NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. li il lie Jaargang; Donderdag 31 Mei 1894. No. 3345. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: J. C. PI STADSNIEUWS. FEUILLETON. HAARLEM S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat 1-3=, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEBEBOOM. Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSucc.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. _Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui- antiën, Brievenhoofden, Memoranda n alle overige Drukwerken, die op antoren voorkomenworden ter Stoomdrukkerij van dit blad billijk en vlug gedrukt. Directeur- Uitgever, Haarlem,30 Mei '94 Nut. In de Maandagavond gehouden ver- j tdering van het departement Haar- iem (Zie ons vorig Nr.) kwam aan de orde het verslag van de afgevaarden ter laatste algemeene vergadering. Het werd uitgebracht door den heer A. H. Gijsberts en bevatte een ernstige kritiek op het financieel beheer van de Maat schappij. Telken jare wordt het stam kapitaal der Maats, aangesproken, dit jaar zal om de financieele gevolgen yan de voorstellen van het hoofdbe stuur onder de oogen te kunnen zien, niet minder dan ƒ17000 van dat ka pitaal moeten worden afgenomen. Vandaar dat Haarlems afgevaardig- zich tegen de aanneming van die voorstellen hebben verklaard, doch niet konden beletten dat ze op een enkele na, door de vergadering zonder noemenswaardige bestrijding en met gejuich, werden aangenomen. Zeer tegen hun zin, doch daartoe genood zaakt door de beslissing van het de partement, hebben de afgevaardigden gestemd voor punt IX, strekkende om voor 1894/5 ƒ1000 te geven in het schoolfonds. Hadden de leden van dit departe ment evenwel de cijfers der rekening en verantwoording gehoord, dan zou den zij zeker de afgevaardigden heb ben opgedragen daartegen te stem men. Wat toch is de zaak? Het schoolfonds is na de aanneming der echoolwet-Mackay opgericht door de Maatschappij, te zamen met „Volks onderwijs", om onbemiddelde ouders die wegens het mindere schoolgeld hunne kinderen van de openbare naar de bijzondere scholen mochten willen Izenden, financieel te steunen. Nu is voor dat doel in het afgeloo- pen jaar uitgegeven een som van zes gulden en eenige centen. Voor her- balingsonderwijs besteedde het fonds 656, terwijl de secretaris eene beloo ning geniet van ƒ400 'sjaars en er aan reiskosten is uitgegeven een som van 350. Met deze cijfers voor oogen steUen de afgevaardigden (de heeren H. L. Janssen van Raaij en A. H. Gijsberts) aan het departement voor, op de vol gende algemeene vergadering een voorstel te doen dit fonds te suppri- neeren. De heer mr. H. Ph. de Kanter kan als algemeen penningmeester van Volksonderwijs de scherpe kritiek van den heer Gijsberts op het Schoolfonds niet onbeantwoord iaten. Misschien is zij in verschillende opzichten niet onverdiend, maar is b.v. het salaris van den secretaris berekend geweest op een uitgebreiden werkkring dien men verwachtte na de invoering der school wet-Mackay. De werking, dier wet is in de praktijk, spreker erkent het gaarne, zeer meegevallen, maar men moet niet zeggen dat er nu alleen 400 voor den secretaris en 350 voor reiskosten is uitgegeven. Herinnert spreker zich wel, dan heeft het School fonds te 's-Gravezande eene herha lingsschool opgericht. Wil het fonds op dien weg voortgaandan weet spreker niet of het wel zaak is dat het Nut zich daaraan onttrekt. De heer Gijsberts heeft de door hem genoemde cijfers uil het verslag van het Schoolfonds zelf overgenomen. Er is inderdaad ƒ656 uitgegeven voor herhalingsonder wijsmaar daarvoor is het fonds niet opgericht en her- halingsonderwijs is meer een zaak der gemeentebesturen. Spre kers bedoeling was, de aandacht te vestigen op de wel wat losse manier waarop met het geld woidt omge sprongen. Zoo het Schoolfonds zijn geld niet besteedt voor het doel waar mee het is opgericht, laat men het dan een anderen naam geven. De heer de Kanter zou zich hiermee beter kunnen vereenigen dan met een voorstel om het geheele fonds te sup- primeeren. Spreker wijst er op, hoe weinig de gemeentebesturen doen voor het herhalingsonder wijs. Besloten wordt het voorstel der af gevaardigden later te behandelen. Gisterenavona werd aan den spoor overweg aan den Harmenjansweg onder deze gemeente gevonden eene vrouw belangrijk verwond aan hoofd, armen enbeenen,die vermoedelijk door den trein die ten 10,40 uit Amsterdam alhier aankomt was aangereden of overreden. Zij leefde nog maar is kort na hare overbrenging in het St. Eli sabeths Gasthuis overleden. Zij was in het bezit van brieven waarin zij te kennen gaf een einde aan haar leven te zullen maken. Zij was slechts 20 jaren oud en als dienstbode alhier woonachtig. Hedenmorgen heeft een 34-jarige timmerman, woonachtig te Amster dam, die een zwervend leven leidt, getracht aan den overweg aan den Jansweg alhier, zich onder een voor bijkomenden trein te werpen, hetgeen door den machinist werd ontdekt die onmiddellijk heeft gestopt. Hij heeft echter niet kunnen verhinderen dat hij een stoot in de rug ontving, waardoor dat lichaamsdeel is ge kneusd. Hij is naar het St. Elisa beths Gasthuis overgebracht. Door de politie alhier is aange houden en naar het huis van bewa ring overgebracht S. B. Nanninga, oud 84 jaren, van beroep koopman, die aan een landbouwer, wonende te Vogelensang, dien hij vooraf dronken had gemaakt, een zilveren horloge met gouden ketting had ontrold. Hij heelt reeds vroeger wegens diefstal gevangenisstraf ondergaan. De valsche Bankbiljetten. Vervolg der zitting van Dinsdag. Het verhoor van den heer Chris- tiaan Batelt, hoofd-inspecteur van po litie het laatste verhoor voor de schorsing van de ochtendzitting, nam geruimen tijd in besUg; ten eerste door de voorlezing van de lange, door hem opgemaakte processen-ver- baal, en ook doordat eenige beklaag den op sommige punten aanmerkin gen hadden te maken. Mej. Toebaerts verklaarde o.a. niet voor geheel juist wat getuige mede deelde over het bezoek door hem bij haar afgelegd na Krausse's arrestatie en de woorden daarbij door haar ge sproken. Zij zou toen gezegd hebben „Ik wou dat ik die kerels nooit had gekendIk heb niets, ik heb aHes verbrand 1" De beklaagde deelde nu mee dat door getuige, toeu hij bij haar kwam, was gezegd: „Mensch, wat ben je begonnen, heb je vier duizend gulden in die zaak gestoken welke woorden haar zoo in verwar ring hadden gebracht, dat zij zonder goed besef ja ja 1 had gezegd. Des namiddags half drie werd de zitting heropend en het eerst voor geroepen als getuige de hoofdinspec teur van politie te Amsterdam J. B. Daman, die verklaringen aflegde om trent het vinden in de Duifjessteeg door den letterzetter A. H. van Wes- terloo van een pakje valsche bank biljetten. Vervolgens kwam voor de kleinste van het honderdtal gedagvaarde ge tuigen, G. C. Wondstra, een klein ke reltje van 16 jaar. Deze was werk zaam geweest hij Krausse, toen deze zijn atelier had op de Heerenmarkt 14. Volgens zijne verklaringen ver diende hij daar ƒ3 k 4 per week, en had er een zeer gemakkelijken dienst. Toen hij bij Krausse in dienst kwam had hij niets te doen, en was er ook geen materieel voorhanden. Deze getuige heeft voor Thumm een biljet gewisseld van ƒ200. De makelaar J. C. Schagt deelde mede, dat de eigenaar van het per ceel Heerenmarkt 14, het had ver huurd aan Thumm, die de huur be taalde, toen Krausse de bovenver dieping reeds had betrokken. Later nam Krausse de huur over toen Thumm failleerde. Een commensaal van Krausse, zekere Kostka, wist niets te vertel len in verband met de zaak. Eerst kende hij niemand der beklaagden, doch later weer kende hij er ver scheidene. Getuige sprak half Hol- landsch, half Duitsch, noemde Krausse minder „hauslich" in den laatsten tijd. In verband met de verklaring van dezen getuige vertelde Krausse een en ander van een tochtje naar Muiderberg met hem, waar Krausse kennis maakte met de wed. Toebaerts, van het nemen eenër photographie aldaar, waarop ook Kostka stond. Hierna kwamen voor een aantal vrouwelijke getuigen uit de demi- monde, die de zitting pikant deden worden. Meest allen brachten in de rechtszaal mee een sterke lucht van patchouli. Deze getuigenissen wekten nu en dan veel hilariteit, vooral toen get. De Rijk verklaarde dat Krausse en Sinnige, toen het geld gewisseld zon worden, „een beetje misselijk werden en weggingen. Ook een vreemde bij naam van Sinnige wekte herhaaldelijk gelach. Get. Maria Geertruida Groenen- berg, woonde bij Suzanna Toebaerts in. Deze getuige zegt dat zij met zeer veel leedwezen met Krausse heeft kennis gemaakt. De Voorz. merkt op dat de ver klaring geheel volgens de waarheid, zonder hartstocht, moet worden af- Get. verklaart voorts dat Krausse haar wel eens heeft verteld dat hij een eigen zaak wou beginnen. Met- dat doel is hij naar Suzanna Toe baerts gegaan. Niemand mocht ech ter weten, dat Krausse was verhuisd. Thumm had getuige wel eens bij Suzanna Toebaerts gezien, hij wist van de oprichting van het atelier. Get. had gehoord dat S. Toebaerts ƒ4000 aan Krausse had geleend. Frey, Van Liemt en Krausse zijn ook bij S. Toebaerts geweestwanneer wist get. echter niet juist meer. Zij zijn met S. Toebaerts een zeer korten tijd te zamen geweest, waarschijnlijk 28 of 24 Februari. Get. zegt dat het maar een minuut of twee kan zijn geweest. In die kamer stond het bureau van S. Toebaerts. De Voorz.: „Is het een zoogena amd bureau-ministre Get.: „O meneer ik heb geen ver stand van meubels". Get. verklaart dat zij den inhoud van het bureau herhaaldelijk heeft gezien, want S. Toebaerts stelde groot vertrouwen in haar; zij heeft echter het bureau nooit iets anders ge zien dan papieren. De Voorz.„Was de kamer bo ven Get.; „Ja." De Voorz.„Dus u moest de trap af en de gang door? Is die gang lang? Get.„O meneer, dat weet ik niet. De (eene noemt een gang lang, de andere kort." Hilariteitj. De Voorz. maakt de getuige op haar brutale houding opmerkzaam. Get. verklaart dat tijdens hare af wezigheid het bureau gesloten was, zoodat S. Toebaerts er niet bij kon want de sleutels waren in een andere japon. Tot een ander onderwerp over gaande, wordt get. opeens veel kal mer. De Voorz. merkt dit aan ge tuige op, die antwoordt dat dat „ze nuwen" zijn. De Voorz. merkt op dat get. dit vroeger niet heeft verteld. De getuige zegt dat zij er niet aan heeft gedacht. De Voorz.„Aan de noodige vrij moedigheid ontbreekt het je anders niet". Get.„Dat kan wel wezen", De Voorz. wijst getuige op het gewicht van den eed en zegt „Als de rechtbank eens mocht ver moeden dat gij eene valsche verkla ring aflegt, zou je wel eens van plaats kunnen verwisselen en bij de beklaag den moeten zitten". Get. (zeer brutaal„Dat kan wel wezen." Get. verklaart voorts, dat S. Toe baerts haar het koffertje naar Utrecht deed brengen, omdat zij zelf zeide te veel hoofdpijn te hebben. Get. verklaart het koffertje ter te rechtzitting aanwezig, waarin de val sche bankbiljetten zaten, te herken- Naar het engelsch van HARRY ROCKWOOD. HOOFDSTUK XX. „Zij zijn weg en de kust is vrij," verklaarde hij in ant woord op Hamiltons vragen. „Is er niemand achtergebleven om het huis te bewaken „Alleen de bewoners van het huis. Of er een man woont weet ik niet. Ik heb er geen gezien. Het is dezelfde woning waar ik met Creston de ontmoeting had waarvan ik u ge sproken heb." 5,De schelm heeft dus al lang van te voren zijn plan op gemaakt." „Dat schijnt wel zoo." Zonder talmen besloten zij naar het huis te gaan endaar aan te kloppen. Nu deden zij geene poging meer om hun aanwezigheid te verbergen. Luid en gebiedend klopte Leigh- ton op de deur. Door de vensterluiken heen scheen een licht en men hoorde druk gepraat. Na een poosje werd de deur geopend en kwam een neger om een hoekje kijken. „Ik moet Annette, je meesteres, spreken." „Zij is naar bed gegaan," antwoordde de zwarte. „Zeg haar dan dat zij opstaat. Ik heb haar over belang rijke zaken te spreken." Het zwarte gelaat verdween en een poging werd gedaan om de deur te sluiten, maar Leigh ton had er zijn voet tus- schen gezet zoodat het voornemen van den neger om hem buiten te sluiten, mislukte. HOOFDSTUK XXI. Meer strijd De Unionist had het plan van den neger voorzien en dat met zijn gewone vlugheid verijdeld. Hij wist dat wanneer de deur gebarricadeerd was geworden, het zeer moeilijk zou zijn geweest om binnen te komen zonder in den omtrek op schudding te verwekken en miss Edgeworth een doodelijken schrik aan te jagen. Bovendien zou allicht de neger zich van een wapen voorzien en hen van een der vensters uit gemak kelijk belet hebben, de woning verder te naderen. Toen de neger bemerkte dat hij de deur niet kon sluiten, opende hij die weer en vroeg ruw: „Waarom doe je dat?" „Omdat ik niet buitengesloten wil worden," antwoordde Leighton vriendelijk. „Gij kunt niet binnenkomen." „Waarom niet?" „Omdat de meesteres het niet wil." „Laat zij dan hier komen." „Zij is naar bed gegaan, zeg ik." „Lieg niet zoo, Sambo, dat is heel slecht. Als ik je hier op de plaats doodschoot zon je met een leugen op de lippen sterven. Pas dus op." Het zwarte gezicht verdween plotseling en de twee vrienden hoorden hem binnen zacht met iemand spreken. Een oogenblik later kwam de vrouw, die Creston Annette had genoemd. Op haar terugstootend uiterlijk lag nu bovendien een uit drukking van toorn. „Wat verlangt gij op dit uur?" vroeg zij. „Ik verlang u te spreken, Annette." „Hoe weet gij dat ik Annette heet?" „Ik hoorde straks kolonel Creston u zoo noemen." „Aha, gij hebt dus gespionneerd. Wie zijt gij „Dat doet niets ter zake. Mijn tijd is kostbaar en ik zeg u dus zonder omwegen waarom ik kom. Ik wensch een en ander te weten betreffende de jonge dame, die hier zooeven is gebracht." „Ik wil u over haar niets zeggen." „Ook goed, dan wil ik de dame zelf wel spreken." „Gij kunt haar niet spreken. Zij is naar bed gegaan en verlangt geen vreemdelingen te spreken." „Eén excuus tegelijk, Annette dan duren ze langer. We zullen verder evenwel geen woorden verspiUen. Mark, zend gij een boodschap aan miss Edgeworth dat zal haar vrees

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1