Voor 0BZ6 Vensters.
lit den Bnrproorlog in Amerika.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
lie Jaargang
Donderdag 3 Mei 1894.
No. 3323
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTI EN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND,
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat X-3L, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en cour antiera.
Directeur-Uitgever J. C. P E E K E B O O M.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co.} JOHN F. JONES. Succ.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre:
Uithoofde van den Hemel
\martsdag aal het eerstvol
gend nummer van dit Blad
Vrijdag a8. verschijnen.
Voor een onzer ramen is geëtaleerd
de collectie photographieën van den
heer M. Binger, lid der Haarl. Fo
tografenclub, waarmee door hem op
de met Paschen jl. gehouden tentoon
stelling te Maastricht een zilveren me
daille werd behaald.
Haarlem, 2 Mei 1894.
Door Ged. Staten van Noord-Hol
land is bevorderd tot Commies-chef
ter provinciale griffie (afd. nationale
militie en schutterij) de heer J. C.
Mikkerg, thans adj. commies le kl.
Haarlem's Zaoggenot.
De heer G. C. Weeren alhier heeft
het hem aangeboden directeurschap
van de liedertafel „Haarlem's Zang
genot", waarvoor de heer B. J. Vis-
scher wegens zijn a. s. vertrek heeft
moeten bedanken, aanvaard.
Wereldtentoonstelling te
Antwerpen.
Het Museum en de school van
Kunstnijverheid alhier zullen op de
wereldtentoonstelling te Antwerpen,
een aanzienlijke plaatsruimte inne
men, clie daartoe welwillend door de
Nederlandsche Commissie ter beschik
king werd gesteld.
De School zal in vier afdeelingen
vertegenwoordigd zijn.
De eerste afdeeling omvat het dé
coratieve schilderwerk, compositiën
van ornamentale motieven, schilder
studiën en aquarellen naar stillevens
en bloemen.
De tweede afdeeling praktische
werkstukken van ornamentaal hout
snijwerk.
De derde aldeeling praktische werk
stukken van metaalgravuren en stem-
pelsnijden, terwijl de vierde afdeeling
het teekenwerk in het algemeen zal
omvatten.
Het Museum zal door photografi-
eche afbeeldingen der verschillende
afdeelingen vertegenwoordigd zijn, als:
de zaal der antieken, de zaal der
middeleeuwen en der Renaissance, de
Raadzaal in oorspronkelijk Noord-Ne-
derlandschen stijl 17de eeuw, het
legaat van mr. van Vollenhoven,
de Japansche zaal en de Rotonde,
een meesterstukje der decoratieve
bouwkunst uit het einde der vorige
eeuw. Tevens zullen de verschillende
geschriften op het museum betrek
king hebbende als de catalogussen
der boekerij, de beschrijvende cata
logussen der Heramiek afdeeling en
der gipsafgietsels aanwezig zijn.
De Conservator van het museum,
directeur der school voor Kunstnij
verheid, de heer E. von Saher, is
dezer dagen naar Antwerpen vertrok
ken, ten einde deze tentoonstelling,
die er veel toe zal bijdragen het kunst-
industrieel onderwijs dat in Neder
land gegeven wordt op waardige wijze
te vertegenwoordigen, in gereedheid
te brengen.
Naar officieel is medegedeeld heeft
de heer Jbr. Mr. J. Roëll nog tot
Zaterdag den tijd, om zich te verkla
ren of hij de verkiezing tot Lid van
de Tweede Kamer voor Haarlem of
voor Utrecht aanneemt.
Op voorstel van den Burgemeester
heeft de Raad heden voor het geval
dat de heer Röell voor Haarlem be
dankt, reeds de stembureaux voor
de nieuwe vrije verkiezing aangewe
zen, om niet daarvoor alleen te moe
ten vergaderen.
Meeting in „Felix Pavore".
Was de bijeenkomst, die Dinsdag
middag door de 1 Mei-betoogers in
„Felix Favore" gehouden werd schaars
bezocht, de avond-vergadering genoot
ie overgroote belangstelling, zoo
zelfs, dat verscheidenen de toegang
tot de groote zaal van „Felix Favore"
moest worden ontzegd, wijl deze reeds
overvuld was met belangstellenden.
Wat deze bijeenkomst ook nog on
derscheidde van die, welke des mid
dags gehouden werd, was de vrij ge
matigde taal van den spreker voor
dien avond, den heer Adam uit
's-Gravenhage, in tegenstelling met
den spreker des middags, den heer
Akrates.
Een eenigszins feestelijk karakter
aan deze meeting gaven de vaandels
en kleurrijke deviezen, die het po
dium en de wanden der zaal ver
sierden, benevens het optreden van
de S. D. Zangvereeniging „Excelsior",
die verscheidene liederen zong. In
eene niet zeer lange- rede hield de
heer Adam een pleidooi voor de Mei
beweging. Deze beweging moet hoe
langer hoe meer worden uitgebreid
en versterkt om te leiden tot het
instellen van den achturigen werk
dag. Is dit eenmaal bereikt, dan is
men een belangrijk einde gevorderd
op den weg die moet leiden tot de
afschaffing van het privaat-bezit, wat
een einde zal maken aan de onna
tuurlijke toestanden, die in de maat
schappij heerschen.
Ten slotte droeg deze spreker twee
gedichten voor, die evenals zijne rede,
luid werden geapplaudisseerd.
De heer Ter Straaten, die deze ver
gadering leidde, sprak hierna een
kort woord waarin hij herdacht de
genen die onbewust in het verleden
voor het socialisme hebben gestreden
en ook degenen, die er voor hebben
geleden en nog lijden, o. a. van Em-
menes, die in den „coffre-fort" is ge
stopt.
Hierna werd eene motie aangeno
men, door de partij verwanten in Lon
den, over de geheele wereld eenslui
dend aan de vergaderde arbeiders op
gezonden.
Deze luidt:
„Deze vergadering zendt hare broe
derlijke groeten aan de arbeiders, op
dezen eersten dag in de maand Mei
over de geheele wereld vergaderd, om
getuigenis af te leggen van de soli
dariteit van den arbeid;
„zij dringt er bij de arbeiders op
aan, geen middelen te sparen ten be
hoeve hunner vrijmaking van de
loonslavernij, en onvermoeid te wer
ken aan de bevestiging van de inter
nationaal samenwerkende gemeen
schap, in welke alle voortbrengings-
middelen in het bezit zullen zijn en
gecontroleerd worden door cle geor
ganiseerde gemeenschap."
Nadat nog eenige liederen waren
gezongen, gingen de vergaderden kalm
uiteen.
Heden (Hemelvaartsdag) geniet het
echtpaar J. C. Koster en A. Lodde
het zeldzaam voorrecht hun gouden
huwelijksfeest te vieren. Ter eereder
nog krasse oudjes is voor hunne wo
ning in de Brouwersstraat eene ver
siering aangebracht, terwijl door het
wapperen der vlaggen de straat een
feestelijk aanzien heeft.
Wij maken onze lezers opmerk-
am op de nieuwe vinding om op
gemakkelijke en zekere wijze valsch
geld van echt te onderscheiden. Dit
middel is, blijkens achterstaande an
nonce, uitsluitend bij den heer D. J.
v. d. Wilk, Groote Houtstraat 105,
si 1.verkrijgbaar gesteld.
Opbrengst grasgewas.
De opbrengst van het grasgewas
der wegen in den Haarlemmermeer
polder heeft opgebracht f7041 ruim
f900 meer dan het vorige jaar.
Gemeenteraad Bloemendaal.
Vergadering van den Gemeenteraad
van Bloemendaal op Vrijdag 4 Mei
1894, des namiddags te half 8 uur.
Punten van behandeling
I. Benoeming van een Hoofd der
O. L. School te O verveen.
De voordracht bestaat uit de Hoof
den der openbare Scholen (alphabe
tise h)
C. Brands, te LisserbroekL. van
der Geest, te Wervershoef; M. B.
>ogeveen, te StiensM. L. de Keij-
zer, te LimmenH. A. Kroese, te
ZunderdorpG. J. F. Leistikow, te
HeinsA. Rijs, te SchotenL. J. de
Vries te 't Zand (Zijpe).
II. Gevraagd eervol ontslag door
Mej. Machielse, onderwijzeres te Vo-
III. Benoeming onderwijzeres te
Vogelenzang.
IV. Besluiten betrekkelijk denver
koop van een stukje grond aan P.
Baauw.
V. Kwartaals Kohier v/h school
geld.
VI. Mededeelingen en ingekomen
stukken.
De
Uit IJmuiden.
cursus voor meer uitgebreid
onderwijs verbonden aan de
openbare school is gisteren aangevan
gen en wel met 28 leerlingen, een
zeker bewijs dat hij in een bestaan
de behoefte voorziet.
De werkzaamheden aan de vis-
schershaven te IJmuiden zijn giste
ren, 1 Mei, weder begonnen, na on
geveer vier maanden stil gelegen te
hebben door verwisseling van aanne-
Hofbericht,
Het in bnitenlandsche bladen ver
melde bericht als zouden HH. MM.
de Koningin en de Koningin Regen
tes in Mei een bezoek aan Weimar
brengen mist eiken grond.
Met zekerheid kunnen wij mede-
deelen, dat H. M. de Koningin-Re-
getes vóór haar vertrek naar het bui
tenland in het einde van Mei of het
begin van Juni te Soestdijk geen
audiëntie zal verleenen aan dames of
heeren uit de provincie Utrecht, auto
riteiten wellicht uitgezonderd.
H.K.H. de groothertogin van Sak
sen wordt 16 Mei a.s. op het lustslot
to Soestdijk verwacht.
Eerste Kamer.
De invloed der vermogensbelasting
op de verkiesbaarheid voor de Eerste
Kamer is ook zeer merkbaar wat de
provincie Noord-Holland betreft. Van
de 552 namen, die in 't vorig jaar op
de lijst der hoogstaangeslagenen in
de Rijks directe belastingen voor die
provincie voorkwamen, zijn niet min
der dan 156 verdwenen en door an
dere vervangen op de voorloopige lijst
voor dit jaar door Ged. Staten opge
maakt.
Tot de uitgevallenen behoort o. a.
de heer Jan Breebaart Kz., sedert 2
jaren lid der Eerste Kamer voor
Noord-Holland. Deze afgevaardigde
blijft echter zitting houden in dat
hooge staatscollege, op grond van art.
96 der kieswet.
Volgens dat artikel houdt een lid
der Eerste Kamer, die niet meer op
de lijst der hoogstaangeslagenen voor
komt, niet op lid te zijn, indien „hij
een of meer der hooge en gewichtige
openbare betrekkingen bekleedt of
bekleed heeft", waaraan de wet de
benoembaarheid voor de Eerste Kamer
mede heeft verbonden.
Tot die betrekkingen behoort vol
gens de wet van 12 Aug. 1890 ook
„voorzitter en lid van een der Kamers
der Staten-Generaal".
De minister De Savornin Lohman
was van oordeel, dat een lid der
Eerste Kamer, die in het geval van
den heer Breebaart verkeert, moet
aftreden, maar dan terstond herkies
baar is als ond-lid der Kamer. Hij
droeg in 1890 tot regeling dier zaak
een wetsvoorstel voor, dat echter on
afgedaan bleef en bij de optreding
van het nieuwe ministerie in 1891
werd ingetrokken.
Het ontwerp had dan ook in de
aideelingen der Tweede Kamer veel
tegenstand ontmoet, omdat men
te recht van meening wasdat
door de wet van Aug. 1890 beslist
was, een lid der Eerste Kamer be
hoeft niet af te treden, als hij ophoudt
tot de hoogstaangeslagenen te behoo-
Uit Atjeh.
Aan een particulier schrijven uit
Atjeh ontleent de N. Gron. Ct. het
volgende, dat een vroegeren stadge
noot van haar betreft:
Eenige maanden geleden werd de
luitenant Van de Siepkamp, postcom-
mandant te Telok-Semawe. Alles ging
daar naar wensch tot Zaterdag den
Naar het engelsch
van HARRY ROCKWOOD.
3)
HOOFDSTUK II.
Hamiltons bezoek.
Snel schreed hij voort nauwelijks wetende waarheen. Hoe
wel het reeds negen uur was, bevonden zich nog meer men-
schen op straat dan in den namiddag. Er waren niet langer
groepen die stonden te praten maar reeksen en rijen van
menschen, die zich blijkbaar met een zeker doel allen in
dezelfde richting bewogen.
Nieuwsgierigheid deed Hamilton met hen medegaan. Steeds
groeide de menigte aan en het was of zij zich voortdurend
sneller voorwaarts haastte. Eindelijk kwam men op een
groot oper plein, waar reeds honderden bijeen waren. Rond
kijkende zag Mark overal strakke, ernstige gezichten en het
scheen hem alsof hij onder deze menigte alleen was.
Wat kon dit beteekenen?
Plotseling werd een zware hand op zijn schouder gelegd
en een bekende stem, die van Lukas Leighton, klonk hem
in de ooren„Kom spoedig, het gaat om uw leven."
Op datzelfde oogenblik hoorden de twee mannen een lui
den uitroep van waarschuwing, die opging uit het midden
der verzamelde menigte.
HOOFDSTUK III.
De plantage.
De plantage van den heer Edgeworth, een bloeiende on
derneming, lag in de nabijheid van de rivier de Potomac.
Het huis was gebouwd evenals de meeste van deze wonin
gen in den staat Virginia en omringd door een prachtigen
tuin en door lommerrijke boschjes.
Eenige weken na de door ons beschreven gebeurtenissen
liep Louise Edgeworth in een der lraai gemeubelde, ruime
kamers ongeduldig heen en weer. Op haar gelaat was on
rust, ja angst te lezen en nu en dan bleef zij voor een ven
ster staan en keek naar buiten, alsof zij iemand verwachtte.
Ongetwijfeld mocht zij een zeer mooi meisje worden ge
noemd. Hare trekken waren zeer regelmatig en droegen een
uitdrukking van zachtheid en goedheid. Toch toonde een
trek om haren mond duidelijk aan, dat zij karakter bezat
en als dat noodig mocht zijn, zeker niet zon aarzelen een
kloek en snel besluit te nemen.
Opeens bleef zij staan en luisterde. In den gang klonk een
zachte voetstap. Het volgende oogenblik werd een deur ge
opend en een jonge mulattin trad binnen, die met een zach-
ten uitroep op hare meesteres toesnelde en angstig een van
hare handen omklemde.
„Wat is er Lactitia?" vroeg Louise.
„Mijnheer Creston is er nog niet en...." het meisje aarzelde
en keek angstig naar de deur.
„En wat, Lactitia?"
„Ik ben zoo bang, miss 1" riep de mulattin.
Hare stem beefde van vrees en het zwarte gelaat werd een
tint bleeker.
Zij was een verstandig meisje, die hare meesteres een
groote genegenheid toedroeg. Vandaar dan. ook, dat de twee
meisjes meer als zusters, dan als meesteres en dienstmaagd
tot elkander stonden.
„Waarom ben je zoo bang Is er iets gebeurd. Vertel mij
alles, Lactitia en verzwijg vooral niets 1"
Schijnbaar bleef Louise bedaard, hoewel zij alle reden had
om angstig te zijn.
„Ja, er is iets nieuws," ging de mulattin voort, nog steeds
met de oogen op de deur gericht en zeer zacht sprekende.
„Ik hoorde in het kwartier van de negers een onbekenden
neger tot hen praten. Hij heet Jake en is een gemeen uit
ziende kerel. Naar het schijnt heeft hij veel invloed op de
negers van deze plantage, want de oude Joe was de eenige
die hem tegensprak. De anderen waren het evenwel allen
met Jake eens, zoodat Joe het al gauw moest opgeven, het
hielp toch niet. Ik ben zoo bang, miss, dat aanstonds de on
geregeldheden zullen beginnen." Wordt vervolgd