen en springen, wat hunne gewoonte schijnt geweest te rijn. Op den bewusten avond is de hanglamp, hetzij door dreuning der zoldering, hetzij door andere oor zaak, losgeraakt en gevallen. Dat Si milauw en zijne vrouw naar het ach terplaatsje weken, zou alleen geschied zijn, wijl rij zich den toegang naar de voordeur door de vlammen ver sperd zagen. Niettegenstaande dit al les heeft de justitie de zaak ter hand genomen en is van harentwege Maan dagochtend het lijkje van het oudste der omgekomen kinderen van Car- dozo opgeëischt ter schouwing. Simiiauw's inboedel en schoenma kerij waren voor een som van dui zend gulden tegen brandschade ver zekerd. Inwijding eener kerk. Maandag is te 'sGravenhage de nieuwe parochiekerk van het Aller heilige Hart aan de Hobbemastraat plechtig ingewijd door den bisschop van Haarlem, mgr. Bottemanne, die een pontificale mis vierde en een toe spraak hield. De pauselijke nuntius mgr. Lorenzelli en de auditeur mgr. Bovieri, het Kamerlid Yan der Sehrieck en vele kerkelij ke autoritei ten woonden de plechtigheid bij. De kerk biedt 2000 plaatsen aan en is gebouwd door den architect Van Liefland. Reis der Koninginnen. Reuter seint uit Keulen dd. 30 April Dó Röin. Ztg. verneemt uit Weimar, dat HH. MM. koningin Wilhelmina en de Koningin-Regentes der Neder landen in Mei een bezoek zullen bren gen aan het hof van Weimar, De crisis Het Vad. verneemt dat de Konin gin het ontslag van het Ministerie heeft aangenomen. Zondag zijn de heeren van Naamen en Gleichman en de vice-president van den Raad van State bij H. M. op audiëntie geweest om H. M. advies te geven over de oplossing der crisis. De be richten, dat de heer Röell met de Kabinetsformatie zou zijn belast, acht Het Vad. in elk geval voorb rig. Van gematigde zijde tracht men 't daarheen te leiden dat eene Kabi netsformatie worde opgedragen niet aan den heer Röell, maar aan den oud-gouv.-generaal Pijnacker Hordijk, om zoodoende een Kabinet te vor men buiten de Kamer, en wel om in de positie van nieuwe Kamer en Ministerie zooveel mogelijk animosi teit te voorkomen. (N. v. d. D.) De schrijfkunst, In eene Noordhollandsche gemeente een boekdrukker de opdracht circulaires voor eene kiesvereeniging te drukken, met het verzoek er bij, den naam van den candidaat in schrijfletters te zetten, want die kon den de kiezers het best naschrijven I Een koopman in Volta- Kruizen. De koopman in Volta-kruizen, die Zaterdags gewoonlijk op het Vreden- burg te Utrecht, zijn handel drijft, volgt tegenwoordig eene andere me thode dan tot dusverre om de aan dacht van het publiek te trekken. Hij gaat, naar het Utr. Dg bid. ver haalt, naar oude gewoonte, op een stoel staan, kijkt minachtend naar alle richtingen rond, neemt de uit einden van zijn zwarten knevel tus- schen duim en vinger van beide han den, en draait die tot een punt. Dan neemt hij een witte flacon van zijn tateltje, schenkt zich een weinig water in een glas en drinkt dat uit terwijl hij met de tong klapt alsof hij zijn publiek wil duidelij k maken, dat hem dit lekker smaakt. Daarna kijkt hij met eenige tevredenheid zijn toene mend auditorium toe, en groet dit beleefd door het afnemen van den hoogen hoed. Spreken doet hij geen woord. Hij neemt een spel kaarten in de hand, schudt die dooreen alsof het om zijn leven te doen is, en gooit dan die kaarten een voor een met eene vlugge 'n de lucht. En als al die kaarten op deze wijze over het Vredenburg zijn geslingerd daar gaat wel een minuut oi vijf me de heen, gedurende welken tijd de boeren hem stom van verbazing aan staren neemt hij een waldhoorn, en doet daarop allerlei vergeefsche en potsierlijke pogingen om er geluid uit voort te brengen. Eindelijk, tot zijne blijkbare vreugde, gelukt hem dit, en blaast hij een deuntje, waar mede bij ook tegelijk de spraak schijnt terug te krijgen. Weer neemt hij zijn hoed af en spreekt: Zoo waar als ik hier onder den blooten hemel sta, ik kan raden wat jelui tegen elkaar gezegd hebt. Jan die zei tegen Piet: is die mijn heer gek en Piet zeit tegen Jan neen, die meneer is niet gek, maar die speelt een ballet. Maar Jan en Piet hebben het allebei mis, want ik ben niet gek en ik speel geen ballet. Maar ik sta hier voor jullie belang, niet voor mijn eigen voor deel, maar alleen voor mijn naam en mijn reputaasje als fatsoenlijk mensch. En dat hoef ik eigenlijk niet eens te doen, want jullie ken nen me wei; mijn naam is genoeg bekend. Of lezen jullie geen couran ten, journalen en dagbladen Daarin heeft iedereen kunnen lezen, dat ik door den beroemden professor Volta ben aangesteld hier verhoogt hij het effect door het gele lint met ko peren medaille om den hals te han gen tot eenig translateur voor Nederland en de koloniën van zijne beroemde kruizen, die naar hem Volta kruizen worden genoemd. En na deze inleiding gaat hij voort met de geneeskrachtige eigenschappen van die kruizen op te sommen, leest dankbetuigingen van door alle dok ters hopeloos verklaarde, maar door hem genezen patiënten, en neemt, telkens als daarin de naam van het Opperwezen, of zelfs maar van een burgemeester van een of ander dorp genoemd wordt, den hoed af, en ein digt zijn speech door met daden te bewijzen hij steekt daartoe een zich aanmeldenden boer met kiespijn een kruis in den mond, en geneest hem sebiet „voor goed" dat mijn kruizen onfeilbaar zijn. En als hij dan zijn dreigement uitgesproken heeft, dat als hij eenmaal van den stoel afgestapt is, die kruizen voor n rijksdaalder van hem te krijgen zijn, want als men niet gretig van zijne menschlievendheid profiieeren wil dan „verdraait" hij het ook dan worden van alle zijden handen omhoog gestoken, om zoo'n kruis machtig te worden. Nu, hij laat geen enkelen liefheb ber onbevredigd, en onder nadrukke lijke verklaring, dat de menschen niet moeten denken met een sjarletan, kwakzalver of tandentrekker te doen te hebben, maakt Cohen goede zaken. door hen ingenomen vergift cyankaS li is. Meetingen. Te Groningen is Zondagmiddag, ter voorbereiding van den len Mei- i van 25 uur eene groote mee ting op een stuk groenland aan den Frieschen straatweg gehouden. De tribune was versierd met een twin tigtal banieren van vakvereenigingen zoowel uit de stad als uit de provin cie. Nadat de vergadering door Urban geopend was, beklommen burgeres Kommers van Amsterdam en J. Gie- zen van Leeuwarden de spreekge stoelten. Daarna traden L. M. Hermans van Amsterdam en Tusveld van En schedé op. Nadat de sprekers door Urban be dankt waren, zakte een deel der tri bune in, echter zonder ongelukken te veroorzaken. Daarna had een op tocht met vaandels, banieren en mu ziek plaats. Alles liep in de beste orde af. Op het terrein tegenover de Ver lengde Schrans bij Leeuwarden wa ren, zoo van daar als van andere plaatsen der provincie, een veertig tal vereenigingen ter bijwoning opge komen. Het geheele getal aanwezi gen, waaronder zooals gewoonlijk, ook vele nieuwsgierigen, bedroeg ruim 3000. Er waren drie spreekgestoelten, benevens eene tribune opgericht, al les met rood en groen gedrapeerd. Van de tribune staken een veertig vaandels en vlaggen met allerlei op schriften uit. Als sprekers traden op Haver3 van 's-Gravenhage, Cohen van Zwolle, Van Helsdingen van Rotterdam, Spiekman van Sappe- meer, en Cornelissen van Amster dam. Een muziekkorps en een zang- gezelschap lieten zich bij afwisseling hooren. De meeting duurde van 10 tot 4 uur en liep in de beste orde af. Bij het einde hielden de onder scheidene vereenigingen met ont rolde vaandels een optocht op het terrein. De troepen waren den geheelen dag in de kazerne geconsigneerd. De hoofdwacht was door militairen, on der bevel van een luitenant betrok ken. In het beursgebouw bevond zich een twintigtal marechaussees. In de stad patrouilleerden een groot ge deelte van den dag rijksveldwachters en politieagenten. Ontsporing, De personentrein, die te 9 uur S min. van Groningen naar Zwolle ver- trekt, is Zondagmorgen even vóór de viaduct aldaar gedeeltelijk ontspoord. Door een onbekende oorzaak, maar in elk geval niet door achteloosheid van het personeel, liepen een bagage- wagen en de tender geheel uit de rails, terwijl de locomotief en de per sonenwagens in de rails bleven, wat te danken is aan de oplettendheid van den machinist en den wisselwach ter. Door het ongeval kon de trein naar Zwolle niet vertrekken, maar reeds om 12 uur was de weg weer vrij. Persoonlijke ongelukken hebben niet plaats gehad. Eene duistere zaak Te Meppel geraakten in den nacht van Vrijdag op Zaterdag de gebroe ders T. te water bij de sluis; een hunner kwam daarbij om. De over geblevene geeft, naar men verneemt, op, dat zij verschil van gevoelen had den over den te volgen weg en daarop, ejkander dan in déze, dan in géne richting trekkende, in het kauaal vielen. Hij had zich daarna, weer op het droge gekomen, verwijderd, in de meening dat zijn broeder, die kon zwemmen, zich aan de overzijde had gered en stil was weggegaan. Nu intusschen ook personen zijn gevonden, die op die hoogte ,een doordringend hulpgeroep hebben ge hoord, wordt door de politie een na der onderzoek ingesteld, waarvan de uitslag nog niet bekend is. De dubbele zelfmoord Uit Hengeloo (O.) deelt men nader mede, dat van den commissaris van politie in Den Helder bericht is ont vangen, dat aldaar 2 personen (de makelaar O. en zijne vrouw) vermist worden, terwijl men om opgave van signalement verzocht. Het zal afge wacht moeten worden of de heer en dame, die zelfmoord pleegden, deze 2 personen zijn. Te Oldenzaal, waar zij, komende van Bentheim, eenig oponthoud hadden, trokken zij door hun vreemd gedrag de aandacht en is door de douane een koffertje ge vonden, hetwelk hun klaarblijkelijk toebehoorde. De inhoud ervan bevat te niets, wat tot vaststelling hunner identiteit kan leidenuit eenig on dergoed waren duidelijk de merktee kens verwijderd. Eene gedane analyse heeft inmid dels de zekerheid verschaft, dat het Eene legende. In verband met hetgeen vermeld is omtrent het mes dat, met twee krammen bevestigd, sinds eeuwen tegen den muur van het stadhuis te Bols ward zat, deelt men nu de le gende mede, daaraan verbonden. Twee jongens zien het slachten van een varken. Zij spreken af dit spel ook eens te spelen. Een zal de slager, de ander het varken zijn. Het varken wordt gedood, maar de slager is een moordenaar geworden. Wat zal de magistraat doen? Er zal onderzocht worden, of de jongens tot jaren des onderscheids zijn geko men. Men houdt den knaap een goudstuk voor en een prachtigen ap pel en vraagt wat hij van deze beide kiest. Hij grijpt naar de schoone vrucht, die hem meer dan het goud stuk bekoort en de magistraat spreekt hem vrij, maar bepaalt dat het mes tot waarschuwing tegen den muur zal geplaatst worden. Nu het heft van de verflaag is ontdaan en een naam op het zilveren plaatje is ontdekt, is het niet onmo gelijk dat in de sententieboeken of elders in het archief nog iets ont dekt wordt tot verklaring dezer le gende. Rechtszaken. De heeren Rot, Coltof en Cornelis sen hebben, volgens Recht voor Allen, hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis der Groningsche rechtbank. Woensdag 16 Mei zal voor het'ge rechtshof te Amsterdam in hooger beroep behandeld worden de zaak van Geel en De Schaaf, door de rechtbank aldaar vrijgesproken van de aanklacht te hebben deelgenomen aan de onge regeldheden op den Tweeden Kerst dag in de Kal verstraat en op het Spui door het werpen van steenen naar en verzet tegen de politie. Gedagvaard zijn de heeren Steenkamp, hoofdcom missaris, de heer Diederichs, hoofd inspecteur, Tjassens Keijser, inspec teur, en de vier agenten van politie in eerste instantie gehoord, voorts enkele burgers, allen charge. De vier verslaggevers, op wier eenstem mige getuigenis beklaagden werden vrijgesproken, blijven ongemoeid. Koloniën, BARAVIA, 30 Maart. Volgens nadere berichten heeft de controleur Storm van 's-Gravesande, die door twee Atjehers overvallen en gewond werd, een klewanghouw over het hoofd, een over den arm en een over het been gekregen en is hij naar Kota-Radja vervoerd. Volgens een telegram dd. 25 Maart uit Kota-Radja in de Locomotief is eene kolonne, sterk 100 bajonetten, en bergartillerie onder bevel van ka pitein Holland naar Melaboeh ver trokken. ME DAN, 28 Maart. De dezer dagen uit Seroeway ont vangen post bracht het volgende nieuws mede omtrent de troebelen in Tamiang. Volgens spionnen-berichten zouden Nja Mohamed zoowel als Radja Si- lang zich met eenige ondergeschikte hoofden en 80 man te Petoewa Mang- een overtuigd voorstander was van de scheiding tusschen Noord en Zuid. Hoe Louise erover dacht, wist hij niet. Nooit hadden de drie in hunne gesprekken van dit punt gewaagd. Te minder, omdat Hamilton blind was gebleven voorden naderenden crisis. Steeds had hij een vage hoop gekoesterd, dat de verschil len die er waren gerezen, door middel van wetten zouden worden beslecht. Nooit had hij kunnen droomen, dat het vraagstuk een scheidsmuur zou opwerpen tusschen Louise Edgeworth en hem. „Ik weet het niet, mijnheer," zei de neger maar steeds. „De meester zal wel weten of de juffrouw een boodschap voor u heeft achtergelaten. Hij is uitgegaan met mijnheer Creston." Hamilton maakte een beweging van ongeduld. „Creston is zeker de aanleiding tot dat overhaast vertrek," mompelde de jonge man. Daarop vroeg hij „Komt mijnheer Edgeworth spoedig terug?" „Dezen avond nog." „Komt mijnheer Creston dan weer met hem mee?" „Dat weet ik niet, mijnheer." „Dan zal ik op uw meester wachten." „Goed, mijnheer." Langer dan een uur zat Mark in den rijkgemeubelden salon te wachten. Toen kwam de ex-senator binnen en be groette hem beleefd, maar zeer koel. Edgeworth was een man van ruim vijftig jaar, met een trotsche houding en zeer be schaafde manieren. „Peter vertelt mij, dat Louise vertrokken is," begon Mark, zich bedwingende om volkomen kalm te blijven. „Ja, dezen middag heeft zij Washington verlaten," was het koele antwoord. „Heeft zij geen boodschap voor mij achtergelaten?" „Voor zoover ik weet niet." Een blos van verontwaardiging kleurde de wangen van den jongen man. „Mij dunkt dat ik het recht heb om te vragen, waar zij is heengegaan. Zij verwachtte mij vandaag hier en het is wel zeer vreemd, dat zij heengegaan is zonder een boodschap voor mij achter te laten." Mark sprak onstuimig en met vuur. De heer Edgeworth hief met een gebiedende beweging de hand op en deed een stap vooruit. De beide mannen zagen elkaar uitdagend aan. „Mijne dochter maakt aanspraak op het voorrecht, dat zij kan gaan waar het haar behaagt, mijnheer Hamilton," ant woordde de oude man, zijn koude, grijze oogen voortdurend op die van Mark gericht houdende. „Dat recht betwist ik haar niet. Evenwel kan ik niet ge- looven, dat rij Washington heeft verlaten zonder een enkel woord tot opheldering voor mij achter te laten." „U twijfelt dus aan mijne woorden?" „Gij kunt mijn opmerking opvatten zooals gij wilt!" „Dat zal ik doen, mijnheer Hamilton." Het breede voorhoofd van den ex-senator trok zich in diepe plooien en hij balde de blanke handen in toorn. „Uw onbeschaamdheid dwingt mij om u de zaak helder te doen inzien. Van dit oogenblik af kunt gij de relatiën tusschen mijne dochter en u als verbroken beschouwen. Ik heb vernomen, dat gij gekant zijt tegen een zaak, waarmede ik mij vereenzelvigd heb. Vandaar, dat ik u beschouw als een vijand van mijn land en daar wij wellicht elkaar eens zouden kunnen ontmoeten in de gelederen van vijandelijk tegen elkander overstaande legers, moet hoe eerder hoe beter elke schijn van vriendschapsbanden tusschen ons verdwijnen. Louise is het volkomen met mijne meeningen eens en daar Washington elk oogenblik gevaarlijk worden kan, heb ik haar naar mijne plantage gezonden, waar zij voor het oogen blik blijven zal." Hier zweeg Edgeworth en maakte met de hand een ge baar, dat beteekende dat hij het onderhoud voor geëindigd hield. Mark Hamilton was te verontwaardigd om een woord te kunnen uiten. Met een kleine hoofdbuiging nam hij al- scheid en verliet het huis, terwijl het in hem stormde. Eene gedachte kwam voortdurend weer bij hem op, name lijk dat George Creston vastbesloten was, zich op hem te wreken en dat dit de eerste slag was, dien hij hem toe bracht. (Wordt vervolgd.')

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2